SPOK (speculan@dds.nl)
Fri, 17 Dec 1999 19:09:45 +0100
Het kort geding van de eigenaar tegen kraakwachten aan de Oude Zijds Achterburgwal 173 in Amsterdam was vandaag toe aan een uitspraak. Goed nieuws, ze mogen blijven. Van belang in deze zaak is dat de kraakwachten "huur" betalen. Voor de echte 'om-niet' kraakwachten is deze uitspraak dus niet van belang. De prijs die je voor je woning betaald, moet dus hoger zijn dan de onkosten die de eigenaar maakt voor het pand. Vandaag de dag komt het amper nog voor dat kraakwachten 'om-niet' wonen. Kraakwachten-buro's hebben de neiging om de woningzoekende de rekening te presenteren, i.p.v. de eigenaar van het pand. Eyk Backer, de chef van kraakwachtenburo 'de Zwerfkei' in Amsterdam wist dat gisteren in de Volkskrant nog te betogen. Dat verhaal volgt binnenkort. Kraakwachtenburo Students for Students presteert het om mensen voor bedragen tot 600 & 700 gulden tijdelijk op een kamer te parkeren. Waar betaal je dan voor, zou je je kunnen afvragen. Niet voor huurbescherming, ook niet voor onderhoud van je pand, en ook niet voor een vriendelijke service, of het recht op vervangende huisvesting. Jawel: je betaald het helemaal voor niets. Bezoek vooral ook hun homepage: http://www.studentsforstudents.nl , en laat even weten wat je van dit soort praktijken vindt. Hieronder de letterlijke uitspraak. Lees en geniet: ========================== OdC/HS vonnis 17 december 1999 DE PRESIDENT VAN DE ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE AMSTERDAM, RECHTSPREKENDE IN KORT GEDING in de zaak: rolnummer KG 99/3125 OdC van: de besloten vennootschap TAL RAPOPORT MANAGEMENT B.V., gevestigd te Amsterdam, eiseres bij dagvaarding van 10 december 1999, procureur mr J.A. Oudendijk, tegen: 1. **** 2. **** 3. **** 4. **** 5. **** 6. **** 7. **** 8. **** 9. **** allen wonende te Amsterdam, gedaagden, verschenen bij hun rechtshelper mr drs P. Commandeur. VERLOOP VAN DE PROCEDURE : Ter terechtzitting van 15 december 1999 heeft eiseres, verder te noemen TAL RAPOPORT, gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Gedaagden hebben verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening. Na verder debat hebben partijen stukken, waaronder van weerszijden producties en pleitnotities, overgelegd voor vonniswijzing. GRONDEN VAN DE BESLISSING : 1. In dit vonnis wordt uitgegaan van de volgende feiten. a. TAL RAPOPORT is eigenaar van het pand aan de Oudezijds Achterburgwal 173 te Amsterdam, verder ook: het pand. b. Gedaagden bewonen allen een kamer in het pand op basis van zogenoemde 'bewaringsovereenkomsten' met TAL RAPOPORT. Alleen gedaagde sub 4 **** heeft een overeenkomst gesloten met het anti-kraak bemiddelingsbureau 'Students for Students' dat optrad als vertegenwoordiger en beheerder voor TAL RAPOPORT. c. In de bewaringsovereenkomsten is -voorzover van belang- het volgende bepaald: -- In de aanhef: "In aanmerking nemende: Dat de eigenaar van het perceel gelegen te: Oudezijds Achterburgwal 173 te Amsterdam, hierna te noemen: "de woning" tijdelijke bewoner voor bovengenoemde woning ter bewaring aan te bieden totdat het perceel is verkocht, verhuurd of gerenoveerd moet worden. (...) dat partijen niet de intentie hebben een huurovereenkomst aan te gaan (...); - In artikel 7: "(...) De tijdelijke bewoner zal telefonisch of schriftelijk bericht ontvangen van de kijkdagen (...); - In artikel 11: "Deze overeenkomst wordt aangegaan voor een termijn van twee maanden, met dien verstande dat, indien zij niet door een der partijen, met inachtname van de opzegtermijn voor het einde van de overeenkomst wordt opgezegd, zij onder dezelfde voorwaarden en bepalingen wordt verlengd voor de periode van twee maanden en zo vervolgens na iedere twee maanden. - De overeenkomst kan door ieder der partijen tussentijds per brief worden opgezegd met een opzegtermijn van 1 (een) maand. - In