From: schuurman (dollehon@dds.nl)
Date: 24 Jan 2001 16:16 uur
Brussels gekrakeel
Vergeleken bij de binnenstad van Brussel is Amsterdam één groot
openluchtmuseum. De jarenlange wandaden van een onaantastbare kliek van
corrupte politici, bouwbedrijven en financiers heeft weinig overgelaten van
wat ooit een prachtige stad moet zijn geweest. Wanneer je er ‘s avonds
rondwandelt waan je je in een maanlandschap of op een veraf gelegen
industrieterrein, in plaats van in het centrum van een bruisende wereldstad.
De bonte charmes van het multiculturele proletariaat worden verborgen
gehouden, maar wanneer je die eenmaal hebt ontdekt lijkt het een nog
levendigere smeltkroes dan hier in Mokum.
Het bewustzijn dat er wellicht wat voorzichtiger omgesprongen moet worden
met het weinige wat er nog van de stad over is, lijkt pas sinds korte tijd
in bredere lagen van de bevolking te zijn doorgedrongen. VDB is dood en
begraven en in het hoofdstedelijk gewest is een nieuwe stadsregering
aangetreden van groenen en socialisten. Maar wat valt er nog te redden? In
het centrum staan tussen de autoracebanen en parkeergarages hele
huizenblokken van monumentale 19de eeuwse panden dichtgespijkerd te
verkrotten tot de speculanten de kans krijgen om de boel plat te gooien.
Soms laat men slechts de voorgevel staan om er een gloednieuw betonnen casco
achter te plaatsen, vaker vervangt men het hele blok door glas en staal,
alsof daar nog niet genoeg van te zien is rondom die paar sporadische
opgepoetste kerken en middeleeuwse panden. De huren zijn torenhoog, de
leegstand is enorm - halve winkelstraten en hele kantoorgebouwen staan te
verstoffen in afwachting van een zeer kapitaalkrachtige huurder of koper.
Krakers zijn er niet. Of toch?
De Rue des Drapiers (of Lakenweversstraat) in de wijk Elsene (of Ixelles)
is een zijstraatje van de enorme Guldenvlieslaan, die deel uitmaakt van een
afzichtelijke binnenstadring. We betreden een groot herenhuis via een
marmeren portaal, de voorkamer is een meter of vijf hoog en heeft een
neo-classicistisch stucwerk-plafond. Op de vloer ligt parket, aan
weerszijden heeft de kamer grote dubbele paneeldeuren, geschilderd in
stemmig grijsblauw, het hang- en sluitwerk van deuren en ramen is van fijn
bewerkt koper. Voor de grote schouw staat een zelfvervaardigde houtkachel
die helaas niet brandt, de bewoner probeert tevergeefs om de kamer warm te
krijgen met een butagaskacheltje. Er zijn hier sinds juni vorig jaar
verschillende panden gekraakt en er heerst enige alarmstemming wegens een
mogelijke ontruiming van één daarvan gedurende de komende week. Volgens de
man die ik spreek zijn er echter nog juridische mogelijkheden en staan ze er
niet slecht voor. De bewoners van deze panden vermijden het woord ‘kraken’
of ‘squatter’, omdat de politiek dan hysterisch zou reageren. Na de
ingebruikname van een pand storten de nieuwe bewoners ongevraagd een
gebruiksvergoeding op de rekening van de wettige eigenaar, wat hen enige
woonrechten verschaft. De media reageren positief, men heeft een goed
verhaal, komt op voor de andere buurtbewoners en krijgt zelfs sympatie van
de middenstand, die de jarenlang aanhoudende Brusselse sloop- en bouwdrift
inmiddels ook beu is. Er komt ook steun van andere maatschappelijke
organisaties, zoals de Liga voor de Mensenrechten. Er worden handtekeningen
opgehaald, wat een groot succes lijkt te gaan worden.
