From: phoenix (phoenix@dvxs.nl)
Date: 12 Apr 2002 23:14 uur
Bron:
http://www.rechtbank-arnhem.org/
Korte Samenvatting (Q. is Arnhem, Z-straat = Apeldoornsestraat)
>>>>>>
veroordeelt gedaagden -waaronder de verschenen gedaagde- om binnen 48
uur na betekening van dit vonnis de winkelruimte aan de Z-straat te Q te
ontruimen met al de hunnen en al het hunne en deze ontruimd te houden;
<<<<<
Volledige uitspraak vanaf website geplukt
>>>>
LJN-nummer: AE1398 Zaaknr: 85176 / KG ZA 02-191
Bron: Rechtbank Arnhem
Datum uitspraak: 12-04-2002
Soort zaak: civiel - civiel overig
Soort procedure: kort geding
Rechtbank Arnhem
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 85176 / KG ZA 02-191
Datum uitspraak: 12 april 2002
Vonnis
in kort geding
in de zaak van
X,
wonende te Q,
eiseres bij dagvaarding van 25 maart 2002,
procureur en advocaat mr. C.R. van Breevoort te Arnhem,
tegen
Y,
wonende te Q,
gedaagden,
van wie zich ter zitting bekend heeft gemaakt:
R,
wonende te Q,
bijgestaan door
advocaat mr. P.J.G. Mulder te Arnhem.
Het verloop van de procedure
Eiseres heeft gedaagden ter terechtzitting in kort geding doen dagvaarden
en gevorderd zoals is weergegeven in de dagvaarding, met dien verstande
dat eiseres, nadat van gedaagden één zich ter zitting heeft bekend gemaakt,
haar vordering heeft gewijzigd zoals hierna wordt vermeld. De verschenen
gedaagde heeft zich tegen de wijziging van de eis niet verzet. Wel heeft hij
geconcludeerd tot weigering van de gevorderde voorzieningen. De
raadslieden van partijen hebben de zaak bepleit overeenkomstig hun
overgelegde pleitnotities en daarbij producties in het geding gebracht. Ten
slotte hebben partijen vonnis gevraagd.
Verstekverlening
Ter zitting is voldoende gebleken dat naast de verschenen gedaagde één of
meer andere personen anders dan krachtens een persoonlijk of zakelijk
recht gebruikmaken van de onroerende zaak aan de Z-straat te Q en dat
hun identiteit in redelijkheid niet kan worden achterhaald door eiseres.
Derhalve heeft eiseres de in artikel 45 lid 3 RV omschreven wijze van
dagvaarden mogen toepassen. Bij de uitvoering daarvan zijn vervolgens de
wettelijk vereiste formaliteiten in acht genomen. Tegen deze gedaagden zal
daarom verstek worden verleend.
De vaststaande feiten
1. Eiseres, een weduwe van 78 jaar, is eigenares van de onroerende zaak
aan de Z-straat te Q, bestaande uit een bovenwoning met ondergelegen
winkel- met magazijnruimten en achteraanbouw. Eiseres bewoont zelf de
bovenwoning en/of de achteraanbouw.
2. De winkel- en de magazijnruimten worden door eiseres met bemiddeling
van W (hierna te noemen: de makelaar) te huur aangeboden en staan
inmiddels bijna twee jaar leeg.
3. Gedaagden hebben sedert 15 maart 2002 (delen) van de hiervoor
bedoelde winkel- en magazijnruimten zonder recht of titel in gebruik als
expositie- en atelierruimte. (De door gedaagden in gebruikgenomen
gedeelten van de winkel- en/of magazijnruimten, waaronder ook begrepen
wordt een toilet worden hierna gezamenlijk genoemd: de winkelruimte).
De vordering
4. Eiseres vordert na wijziging van haar eis -kort weergegeven- veroordeling
van gedaagden de winkelruimte te ontruimen en ontruimd te houden, dit
versterkt met dwangsommen en politiedwang en met de bepaling dat dit
vonnis voor de duur van één jaar ten uitvoer kan worden gelegd op de wijze
als bedoeld in artikel 557a derde lid RV. Ten slotte vordert eiseres
veroordeling van gedaagden in de kosten en verklaring dat de verschenen
gedaagde hoofdelijk aansprakelijk is voor die kosten. De verschenen
gedaagde heeft daartegen gemotiveerd verweer gevoerd, waarop hierna -
voor zover nodig- zal worden ingegaan.
