Kraken-post: Vragen over Brullend Breekijzer beantwoord

Vragen over Brullend Breekijzer beantwoord

----------------------------------------------

 Stuur Bericht   Over de lijst  Datum-lijn   Reactie-lijn   Onderwerp-lijn   Auteur-lijn   Hoofdmenu 
 

From: Joop Ankerman (ankerman@angelfire.com)
Date: 02 May 2001 13:10 uur


BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN
van het raadslid de heer G.H.M. Wijsmuller

Den Haag, 1 mei 2001

Ontruiming Brullend Breekijzer

Het raadslid, de heer G.H.M. Wijsmuller, heeft de volgende, op 21 maart 2001 ingekomen brief, uitmondende in een twintigtal vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht.

Ingevolge het bepaalde in artikel 15, lid 4, van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente s-Gravenhage (Verz. 1987, nr. 2), beantwoorden wij - na verkregen informatie van het politiekorps Haaglanden - de gestelde vragen als volgt.

"Op 12 januari 2001 heb ik u schriftelijke vragen voorgelegd over de ontruiming van het Brullend Breekijzer welke u op 20 jl. februari heeft beantwoord. Onder verwijzing naar het desbetreffende artikel uit het reglement van orde leg ik de volgende vragen aan u voor:

1. Herinnert het College zich de beantwoording van 20 februari 2001?

Ja.

2. Waarom worden over exacte aantallen door het regiokorps Haaglanden ingezette manschappen bij politieoptredens in het algemeen geen mededelingen gedaan in het belang van de openbare orde en veiligheid? Kan het College dit belang verhelderen? En in hoeverre is hier geen strijd met het beginsel van openbaarheid van bestuur en met het recht van de gemeenteraad om de doelmatigheid van het politieoptreden te kunnen beoordelen?

In het algemeen is operationele informatie vertrouwelijk. Het aantal ingezette politiemensen is operationele informatie. Deze informatie wordt derhalve niet verstrekt. Het belang daarvan is dat eventuele toekomstige krakers of anderen op basis van deze informatie hun gedrag zouden kunnen afstemmen op acties van de politie. Dit is uit het oogpunt van het handhaven van de openbare orde niet wenselijk. De Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) is alleen van toepassing op informatie die is neergelegd in (bestaande) documenten.
De door u gevraagde informatie is niet neergelegd in (bestaande) documenten. Ook als de informatie wel in een (bestaand) document was neergelegd, zou het niet verstrekken van informatie niet in strijd zijn met de WOB, aangezien beroep kan worden gedaan op een uitzonderingsgrond van artikel 10 van de WOB, onevenredige benadeling bij de handhaving van de openbare orde. Voorts bestaat er geen wettelijk recht dat regelt dat de gemeenteraad de doelmatigheid van politieoptreden beoordeelt.

3. Kunt u alsnog de vraag beantwoorden over de kosten die het regiokorps heeft gemaakt in het kader van de ontruiming van het Brullend Breekijzer?

Die kosten houden verband met het aantal ingezette politiemensen. Gelet op het antwoord op vraag 2 kan geen inzicht in de kosten voor het regiokorps Haaglanden worden gegeven.
        
4. Volgens artikel 557, juncto artikel 444 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering dient de deurwaarder, indien de termijn van drie dagen na afgifte van het deurwaardersexploot om een pand te ontruimen is verlopen, zich bij gesloten deuren, dan wel weigering van opening daarvan, te vervoegen bij de burgemeester. Uit uw eerdere beantwoording blijkt dat de deurwaarder reeds voor afgifte van het deurwaardersexploot zich bij de burgemeester heeft vervoegd met het verzoek om politiebijstand, waarop nog diezelfde dag door de driehoek werd besloten om politiebijstand te verlenen. Waarom is door de burgemeester en de driehoek reeds op 5 januari 2001besloten om politiebijstand te verlenen en is de termijn van drie dagen niet in acht genomen? Is het College met mij van mening dat het besluit om politiebijstand te verlenen niet conform de wet is?

Van toepassing is artikel 555 Burgerlijk Rechtsvordering, waarin is vermeld dat de deurwaarder bevel tot ontruiming binnen 3 dagen moet doen.

