Terug naar Woensdrecht
Door Cyrill Rosman
De bossen rond de vliegbasis Woensdrecht krioelden in de jaren tachtig van
de vredesactivisten. Je zou kunnen zeggen dat ze succesvol waren, de
gevreesde kruisraketten kwamen niet. „Maar“, zegt de vredesactiviste nu,
„eigenlijk heeft het allemaal geen zin gehad.“ En de politie-agente van
toen: „Het was een van de mooiste periodes uit mijn carrière.“
De vorst zit nog in de grond op deze koude zondagochtend in de bossen bij
Woensdrecht. Een dunne winterzon kietelt het zand op de heuveltjes
langzaam wakker. De wereld lijkt zo mooi.
Net zoals de wereld toen ook zo mooi leek. „Er zijn heel veel van dit
soort ochtenden geweest. Koud, maar fijn“, zegt Emmie Epker. De
Rotterdamse kan het weten. Ze bivakkeerde halverwege de jaren tachtig ruim
een jaar in de bossen van Woensdrecht. In een wereld die mooi leek, maar
dat niet echt was. Want Epker was daar in die bossen vanwege de vliegbasis
Woensdrecht en de kruisraketten die er zouden komen. Samen met soms
honderden, soms tientallen anderen vulde ze halverwege de jaren tachtig de
verschillende vredeskampen rond de basis. De vredesactivisten vormden een
menselijk schild dat die mooie wereld wilde beschermen tegen het Grote
Gevaar: Amerikaanse kernwapens. Ze protesteerden met hun hele hebben en
houden: blokkades, knipacties, infiltraties op het terrein.
Een leuk idee, vindt ze, om twintig jaar later weer eens terug te gaan
naar de plekken van toen en te praten over het nut van al die acties. Het
nut van de inmiddels overwoekerde kampen: het Vrouwenkamp, het Bosvak, het
Bunkervak. ‘Woensdrecht’ had toch al een overweldigende come-back in haar
leven gemaakt. Het is namelijk haar voormalige vriend Turi Vaccaro die in
augustus twee F16’s in een hangar op de basis vernielde en nu in de bajes
in Breda een straf van een half jaar uitzit.
Een leuk idee zo’n gesprek, vindt ook Ans van Bree. Ook zij was toen ‘in
Woensdrecht’. Als politieagente wel te verstaan. Ze was namens de politie
één van de contactpersonen voor de activisten. Ze was bij talloze
ontruimingen van vredeskampen, stond soms lijnrecht tegenover de
actievoerders. Maar koestert warme herinneringen aan die tijd.
„Jezus“, zegt Rotterdamse Emmie een paar dagen voor de afspraak nog. „Komt
Ans van de politie ook? Mag ik daar effe over nadenken. Dat vind ik wel
een hele stap hoor. Het is wel twintig jaar geleden, maar het blijft
politie, he. Ach wat, doe ook maar. Ik kom.“
„Moest ze even nadenken?“, reageert Ans op dezelfde dag. „Ja, logisch
eigenlijk wel. Zij was toen ook al iemand die wat meer afstand hield tot
ons. Met andere activisten hadden we meer contact.“
„Jezus“, zegt Epker weer. Nu is het zondagochtend en zit ze in een auto
die de afgesproken ontmoetingsplek, de carpoolplaats bij Hoogerheide,
oprijdt. Haar verbazing geldt politie-agente Ans. Want Van Bree heeft
oproepdienst deze zondag en is dus in vol ornaat: in uniform en met
politie-auto.
Als ze elkaar zien, herkennen ze elkaar. Van toen. Het zijn twee vrouwen
van ongeveer dezelfde leeftijd. Twee vrouwen die op een heel verschillende
manier op dezelfde plek belandden. Emmie Epker, toen begin twintig, vond
het wereldje van krakers en vredesactivisten wel interessant. Ging eens
kijken in Woensdrecht en belandde er permanent. „Natuurlijk was ik tegen
kruisraketten. Maar het ging me ook om de natuur. Ik vond het fantastisch
om een jaar in het bos te wonen. En het was leuk om allerlei verschillende
mensen te ontmoeten.“
Een paar keer in de week liftte ze op en neer naar Middelburg, voor haar
opleiding tot lerares. „In de klas wilde niemand naast me zitten, want ik
stonk een uur in de wind. Ik had de hele ochtend naast het kampvuur zitten
lezen en dat rook je natuurlijk wel.“
Ans van Bree was al agente en solliciteerde op een van de vele vacatures
in Woensdrecht. Vanwege alle acties rond de basis was daar behoefte aan
veel extra politie. „Ik kwam er in ’85 en werd samen met een collega het
vaste aanspreekpunt voor de actievoerders. We waren overal bij, bij de
blokkades door de activisten, maar ook bij de ontruimingen van de kampen.
