Documentlocatie i.v.m. hyperlinken

Kraken-post:
bericht van ouwesiem@squat.net


[kraken] De nieuwe krakers

Auteur: <ouwesiem@squat.net>
Datum: 20 jul 2006 15:28 uur

De nieuwe krakers

Een gewelddadige randfiguur met een baksteen in de ene hand en een
breekijzer in de andere: dat was het beeld dat men twintig jaar geleden
had van de kraker. Gekraakt wordt er nog steeds bij het leven. Maar zo het
beeld ooit geklopt heeft, nu in ieder geval niet meer. Krakers zijn
meneren en mevrouwen. Maar wel bijzondere.

‘Hé, die vind ik mooi, mag ik die hebben?’ De jongen haalt een rood-bruin
gestreept poloshirt uit het kledingrek en houdt het voor zijn borst. Past
precies. ‘Maar moet je er dan niet iets voor terughebben?’ vraagt hij het
blonde meisje dat vanaf haar uitgespreide kleedje naar hem opkijkt. ‘Nee
hoor, neem maar mee’, zegt ze en zet het bordje ‘weggeefwinkel’ wat meer
rechtop.
Het is vrijdagavond, iets voor negenen. De Amsterdamse Bijenkorf loopt
leeg, de zon zakt achter het paleis. Op de Dam is een bont gezelschap
verzameld. Het zijn vooral mid-twintigers die hier hun kampeertentjes
opzetten en hun slaapzakken uitrollen. Her en der worden spandoeken en
gezichten beschilderd en de eerste diabolo vliegt al door de lucht. De
sfeer is uitgelaten. Mensen met bakfietsen vol kookstellen en pannensets ­
formaat gaarkeuken ­ rijden af en aan. Links en rechts worden de eerste
veldkeukentjes ingericht en hapjes uitgedeeld: veganistische sushi en
groentewraps. Voor de neus van de portier van het prestigieuze
Krasnapolsy-hotel is een tractor bezig hooibalen uit te laden. Vast voor
de pony die ­ bepakt met slaapmatjes ­ om het monument rondstapt.

Sociale huisvesting

‘Mag ik zo’n pamfletje?’, vraagt een agent aan een groepje mensen dat een
complete huiskamer ­ bank, stoelen en koffietafel met veldboeket ­ op het
plein heeft uitgestald. ‘Damslapen tegen Dekker en Co’, begint de tekst.
‘Hee, dat zijn mijn meubels’, lacht een jongen die komt aanfietsen. De
agent slentert al lezend terug naar zijn in fluorgele vestjes gehulde
collega’s. Ze staan ontspannen naast het geparkeerde politiebusje. Er
worden geen problemen verwacht. Slapen op de Dam is sinds 1970 weliswaar
verboden, maar burgmeester Cohen knijpt vannacht ­ de nacht van 7 op 8
juli ­ een oogje dicht.
Vanuit heel Nederland zijn krakers en sympathisanten op de trappen van het
monument op de Dam neergestreken om hun protest tegen het dreigende
kraakverbod en de huurwetliberalisering kracht bij te zetten. Vierhonderd
mensen zullen vanavond gehoor geven aan de oproep van de initiatiefnemers
­ het ad hoc comité ‘De Damslapers’ ­ om, zoals het pamflet vermeldt, ‘de
maatschappij te confronteren met de te verwachten gevolgen van dit soort
aanvallen op de sociale huisvesting’. Dus zijn allerlei krakerprojecten
als de weggeefwinkels en volkskeukens naar de Dam verkast om samen met
boerderijkrakers, kunstenaars, straatartiesten en activisten te laten zien
welke subcultuur verloren dreigt te gaan.

Een subcultuur waarvan een meerderheid in de Tweede Kamer vindt dat hij
buitenspel moet worden gezet. En dat de rechten van de huiseigenaar weer
in ere moeten worden hersteld, vinden ze ook.
Maar wie zijn dat dan, die mensen die anno 2006 nog in een kraakpand
wonen? En wat doen ze dan dat zo gevaarlijk is dat het bij wet verboden
moet worden?