De motivering van de beslissing
5. De verschenen gedaagde (hierna te noemen: gedaagde) ontkent niet dat
de groep krakers waar hij deel van uitmaakt onrechtmatig de winkelruimte
in gebruik heeft, maar hij is van mening dat de onrechtmatigheid van het
gebruik niet zonder meer moet leiden tot ontruiming, dit omdat door de
lange duur van de leegstand, de leegstand ongerechtvaardigd is. Verder
betwist gedaagde dat eiseres een spoedeisend belang heeft bij ontruiming.
Gedaagde heeft verklaard dat de leegstand van de winkelruimte vooral te
wijten is aan technische gebreken -aan met name de riolering- waardoor de
winkelruimte onverhuurbaar blijkt te zijn. Gedaagde betwist dat eiseres een
spoedeisend belang heeft bij ontruiming van de winkelruimte omdat het
gebruik door de krakers leidt tot financiële problemen bij eiseres, zoals
eiseres stelt. Gedaagde voert daarvoor aan dat de winkelruimte gedurende
de lange leegstand geen huuropbrengsten heeft opgeleverd voor eiseres en
voorlopig ook geen huuropbrengsten zal gaan opleveren omdat de
winkelruimte voorlopig niet verhuurd zal worden. Van een financiële
noodsituatie voor eiseres kan derhalve geen sprake zijn, aldus gedaagde.
Gedaagde baseert zich daarbij op uitlatingen van een medewerker van de
makelaar van eiseres in een gesprek dat deze medewerker had met de
krakers. Voor zover financiële problemen zouden gaan ontstaan als gevolg
van het gebruik door de krakers van nutsvoorzieningen in de winkelruimte,
heeft gedaagde verklaard dat de krakers bereid zijn om eiseres daarvoor een
vergoeding te betalen. Evenzo zijn de krakers bereid medewerking te
verlenen aan bezichtiging van de winkelruimte door aspirant-huurders.
Voorts betwist gedaagde dat eiseres om gezondheidsredenen een
spoedeisend belang heeft bij ontruiming van de winkelruimte, zoals eiseres
stelt. Gedaagde voert daarvoor aan dat er te veel nadruk wordt gelegd op de
belasting van de gezondheidstoestand van eiseres door de aanwezigheid van
de krakers in de winkelruimte, omdat eiseres de in- en uitloop van mensen
ook moet dulden als zij de winkelruimte verhuurt en dat zij niet boven maar
achter de winkelruimte woont.
6. Ter zitting heeft de heer K, werkzaam bij de makelaar, verklaard dat in de
tijd dat zijn kantoor voor eiseres bemiddelt bij de verhuur van de
winkelruimte, voor eiseres met twee serieuze kandidaten langdurig
onderhandelingen zijn gevoerd en dat één van die kandidaten nog niet heeft
kenbaar gemaakt niet meer geïnteresseerd te zijn in het huren van de
winkelruimte. De heer K heeft verder verklaard dat eiseres bereid is, nu
verhuur voor een langere periode -hetgeen de voorkeur van eiseres heeft-
nog niet lukt, om de winkelruimte ook voor een kortere periode te verhuren.
De heer K verwacht dat voor een korte periode wel spoedig een huurder kan
worden gevonden. De heer K is er niet mee bekend dat verhuur onmogelijk
zou zijn wegens technische problemen aan met name de riolering. Gelet
daarop is naar het oordeel van de voorzieningenrechter aannemelijk dat het
eiseres ernst was en is om de winkelruimte spoedig te verhuren en kan
daarom van ongerechtvaardigde leegstand van de winkelruimte geen sprake
zijn.
7. Het beroep van eiseres op haar spoedeisend belang bij ontruiming van de
winkelruimte omdat zij door de aanwezigheid van de krakers huurinkomsten
mist, slaagt niet omdat de winkelruimte vóórdat de krakers deze in gebruik
namen al geruime tijd heeft leeggestaan. De voorzieningenrechter vindt het
overigens wel aannemelijk dat door de aanwezigheid van de krakers in de
winkelruimte de verhuur ervan wordt bemoeilijkt, zoals eiseres stelt, ook al
heeft gedaagde verklaard dat de krakers bereid zijn om medewerking te
verlenen aan bezichtiging van de winkelruimte door aspirant-huurders.
Gedaagde heeft namelijk niet aangeboden dat de krakers, zodra een nieuwe
huurder is gevonden, vrijwillig zullen vertrekken.
