From: Vrije Keyser (keyser@xs4all.nl)
Date: 11 Mar 2001 22:48 uur
WAAR KRAKEN TOERISME WORDT
(de Volkskrant, zaterdag 10 maart 2001, tekst Caspar Janssen)
Amsterdam werd het afgelopen halfjaar opgeschrikt door Zuid-Europese
feestkrakers die grote sloopblokken bezetten. Zelden was de overlast
zo groot. Ook 'reguliere' krakers zitten met het verschijnsel in de
maag. Het zelfcorrigerende vermogen van een anarchistische beweging.
'Die Polen zeiden tegen die Basken: we houden het hier wel rustig,
hè.'
Een regenachtige avond in de Amsterdamse Pijp, alweer zo'n drie
maanden geleden. Vanachter de ramen van een oer-Hollands café kijken
bezoekers verbaasd en geamuseerd naar groepjes voorbij sjokkende
Spaanse, Italiaanse en Portugese krakers. Het is de kracht van de
herhaling; na een uur zijn alle variaties op het thema boos en
onbegrepen, wel zo'n beetje gepasseerd. Zelfs de gedwee meelopende
natgeregende honden lijken zich de avondwandeling anders te hebben
voorgesteld; ook zij houden hun blik strak op de stoep gericht en hun
staart tussen de benen.
De Zuid-Europeanen zijn op weg naar het even verderop gelegen
kraakcafé Molli, om daar in gelijkgestemdheid bijeen te zijn. Ze komen
van een groot complex te slopen woonblokken in de Tolstraat, de
Lutmastraat en het Hendrik de Keijserplein, waar ze, 250 man/vrouw
sterk, een paar maanden eerder waren ingetrokken.
Dat hebben de buurtbewoners geweten. Zelfs de meest welwillenden onder
hen vroegen zich af of de grens tussen activisme en alcohol- en
drugstoerisme hier niet was vervaagd, zoniet verdwenen. 'Ach meneer,
wat zal ik zeggen: het was heel erg', zegt mevrouw Grave, die aan het
Hendrik de Keijserplein woont en aan de achterkant uitkijkt op zowel
de lange rij slooppanden van de Tolstraat als die van de Lutmastraat.
`In de eerste plaats: die muziek. Dat begon 's avonds en ging dan de
hele nacht door. De meeste mensen hier hebben hun slaapkamer aan de
achterkant, die sliepen de hele nacht niet. Wij zijn allemaal mensen
die beschroomd zijn om de politie te bellen, toch heeft iedereen het
wel een keer gedaan. Maar de politie kon blijkbaar ook niet veel
doen.'
En dan die honden. `Het leek wel of ze allemaal een hond hadden.
Overal lag hondenpoep. Het lijkt onbelangrijk, maar ik was er de hele
tijd mee bezig. Ik ben gepensioneerd, heb last van mijn rug en ben
slecht ter been, dus als ik poep mee naar binnen liep, duurde het uren
voordat alles weer schoon was. Hier beneden in het trapportaal liggen
twee matjes, dus als een van de kinderen van andere bewoners in de
poep was getrapt, stonk de hele trap ernaar en moest je die matjes
weer schoonmaken.'
's Ochtends blaften de honden achter het huis, 's avonds aan de
voorkant en 's nachts voor én achter. Mevrouw Grave: `Overdag waren
die honden vaak alleen, dus die bleven maar blaffen. 's Avonds stonden
de krakers met hun honden hier op het plein, voordat ze uitgingen. En
's nachts kwamen ze terug. Ik heb ze weleens weggewuifd als ze weer
onder mijn raam stonden. Dat hielp dan even, maar een moment later
stonden ze er weer.'
De speeltuin op het Hendrik de Keijserplein werd praktisch
onbruikbaar omdat de honden ook daar hun behoefte deden. En een
medewerkster van kindercrèche Kiekeboe, die grenst aan de
sloopblokken, zegt: 'Wij moesten de kinderen binnenhouden. Wij hebben
hier achter een eigen binnenplaatsje, maar daar liepen voortdurend
honden op en omheen.'
Mevrouw Grave is iemand die gewend is aan redelijk overleg. Ze sprak
de krakers dan ook weleens aan. 'Maar ja, ze verstonden me niet. Het
waren voor 95 procent Spanjaarden, Italianen en Duitsers. Een hele
internationale onderneming, meneer.'
