terug index zwartboek volgende
Conclusies en aanbevelingen

Voor justitie

Wat betreft 429sexies kunnen we kort zijn: het is een ondeugdelijk artikel waarin de bewijslast omgedraaid wordt. Het artikel is niet meer dan een weinig creatieve ordemaatregel, die gebruikt kan worden zonder dat er een maatschappelijk relevante noodzaak toe bestaat. Immers, het artikel stelt geen enkele eis aan het toekomstige gebruik van het betreffende gebouw.

Bovendien is het artikel ingevoerd met als doel kleine huiseigenaren te beschermen. Toch zijn het in de praktijk vooral grote speculanten die zoals we zien aan de statistieken in dit zwartboek, op soepele wijze een ontruimingsbevel in handen gespeeld krijgen. Dit geeft een andere zwakke schakel in de rechtspraak aan: de rechters.

De indruk ontstaat dat een aantal rechters wel zeer bereidwillig is om te ontruimen en met elke vage belofte genoegen neemt. Daarnaast dringt zich nog een ander beeld op: het is niet alleen de antipathie tegen krakers die tot een negatief vonnis leidt, er is in veel gevallen ook sprake van absolute onkunde aan de kant van de rechter.

In het overgrote deel van de rechtszaken is de eis tot ontruiming gekoppeld aan het door de eigenaar aangevoerde voornemen te willen bouwen. Voor het toetsen van de bouwplannen van de eigenaar ontbreekt het de meeste rechters eenvoudig aan technische kennis. Aan een andere toetsing of de bouwplannen reëel zijn, namelijk door te kijken of de financiële onderbouwing geloofwaardig is, waagt men zich in het algemeen niet. In het geval van het vonnis betreffende Van Eeghenstraat 22 was de rechter ons inziens een stukje op de goede weg: voor de ontruiming moest de eigenaar een deel van de bouwsom gestort hebben. Zoals men kan lezen heeft het niet geholpen. Een dergelijke oplossing gaat namelijk voorbij aan het feit dat we in veel gevallen te maken met eigenaren die gewend zijn met geld te schuiven van dochteronderneming naar dochteronderneming.

Het is dan ook een aanbeveling om voor de bebouwing een maximaal redelijke termijn vast te stellen. Is er na deze termijn niet opgeleverd en in gebruik genomen, dan dient er een dwangsom betaald te worden. (Aan een goed doel natuurlijk, zoals organisaties die zich inzetten voor woon- en huurrechten; bijvoorbeeld giro 111441 t.n.v. SPOK.) Voor de louche eigenaar zal dit een behoorlijke drempel betekenen om te dagvaarden, terwijl iemand die echt met zijn pand aan de slag gaat voor deze maatregel niet bang hoeft te zijn.

Uiteindelijk mag er van een rechter niet alleen verwacht worden dat hij de ballonnetjes doorprikt die een eigenaar oplaat, maar ook dat hij een afweging maakt tussen de belangen van beide partijen: tussen de eigenaar die in een tijdperk van extreme verrijking en tweedeling van de samenleving slechts uit is op winst, en de krakers die naast een welbegrepen eigenbelang ook nog een maatschappelijk relevant verhaal vertegenwoordigen: "betaalbaar wonen is een recht voor iedereen".

Voor de gemeente

De overspannen huizenmarkt in Amsterdam zorgt er voor dat bepaalde delen van de stad steeds meer het exclusieve domein van de hogere inkomens worden. Ook in andere marktsegmenten is het onroerend goed in Amsterdam 'booming business'. De in dit boek behandelde huiseigenaren horen bijna allemaal tot de 'winners'. Voor hen rinkelt de kassa bijna onafgebroken en het ziet er niet naar uit dat dit op korte termijn ophoudt. Maar er staat nog ergens een kassa te rinkelen: in de Stopera. Het Gemeentelijk Grondbedrijf heeft het afgelopen jaar tientallen miljoenen winst gemaakt en haar bezittingen voor enkele honderden miljoenen kunnen opwaarderen.

Het ligt voor de gemeente dus binnen de financiële mogelijkheden om de meest negatieve gevolgen van deze ontwikkeling te corrigeren en om "betaalbaar wonen voor iedereen" tot beleid te maken. Er bestaan voldoende juridische middelen om voor de meest excessieve vormen van speculatie en winstneming een stokje te steken.

Eén van die middelen die de gemeente ter beschikking staat is het vorderen. In de tijd dat er bij de Amsterdamse sociaal-democraten nog wel eens iets sociaals te bespeuren viel is dit middel af en toe toegepast. Thans durft bijna niemand het woord nog uit te spreken, maar dit middel, dat bedoeld was om aan onrechtvaardige leegstand en speculatie een eind te maken, bestaat nog steeds. In de context van dit zwartboek was het op verschillende momenten een geschikt middel geweest om een eind te maken aan speculatie en de betreffende gebouwen aan het woningbestand toe te voegen.

Ook voor de gemeente had dit een aantrekkelijke oplossing kunnen zijn. Immers, niet alleen de krakers zijn de dupe van de leugens en oplichtingspraktijken van de eigenaren, ook de gemeente die geld en middelen heeft ingezet is voorgelogen en gedupeerd.

Vooralsnog laat de gemeente haar politiekorps echter nog zonder schaamte in grote getale en tegen niet geringe kosten opdraven om naar aanleiding van onzorgvuldige rechterlijke uitspraken panden te laten ontruimen. Daarbij stelt ze wat haar nog aan geloofwaardigheid rest in de waagschaal. Maar zolang er in Nederland nog een bestuurscultuur bestaat waarin men weigert consequenties te verbinden aan het disfunctioneren van rechters, ambtenaren en politici maakt dat niet veel uit.

Voor krakers

Voor krakers bevestigt dit zwartboek een aan velen bekend verhaal. Hoe meer men met louche eigenaren te maken heeft, hoe meer men automatisch van goede argumenten voorzien wordt. Helaas worden de kansen die men hiermee zou kunnen creëren niet altijd voldoende benut. Inderdaad leert ook dit zwartboek dat er in de rechtszaal zelf niet veel te halen valt. Toch komt het een enkele keer voor dat krakers een rechtszaak winnen, omdat ze duidelijk hebben weten te maken dat de eigenaar het pand slechts terug wil brengen in het circuit van speculatie, uitmelking en verkrotting. Het meeste valt er echter voor krakers nog steeds buiten de muren van de rechtszaal te halen. Want het mag dan zo zijn dat we opgesloten zitten in een poldermodel waar elke rimpel met huichelaarij of ontkenning gladgestreken wordt, er zijn nog steeds genoeg mensen die inzien dat ze niet tot de 'winners' van dit corporatistische model behoren.

Vorig jaar organiseerde de gemeente Amsterdam de discussiecyclus 'Toekomst Verkenning Amsterdam' met in glossy folders aangekondigde symposia. Tijdens deze voor de gemeente vrijblijvende brainstormsessie waren krakers niet nadrukkelijk aanwezig tussen de projectontwikkelaars en academici. Want inderdaad, krakers kraken. Onze bijdrage aan de discussie is al een deel van de oplossing.

Laat ons als krakers onze argumenten duidelijker naar voren brengen, ze zijn het waard om gehoord te worden. Er zijn nog genoeg deuren te breken. En ...in lege ruimtes kan het hard galmen!

terug index zwartboek volgende