8. Het beroep van eiseres op haar spoedeisend belang bij ontruiming van de
winkelruimte om gezondheidsredenen is voor de voorzieningenrechter van
doorslaggevende betekenis. Aannemelijk is dat eiseres een spoedeisend
belang heeft bij de ontruiming van de winkelruimte, dit gelet op de
overgelegde verklaring van de huisarts van eiseres waarin zij -samengevat-
verklaart dat eiseres niet lang bloot gesteld kan worden aan de grote
psychische druk die bij eiseres is onstaan door de huidige situatie. Naar het
oordeel van de voorzieningenrechter onderkennen de verschenen gedaagde
en de overige krakers onvoldoende dat hun gebruik van de winkelruimte,
naast een inbreuk op het eigendomsrecht van eiseres, vooral een schending
is van de persoonlijke levenssfeer van eiseres, nu de inbreuk op het
eigendomsrecht plaatsvindt in de directe woonomgeving van eiseres, die
bovendien bejaard is. Daarom is het niet verenigbaar met de belangen van
eiseres om ex artikel 557a lid 2 RV inlichtingen te vragen aan en af te
wachten van het college van burgermeester en wethouders van de
gemeente Arnhem.
9. Gelet op het hiervoor overwogene zal het gevorderde worden
toegewezen, met dien verstande dat de gevorderde termijn waarbinnen het
vonnis ten uitvoer kan worden gelegd ex artikel 557a derde lid RV tegen een
ieder die zich in de winkelruimte bevindt of haar betreedt, zal worden
verkort tot een half jaar nu eiseres vast van plan is om op korte termijn de
winkelruimte te verhuren. De ontruimingstermijn zal worden verlengd als na
te melden. Voorts zullen de dwangsommen worden gemaximeerd en zal
worden bepaald dat verder geen dwangsommen meer verbeurd kunnen
worden als gebruik wordt gemaakt van de te geven machtiging om de
naleving van dit vonnis af te dwingen met behulp van de sterke arm.
10. Als de -grotendeels- in het ongelijk gestelde partij zullen gedaagden in
de kosten van deze procedure worden veroordeeld, waarbij de verschenen
gedaagde jegens eiseres hoofdelijk aansprakelijk zal worden verklaard voor
de voldoening van de proceskosten van eiseres.
De beslissing
De voorzieningenrechter,
veroordeelt gedaagden -waaronder de verschenen gedaagde- om binnen 48
uur na betekening van dit vonnis de winkelruimte aan de Z-straat te Q te
ontruimen met al de hunnen en al het hunne en deze ontruimd te houden;
veroordeelt gedaagden -waaronder de verschenen gedaagde- om voor
iedere dag dat door (één van) hen niet wordt voldaan aan de hiervoor
vermelde veroordeling, aan eiseres te betalen een dwangsom van €
1.000,00 per dag met een maximum van in totaal € 50.000,00 met dien
verstande dat gedaagden geen verdere dwangsommen verschuldigd zullen
zijn indien eiseres gebruik maakt van de hierna te geven machtiging tot
tenuitvoerlegging van dit vonnis;
machtigt eiseres om, indien gedaagden in gebreke blijven met voornoemde
ontruiming, deze te bewerkstelligen met behulp van de sterke arm van
politie en justitie;
bepaalt dat dit vonnis gedurende een half jaar na de datum van dit vonnis
ten uitvoer kan worden gelegd tegen een ieder die zich ten tijde van de
tenuitvoerlegging in de voornoemde winkelruimte bevindt of daar
binnentreedt en telkens wanneer zich dat voordoet;
veroordeelt gedaagden -waaronder de verschenen gedaagde- in de kosten
van deze procedure tot aan dit vonnis aan de zijde van eiseres bepaald op
703,36 voor salaris en op 270,56 (namelijk 193,00 wegens griffierecht
en 77,56 wegens exploit van dagvaarding);
verklaart de verschenen gedaagde hoofdelijk aansprakelijk voor de vermelde
proceskosten van eiseres;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
weigert het anders of meer gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A.Z. Hooft Graafland en in het openbaar
uitgesproken op 12 april 2002 in tegenwoordigheid van de griffier mr. M.J.
Daggenvoorde.
---------------------------------------------------------------------
Afmelden, e-mail: kraken-post-unsubscribe@dvxs.nl
Opnieuw aanmelden: kraken-post-subscribe@dvxs.nl
Faq: kraken-post-faq@dvxs.nl Archief: http://skwot.dvxs.nl
Kraken verzamelplaats: http://squat.net
http://radar.squat.net om de lente in de kraak te houden
|