Het is jammer, vindt ze. Van haar hadden de woningen helemaal niet
afgebroken hoeven te worden. 'Ze hadden ook kunnen renoveren, maar dat
was blijkbaar te duur. Het is pas echt sneu voor al die bewoners die
eruit moesten. Daarover heb ik niets gehoord in de media. Ik was er
niet tegen geweest als de krakers de sloop hadden kunnen voorkomen.
Als ze zich een beetje hadden gedragen, hadden ze best mijn sympathie
gehad.'
Maar dat zat er helaas niet in. Mevrouw Grave: 'Het waren zulke
jonge mensen, zulke jonge meisjes ook. Ik vroeg eens aan zo'n meisje,
een Duitse, waarom ze hier nou was. Ze was een beetje onder invloed
aan het dansen op straat. Ze zei: " Ik voel me zo vrij in Holland.
Hier kan alles." Dat denk ik toch: dat is een misverstand.'
Mevrouw Grave is nog mild. Een politiewoordvoerder zegt: `Het
regende klachten van buurtbewoners. Over hondenoverlast, over lawaai
en over bedelen op straat.'
En een woordvoerster van het stadsdeel zegt: 'Wij hadden niet de
indruk dat het echt een beweging was, er zat bij de meesten niet veel
ideologie achter. Het leek meer te gaan om lekker vrij wonen. Voor de
buurtbewoners was dat heel vervelend. De krakers maakten veel lawaai,
vaak met de ramen open. Op een van de benedenverdiepingen hadden ze
zelfs een soort café geopend.'
De panden werden half december ontruimd en Het Parool tekende uit de
mond van een kraker op: 'Het is belachelijk om ons voor de kerst op
straat te gooien, na vier maanden. Maar niet getreurd, we hebben wel
iets om weer door te feesten.' Niet zo vreemd dat de nog
net-burgemeester Patijn later op stadszender AT5 zei dat het leek
alsof de Zuid-Europese krakers slechts in Amsterdam waren in het kader
van een goedkope vakantie.
Het is inderdaad de vraag wat de Zuid-Europeanen beweegt om midden
in de winter naar Amsterdam te komen, een pand te kraken, er 'okupa'
op te schilderen, het gemeentebestuur streng - in het Spaans of Engels
- ter verantwoording te roepen om het vervolgens op een feesten te
zetten. Het is ook de vraag of de `reguliere' kraakbeweging zo blij
moet zijn met dit type `internationale solidariteit'.
Alex van Veen, een van de twee redacteuren van actieblad Ravage,
denkt van niet. En ook hij vroeg zich of waarom Amsterdam in de winter
nou zo aantrekkelijk was voor de Zuid-Europeanen. `Het is hier koud,
ze hebben geen geld, dus ik zou het in hun plaats wel weten. Ik heb,
ten tijde van de Tolstraat, weleens nagevraagd waarom ze hier waren.
Dan kwam het antwoord toch vaak niet verder dan: vanwege de
dope-cultuur.'
Het valt nog niet mee om de Zuid-Europese krakers terug te vinden.
Juist veel kraaktoeristen hebben de stad, zoals het toeristen betaamt,
inmiddels verlaten, de anderen hebben zich over de stad verspreid.
Bij kraakcafé Molli voelen Jan en Sanne de bui al hangen bij de
vraag naar de Spaanse en Portugese krakers uit de Tolstraat. `Je hebt
krakers in alle soorten en maten', zegt de tweede ontwijkend. Maar in
tweede instantie wil Jan best bemiddelen. Een eerste poging mislukt.
Een beoogde groep laat weten `eigenlijk te weinig betrokken' te zijn
en `niet goed voorgelicht'. Een paar dagen later meldt Carlos (26)
telefonisch dat hij graag wil praten, al was het maar om het negatieve
imago van buitenlandse krakers wat bij te stellen. De Madrileen Carlos
woont in een pas gekraakt pand in Amsterdam-Oost, samen met de
Canadese Julie (22), de Fransman Dimitri (32), de Duitser Martin (30)
en de Nederlandse Linda (24). De exacte locatie van het pand, waar
spiralen voor het raam hangen, willen ze liever niet in de krant; ze
hebben al genoeg problemen met de agressieve eigenaar, een keiharde
speculant, aldus Martin.
Praten met krakers is doorgaans als het ondergaan van een verbaal
ideologisch bombardement. Het goede nieuws daaraan is in dit geval dat
je deze internationale groep moeilijk kunt rekenen tot de
feestkrakers. Zo blijkt Carlos een rustige, serieuze jongen die
overdag de post rondbrengt, probeert Nederlands te leren en vooral in
Amsterdam is, zo zegt hij, om te leren van de `hoge organisatiegraad'
van de Nederlandse kraakbeweging. Hij kraakt al zeven jaar, in
verschillende landen. Voor de anderen geldt min of meer hetzelfde.