Onrustig wonen

‘Bijna iedereen die nu kraakt heeft een baan of studeert,’ zegt Clemens
Mol (34). Het is woensdagavond en zoals iedere week houdt het ‘Spekulanten
Onderzoeks Kollektief’(SPOK) spreekuur in zijn kleine kelderkantoortje in
de Amsterdamse binnenstad. Het SPOK bestaat sinds 1978 en is opgericht
door krakers die zich verzetten tegen huizenspeculatie. Hier kunnen iedere
week krakers, maar ook huurders, terecht om de uitgebreide archieven te
raadplegen die in de jaren over foute huisbazen en speculanten zijn
aangelegd. En wie even moet wachten, kan in de Intermediair bladeren die
er op tafel ligt. Clemens, in de dagelijks leven duo-deelraadslid, is een
van de vrijwilligers. ‘Het is een heel diverse groep. Ik ken ict’ers,
advocaten en vuilnismannen die gekraakt wonen.’
Hoeveel mensen kraken, is niet duidelijk. Dat wordt nergens bijgehouden.
Voor Amsterdam liggen de schattingen zo rond de vijftienhonderd krakers en
ongeveer tweehonderd kraakpanden. De overwegingen om te gaan kraken zijn
voor iedereen weer anders. Voor de meeste is het puur woningnood, anderen
zoeken een goedkope plek om te werken ­ zoals kunstenaars en muzikanten ­
en een deel bestaat uit activisten die kraken uit politieke overtuiging.
Mol: ‘De huizensituatie is lang niet zo schimmig meer als in de jaren
tachtig. Toch zijn er nog steeds meer dan genoeg misstanden wat betreft
leegstand en foute huisbazen.’ Collega Martin (35) ­ ‘Noem mij maar
informatieanalist; dat is een mooi buzzword’ ­ heeft een baan als
softwareontwikkelaar. Moeiteloos te combineren met zijn kraakactiviteiten.
Een makkelijke manier om gratis te wonen is kraken niet, vindt Mol. ‘Het
is juist een hectisch bestaan.’ Voordat je een pand kunt kraken, moet je
eerst door de hele administratieve rompslomp heen van het onderzoek naar
het pand en de eigenaar ­ bij het Kadaster, de Kamer van Koophandel ­
vervolgens de contacten met de politie, de eigenaar en eventuele
advocaten. En altijd is er de dreiging van ontruiming. Mol: ‘Heel onrustig
wonen dus.’ Zelf woont hij daarom inmiddels in een huurwoning, ‘voor wat
meer rust’. En kraken is heel intensief, vult Martin hem aan. ‘Onderling
wordt een bepaalde houding verwacht, een actieve betrokkenheid; je bent
immers samen verantwoordelijkheid voor elkaars veiligheid en
leefomgeving.’ Mol: ‘En vergeet niet dat er vaak maanden gezamenlijk
geklust moet worden om een pand na jaren leegstand weer bewoonbaar te
maken.’ Het cliché van de werkschuwe uitkeringstrekker gaat volgens de
heren van het SPOK voor het gros van de huidige krakers dan ook absoluut
niet op.

Broedplaats

‘Ik had in het begin ook wel wat vooroordelen, over punks en technomuziek,
maar de meeste kraakpanden zijn net zoals hier: die zul je van buiten
nooit herkennen’, zegt Joya (24). Kortgeleden rondde ze haar HBO-studie
international business management af. Nu werkt ze in de horeca.
De brave jaren-zeventig rijtjeshuisjes waarin zij woont, zijn ooit gebouwd
voor de bewakers van de Bijlmerbajes en hun gezinnen. Nu zijn zeven ervan
gekraakt en worden de overige woningen nog regulier verhuurd. Voor Joya’s
deur staat een tafeltje met krukjes rondom. Op het kleed met
appeltjesmotief staan gekleurde bloempotten. Behalve wat linkse postertjes
in het raam, gewoon een eengezinswoning.
Eigenlijk zit ze hier dankzij haar vader. Drie jaar geleden wees hij haar
op de leegstaande huisjes. ‘Kraak dan wat, dat deden wij vroeger ook’, was
zijn advies, nadat ze jaren tevergeefs voor een woning ingeschreven had
gestaan. Bij een ‘kraakspreekuur’ ­ in de meeste steden te vinden ­ kreeg
ze van ervaren krakers het advies een groep te verzamelen en niet één,
maar meerdere woningen in de straat te kraken, ‘om samen sterker te
staan’. Een groepje woningzoekenden was snel gevonden.
Aan de muur in haar huiskamer, naast de open keuken, hangt een collage van
foto’s van de daadwerkelijke kraak. Maar van het klassieke ‘kraakpand’
heeft dit huisje verder niets. Het is er knus, gezellig, beetje
studentikoos, de computer in de huiskamer, kleurige doeken over de banken
en fietsen in de gang. ‘Ik woon hier echt heel graag’, zegt Joya, tevreden
om zich heen kijkend. ‘Een kleine broedplaats’, noemt ze het buurtje. ‘Met
mensen die een ander leven willen, niet meteen binnen het systeem passen
en niet echt met geld bezig zijn. Er wonen hier bijvoorbeeld kunstenaars
en dansers, die als ze een hoge huur zouden moeten ophoesten, zich niet
met hun creativiteit zouden kunnen bezighouden.’
Het contact met de rest van de buurt en de reguliere huurders is volgens
Joya uitstekend. ‘Als zij een feestje geven, waarschuwen ze ons even en
andersom ook.’ Wat ze uiteindelijk wil gaan doen, weet ze nog niet.
Voorlopig blijft ze zitten waar ze zit. De gevangenis, die de huisjes van
de staat in beheer heeft, heeft de afgelopen jaren geen kik gegeven.
‘Blijkbaar hebben ze de huisjes niet nodig.’