artikel 15: "De tijdelijke bewoner verklaart zich ervan bewust te zijn dat hij in geval van verbouwing, renovatie of verkoop van het pand, of zoveel eerder dan de eigenaar noodzakelijk acht, de woning zal moeten verlaten en leeg op zal dienen te leveren, onverminderd de mogelijkheid van de bewoner om de eigenaar te verzoeken een nieuwe bewaringsovereenkomst te sluiten en voorts dat hij bij beeindiging van de overeenkomst geen recht heeft op huurbescherming. Tenslotte verklaart de bewoner zich er van bewust te zijn dat voor de eigenaar na beeindiging van onderhavige overeenkomst, geen verplichting bestaat om de bewoner vervangende woonruimte aan te bieden." d. Gedaagde sub 5 **** bewoont een kamer in het pand sinds 1 september 1998, terwijl gedaagde sub 4 er sinds 1 november 1998 woont. De overige gedaagden hebben in de periode maart tot juni 1999 elk een kamer in het pand betrokken. Zij gebruiken allen een keuken en wasgelegenheid in het souterrain. e. In april 1999 is de maandelijkse woonkostenvergoeding per kamer met f 100,= verhoogd tot f 450,=. De kosten van gas en licht komen voor rekening van TAL RAPOPORT, waaronder die van de centrale verwarming. f. TAL RAPOPORT heeft op 29 november 1999 alle bewaringsovereenkomsten opgezegd tegen 20 januari 2000. g. Students for Students heeft gedaagden op individuele basis vervangende woonruimte, wederom op basis van een bewaringsovereenkomst, aangeboden. TAL RAPOPORT heeft gedaagden ook een verhuisvergoeding van f 1.000,= per persoon aangeboden. h. Het pand is op 17 september 1999 gesplitst in (kantoor)appartementsrechten. 2.1 TAL RAPOPORT vordert gedaagden, allen afzonderlijk, te bevelen binnen vier uur na betekening van dit vonnis schriftelijk kenbaar te maken dat zij het pand uiterlijk 19 januari 2000 om 18.00 uur zullen hebben ontruimd en hebben verlaten met alle zich daarin en/of daarop bevindende personen en/of zaken -voorzover deze laatste niet het eigendom zijn van TAL RAPOPORT-, de sleutels ter vrije beschikking aan TAL RAPOPORT zullen hebben gesteld, met machtiging om, zo gedaagden hiermee in gebreke mochten blijven, dezen daartoe te noodzaken met behulp van de daartoe bevoegde macht op enig tijdstip gelegen tussen maandag 3 januari 2000 09.00 uur en woensdag 19 januari 2000 om 18.00 uur, alsmede TAL RAPOPORT te machtigen de ontruiming voornoemd in elk geval te bewerkstelligen na 18.00 uur op 19 januari 2000, een en ander op straffe van een dwangsom van f500,= voor elke dag dat gedaagden na de betekening van het vonnis in gebreke blijven daaraan te voldoen. 2.2 TAL RAPOPORT heeft daartoe gesteld voornemens te zijn het pand te verkopen op de openbare veiling van 20 december 1999. De overdracht zal plaatsvinden op 20 januari 2000. TAL RAPOPORT verwacht dat verkoop op deze veiling, met de garantie dat het pand leeg kan worden opgeleverd, meer zal opbrengen dan later. Indien de bewoners volharden in hun weigering te verklaren dat zij het pand voor 20 januari 2000 zullen verlaten, zal TAL RAPOPORT een schade lijden van ten minste f 20.000,= aan nodeloos gemaakte veilingkosten. 2.3 TAL RAPOPORT stelt dat de weigering van de bewoners om het pand op zijn verzoek te verlaten, althans te verklaren dat zij het pand voor 20 januari 2000 zullen verlaten, in strijd is met de tussen partijen gesloten bewaringsovereenkomsten. 2.4 TAL RAPOPORT stelt dat gedaagden geen aanspraak kunnen maken op huurbescherming. Partijen zijn immers bewaringsovereenkomsten aangegaan. Het is nimmer de bedoeling van partijen geweest om een huurovereenkomst aan te gaan. Voorzover de overeenkomsten tussen partijen niettemin toch als huurovereenkomsten mochten worden gekwalificeerd, stelt TAL RAPOPORT zich op het standpunt dat het huurovereenkomsten naar hun aard van korte duur zijn als geregeld in artikel 7A:1623a B.W. 3. Gedaagden hebben de vorderingen van TAL RAPOPORT gemotiveerd betwist. Hun verweren zullen -voorzover hier van belang- hierna nader aan de orde komen. 