----------------------------------------------
From: Joop Ankerman (ankerman@angelfire.com) Date: 23 Oct 2001 23:20 uur
Nota-overleg Tweede Kamer over de Nota Ontwerpen aan Nederland (Architectuurbeleid 2001-2004) d.d. 19-02-2001 in de Vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Hieronder alleen de citaten over broedplaatsen.
Halsema (GroenLinks): Een andere belangrijke opgave voor de openbare sfeer lijkt mij de bescherming, het behoud en de vormgeving van broedplaatsen. Ik had graag in deze nota aandacht gezien voor de broedplaatsen. Dat zijn uiteindelijk ruimtelijke vrijplaatsen in onze samenleving waar anticonsumentisme, tolerantie en een niet-commerciele levenswijze tot uiting kunnen komen en waar werkelijk invulling kan worden gegeven aan een openbare sfeer die wij wensen en die niet alleen door commercie wordt gedomineerd. Daar zou ook een publiek en toegankelijk debat kunnen plaatsvinden over de vraag hoe de publieke sfeer eruit zou moeten zien, welke rol kunst en cultuur hierin kunnen spelen, etcetera. Het valt ons van de staatssecretaris van Cultuur tegen dat hij deze nota niet aangrijpt om die broedplaatsen centraal te stellen. Ik verwijs in dit verband even naar het Jan Zwammerdaminstituut in Amsterdam dat op dit moment bedreigd wordt. Wij betreuren dat zeer. Wij zouden graag zien dat alsnog invulling wordt gegeven aan Staatsecretaris van der Ploeg: In verband met culturele broedplaatsen moet ik direct denken aan Ruigoord. Daar was jarenlang een patstelling tussen de kunstenaarskolonie de broedplaats en degenen die ter plekke de Afrikahaven wilden aanleggen. Als gevolg van een vrij interessant ontwerp van de architect Ashok Balotra kon de kunstenaarskolonie scherper worden gemarkeerd en ontstond een soort win-winsituatie voor beide partijen. Zo kunnen ontwerpers met een goed ontwerp gebruiken als breekijzer om een impasse te doorbreken. Balotra is ook vaak geroemd om zijn bijdrage in de kwestie Ruigoord. Overigens is het broedplaatsenbeleid voor beeldend kunstenaars denk aan het Storkterrein of Kinetisch Noord bij uitstek een taak van gemeenten.
Mevrouw Halsema (GroenLinks): Uiteindelijk is het inderdaad een gemeentelijke verantwoordelijkheid, maar dat laat onverlet dat de rijksoverheid het signaal kan geven dat zij dergelijke broedplaatsen belangrijk vindt. Overigens herinner ik mij Ruigoord niet als een win-winsituatie. Wat dat betreft geeft de staatssecretaris nu een interessante draai aan de historie. Het gaat ook om de Kalenderpanden en het Jan Zwammerdaminstituut. Veel vrijplaatsen in grote steden lijken niet langer te passen in stedenbouwkundige plannen en worden daarom om zeep geholpen. Als de rijksoverheid de openbare ruimte belangrijk vindt en daarin ook een plaats wil geven aan tegencultuur, moet ze aangeven dat dit soort initiatieven bescherming behoeft. Dan kan het verder worden overgelaten aan de lokale overheden.
Staatssecretaris Van der Ploeg: Inderdaad kunnen culturele broedplaatsen voor kunstenaars een zeer belangrijke rol in steden vervullen. Overigens niet alleen daar. Daar zitten natuurlijk aspecten aan verbonden die te maken hebben met de openbare ruimte en ook met de levendigheid van buurten. Verder is het ook belangrijk voor de dynamiek van stedelijke ontwikkeling. Vaak zie je ook dat culturele broedplaatsen verschuiven. Als staatssecretaris voor cultuur kan ik zeggen dat ik het belangrijk vind, maar op gemeentelijk niveau ga ik er niet over. Als er monumentale of architectonische aspecten in het geding zijn kan ik soms iets bereiken via de daarvoor bestemde subsidiekanalen, maar in het algemeen is dit toch een taak van gemeenten.
Mevrouw Halsema (GroenLinks): Ik begrijp uit het antwoord dat ook de regering vindt dat de stedelijke broedplaatsen bescherming verdienen en versterkt dienen te worden. Zij beschouwt het echter als een lokale aangelegenheid. In de uitvoering is dat zeker het geval, zeg ik samen met de regering. De regering kan echter wel degelijk een landelijke impuls geven aan een broedplaatsenbeleid, temeer daar een groot aantal gemeenten op dit moment bezig is om het aantal broedplaatsen te verminderen. Zij lijkt niet in staat, een werkelijk effectief broedplaatsenbeleid te ontwikkelen. Daarom dien ik hierover een motie in.