Artikel 557 Rechtsvordering geeft aan dat bij gesloten deuren artikel 444 Rechtsvordering van toepassing is. Toepassing van artikel 444 heeft niets te maken met de termijn van 3 dagen zoals bedoeld in artikel 555.
De termijn van 3 dagen doelt slechts op de termijn die moet liggen tussen afgifte (betekening) van het vonnis door de deurwaarder en de aanvang van de tenuitvoerlegging van het vonnis d.m.v. ontruiming.

Indien kan worden voorzien dat de deurwaarder bij de tenuitvoerlegging, in casu ontruiming, met weigering van de toegang te maken zal krijgen verzet niets zich ertegen om alvast bijstand als bedoeld in artikel 444 Rechtsvordering aan te vragen en voorhanden te hebben. Daar is geen termijn van 3 dagen voorgeschreven.
In dit geval is het zo geweest dat de deurwaarder bij de aanvang van de ontruiming heeft getracht toegang tot het pand te verkrijgen en dat pas nadat was gebleken dat deze niet of niet volledig verkregen werd door de in het pand aanwezige personen, de daartoe aangewezen hulpofficier van justitie, die al ter plaatse was, de taak als omschreven in artikel 444 heeft uitgevoerd.

5. Volgens artikel 2 van de Algemene wet op het binnentreden is voor het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner een schriftelijke machtiging vereist. Wanneer, door wie en aan wie is deze machtiging verleend?

De deurwaarder heeft geen machtiging op grond van de Algemene Wet op het binnentreden nodig. Slechts de bijstand van de hulpofficier van justitie, zoals omschreven in artikel 444 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, is noodzakelijk.

6. Volgens artikel 3, lid 3 van dezelfde wet wordt een machtiging slechts verstrekt indien het doel daartoe wordt binnengetreden dit redelijkerwijs vereist. Is bij de afgifte van deze machtiging afgewogen of het doel redelijkerwijs aanwezig was en is daarbij onderzocht of het pand Lutherse Burgwal 1 na ontruiming mogelijkerwijs leeg zou komen te staan en of het daarnaast wenselijk was om voor dat doel de bewoners op straat te zetten?

N.v.t. Zie beantwoording vraag 5.

7. Kan het College bevestigen dat bij eerdere verzoeken van de deurwaarder om politiebijstand ter uitvoering van een ontruimingsvonnis m.b.t. het Brullend Breekijzer steeds is afgewogen of er daadwerkelijk kon worden gebouwd en dat deze verzoeken steeds zijn geweigerd vanwege het ontbreken van geldige vergunningen? Zo ja, kunt u aangeven hoeveel verzoeken zijn geweigerd?

De gemeente heeft met de deurwaarder en de eigenaar afgesproken dat politiebijstand zou worden verleend bij de uitvoering van het ontruimingsvonnis, zodra daadwerkelijk kon worden gebouwd en de benodigde vergunningen waren afgegeven.

8. Is door de driehoek, bij de beslissing op 5 januari 2001 om politiebijstand te verlenen, het risico van leegstand na ontruiming afgewogen en onderzocht? Zo nee, waarom niet en zo ja, over welke adviezen van welke gemeentelijke diensten beschikte de driehoek?

De driehoek ging er van uit dat onmiddellijk na ontruiming een aanvang kon worden gemaakt met de sloop en verbouwing van het pand. De driehoek beschikte over deze informatie via de Dienst Stedelijke Ontwikkeling.

9. Indien de interne mis-communicatie over de status van de verschillende vergunningen niet had opgetreden, had de burgemeester dan opnieuw de driehoek geadviseerd om geen politiebijstand te verlenen? Zo nee, waarom niet?

Het beleid van de gemeente is er op gericht om slechts dan te ontruimen indien er ook daadwerkelijk na de ontruiming aangevangen wordt met werkzaamheden, c.q. het pand wordt gebruikt. Dat beleid geldt ook ten aanzien van het pand Lutherse Burgwal 1.

10. Uit uw eerdere beantwoording blijkt dat er totaal geen dialoog tussen politie en krakers inzake de ontruiming heeft plaatsgevonden. Behoorde het voeren van een dialoog met de krakers tot het beleid van de driehoek, en zo nee, waarom niet? Waarom is deze dialoog uitgebleven?

De politie voert, indien daar noodzaak toe bestaat, altijd dialogen met burgers etc. Hier is geen beleid van de driehoek voor noodzakelijk.
        
