Laten we dit hoofdstuk beginnen door te zeggen dat sommige van de dingen die er in beschreven worden niet geheel legaal zijn in dit landje, waar alles naar het schijnt in wetten gevangen moet worden. Dit is echter ab-so-luut geen reden voor ons om deze kennis niet te verspreiden, integendeel.
Ondanks dat bij kraken die via de kraakspreekuren georgani seerd zijn meestal ervaren breekploegen geregeld zijn die precies weten hoe je wat voor deur open moet krijgen, vinden wij het belangrijk dat iedereen kennis heeft van de tech niek(en), zodat de overdracht van deze kennis soepeler ver loopt.
Meestal wordt een kraak gezet door een deur van de betreffende woning open te maken, maar staar je daar niet blind op: andere -soms veel toegangelijkere- plaatsen aan een pand zijn de ramen en daken. Bekijk dus altijd ruim van te voren het pand eens grondig (maar niet opvallend!) zodat je weet waar je het makkelijkst naar binnen kan, en welk gereedschap je daarvoor nodig denkt te hebben. Hierbij komt natuurlijk dat je door ervaring leert zien wat eventuele zwakke plekken of hindernis sen kunnen zijn, maar deze handleiding dient nu eenmaal om je daarbij op weg te helpen.
Om te beginnen iets over de verschillende typen sloten: De drie typen sloten waar je het meest mee te maken krijg zijn (in deze volgorde): 1) de vaste cylinder; 2) de woningbouwcy linder 3)het pinslot en 4) de losse cylinder. Een beschrijving van de 4 verschillende typen en hoe ze te herkennen:
1) De vaste cylinder. Bij dit type slot zit de cylinder die aan de buitenkant van de deur zit (het 'sleutelgat') vastge schroefd op het slot zelf, wat dan weer als geheel op de deur gemonteerd zit. Dit type sloten kom je vaak tegen op buiten deuren van panden. Ze zijn te herkennen aan de maat van de cylinder, die ze onderscheidt van de 'losse cylinder' omdat ze een stukje kleiner in diameter zijn. Ze hebben ongeveer de zelfde diameter als een gulden. Vaak zit er dan nog een be schermplaatje omheengeschroefd, laat je daar niet door mislei den!
2)De woningbouwcylinder. Dit type slot zit door de deur heen gemonteerd, waarbij het eigenlijke slot binnen in de deur zit. Het slot zit vastgeschroefd vanaf de smalle kant van de deur, daar waar die in het slot valt. Deze sloten kom je vaak tegen op buitendeuren van gerenoveerde panden en op de deuren van etages die in het beheer zijn van woningbouwverenigingen, vandaar de naam. Ze zijn te herkennen aan hun karakteristieke vorm: een cirkeltje van het formaat van een kwartje met het sleutelgat er in, met daaronder een halve ovaal. Meestal zitten ze een paar centimeter onder de deurkruk gemonteerd, soms door een metalen plaatje heen.
3) Het pinslot. Dit type slot wordt ook wel veiligheidsslot genoemd, om de simpele reden dat het nogal lastig open te maken is. Het zit binnen in de deur gemonteerd en heeft twee pinnen die de deurpost in gaan. De cylinder zit binnen in het slot en heeft 3 baarden (de 'baard' van een sleutel is de onregelmatige, uit driehoekige hobbels bestaande zijde); de sleutel ervan ziet er uit als een kruiskopschroevendraaier waarvan drie kanten een baard hebben en een kant glad is. Het is van buiten te herkennen aan het -vaak ovale- plaatje dat om het sleutelgat in de deur is gemonteerd. Het sleutelgat zelf heeft een diameter van ongeveer een centimeter. Dit type sloten wordt vaak heel hoog of laag in de deur gemonteerd, en bijna nooit in het midden.