De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat het voor het culturele klimaat van groot belang is dat er zogenaamde stedelijke ''broedplaatsen'' zijn waar zonder grote investeringen een concentratie van kunstenaars en andere cultuurmakers zorgt voor uitwisseling en inspiratie en waar ook veel publieksactiviteiten plaatsvinden; overwegende dat in veel gemeenten in toenemende mate bestaande ''broedplaatsen'' wegvallen en ook dat veel ''broedplaatsen'' zich vaak genesteld hebben in architectonisch interessante gebouwen (zoals de met opheffing bedreigde ''broedplaats'' het Jan Swammerdam-instituut in Amsterdam); tevens overwegende dat ''broedplaatsen'' een concrete invulling geven aan het thema publiek domein en dat lokale overheden grote moeite hebben om een effectief ''broedplaatsenbeleid'' gestalte te geven; verzoekt de regering, in het kader van de Architectuurnota een landelijke impuls te geven aan de ontwikkeling van een volwaardig ''broedplaatsenbeleid'', en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter: Deze motie is voorgesteld door het lid Halsema. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund. Zij krijgt nr. 6 (27450).
Staatssecretaris van der Ploeg: De motie van mevrouw Halsema op stuk nr. 6 betreft het Jan Swammerdaminstituut en andere bedreigde broedplaatsen. Op grond van overwegingen waarmee ik het best eens ben, wordt de regering verzocht om ''in het kader van de Architectuurnota een landelijke impuls te geven aan de ontwikkeling van een volwaardig ''broedplaatsenbeleid''. In dat verzoek zit de kneep, omdat er op twee plekken ruimte wordt gegeven aan broedplaatsen. Ten eerste is dat de impuls van het investeringsprogramma stedelijke vernieuwing, waarin ook de broedplaatsen een rol spelen. Ten tweede ben ik ook zelf bezig geweest met veel gemeenten en provincies om in het kader van actieplannen cultuurbereik aandacht te vragen voor de ruimtes die nodig zijn voor individuele kunstenaars en kunstenaars die in groepen werken in die broedplaatsen. Ik zie niet zozeer hoe dat in het kader van de Architectuurnota een rol kan spelen. Hoewel ik de overwegingen zeer sympathiek vind, kan ik met dit verzoek niet overweg. Daarom o Mevrouw Halsema (GroenLinks): Voorzitter! Ik vind het opvallend dat de staatssecretaris nu een heel andere lijn van argumenteren heeft dan in de eerste termijn. Toen zei hij dat het een lokale aangelegenheid was. Nu zegt hij: ik doe er al zoveel aan, dus het is niet meer nodig. Mag ik betwijfelen of er inderdaad zoveel aan gebeurt? Als de staatssecretaris het zo belangrijk vindt, zou het heel goed zijn als hij bijvoorbeeld in de vorm van een korte notitie of een uitgebreidere brief specifiek aandacht besteedt aan de broedplaatsen, die nu verdwaald op een aantal beleidsterreinen terugkeren. Het lijkt mij heel goed te passen in het architectuurbeleid, omdat het gaat om de bescherming van vaak architectonisch belangrijke ruimtes.
Staatssecretaris Van der Ploeg: Voorzitter! Mevrouw Halsema begint het dossier behoorlijk goed te beheersen in die zin dat het inderdaad een lokale aangelegenheid is. Dat laat onverlet dat er in het kader van stedelijke vernieuwing middelen naar gemeenten gaan die zijn bedoeld om de stedelijke vernieuwing een impuls te geven. Het spreekt vanzelf dat ook de broedplaatsen daarin een rol spelen. Ook in de gemeenten spelen ze een rol. In mijn gesprekken met de gemeenten over het cultuurbeleid komt ook dit onderwerp aan de orde, net als andere onderwerpen die primair een rijksverantwoordelijkheid zijn, maar die de desbetreffende gemeente graag wil bespreken. Ik weet niet wat ik in het kader van de Architectuurnota kan doen. Als u mij een brief vraagt, dan krijgt u die. Er zal echter niet veel meer instaan dan ik hier al heb gezegd. Dat zal nog eens op een rijtje worden gezet. Ik wil die brief graag toezeggen, maar over de inhoud zou ik niet te veel verwachtingen hebben als ik u was, hoezeer ik ook mijn best zal d De motie werd uiteindelijk verworpen. Alleen GroenLinks, SP en CDA stemden voor de motie.
Get 250 color business cards for FREE!
---------------------------------------------------------------------
|