Waarom er nu juist zo veel Spaanse krakers naar Amsterdam komen?
`Omdat de repressie in Spanje in korte tijd snel is toegenomen', meent
Carlos. `De kraakwet is daar in een paar jaar tijd twee keer
aangepast. Het komt erop neer dat je een gevangenisstraf van een
halfjaar riskeert als je kraakt. Vooral in Baskenland is het zwaar.
Als je daar in een kraakpand woont, word je bijna automatisch gezien
als ETA-sympathisant.'
Maar is zijn aanwezigheid dan niet juist nodig is op de plaats waar
het onrecht het grootst is, in dit geval dus in Spanje? Dat is een
verkeerde vraag, vindt het collectief. Carlos: `Onder de oppervlakte
is hier ook genoeg mis.' Linda: `We vechten tegen de globalisering.
Dat kan heel goed vanuit Amsterdam.' Martin: `Het Europa van de open
grenzen is bedacht vanuit economische motieven. Wij willen een sociaal
Europa.' Carlos: `Door Europa is het mogelijk om vrij te reizen en te
werken waar je wilt. Wij maken daarvan gebruik. Dan weer een paar
maanden hier, dan weer daar. Dat is een consequentie die de bedenkers
van een verenigd Europa blijkbaar niet hadden voorzien.'
Over de misdragingen in de Tolstraat en de Lutmastraat - het waren
vooral de Portugese, niet politieke punkers die zich daaraan schuldig
maakten - zijn de meningen verdeeld. Martin, resoluut: `Dat was
lompenproletariaat. Als ik daar had gezeten en ik had een drugsdealer
gezien, dan zou ik hem het liefst hebben weggeslagen.' Linda: `Ook
andere krakers daar waren geïrriteerd. Een paar mensen die er woonden
hebben nog een paar weken bij mij in huis gezeten omdat ze er niet
meer tegenkonden. Zij werden 's nachts wakker van geluiden op het dak.
Bleek dat de buren een gat in de muur probeerden te maken om spullen
te stelen.' Carlos, lichtelijk geërgerd: `Maar dat was een minderheid.
Mensen zonder perspectief. Er zaten 250 mensen, dan is het moeilijk om
je te organiseren. Maar het had best nog wat kunnen worden. In de
Kalenderpanden was het in het eerste jaar ook een chaos. Daarna
begonnen de activiteiten en na vier jaar was het een groot, sociaal
centrum in Amsterdam. De helft van de Amsterdammers was toen tegen
ontruiming.'
Het is waar dat, zoals de Duitser Martin zegt, hun collectief behoort
tot de grote groep jonge Europeanen die de laatste jaren om
uiteenlopende redenen naar Amsterdam komt. Vaak ook om te studeren of
te werken. Zelf werkt Martin parttime bij een IT-bedrijf En zo zijn er
volgens hem velen. `Je kunt wel allerlei grote, internationale
bedrijven naar Amsterdam halen, maar vergeet dan niet dat daar ook een
heleboel medewerkers bijhoren die allemaal moeten wonen. Het is
simpelweg onmogelijk om als nieuwkomer met weinig geld, in Amsterdam
op een legale manier woonruimte te vinden.'
`Dat klopt', zegt Oscar, een kraakveteraan die lang actief was bij
het Spekulatie Onderzoeks Kollektief (SPOK) en momenteel onder meer
betrokken is bij [squat!net]. `Zeker de helft van de mensen die zich
nu melden bij de kraakspreekuren is van buitenlandse afkomst. Het zijn
vaak de mensen die werken bij de helpdesks van computerbedrijven of
internetproviders. Ik bedoel: de gemeente haalt wel IT-bedrijven naar
binnen, maar de mensen die daar komen werken hebben geen toegang tot
de woningmarkt.'
Het verschijnsel van buitenlandse krakers bestaat overigens al
langer, aldus Oscar. `In de jaren negentig had je de Joegoslaven, de
Britten en de Ieren, later de Polen en de Tsjechen, nu zijn het veel
Spanjaarden en Italianen. Voor ons is het altijd weer de vraag: hoe
serieus zijn deze mensen en in hoeverre willen ze later weer actief
worden om anderen te helpen. Van een grote groep Joegoslaven die begin
jaren negentig aan woonruimte is geholpen, hebben we later weinig meer
teruggezien in de kraakbeweging. Maar een aantal Polen en Tsjechen
blijft wel actief. En ook onder de Spanjaarden en Italianen zitten
actieve, serieuze mensen.'