Je bouwde een band met ze op. Kreeg ook respect voor ze. Want het kon in
de winter verdomd koud zijn in de bossen.“
Zoals het vandaag ook koud is, boven op een zandheuveltje, met uitzicht op
de hekken en de landingsbanen van de basis. Langzaam wandelen de twee door
het bos. Terugdenkend. Aan al die keren bijvoorbeeld dat de politie de
kampen van de actievoerders ontruimde en alle spullen in beslag nam.
Emmie: „Dat ging zo tegen mijn rechtvaardigheidsgevoel in. We zaten daar
een beetje in de bossen, op stukken plastic. We deden toch niemand kwaad.
Dus gooide ik me er vaak vol in als ze de spullen wilden afpakken.“
Ans: „Die acties waren van hogerhand opgezet om de activisten te
ontmoedigen. Maar ontmoedigen lukte niet, je kon de spullen hooguit
weghalen. Ik zag het als een spel. Er is ook nooit echt gevochten. Sommige
collega’s waren heel recht in de leer: fout is fout. Ik had meer een
dubbel gevoel en probeerde de politie-inzet ook een beetje te sturen.“
„Kijk“, zegt Ans, „natuurlijk was ik ook niet blij dat die kruisraketten
zouden komen. Maar ik zat bij de politie en moest mijn werk doen. In het
begin stonden activisten en politie lijnrecht tegen over elkaar, daarna
kwam er steeds meer contact en begrip. Ik heb mijn werk daar steeds op een
fijne manier willen en kunnen doen. Ik vind dat wij het als politie toen
ook best goed gedaan hebben. We hebben uiteindelijk nog best veel gelachen
met elkaar. Nu zeg ik: het was een van de mooiste periodes uit mijn
carrière.“
Tsja, vindt Emmie. Mooi was die periode zeker. Maar nuttig? „Als je het
heel droog bekijkt heeft het allemaal geen enkel nut gehad. Nee, er zijn
geen kruisraketten op Woensdrecht gekomen. Maar wel kernwapens op Volkel
bij Eindhoven. En kijk nu eens naar de situatie in de wereld: er zijn nog
steeds kernwapens en Amerika voert nog steeds oorlog.
Toen leverde het overigens wel voldoening op. Het doel waarvoor we in het
bos zaten was goed, dus waren wij ook goed.“
Naarmate het duidelijker werd dat de kruisraketten niet naar Woensdrecht
zouden komen, nam het aantal activisten af. De kampen werden leger, de
acties minder in aantal. Om in 1988 helemaal te stoppen.
Ans vertrok bij de politie Woensdrecht. „Het hoogtepunt was voorbij. Het
werd voor mij te stil, het was minder leuk. Ik ben maatschappelijk werk
gaan studeren en daarna bij de politie in Roosendaal terecht gekomen.“
Daar is ze nu, op 47-jarige leeftijd operationeel chef.
Ook Emmie trok weg uit de Woensdrechtse bossen. Ze kwam nog op Sicilië
terecht, waar geprotesteerd werd tegen de komst van kruisraketten op de
basis Comiso. Ze ontmoette Turi Vaccaro. Samen kregen ze een dochter:
Anarchie.
Inmiddels is Emmie (46) lerares Nederlands en Engels op een mbo-school in
Rotterdam. De naam van haar dochter werd omgedoopt tot Annegie. „Dat is
toch handiger als je haar op een school moet laten inschrijven.“
Maar je kunt de vrouw misschien uit de activistenwereld halen, je haalt de
activist niet uit de vrouw. Want al de hele zondag lang blijkt Emmie een
blikje verf in haar tas te hebben. Na het afscheid tussen activiste en
agente, zegt ze: „Eigenlijk had ik het hek rond de basis nog even willen
onderverven. Ik denk: als ik toch in de buurt ben, kan ik er net zo goed
even ‘Turi vrij’ opzetten. Maar de stukken hek waar we langs kwamen, lagen
niet echt in het zicht. En ik weet ook niet goed hoe Ans er op had moeten
reageren . Maar ik denk dat het wel gemogen had van haar. Wat denk jij?“
BN/DeStem 24-12-2005
--------------------------------------------------------------
Afmelden, e-mail: kraken-post-unsubscribe@dvxs.nl
Opnieuw aanmelden: kraken-post-subscribe@dvxs.nl
Faq: kraken-post-faq@dvxs.nl
Website: http://krakenpost.nl
[24 Dec 19:00u]: 268 abonnees + 346 niet-abonnees
--------------------------------------------------------------
ontvangsttijd Sat Dec 24 18:52:40 2005
Dit document staat op krakenpost.nl
voor de huidige en 11 maanden
het origineel blijft op skwot.dvxs.nl:
http://dvxs.nl/~skwot/{jaar}/{maand}/{nnnn}.html
kop