Kraken-post: Turkse politieke gevangene vertelt

Turkse politieke gevangene vertelt

----------------------------------------------

 Stuur Bericht   Over de lijst  Datum-lijn   Reactie-lijn   Onderwerp-lijn   Auteur-lijn   Hoofdmenu 
 

From: Tabe Kooistra (tabe@ozgurluk.xs4all.nl)
Date: 08 Sep 2001 02:35 uur


Brief van Turkse politieke gevangene die 19 December 2000 heeft
overleeft.

Hallo

We hebben de barbaarse toestanden in 16 gevangenissen op 19 december
2000 gezien. Ik wil vertellen over de moordpartij als iemand die
getuige was van deze wreedheden en die het heeft moeten ondergaan.

Wij werden wakker om een uur of vijf door het geluid van een explosie.
Een van onze vrienden riep “Vrienden! Er is een operatie aan de
gang!”. We trokken snel onze kleren aan. Toen ik door het raam naar
buiten keek zag ik de speciale militaire eenheden op de daken. Ze
droegen gasmaskers en hun lange afstandsgeweren waren gericht op de
slaapbarakken. Voor we onze kleren helemaal aan hadden kunnen trekken
openden zij het vuur op ons en zochten wij dekking. We maakten al de
handdoeken die we konden vinden nat. Toen begonnen ze op verschillende
 plekken in het dak te boren.

Ondertussen waren ze tegen ons aan het vloeken en schelden. “We zijn
gekomen om jullie te doden”, riepen ze. Ze gingen door met het maken
van gaten in het dak. Van buiten van de daken gooiden ze aan één stuk
door geluidsbommen. Nadat ze verschillende gaten in het dak hadden
geboord begon het bombardement met de gasbommen. We stikten en hapten
naar lucht. Met onze mond en neus bedekt met de natte handdoeken om
het effect van het gas te neutraliseren, braken we de ramen van onze
barak om frisse lucht te krijgen. De regen van gasbommen ging door.
We gingen van het centrum van de barak naar de ramen om wat lucht te
kunnen krijgen. Sommige van onze vrienden vielen flauw als gevolg van
het gas.

Zij die gekomen waren om een bloedbad aan te richten riepen de hele
tijd door een megafoon: “geef je over anders maken we jullie allemaal
af”. Ons antwoord hierop bestond uit het roepen van leuzen en tililis
(een Koerdische vrouwentraditie tijdens huwelijken en begrafenissen:
een soort luid, met de tong trillend gillen). Tot twaalf uur werden
wij aan een stuk door gebombardeerd met gas- en zenuwgasbommen. In
totaal zijn er ongeveer 700 tot 1.000 bommen op ons los gelaten. Wij,
aan de andere kant hadden niets om mee terug te slaan. Ons beste
antwoord waren onze liederen en onze leuzen. De vijand werd er
constant mee geconfronteerd.

Ze gingen door met het gooien van bommen, het vloeken op ons en met
schieten door de ramen. Ze maakten gaten in het dak op tien
verschillende plaatsen en voerden constant verrassingsaanvallen uit
door op steeds verschillende plekken bommen naar beneden te gooien.
Door deze bommen ontstonden diverse branden. Terwijl wij bezig waren
het vuur te doven, moesten we ook gas inhaleren. Ondertussen
probeerden de speciale teams vanaf de daken, gebruik makend van
touwen, op het sportgebied te landen. Dit mislukte.

Het gooien van bommen en het schieten ging maar door. Omdat ik een
hongerstaakster ben probeerden mijn vrienden mij te beschermen. Om
een uur of twaalf begon het gooien van zenuwgasgranaten en
brandbommen. Veel van ons stikten en verloren het bewustzijn.

De vlammen begonnen over de barak heen te slaan. Zij die nog niet
flauwgevallen waren gingen door met het roepen van leuzen en het
zingen van strijdliederen. Het vuur verspreiden zich door de hele
barak. We gingen allemaal naar de deur, we moesten er uit. We kregen
de deur eerst niet open. Overal was rook, vuur en gas. Nog meer
mensen verloren hun bewustzijn. Ik viel ook. Sommige van mijn
kameraden vielen over mij heen. Ik kon niet ademen en als gevolg van
het vuur was het heet. Ik zette alles op alles en stond met grote
moeite op. Ik kon een of twee stappen naar voren lopen en toen heeft
een van mijn kameraden mij door de deur naar buiten geduwd. Het
kozijn was verschrikkelijk heet. Als gevolg van de rook kon je niets
zien. Het vuur omsingelden ons. Ik herinner mij nauwelijks dat ik
naar buiten ben geduwd. In de frisse lucht hapte ik naar lucht.
Terwijl ik probeerde de trap af te lopen bibberden mijn benen. De
meesten van mijn kameraden waren in dezelfde conditie. We verkeerden
in een schock als gevolg van het zenuwgas en we konden alles niet
meer bevatten.

Beneden probeerden sommige van mijn kameraden bij elkaar en anderen
die vlam hadden gevat het vuur te doven. Bij de meesten van ons was
het haar, de handen en de rug verbrand. Toen een van onze vrienden
zei: “sommige van ons branden nog daar binnen”, gingen veel van onze
kameraden weer terug naar boven.