4.1 Huur is de overeenkomst, waarbij de verhuurder zich verbindt de huurder het genot van een zaak te doen hebben, gedurende een bepaalde tijd en tegen een bepaalde door de huurder te betalen prijs. In dit geval is aan alle elementen van een huurovereenkomst voldaan: TAL RAPOPORT heeft aan gedaagden woonruimte, namelijk kamers in een pand waar de verhuurster zelf geen hoofdverblijf heeft, ter beschikking gesteld voor bewoning, voor een bepaalde periode, tegen een maandelijkse vergoeding van laatstelijk f 450,=. Deze vergoeding is dermate hoog, dat zij niet kan worden beschouwd als slechts een onkostenvergoeding, hetgeen ook niet wordt gesteld. Voorshands dient er derhalve van te worden uitgegaan dat gedaagden het pand bewonen op basis van individuele huurovereenkomsten. Hieraan doet niet af dat de overeenkomsten ook een element van bewaring bevatten, aangezien het element van huur in dit gemengde contract de belangrijkste factor is, zodat de op huur betrekking hebbende wettelijke bepalingen dienen te worden toegepast. 4.2 Het beroep van TAL RAPOPORT dat partijen bij het aangaan van de overeenkomst slechts een bewaringsovereenkomst voor ogen stond, kan haar dus niet baten. Nu voorshands is beslist dat op de gesloten overeenkomsten de wettelijke regels van huur van toepassing zijn, komt gedaagden in beginsel de daaraan verbonden dwingend rechtelijk voorgeschreven huurbescherming toe, derhalve ondanks het andersluidende opschrift en de afwijkende bepalingen van de tussen partijen gesloten overeenkomsten. 4.3 Ook is geen sprake van huurovereenkomsten die naar hun aard van korte duur zijn. Er is sprake van permanente bewoning van de kamers door gedaagden, terwijl de overeenkomsten niet op objectieve wijze in duur beperkt zijn, aangezien op het moment van aangaan geenszins duidelijk was wat TAL RAPOPORT met het pand van plan was noch wanneer zij eventuele plannen met betrekking tot het pand ten uitvoer zou gaan leggen. Van algemene bekendheid is dat vele panden in Amsterdam door zogenoemde kraakwachten worden bewoond en dat die bewoning niet alleen voor onbepaalde tijd plaatsvindt maar ook in veel gevallen lange tijd en zelfs jaren voortduurt. Niet kan dus worden gezegd dat de aard van dergelijke bewoning in het algemeen meebrengt dat die van korte duur is. Dat is hier niet anders. 4.4 Bij dit alles komt -zoals gedaagden teracht hebben aangevoerd-, dat de wetgeving, die beoogt huurders te beschermen tegen ongebreidelde opzegging van de huurovereenkomst door de verhuurder, met contracten als de onderhavige, waarin een reele huurprijs van f 450,= per kamer wordt berekend, niet mag worden ontdoken door daaraan een element van bewaring toe te voegen, zoals hier is gebeurd. 5. Al het voorgaande leidt tot de conclusie dat de gevraagde voorzieningen worden geweigerd. Bij deze uitslag zal TAL RAPOPORT met de kosten van dit geding worden belast. BESLISSING: 1. Weigert de gevraagde voorzieningen. 2. Veroordeelt TAL RAPOPORT in de kosten van dit geding, tot heden aan de zijde van gedaagden begroot op f 400,= wegens vastrecht en op f 730,= aan salaris rechtshelper. 3. Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad. Gewezen door de vice-president mr R. Orobio de Castro, fungerend president der Arrondissementsrechtbank te Amsterdam, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van vrijdag 17 december 1999 in tegenwoordigheid van de griffier. ---------------------------kraken-------------------------------- Adminstrator: kraken-post-admin@dvxs.nl Over kraken zie: http://squat.net/ Krakenmail op www: http://www.dvxs.nl/~skwot 'How-To' Kraken-post: http://www.dvxs.nl/~kraken *** to get english help: mailto:posthelp@dvxs.nl
This archive was generated by hypermail 2.0b3 on Fri 17 Dec 1999 - 20:45:01 CET