Vaak is het wenselijk/aantrekkelijk/leuk om je tegenstander - wie dat dan ook is- belachelijk te maken of te hinderen in zijn bezigheden. Hiertoe zijn vele middelen te verzinnen (wees een beetje kreatief), maar een paar handreikingen wilen wij je toch niet onthouden... (overigens:alle gimmicks waarin verf wordt gebruikt zijn beperkt houdbaar, vooral de kaarsvetverfbommen).
1) De verfbom. Ondanks de naam zit er (meestal) niets explosiefs aan dit object, dat vooral in grote aantallen nogal eens leuke vlekken achter wil laten. In het kort komt het er op neer dat breekbare objecten met terpetine verdunde verf gevuld worden, waarna er mee gegooid kan worden. Ideale houders zijn oude gloeilampen en kaarsvethulsen. Bij de eerste een voorbehoud, bij de tweede een uitleg hoe ze te maken.
Verfbommen gemaakt van oude gloeilampen zijn makkelijk en snel te maken, maar hebben een paar nadelen: het glas is scherp, en dus gevaarlijk (wil je het risico lopen dat mensen waar je eventueel op gooit echt gewond raken?) en gloeilampen zijn niet in enorme hoeveelheden voorhanden. Als je ze wel wilt gebruiken, gooi dan liefst op gebouwen en/of voertuigen enzo. Hoe ze te maken. Neem een gloeilamp, peuter aan het eind van de fitting waar het loden kontaktje zit dit laatste los. Hieronder zit harde kunststof, dit kun je voorzichtig weghalen met een dun tangetje. Steek nu een dun, hard voorwerp (bij- voorbeeld een schroevedraaier) in het zo ontstane gat en maak de glazen buis die midden in de gloeilamp zit kapot. Als je niet erg voorzichtig bent, gaat de rest van de lamp ook kapot, maar oefening baart kunst. Nu kun je de lamp vullen met de een of andere vloeistof -vaak verf, maar verdunde teer, stencilinkt, behangplak met kleurstof en dergelijke zijn ook wel lollig. Als de lamp bijna vol is, stop je er een propje krantepapier bij om hem af te dichten, waarna je er kaarsvet overheen druppelt/giet om een perfekte afdichting te krijgen.
Verfbommen gemaakt van kaarsvethulsen zijn een stukje lastiger
te maken, maar zijn veel beter in grote hoeveelheden te fabriceren, en zijn wat levend-wezen vriendelijker. Om de huls te maken ga je als volgt te werk:
Smelt in een pan met een flinke laag water een doos kaarsen,
nadat je deze eerst aan stukjes gebroken hebt. Het water mag
niet te heet worden: dan gaat het zich door het kaarsvet
mengen en worden je hulzen te zwak.
Vul een ballon met water, tot hij lekker in de hand ligt (zo'n
10-12 cm doorsnee). Zorg dat er nergens luchtbelletjes in
zitten: daar zou door het warme water de ballon scheuren.
Dompel nu de ballon met water in de pan, en til deze er voorzichtig weer uit en dompel deze vervolgens onder in een pan
met koud water: er blijft een laagje kaarsvet op de ballon
zitten. Herhaal dit totdat de kaarsvetschil om de ballon
stevig begint te worden, bij zo'n 5 a 8 mm. Laat nu het water
uit de ballon lopen, maar zorg dat deze niet naar binnen
schiet: je kan hem nog wel een paar keer gebruiken. Trek de
ballon uit de kaarsvetschil en klaar is je huls. Vullen en
afdichten gaat net zoals bij de gloeilamp huls.
Dit is een brandblusser die omgebouwd is, zodat hij geen blusmateriaal maar verdunde verf blaast. Deze apparaten zijn op zich simpel te maken en erg doeltreffend, maar je ontkomt er nauwelijks aan zelf ook een beetje van kleur te verschieten. Ook hier geldt weer: selektief gebruiken, niet zomaar op iedere malloot van een smeris ofzo richten.
Ga als volgt te werk: Jat ergens een brandblusser van het type dat niet permanent onder druk staat, dus met een draaiknop er bovenop en/of een slagpin die je naar binnen moet slaan. Je vindt ze bijvoorbeeld in intercitytreinen, universiteits- en andere openbare gebouwen. Schroef nu de bovenkant -waar het ventiel en dergelijke zit- er af. Als je voor je hem helemaal los hebt gesis hoort stoppen: dan staat het ding al onder druk en is er niets meer mee aan te vangen (sterker nog: als je hem verder losdraait kan je je handen kwijt zijn. Jat dus bij voorkeur verzegelde blussers). Heb je de bovenkant er af, dan kun je de drukpatroon uit de fles trekken en ergens veilig weg leggen. Nu schud je het bluspoeder uit de fles, het stuift nogal en irriteert daarbij, dus zet er een stofmasker bij op en gooi het spul direkt in een vuilniszak ofzo. Nu kan je je fles vullen met verdunde verf of andere leuke vloeistoffen. Gooi hem echter nooit helemaal vol: er moet ruimte overblijven voor de drukpatroon en het drijfgas dat daar bij gebruik uitkomt. Boor vervolgens de opening van de spuitmond (dus het eind van de slang waarmee je richt) een beetje uit, om een mooie verfstraal te krijgen in plaats van een niet te richten wolk.
Schroef nu de drukpatroon-met-bovenkant weer in de fles en zet het ding ergens neer waar je er wat aan hebt, maar het niet voor brandblusser aangezien wordt. Het gebruik ervan is hetzelfde als van een brandblusser, allen moet je hem niet op vuurtjes richten (explosiegevaar).
4) De stinkbom. Dit is het allersimpelst: neem een breekbare houder, vul die met iets wat walgelijk stinkt (je waswater nadat je je jaarlijkse bad hebt genomen ofzo) en smijt dit ergens naar binnen. Erg lekker ruiken produkten als maanden bewaarde pis en boterzuur. De produktie van het eerste mogen wij wel bekend achten, de produktie van het tweede is iets ingewikkelder. Snij daartoe een aardappel fijn, gooi deze in een pot, doe er water bij tot de aardappelbrokjes ruim onder staan, gooi er wat benzine of olie op om te zorgen dat er geen zuurstof bij kan komen en zet het geheel een paar weken warm weg. Niet omstoten als je van mensen om je heen houdt.
5) De kraaiepoot. Dit kleine maar o zo nuttige voorwerpje dient meestal om het personen die jou willen pakken voor iets waar jij niet voor gepakt wil worden te hinderen in hun voort- gang. Het bestaat uit vier metalen punten, die zo staan ten opzichte van elkaar dat er altijd een omhoog wijst -de midden- lijnen van een tetraeder (een piramide met driehoekige basis). Je maakt ze door stukken betongaas (dat roestige spul dat in de bouw gebruikt wordt) aan kruisjes te slijpen en dan om te buigen (de hoek die je buigt moet ongeveer 104 graden zijn). Hierna het midden van het kruisje iets verstevigen met een lasnaadje en de puntjes lekker bijvijlen. Vooral effektief als ze netjes in het gelid met velen over straat gestrooid zijn.
Zo, dit lijkt ons wel genoeg special effects voor een kraakhandleiding, meer van dit soort grappen en grollen valt te leren uit handige naslagwerken als het 'terrorist handbook', de 's.a.s. survival guide' en -minder betrouwbare recepten- het 'anarchist cookbook.' Deze boeken ter lering ende vermaeck zijn vrijelijk en anoniem van het internet (de digitale snelweg) af te plukken, dus ga daar eens een avondje op rondwandelen, en je hebt alle informatie die je wilt -en meer.