«Me aanpassen is geen optie»
Angela van der Elst
Amsterdam - Een auto of vliegtuig bouwen en dan gebruiken ook. Joost
Conijn draait zijn hand er niet voor om. «Zelf dingen verwezenlijken, daar
gaat het mij om.» Zijn laatste project is een film over Nederland, gemaakt
in Marokko.
Hoe vrij kun je zijn? Zo veel mogelijk los van verplichtingen,
verantwoordelijkheden, de waan van de dag. Vooral bezig zijn met je eigen
hoofd en wat zich daar zoal in afspeelt. Met handige handen vorm geven aan
de ideeën die erin ontstaan. En daar dan van kunnen leven. Want hoeveel is
daar nu echt voor nodig? Dat het leven heel vrij kan zijn, bewijst
kunstenaar Joost Conijn. In korte broek, oud T-shirt en op blote voeten
ontvangt hij zijn bezoek aan het hek van het gekraakte adm-terrein in
Amsterdam-West. Al zes jaar woont hij hier, in een woonwagen op het gras.
Joost Conijn: «Ik had ruimte nodig om het vliegtuig dat ik rond 2000 in
Eindhoven had gebouwd rond te laten rijden, en hier kon dat. Nu staan er
struiken en metershoge bomen, maar toen was het nog helemaal leeg en
woonden er ook veel minder mensen dan de ongeveer 120 die hier nu zijn.»
Conijn moest na de experimenten met zijn vliegtuig ook ergens slapen en
kocht daarom een woonwagen, zette die op het veld, en had daarmee een
huis. Zó moet kamperen ooit bedoeld zijn: kniehoog gras, tsjirpende
krekels, schaduw gevende bomen, wijde lucht, her en der een woonwagen, een
enkel medemens, stilte en rust. De sporen van rommelen, knutselen,
uitproberen en bouwen zijn overal. Want hier wonen creatievelingen,
zonderlingen, mensen die om uiteenlopende redenen botsen met de
gereguleerde maatschappij. Die ruimte nodig hebben. En veel vrijheid.
Conijn vindt dat er te weinig van dit soort vrije plekken bestaan: «Dat is
echt jammer. Want volgens mij is het juist goed als in principe iedereen
zijn eigen huis zou kunnen bouwen. Hoe je maar wilt. Maar je kunt bijna
nergens je gang gaan. Overal zijn regeltjes en voorschriften, mensen die
zich met je bemoeien.» Helemaal vrij daarvan is het adm-terrein ook niet.
Eind vorig jaar deed de politie nog een grote inval, op zoek naar
milieudelicten. «Keken ze onder alle wagens, liepen overal rond. Maar ze
konden ons weinig maken.»
Dus vooralsnog mogen oude auto s, bussen en caravans hier blijven staan
totdat iemand er iets mee gaat doen: uit elkaar halen, erin wonen,
gebruiken voor een voorstelling. Het centrale gebouw op het terrein waarin
ook Conijn een werkplaats heeft ziet er van buiten uit als een Pippi
Langkous-huis. Een speelplek. Waar het niet geeft als iets mislukt of geen
zin of reden heeft. Het proberen te maken was reden genoeg.
Tegen Conijns schuurtje leunen een paar vliegtuigvleugels. «Die mocht ik
ophalen bij het vliegveld in Hilversum. Ik kan ze nog wel eens gebruiken,
denk ik. Maar ze zijn ook goed om naar te kijken, om te zien hoe zoiets in
elkaar zit.» Het liefst zou hij een slaapzak achter in een zelfgemaakt
vliegtuig leggen, opstijgen en zo rond de wereld gaan: «Met vliegen ben je
niet snel klaar. Het heeft met zoveel te maken: thermiek, wolken, wind, de
technische kant, het natuurkundige. Ik begon heel simpel: zette een stoel
neer en ben daaromheen een vliegtuig gaan bouwen. Sindsdien laat het me
niet meer los.»