Ook aan de andere kant van het blok, in de Rue des Chevaliers, zijn een paar
panden gekraakt. Hier is men in september vorig jaar begonnen om de ruimtes
geschikt te maken voor bewoning en een breed scala aan culturele
activiteiten. In tegenstelling tot het zeer gedegen politieke verhaal in de
Rue des Drapiers, lijkt hier meer de spontane creativiteit met een wat
anarchistischer karakter te heersen. In de paar maanden tijd sinds de kraak
zijn hier, naast woonruimte voor ongeveer 18 mensen, ateliers en
oefenruimtes gevestigd. Er is een danszaal en er worden trompetcursussen,
zanglessen en tentoonstellingen georganiseerd. In het souterrain bevind zich
een kroeg annex concertruimte, waar onder andere de groep Klub Radikal elke
woensdagavond een queer-avond houdt. Op de vrijdagavond van onze aankomst
speelt hier de Luxemburgse ska-band Toxkäpp. De zanger huppelt driftig op en
neer op het minimale podium. Hij heeft een klein baardje en lijkt nog het
meest op een soort Trotski die teveel acid heeft geslikt. De gitarist draagt
een zwartwit geblokt hemd en heeft korsten op zijn gezicht, alsof hij
eergisteren dronken van de trap is gevallen. De drummer is een enorm dikke
jongen, heeft een goedmoedige babyface met bakkebaarden, draagt een
camouflagebroek en heeft zijn dikke armen volzitten met keltische tatouages.
De vrolijke muziek is een mengeling van ska en punk, de teksten zijn in het
Luxemburgs. De schemerige ruimte is vol met het bekende krakerspubliek, punx
met honden, er wordt bier van het merk Jupiler verkocht, de sfeer is
gemoedelijk. Op de muren staan graffitti’s, veelal in het Frans: “une
société qui abolit toute aventure fait de l’abolition de cette société - la
seule aventure possible” (een samenleving die alle avontuur afschaft bewerkt
haar eigen afschaffing - het enige mogelijke avontuur). Veel mensen zijn
vanavond naar een concert van UK-Subs in de buurt van de stad, de zanger
bedankt het publiek wat desondanks gekomen is.
Twee dagen later krijg ik een rondleiding door het grote pand, een waar
doolhof met verschillende trappenhuizen. De bewoners waren druk in de weer
om hun kamers leefbaar te maken, te isoleren en houtkachels te plaatsen. Ik
zag het klassieke verschijnsel: de zelfgemaakte tent in een grote kamer. Bij
de kraak werd in de kelder de complete zakelijke correspondentie van de
vorige bewoonster aangetroffen, een barones die iedere dag minimaal één uur
brieven schreef aan haar notaris en andere relaties.
De eigenaar van driekwart van het blok is een Britse projectontwikkelaar met
de naam Heron-City. Deze wilde het blok tegen de vlakte gooien om er het
zoveelste megalomane bouwwerk uit de grond te stampen. De oorspronkelijke
bewoners en winkeliers werden verdreven, de panden stonden inmiddels al
zeven jaar leeg. Het stadsbestuur heeft de plannen van de Britse ondernemer
afgewezen, nieuwe plannen zijn in de maak. Het is de bewoners onbekend
hoelang ze er nog kunnen blijven. De mensen zijn erg vriendelijk, ga er eens
langs als je in de buurt bent. De voertaal van de krakers in dit tweetalige
gewest is Frans, maar het is altijd de moeite waard om het te proberen met
“parlee voe anglè oe ollandè”. Na het enthousiaste “oui oui” komen er dan
meestal alleen maar onverstaanbare klanken uit.
S.
---------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------
--------------------------------------------------------------
afmelden kan via: kraken-post-unsubscribe@dvxs.nl
opnieuw aanmelden: kraken-post-subscribe@dvxs.nl
info: http://kraken.dvxs.nl archief: http://skwot.dvxs.nl
|