From: d1000@xs4all.nl
Date: 25 Jun 2003 19:39 uur
Het onderstaande raadsadres wordt vanavond in de Gemeenteraad
behandeld tussen 19.30 en 23.00 uur.
Voor geinteresseerden
Aan het College van B&W
Amstel 1
Amsterdam
Amsterdam, 11 juni 2003
betreft: raadsadres
Geacht College,
Het terrein van de voormalige Amsterdamse Droogdok Maatschappij (ADM)
in de Westhavens werd in 1997 gekraakt. Sindsdien staan de
ADM-bewoners op gespannen voet met de dubieuze eigenaar Bertus Lüske.
Dit naar aanleiding van een reeks incidenten in de loop der jaren,
die tot de dag van vandaag blijven voorvallen. Bekendst is de
illegale en buitengewoon agressieve sloopactie van Lüske met zijn
knokploeg in april 1998. Hierbij liet Lüske een 90-tons shovel op het
kantoorpand inbeuken, terwijl achter de pui bewoners lagen te slapen.
Dat hierbij geen doden vielen mag een wonder heten, de ravage was
enorm. Lüske is hiervoor strafrechtelijk veroordeeld.
Sinds de kraak heeft het ADM zich ontwikkeld tot een belangrijke
culturele plek, waar vele kunstenaars en ambachtsmensen wonen en
werken, en waar vele festivals (Robodock, 10.000 bezoekers in 2002)
en andere evenementen werden en worden georganiseerd. ADM is een van
de voornaamste bloei- en broedplekken voor de Amsterdamse
(sub-)cultuur. Daarom gaan de gebeurtenissen en ontwikkeling van het
ADM ook de gemeente Amsterdam aan.
De gemeente en eigenaar Lüske staan op hun beurt op gespannen voet
met elkaar. Momenteel loopt een hogerberoepzaak (Lüske vs. Gemeente)
bij de rechter met betrekking tot een kettingbeding en een
scheepswerfbestemming in het koopcontract. Lüske wil deze set
bepalingen juridisch ongeldig laten verklaren, hetgeen voor de
gemeente niet alleen gezichtsverlies zou betekenen, maar ook een
aanzienlijk geldelijk verlies en een zeer zorgwekkend precedent voor
de toekomstige grondpolitiek en -handel (uitspraak Gerechtshof 10
juli).
De laatste ontwikklingen betreffen een aantal incidenten die
plaatsvonden net voor het Pinksterweekeinde. Een nog (i.o. van Lüske)
op te richten BV wilde een deel van het ADM terrein volstorten met
categorie 1 vervuilde grond, om daarna op het bewoonde deel van het
ADM-terrein de bomen te rooien. De bewoners hebben dit weten tegen te
houden. Met deze acties lijkt Lüske de gemeente en de bewoners nog
vóór de rechterlijke uitspraak voor een aantal voldongen feiten te
willen stellen, waarbij hij zich niets aantrekt van wetten en
regelgeving. Daarom graag uw aandacht voor de volgende vragen:
1. Is de Gemeente op de hoogte van het plan van Lüske om de 15
hectare water die deel uitmaakt van het ADM terrein, volledig te
dempen met 2 miljoen kubieke meter grond?
2. Is de Gemeente zich ervan bewust dat het koopcontract bepalingen
bevat die onder andere aangeven dat ophoging alleen mag plaatsvinden
met schriftelijke toestemming van de Gemeente?
3. Heeft de Gemeente hiervoor toestemming verleend?
4. Heeft de Gemeente destijds in navolging van het koopcontract
toestemming verleend om de twee polders aan de voorzijde van het
ADM-terrein op te hogen?
5. Indien de Gemeente (voor het nieuwe deel) nog geen toestemming
heeft verleend, is de Gemeente dan bereid deze toestemming te
weigeren?
6. Hoe verhouden volgens de Gemeente de acties en voornemens van
Lüske zich tot de door de Gemeente gewenste handhaving van het
kettingbeding en de scheepswerfbestemming in het koopcontract?
7. Is er sprake van indirecte betrokkenheid van de Gemeente in de
grondstortkwestie, omdat grond, die in de nabije toekomst zal
vrijkomen bij de aanleg van de Noord-Zuidlijn, mogelijk via de
Grondbank in de polders en het water van het ADM terecht zal komen?
8. Vallen activiteiten van het Havenbedrijf inzake het ADM onder
verantwoording van de Gemeente? Zo ja, dienen deze vooraf door de
Gemeente goedgekeurd te worden? Zo ja, gebeurt dit ook naar behoren?
9. Is de Gemeente, aangezien zij tijdens de het Hoger Beroep (Lüske
vs. Gemeente) niet aanwezig was en alleen vertegenwoordigd was door
mensen van het Havenbedrijf, op de hoogte van de voortgang van het
Hoger Beroep?
10. Welke activiteiten verricht de Gemeente om het Hoger Beroep
daadwerkelijk te winnen teneinde controle over het ADM-terrein te
behouden alsmede gezichtsverlies en een financiële tegenvaller te
voorkomen?
11. Hebben de recente gebeurtenissen op het ADM-terrein en het
stortingsplan van Lüske invloed op het Hoger Beroep, en zo ja: kan
dat in dit stadium nog ingebracht worden door mr. Minderhoud, de
advocaat van de Gemeente?
12. Hoe staat de Gemeente tegenover het feit dat alle vergunningen
die tot nu toe zijn verstrekt aan Lüske niet op zijn naam of zijn
bedrijfsnaam, zijn aangevraagd en verstrekt?
13. Is de Gemeente op de hoogte van het feit dat de looptijd (26
weken) van zowel de sloopvergunning als de bouwvergunning die aan
Lüske en/of partners zijn verstrekt inmiddels verlopen zijn en dat
deze op grond hiervan en op grond van artikel 59 Ww ingetrokken
kunnen worden?
14. Is de Gemeente bereid de sloop- en bouwvergunning in te trekken,
om zodoende de grondspeculatie een halt toe te roepen en het toezicht
op een belangrijk haventerrein te behouden?
15. Is de gemeente op de hoogte van het feit dat een van de
uitvoerders van de storting, E. Boomgaard, als lid van Lüske's
knokploeg ook aanwezig was bij de illegale sloopactie in april 1998?
Gezien het enorme intimiderende effect op de bewoners die de
aanwezigheid van Boomgaard teweeg brengt is onze vraag: kan en wil de
gemeente maatregelen treffen die er voor zorgen dat dit heerschap
zich niet meer op- of om het ADM-terrein mag vertonen?
Voor verdere informatie, gelieve contact op te nemen met Hay
Schoolmeesters (06 - 47934869), namens de bewoners van het ADM.
|