11. Kunt u bevestigen dat de wijkagent, de heer Pol, na 5 januari 2001 en voor de ontruiming nog diverse malen contact heeft gehad met verschillende betrokkenen van het Brullend Breekijzer? Zo ja, wat was de reden voor, het doel van, en de inhoud van die gesprekken? Was deze wijkagent op de hoogte van de beslissing van de driehoek? Zo nee, waarom niet? En zo ja, waarom is bij die gesprekken door de wijkagent ontkend dat het pand op zeer korte termijn ontruimd zou gaan worden?

De wijkagent heeft inderdaad diverse malen contact gehad met betrokkenen uit het Brullend Breekijzer.
Dit contact is reeds vele jaren gaande. Dit contact behoort ook tot de functie van de wijkagent. De wijkagent heeft geen rol gehad bij de voorbereiding van de ontruiming. Het contact met de krakers is ook na de ontruiming gewoon blijven bestaan.

12. Kunt u bevestigen dat er tussen de krakers van het Brullend Breekijzer en de wijkagent de laatste jaren een vertrouwensrelatie was ontstaan en dat men elkaar kerstkaarten stuurde?

Zie beantwoording vraag 11.

13. Aan de wijkagent is door betrokkenen bij de bovengenoemde kontakten diverse malen duidelijk gemaakt dat de monumentenvergunning geschorst was en dat er een College-uitspraak lag dat er niet ontruimd zou worden zolang er niet daadwerkelijk kon worden gebouwd. De schriftelijke stukken hiervan zijn daarnaast op zijn verzoek per fax en brief aan hem overgebracht en zouden aan de operationele leiding van de politie worden overhandigd. Wat is er met deze informatie gedaan? Is deze informatie door de politie serieus onderzocht en is een en ander onder de aandacht gebracht van het College en de driehoek? Zo nee, waarom niet en zo ja, waarom is dan toch ontruimd?

Zie ook beantwoording van vraag 9. In beantwoording van vraag 11 is aangegeven dat de wijkagent geen rol heeft gespeeld bij de voorbereiding van de ontruiming.

14. Is het juist dat de burgemeester in de periode tussen 5 januari en 12 januari op vakantie was en niet is geonformeerd over de pogingen van de krakers om aan te tonen dat een ontruiming niet opportuun was? Heeft de verantwoordelijk loco-burgemeester op enig moment een beslissing genomen over het al dan niet afblazen van de voorgenomen ontruiming? Zo ja, waarom en zo nee, waarom niet?

De burgemeester was vanaf 6 t/m 12 januari op vakantie. Daaraan voorafgaand heeft de driehoek op 5 januari besloten om bijstand te verlenen bij ontruiming van het pand. De door u aangehaalde pogingen van de krakers om aan te tonen dat een ontruiming niet opportuun was, was ons niet bekend. Ook daarna in de periode tussen 5 januari en 12 januari zijn die pogingen ons niet bekend geworden. Er was geen informatie op grond waarvan er voor de loco-burgemeester aanleiding was om het besluit tot verlening van de bijstand bij ontruiming in te trekken.

15. In de eerdere beantwoording erkent u dat sprake is van een geschorste monumentenvergunning en dat de bouwvergunning onterecht is verleend. Als gevolg daarvan ligt nu de verbouwing stil. Is het College met mij van mening dat momenteel sprake is van ongewenste en onnodige leegstand? En is inmiddels of wordt binnenkort de bouwvergunning ingetrokken, aangezien nog steeds sprake is van een geschorste monumentenvergunning? Zo nee, waarom niet?

Aangezien de monumentenvergunning is geschorst, mag er op grond van de wet geen gebruik van worden gemaakt en ligt de verbouwing stil. Schorsing van de monumentenvergunning betekent echter niet dat de bouwvergunning moet worden ingetrokken. Dit zal dan ook niet gebeuren. Wij hopen dat de verbouwing na de bestuursrechtelijke procedures spoedig weer kan worden voortgezet.

16. Is het juist dat de bewoners van het Brullend Breekijzer na het ontvangen van het deurwaardersexploot op 5 januari om het pand binnen drie dagen te ontruimen, geen informatie is verschaft over datum en tijdstip van ontruiming? Zo ja, waarom niet?