Volgens Joost Conijn (35) gaan alle stukken die over hem geschreven worden
meer over degene die ze schrijft. Omdat iedereen kijkt en vraagt vanuit
zijn eigen achtergrond en interesses. Een gegeven waarover Luigi
Pirandello tachtig jaar geleden het intrigerende Iemand, niemand en
honderdduizend schreef. Wie ben je? Niet één iemand kennelijk, maar zoveel
verschillende iemanden als er medemensen zijn die een beeld van je hebben.
Daarom: op mij maakt Conijn een dromerige indruk. Hij kan goed in de verte
staren, zijn zinnen laten dwalen of langzaam laten uitdoven. «Ja, ja, ja
.» Het verbaast daarom dat hij zegt heel druk te zijn, altijd dingen te
moeten doen, zelden rust in zijn hoofd te hebben: «Ik denk wel eens: hou
op! Dan ga ik wielrennen; zeker drie keer per week doe ik mee aan een
wedstrijd. Anderhalf uur keihard trappen. Dan bén ik fietsen. Daarna ben
ik licht en leeg en alles vergeten. En kan ik gewoon gaan slapen.»
Verveel je je wel eens?
Joost Conijn: «Nee nooit. Eerder het omgekeerde. Ik ben altijd bezig met
allerlei dingen. Maakte vroeger eigen kleding, en schoenen. Een huisje.
Een auto.»
Als Conijn zijn gang kan gaan, ontstaan er mooie projecten. Los van de
wereld. «Zelf dingen verwezenlijken, daar gaat het mij om.» Hij bouwde een
hek in de Marokkaanse woestijn, gemaakt van een in de lengte doorgezaagde
auto. Een achteruitrijdfiets. Een auto van hout, die ook op hout reed,
waarmee hij naar Albanië reisde. Een vliegtuig dat na wekenlang ploeteren
in de Sahara zelfs even in de lucht bleef. Een tweede vliegtuig, dat in
Tsjechië neerstortte. Hij maakte de film Siddiequa, Firdaus, Abdallah,
Soelayman, Moestafa, Hawwa en Dzoel-kifi, over de kinderen die net buiten
het adm-terrein woonden en hun school- en toezichtloze dagen vulden met
spelen; het leven leven in zijn opperste vorm. Hutten bouwen, broodjes
stelen en die boven een kampvuur roosteren, door de modder rollen, op
brommers crossen.
Was jij als kind ook zo?
«Nee, helemaal niet. Ik ging naar de Vrije School. Maar verder Ik deed wel
altijd dingen die niet bij de tijd pasten. Ik zat bijvoorbeeld op de
Jeugdbond voor Natuurstudie, niet echt iets waar je mee voor de dag kon
komen. En ik was al heel vroeg bezig met ligfietsen, toen niemand dat ooit
gezien had. Nee, ik twijfelde nooit zoveel aan mezelf. Het is toch míjn
leven, waarom zou ik dat inrichten naar de ideeën of opvattingen van een
ander?»
Werd je als lastig ervaren?
«Mwah. Misschien. Maar ik trok me eigenlijk van weinig iets aan. Ben
altijd m n eigen gang gegaan. Me aanpassen was nooit een optie. Het duurde
wel jaren voordat botsende reacties daarop veranderden in: wat doet die
jongen eigenlijk fijn waar hij zin in heeft. En nu draag ik dat ook steeds
meer uit. Dat je dit allemaal kunt doen. De meeste mensen houden zelf een
soort systeem in stand waarin ze alleen maar achter elkaar aan lopen. Maar
er kan zoveel méér.»
Conijns laatste project is een film voor de Humanistische Omroep. Over
Nederland moest-ie gaan. Dus ging Conijn naar Marokko: «Omdat hier veel
Marokkanen wonen en de islamitische cultuur een onderdeel van de
Nederlandse cultuur is geworden. Zet je idee maar op papier, zeiden ze.
Maar ik zet nooit iets op papier. Straks ga je nog doen wat je op je
papier hebt gezet. Allemaal ballast.»