4) De losse cylinder. Dit type slot wordt in het buitenland soms een 'portugese cylinder' genoemd, waarom weten wij ook niet maar misschien heb je daar wat aan. Het is een slot dat veel lijkt op de vaste cylinder, met als verschil dat het niet aan het eigenlijke slot vasgeschroefd zit, maar aan de deur. Het zit namelijk door de deur heen gestoken, en dan met een borgplaatje met twee schroeven van de binnenkant af verankerd, waarna het slot er bovenop gemonteerd zit. Aan de buitenkant ziet dit type slot er uit als een iets te grote vaste cylinder met een stevige ring er omheen; die ring zit er zodat de cylinder niet naar binnen getrokken wordt door de borgschroe ven.
1) Grendels.
Deze zitten soms op deuren, maar zitten bijna nooit dicht: het is namelijk niet mogelijk om een grendel dicht te doen van buitenaf. Als ze er echter wel op zitten, leveren ze meestal niet veel problemen op: erg sterk zijn de meeste grendels niet.2) Koevoet- of antikraakstrippen. Dit zijn metalen profiel ijzers die langs de slotkant (en bij heel erg paranoide huis bazen ook langs de scharnierkant) over de gehele lengte van de deur gemonteerd zijn. Ze dienen om het onmogelijk te maken een koevoet tussen de deur en de deurpost te zetten. Hierbij heb je weer twee typen:
A) de enkelvoudige: dit is een stuk hoeklijn (een stalen strip die in de lengterichting een hoek van 90 graden heeft) dat meestal met slotbouten op de deur vastgezet is. Dit type is veelgebruikt, maar niet erg effektief.
B) de dubbelle:
dit is ook weer een stuk hoeklijn op de deur, maar nu met een stuk (min of meer) z-vormig stalen profiel op de deurpost, dat als de deur dicht zit over de hoeklijn heen valt. Dit type is redelijk effektief, maar als je naar binnen wilt laat je je door dit soort ongein toch niet tegenhouden...Wat je in ieder geval meestal nodig hebt zijn een paar ver schillende (maten en vormen) koevoeten, en minimaal een vuist hamer. Verder zijn, afhankelijk van het type slot, soms een zware (doorslag) schroevedraaier, een klauwhamer en/of een moordenaar nodig. Als je spreekuur de beschikking heeft over een kraakkrik (een omgebouwde autokrik) kan die vaak ook goed van pas komen.
De methode die gebruikt wordt voor een deur met vaste cylinder kan je zien als een soort basismethode: je krijgt er zowat elke deur mee open, maar soms kan het stiller en/of eleganter. Overigens loont het vaak de moeite, zeker als er verschillende typen sloten op de deur zitten, om eerst te kijken of ze wel allemaal op slot zitten (duwen), en de gebruikte techniek aan de te verwachten problemen aan te passen.
1) De vaste cylinder.
De enige manier om dit type slot open te
krijgen is bot geweld: je zet het klauweind van een redelijk
tot grote koevoet (afhankelijk van de verwachte kwaliteit van
de deur en sloten) tussen de deur en de deurpost, vlak boven
of onder het slot, laat een tweede lid van je breekploeg deze
er met het vuistje dieper tussen slaan en duwt dan -desnoods
met een paar mensen- de koevoet zo dat de deur open gedrukt
wordt.
Vaak slipt hierbij de koevoet tussen de deur en de deurpost uit; dan zat hij er niet diep genoeg tussen of kan hij er niet diep genoeg tussen. Een ander hierbij veel voorkomend probleem is dat de deur niet naar binnen gaat, maar de deurpost scheurt en naar buiten komt. Wat je dan moet doen is de koevoet met de rechte kant helemaal aan de bovenkant van de deur tussen de deur en de deurpost zetten, de deur daarmee naar binnen druk ken, in de ontstane speling een tweede koevoet (weer met de rechte kant) zetten, en zo 'pootje over' naar het slot toewer ken. Je zet zo namelijk een hefboom tussen de deur en de binnenkant van de deurpost, waardoor de kracht meer op het slot komt te staan. Meestal is zelfs het sterkste slot daar niet tegen>