Ik zag Ebru Dincer volledig verbrand op de trap zitten. Ze kon niet
spreken en haar handen, gezicht, haar en het grootste gedeelte van
haar lichaam was verbrand. Toen werden onze kameraden Hacer Arikan,
Birsen Kars en Gulizar Kesici met grote moeite uit de vlammen gered.
Er waren nog steeds een paar van onze kameraden binnen. Gulser Tuzsu
zat op de drempel te branden. Onze kameraden probeerden haar er uit
te trekken maar slaagden daar niet in. Iedereen liep heen en weer
naar elkaar te zoeken. Uiteindelijk gingen twee van onze kameraden de
barakken in om naar anderen te zoeken. Toen zij met lege handen
terugkwamen waren ook hun gezicht, haar en handen verbrand. Toen we
weer naar beneden gingen moesten we concluderen dat Nilufer, Seyhan,
Ozlem, Sefinur en de hongerstaakster uit de eerste groep: Gulsener
Ozturk, niet bij ons waren. Zij waren achtergebleven in de hel van
zenuwgas en brandbommen. Terwijl onze kameraden levend aan het
verbranden waren, filmden de moordenaars met groot plezier wat ze
hadden aangericht. Zij hadden waterkanonnen maar ze gebruikten ze
niet om water in de brandende barakken te spuiten.

(…)

We naderden de begane grond van barak C2. Ondertussen waren de
moordenaars bezig naar ons toe te komen door de ijzeren deur open te
branden. Opnieuw begonnen ze gasbommen naar ons te gooien en tegen ons
te vloeken, ons toeroepen dat we ons moesten overgeven. Wij
probeerden water over onze verbrande kameraden heen te gooien. Toen
het effect van de gasbommen te erg werd trokken we ons terug naar het
sportterrein.

Daar kregen we zelfs nog meer bommen te verwerken, deze keer heel
specifiek op ons persoonlijk gericht. Dit ging een tijdje door, toen
begonnen ze hoge drukspuiten met water tegen ons in te zetten. We
probeerden ons zelf in kleine groepjes te beschermen. We probeerden
onze verbrande kameraden te beschermen door ze in het midden van de
groepjes te plaatsen. Maar het lukte ons niet. Een groep van onze
vrienden bracht ze terug naar de begane grond daar stonden ze ook
bloot aan een bombardement. Ondertussen kwamen de moordenaars een voor
een binnen door de deur die ze hadden opengebrand. Als eerste kwamen
ze de slaapbarakken binnen en richten door de ramen hun geweren op
ons. Een andere groep kwam op ons af en bleef op een afstand staan.
Ze zeiden “kom een voor een naar ons toe, geef je over”. Wij zeiden
dat we ons niet over gaven en dat ze ons maar moesten komen halen.
Wij waren constant tegen hun aan het schreeuwen: “jullie hebben onze
vrienden levend verbrand, hier zullen jullie voor betalen, we zullen
de rekening nog vereffenen ”.

Ze begonnen langzaam dichter bij te komen. Ze probeerden ons een voor
een te pakken te krijgen. Ze sleepten ons over de vloer naar de
uitgang. Vandaar uit brachten ze ons naar een grote hal. Ze sloegen
ons aan een stuk door. Het verzet van onze mannelijke kameraden was
nog steeds bezig. Later brachten ze ons een voor een naar het
ziekenhuis. Daar werden we ook geslagen omdat we een amorele
fouillering weigerden. Ze vroegen mij en de andere hongerstaakster Suna
 Okmen of we medische hulp zouden accepteren. Wij zeiden dat we dat
weigerden en dat wij doorgaan met onze hongerstaking. Toen brachten
ze ons weer terug naar dezelfde hal. Na enige tijd sloten ze veertien
van ons op in een transportwagen voor gevangenen en lieten ons daar in
doorweekte kleren uren wachten. We zaten allemaal te rillen. Het was
ons niet toegestaan naar het toilet te gaan of om water te drinken. Ze
vertelden ons om maar in onze broek te urineren. Na uren gewacht te
hebben brachten ze ons naar de Bakirkoy gevangenis. Terwijl dit alles
zich afspeelde waren ze constant aan het filmen.

Toen we in de gevangenis aankwamen wilden ze ons allemaal alleen in een
cel zetten. We weigerden. Toen moesten ze ons met z ’n drieen in een
cel plaatsen. We lieten ze niet de deur sluiten.

De staat vermoordde veel van onze vrienden onder het voorwendsel van
“interventie in de hongerstaking ”. Het echte doel was echter duidelijk
dat wij ons over zouden geven. Maar ons grootse verzet heeft eens
temeer aangetoond dat wij ons nooit zullen overgeven.

Van nu af aan, ook al sterven we allemaal, zullen wij ons nooit meer
overgeven. Wij gaan door tot de overwinning.

Was getekend: Ayla Ozcan.

Voor meer brieven zie { HYPERLINK
"http://www.ozgurluk.org/press/msg00024.html" }
http://www.ozgurluk.org/press/msg00024.html

---------------------------------------------------------------------
Afmelden, e-mail: kraken-post-unsubscribe@dvxs.nl
Opnieuw aanmelden: kraken-post-subscribe@dvxs.nl
Faq: kraken-post-faq@dvxs.nl Archief: skwot.dvxs.nl
Kraken verzamelplaats: http://squat.net


Archief gemaakt met Hypermail

TOP VAN DOCUMENT