Conijn vertrok. Zonder plan met twee vrienden en drie fietsen naar
Marokko, het land dat hij al vaker had bezocht en waar hij gek op is. De
eerste dag werd zijn mobiele telefoon gepikt. «Vond ik helemaal niet erg.
Dan ben ik die vast kwijt, ruimt lekker op, dacht ik.» Het zegt veel over
Conijns algemene benadering van problemen («juist tegenslagen zijn
fascinerend, en hoe je die het hoofd biedt»): het is niet zo dat hij uit
een soort doorslaand idealisme alles wat Marokkanen doen met de mantel der
liefde bedekt. Hij meent het oprecht als hij zegt dat de mensen er zo
aardig zijn, dat je er altijd kunt blijven eten en slapen. Het zijn zijn
eigen ervaringen.
«Wij weten geen raad met die hartelijkheid, met die fysieke vriendschap.
Ik wil met deze film laten zien hoe het is om in een land te komen waar je
niet weet hoe je je verhoudt tot alles wat je ziet en ervaart. Waar je
steeds niet weet hoe je je moet gedragen. Ik wil laten ervaren hoe
Marokkanen zijn, hoe ze leven. Zonder al die stigma s en rolbevestigingen.
Kutmarokkaan , hoe is het mogelijk dat dat bijna een gewoon woord is
geworden? Ik ken er niet één. Hier in Nederland ga ik altijd op Marokkanen
af. Een praatje maken. Ik merk dan hoeveel vooroordelen er zijn, over en
weer. Laatst sprak ik bijvoorbeeld drie jochies aan in het centrum van
Amsterdam. Dan merk je dat hun vooroordeel is dat wij alleen maar slecht
over hen zouden denken. Maar als ik vraag waar ze vandaan komen en zeg dat
ik daar ook geweest ben, is het ijs snel gebroken en kun je een gewoon
gesprek gaan voeren. Waarin iedereen is wie hij is, zonder al die
opgelegde benoemingen.»
Na die anderhalve maand filmen in Marokko dit voorjaar was de terugkomst
in Nederland een harde overgang: «Je wordt zelf ook een soort Marokkaan.
De hele dag thee drinken, geen schema, heel rustig het leven leiden. Daar
zit wel wat in. Ik probeer dat hier ook te doen; vind één afspraak op een
dag al veel.»
Gelukkig voor Conijn is er het domein van de kunst, waar ruimte is voor
afwijkende zaken. «Als kunstenaar kan ik autonoom zijn en mijn leven
leiden zoals ik dat wil. Soms denk ik wanneer ik het stervensdruk heb: ik
moet personeel in dienst nemen. Maar ik kan er niet goed tegen wanneer
anderen aan mijn werk zitten, en voordat je het weet heb je een heel
bedrijf en moet je omzet maken en ben ik m n vrijheid kwijt. Nee, ik doe
het allemaal zelf wel.» Hij kijkt langs zijn woonwagen de lege lucht in.
«Ik geniet hier echt. Het is zo n mooie plek. Je hebt niet meer nodig dan
wat hier is. Dit is al zo veel.»
Siddiequa, Firdaus, Abdallah, Soelayman, Moestafa, Hawwa en Dzoel-kifi is
tot en met 17 september te zien in het Museum voor Moderne Kunst in
Arnhem. De Humanistische Omroep zendt de film het komende seizoen uit
www.groene.nl
Groene Amsterdammer
--------------------------------------------------------------
Afmelden, e-mail: kraken-post-unsubscribe@dvxs.nl
Opnieuw aanmelden: kraken-post-subscribe@dvxs.nl
Online Archief: http://www.krakenpost.nl/archief
[10 Aug 17:00u]: 266 abonnees + 388 niet-abonnees
--------------------------------------------------------------
ontvangsttijd Thu Aug 10 15:07:54 2006
Dit document staat op krakenpost.nl
voor de huidige en 11 maanden
het origineel blijft op skwot.dvxs.nl:
http://dvxs.nl/~skwot/{jaar}/{maand}/{nnnn}.html
kop