Blijft het dilemma: wat te doen met feestkrakers? Een eeuwig probleem
voor een beweging die de bestaande orde afwijst, veelal anarchistische
principes aanhangt en daarom moeite heeft om te selecteren bij de
poort. Die ene keer dat er toch een poging tot ordening werd gedaan,
eind jaren tachtig, liep de situatie volledig uit de hand. Een groep
zwaar ideologisch gekleurde `stalinistische' krakers probeerde toen
een groep anarchistisch getinte `grutters' in bedwang te krijgen, maar
deed dat zo gewelddadig dat uiteindelijk de volledige kraakbeweging
implodeerde.
`Het probleem is inderdaad niet nieuw', zegt Oscar. `In de jaren
zeventig hingen de serieuzere activisten in de Nieuwmarktbuurt al
affiches op met de tekst: `This area is no camping.' Wat betreft de
Tolstraat: daar zaten mensen tussen die zich nergens wat van
aantrokken. Een deel van deze groep kraakte ondertussen ook wild in
Amsterdam-Oost, in de Reinwardtstraat. Daaraan kwam geen
kraakspreekuur te pas. Het gevolg was een grote cultuurbotsing met de
buurt.'
Sowieso hebben krakers uit Zuid-Europa een wat andere stijl dan de
Nederlandse, aldus Oscar. `In Spanje zijn ook de serieuze krakers
strijdlustiger, minder bureaucratisch. Omdat de repressie daar
behoorlijk is, kraken ze vaak met grote groepen en met veel spektakel.
Dat lijkt me daar ook wel slim.'
Oscar weet uit ervaring hoe het draagvlak van de kraakbeweging
makkelijk verpest kan worden door wangedrag van afzonderlijke groepen.
`Ik woon in Amsterdam-West. Aan de Slatuinenweg in De Baarsjes was een
tijd geleden een groot pand gekraakt door, inderdaad, Zuid-Europeanen.
Die bezorgden de buurt grote overlast. Toen het pand werd ontruimd was
de opluchting groot. Een paar weken geleden hebben we het huis, met
andere mensen, opnieuw gekraakt. De buurt was in rep en roer, de
mensen dachten dat het hele gedoe weer opnieuw begon. Iedereen is nu
bezig de buurt gerust te stellen. De mensen van het kraakspreekuur
hebben zelfs toegezegd om zelf te ontruimen als er sprake is van
overlast.'
`Je lost de problemen met overlast nooit helemaal op', erkent hij,
`maar je kunt wel iets doen. Je kunt bijvoorbeeld bij de voorbereiding
van een kraak serieuze mensen betrekken. In de Tol- en Lutmastraat was
de groep veel te groot. Daar was geen schifting mogelijk; iedereen die
een deur intrapte was binnen. De gemeente kan daarvan ook iets leren:
ze moet nooit zo veel sloopblokken tegelijk creëren. Dat levert bijna
altijd problemen op.'
Wat hij maar wil zeggen: in kleinere kring willen krakers nog
weleens zelfcorrigerend optreden. `Ik weet dat een paar Basken die in
de Tolstraat zaten, kwamen logeren in een pand in de
Staatsliedenbuurt. De Poolse krakers aan de overkant kwamen prompt
naar buiten en zeiden: "Hallo, we houden het wel rustig hier, hè, we
willen hier geen Tolstraattoestanden." En dat hielp.''
Oscar ([squat!net]) heeft er moeite mee dat de overlastperikelen het
zicht ontnemen op het feit dat kraken nog wel degelijk een functie
heeft, namelijk: het houden van druk op de ketel. `Speculanten weten
dat ze het gevaar lopen dat een pand gekraakt kan worden als het een
jaar lang niet in gebruik is. Veel ambtenaren bij de gemeente erkennen
dat ook. Een mooi voorbeeld: begin jaren negentig hebben we een
leegstaand speculatiepand gekraakt in De Gouden Bocht op de
Herengracht. De eigenaren in de buurt schrokken zich rot; binnen een
etmaal hebben ze toen aan dertig kraakwachten onderdak geboden in de
omringende huizen.'
