From: schuurman (dollehon@dds.nl)
Date: 10 November 23:12 uur
Ziezo, band geplakt en even behoorlijk gegeten en gedronken. Het is
natuurlijk de vraag of de mensen die me van eten en drinken hebben voorzien
medeplichtig zijn aan de subversieve woorden die nu gaan volgen...
Het was een heel gedoe aan de Parnassusweg, er waren niet voldoende tolken
aanwezig en er werd geschorst en met zaken geschoven dat het een lieve lust
was. Net voordat we van verveling dreigden om te komen begon dan toch de
zaak tegen de mensen die vorige week dinsdag werden opgepakt bij de
ontruiming van de Herengracht / Gasthuismolensteeg. Er waren vijf
verdachten, waarvan er vier verschenen en een verstek liet gaan en de
aanklacht was wederom: artikel 141, openlijke geweldpleging in vereniging.
Dit geweld bestond uit het gooien van verfbommetjes, waardoor wel twintig
politie-uniformen werden vernield. Ook raakten politievoertuigen (de
hoogwerker en de waterwerper), het wegdek, de brugleuningen en geparkeerde
fietsen en auto's besmeurd met verf. Het uitvoerige proces verbaal werd
aangevuld met een video met beelden uit de helicopter. Hierop was te zien
hoe een aantal krakers in witte overalls en met zwarte maskers op het dak
van het pand bezig was met die verfbommen. Desgevraagd door de officier
legde een van de verdachten haarfijn uit hoe zo'n verfbom wordt gemaakt.
Tijdens de zitting werd uitvoerig gediscussieerd over het precieze aantal
witte overalls dat in het pand was aangetroffen, plus de vraag of die nu nat
of droog waren. Het maakte de officier in ieder geval niet erg veel uit: de
verdachten waren in het pand aangetroffen, men distantieerde zich niet van
de aktie en of men nu gegooid had, verfbommen had aangegeven of slechts
passief aanwezig was, men was medeplichtig... Wederom begon de officier over
het begrip dat zij had voor de principiele kanten van het kraken, maar dat
men als de zaak aan het eind van de juridische procedures verloren was,
slechts over mag gaan tot ludiek of lijdzaam verzet, zoals principieel in
het pand blijven na de vordering van de deurwaarder, of desnoods het pand
barrikaderen tot onneembare vesting. Het gooien met verf is echter geweld en
valt dus niet te tolereren. Over die zogenaamde tegenstelling tussen ludiek
en gewelddadig verzet wil ik best nog wel eens een boom opzetten, maar nu
verder over het geding. Michiel Pestman was advokaat en hield een degelijk
betoog, was net als Wijngaarden goed in vorm. De verdachten legden nog eens
uitgebreid de geschiedenis van dit pand uit, plus de cultuurhistorische
betekenis ervan en de wijze waarop die door de huidige plannen van de
eigenaar om zeep wordt geholpen. Ook verklaarde een verdachte in zijn
laatste woord dat hij alle verzet van mensen tegen de ontruimingen die dag,
plus al het toekomstige verzet tegen toekomstige ontruimingen, moreel wenste
te ondersteunen en dat hij in die zin zeker schuldig was volgens de wijze
waarop de officier artikel 141 interpreteert. Deze eiste zes weken cel,
waarvan twee voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.
Na enige bedenktijd vonniste de rechter: twee weken cel, onvoorwaardelijk.
Alle vier verdachten gingen in hoger beroep.
------------------------------------------------------------------
Om half drie begon dan eindelijk de zaak tegen de mensen die in
Prinsengracht 478 zaten. Bij de ontruiming van dat pand werd ook al met
verfbommen gegooid, waardoor politievoertuigen besmeurd raakten en leden van
de ME geraakt. De kleding van de verdachten bestond hier uit groene overalls
en bivakmutsen. Op het dak werden vier personen gezien, drie van de
aanwezigen in het pand wisten echter via de achterkant te ontkomen. Een
verbalisant, de heer Knegt, verklaarde een verfbom op zijn hoofd te hebben
gekregen. Hij voelde een hevige klap op zijn schedeldak, dacht in eerste
instantie door een steen te zijn geraakt. Hij dacht dat hij bloedde, voelde
aan zijn hoofd en zag verf op zijn handen en op zijn uniform. Daarna voelde
hij een bult opkomen die pijn veroorzaakte, zo ernstig dat hij pijnstillers
moest slikken. De eis van de officier was dezelfde als bij de Herengracht.
Advokaat Lammert Miedema was wat minder op dreef dan z'n twee voorgangers,
de verdachten verklaarden omstandig wat hun redenen waren om te kraken en
waarom ze achter de verdediging van hun pand stonden. Ook werd verteld over
de onzachtzinnige wijze waarop ze waren aangehouden, waarbij een van hen een
gebroken of gekneusde rib opliep en allen stevig onder de blauwe plekken kwamen.
De uitspraak was wederom twee weken onvoorwaardelijk, voor zover ik het
begrepen heb werd ook hiertegen beroep aangetekend.
Al met al een interessant dagje Parnassusweg - duidelijk werd hoe het
Openbaar Ministerie en Justitie de grenzen van het vernieuwde wetsartikel
141 aan het aftasten zijn. Bij de arrestanten van het Entrepotdok ging de
officier nog hopeloos op haar bek, maar bij de twee volgende zaken werd
duidelijk op wat voor manier deze nieuwe wet in de praktijk gestalte gaat
krijgen. Er zal echter nog aardig wat geprocedeerd moeten worden voordat
echt duidelijk is, wat deze "collectieve bewijslast" nu eigenlijk gaat
betekenen...
Groeten,
S.
---------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------
------------------------------------------------------
Afmelden: kraken-post-unsubscribe@dvxs.nl
Aanmelden: kraken-post-subscribe@dvxs.nl
Archief: http://www.dvxs.nl/skwot
|