De deurwaarder heeft slechts de verplichting aan het college van B&W van de betreffende gemeente kennis te geven van het tijdstip van de voorgenomen ontruiming (artikel 13 lid 2 Deurwaarders-reglement). Het is nergens voorgeschreven dat ook personen die in het te ontruimen perceel verblijven, vooraf van het tijdstip van ontruiming in kennis worden gesteld.

Door afgifte van het vonnis waarbij bevel tot ontruiming wordt gedaan aan de bewoners worden de bewoners geacht er rekening mee te houden dat op een tijdstip na 3 dagen de tenuitvoerlegging zal plaatsvinden.
De termijn van 3 dagen is slechts bedoeld om de bewoners de gelegenheid te geven om het perceel vrijwillig te verlaten en ter beschikking van de eigenaar te stellen.

17. Kan het College zich voorstellen dat de bewoners van het Brullend Breekijzer in de veronderstelling verkeerden dat er niet op korte termijn ontruimd zou worden, zowel vanwege uitlatingen van de wijkagent, als wel op grond van eerdere bestuurlijke uitspraken en dat zij om die reden hun spullen niet in veiligheid hadden gebracht?

In beginsel niet.

18. Is het juist dat de pers op 10 januari omstreeks 14.00 uur onder embargo is ingelicht over het tijdstip van ontruiming? Zo ja, welke instantie is verantwoordelijk voor dit persbericht? En welk belang was gediend met het informeren van de pers? Acht het College het niet tevens een verantwoordelijkheid om te ontruimen bewoners op een tijdige en juiste manier op de hoogte te stellen? Is het College met mij van mening dat door de gang van zaken de indruk is gewekt dat het informeren van de pers kennelijk belangrijker wordt geacht dan het informeren van te ontruimen bewoners?

De pers is niet door ons ingelicht.

19. Is het juist dat de kosten van het verwijderen en opslaan van huisraad en andere zaken uit het Brullend Breekijzer tijdens de ontruiming voor rekening zijn gekomen van de bewoners? Is het College met mij van mening dat deze kosten (f 1.700,-) voor rekening dienen te komen van het gemeentebestuur aangezien door interne gemeentelijke mis-communicatie een bestuurlijke afspraak is geschonden, er geen dialoog heeft plaatsgevonden zoals was afgesproken, de vertrouwensrelatie met de wijkagent niets waard bleek te zijn en de bewoners niet adequaat zijn ingelicht over de op handen zijnde ontruiming?

Een gerechtelijke ontruiming geschiedt op kosten van de personen tegen wie de tenuitvoerlegging is gericht, tenzij de wet of vonnis anders bepaalt.
Uitgangspunt is immers dat degene, ten laste van wie een veroordeling tot ontruiming geldt, zich de kosten van ontruiming of tenuitvoerlegging kan besparen door aan het bevel van de deurwaarder tot ontruiming vrijwillig te voldoen. Het niet opvolgen van het bevel van de deurwaarder heeft aansluitend tenuitvoerlegging tot gevolg op de kosten van degene die de tenuitvoerlegging noodzakelijk maakt.

20. Is het College bereid om toe te geven dat de ontruiming van het Brullend Breekijzer achteraf gezien onnodig is geweest, en dat er fouten zijn gemaakt?

Er kan naar onze mening niet vastgesteld worden dat de gerechtelijke ontruiming onnodig is geweest. Er lag immers een veroordeling tot ontruiming aan ten grondslag en het is de taak van de deurwaarder een civielrechtelijk vonnis op verzoek van de civiele partij ten uitvoer te leggen, waarbij de deurwaarder recht heeft op bijstand van de openbare macht.

Burgemeester en wethouders van Den Haag,
de secretaris, de burgemeester,

D.M.F. Jongen, lo W.J. Deetman

Check out the FREE cell phone packages complete with accessories at Lycos Wireless Marketplace
http://www.inphonic.lycos.com/redirect.asp?referringpage=www.lycosad129

--------------------------------------------------------------
afmelden kan via: kraken-post-unsubscribe@dvxs.nl
opnieuw aanmelden: kraken-post-subscribe@dvxs.nl
info: http://kraken.dvxs.nl archief: http://skwot.dvxs.nl
autonoom centraal krakenverzamelpunt: http://squat.net
<sponsor> http://radar.squat.net </sponzer>


Archief gemaakt met Hypermail

TOP VAN DOCUMENT