Zeker, hij weet dat bij veel Amsterdammers inmiddels het beeld
bestaat van buitenlanders die, weliswaar onder geschreeuw van
revolutionaire leuzen, domweg voordringen op de woningmarkt. `Maar dat
is een onzinbeeld. Die huizen staan leeg en zijn ongebruikt: Ze
onttrekken geen woningen aan het bestand. Je kunt ook zeggen: de
Spaanse woningzoekenden zijn ten minste mondig, die bevechten hun plek
in de stad.'
Twee weken geleden: een ontruiming in de Amsterdamse Van Ostadestraat.
Het vrij onaanzienlijke pand was een maand of zeven daarvoor gekraakt
en werd sindsdien bewoond door een groep Spanjaarden. De omwonenden
hadden een stenciltje in de bus gekregen waarin de krakers onder meer
meldden dat ze graag wilden blijven en hoopten in de toekomst `sociale
activiteiten' te gaan ontplooien. De overlast was tot nu toe beperkt
gebleven tot wat geroep op straat en getimmer in de avond.
En nu dan de ontruiming. De krakers zijn er vroeg bij - of nog laat
op; rond zeven uur in de ochtend wordt de buurt gewekt door luid
geschreeuw. Enkele sympathisanten verzamelen de vuilniszakken uit de
buurt. Om negen uur is de groep aangegroeid tot zo'n vijftig. De
krakers houden toespraken en juichen elkaar toe. Als een volleerde
Fidel Castro oreert een jongen met een hoge oranjezwarte gebreide
muts over revolutie en internationale solidariteit. Jammer alleen dat
zo weinig mensen Spaans verstaan.Omwonenden kijken, uit het raam
hangend, geamuseerd of lichtelijk geërgerd toe; de revolutie zal niet
beginnen in de Van Ostadestraat.
Als de politie, na lang wachten - de stemming dreigde al in te
zakken - eindelijk komt, loopt de situatie nog behoorlijk uit de hand.
Een omstander wordt, volgens de krakers, in elkaar geslagen. Een
kraker - de orerende `Fidel Castro' - wordt gearresteerd. In de woning
wordt de inhoud van de vuilniszakken aangetroffen.
Vorige week zondagmiddag: het pand wordt herkraakt. De krakers pakken
het nu wat serieuzer aan; ze gaan de buurt af, bellen aan en leggen
uit waarom ze terug zijn, uiteraard begeleid door een stenciltje. Een
Spaanse jongen - niet het type kraaktoerist -legt nog eens uit dat ze
heus niet alleen voor de lol bezig zijn. Twee dagen later wordt het
pand opnieuw ontruimd.
Een van de avonden daarna treffen we een ontredderde huiseigenaar
aan voor zijn pand. Met een bewaker, die een nieuwe herkraak moet zien
te voorkomen. Groepjes krakers zijn al een paar keer langsgeweest,
zegt hij, onder het roepen van: `Wacht maar, we krijgen je nog wel.'
Nee, geeft hij toe, echt handig heeft hij het niet aangepakt. Hij had
de verbouwing te lang laten stilliggen, naar eigen zeggen omdat hij
moest wachten op de aannemer. En hij had de pech dat het huis al
langer in de gaten werd gehouden door krakers, omdat het in twee jaar
tijd vier keer van eigenaar was gewisseld en nauwelijks werd bewoond.
`Maar ik ben geen huisjesmelker', stelt hij verontwaardigd. Hij
kocht het pand in juli 1999, vanwege gezinsuitbreiding, zegt hij; zijn
woning elders in Amsterdam was te klein voor een gezin met twee
kinderen. De bedoeling was om de helft van het pand in de Van
Ostadestraat te gaan bewonen en om de rest te verkopen. Goed, daarop
zou hij winst kunnen maken en hij zou op die manier woningen aan de
sociale huursector onttrekken, maar dat is niet illegaal en past zelfs
in het gemeentelijke beleid om meer woningen te creëren voor de
middenklasse.
Hij heeft nu besloten, zegt hij, om het hele pand weer te verkopen.
`Ik ben het moe. Het ergste is nog dat ik nu ook in de media wordt
afgeschilderd als huisjesmelker. Mijn moeder heeft een abonnement op
Trouw. Vorige week belde ze helemaal overstuur op; hadden ze een
persbericht van de krakers bijna letterlijk overgenomen. Het wordt me
echt te gek.'
De naam van mevrouw Grave is op haar verzoek gefingeerd.
--------------------------------------------------------------
afmelden kan via: kraken-post-unsubscribe@dvxs.nl
opnieuw aanmelden: kraken-post-subscribe@dvxs.nl
info: http://kraken.dvxs.nl archief: http://skwot.dvxs.nl
|