Expositie

Natuurlijk pakt niet iedere kraak zo gunstig uit. Voor de groep studenten
van de Eindhovense Designacademie was het avontuur vorige maand van korte
duur. Begin juni bezetten ze het oude DAF-kantoor aan de ringweg in
Eindhoven. Het gebouw stond al vier jaar leeg en vormde voor vrienden
Hilbert, Vera, Otje, Djim en Rocco ­ inderdaad: krakers hebben
traditiegetrouw bij voorkeur alleen een voornaam ­ de ideale oplossing
voor het grote tekort aan woon- en atelierruimte waar Eindhoven mee kampt.
In het heuse businessplan van het pand ­ omgedoopt tot Design.Art.Factory
(de letters stonden immers al op het dak) ­ was ruimte voor honderd
werkplekken, een expositieruimte, woonruimte voor henzelf en misschien
zelfs een filmzaal. ‘Ook willen we een restaurant inrichten op de negende
verdieping’, zegt Hilbert (27) opgetogen als we hem spreken tijdens een
grote expositie die eind juni als voorproefje van de toekomstige
mogelijkheden gegeven wordt. De vijf wonen dan twee weken in de DAF-toren.
Nu, krap een maand later, hebben ze het pand al weer verlaten. Op advies
van hun advocaat. De eigenaar is bezig het pand te verkopen, terug aan
DAF. Hilbert; ‘Maar de gemeente heeft gezegd keihard te werken aan een
oplossing voor huurateliers.’ Maar wanneer dat zover is, weten ze niet.
Samen met vriendin Vera heeft Hilbert intussen ook een nieuw kraakproject
op het oog. Of ze tot handelen zullen overgaan, weten ze nog niet. ‘Kraken
is heel intensief en we moeten onze energie ook nog verdelen over werk en
studie.’ Maar het contrast blijft ze dwarszitten: zoveel mensen kunnen
maar geen betaalbare werkruimtes vinden, terwijl er zoveel panden
leegstaan.’
Toch houden de voorstanders van het kraakverbod vol dat kraken niet meer
van deze tijd is. Illegale feesten, wietplantages: kraakpanden trekken
criminele elementen aan en veroorzaken niets dan overlast, zo heet het. De
rechten van huiseigenaren moeten weer in ere hersteld worden. Maar
socioloog Justus Uitermark ergert zich als ‘participerend onderzoeker’ aan
het idee dat kraken ‘de wereld op zijn kop’ zou zijn. ‘Leegstand is het
gevolg van wanbeheer, dat beter via directe actie aan de orde kan worden
gesteld dan via onzichtbare papieren procedures. Een samenleving heeft
zelfcorrigerend vermogen nodig. Als het gaat om het tegengaan van
uitwassen op het gebied van volkshuisvesting, vervult de kraakbeweging
daar nog altijd een belangrijke functie in.’

Rotte appels

En die overlast dan? Uitermark: ‘De kraakbeweging is altijd sterk
versnipperd geweest, maar wordt door de buitenwacht als één pot nat
gezien. ‘Er zijn krakers die gewoon op zoek zijn naar woonruimte, er zijn
heel bevlogen activisten en er zijn parasitaire toeristenkrakers die
panden uitwonen. Die laatste groep vormt een probleem, maar er zijn genoeg
mogelijkheden om op te treden tegen de overlast die zij veroorzaken. Daar
hoef je geen kraakverbod voor uit te vaardigen.’
Rotte appels heb je overal, zegt sociologie-studente Lotte (23). ‘Excessen
zijn natuurlijk jammer, maar het merendeel van de krakers is er echt niet
op uit een pand uit te wonen. “Bezet een pandje, redt een pandje” is ons
motto.’ Haar kamer aan de Lange Leidsedwarsstraat heeft ze grotendeels
zelf moeten bouwen, voor ze hier drie jaar geleden kon intrekken. Je zou
het niet zeggen als je de ruimte nu ziet: een gezellige zithoek, bureau
met laptop voor het raam en boven op de vide haar slaapkamer. ‘Maar kijk
maar’, zegt Lotte, die op de bank door een fotoalbum bladert: beelden van
dikke lagen duivenpoep, verrotte daken en ingestorte muren. ‘Zo zag het
eruit.’
Vijf jaar geleden stond dit huis bij het kadaster te boek als ruïne. De
eigenaar had het dertig jaar leeg laten staan. Lotte, die een paar jaar
geleden nog bepaald geen doe-het-zelver was, weet nu als een volleerd
projectontwikkelaar bij de rondgang door het gigantische pand precies uit
te leggen welk deel van het huis geïsoleerd is, welke steunbalken zijn
vervangen zijn en hoe de kingsize douche is betegeld. De acht mensen die
hier wonen ­ allemaal tussen de twintig en begin dertig ­ hebben dat met
elkaar gedaan. Stuk voor stuk indrukwekkende ruimtes, en opvallend netjes.
‘Ja natuurlijk, als je wilt klussen, moet het opgeruimd zijn, anders vind
je niets terug.’
Maar de resterende grote klussen, zoals de ontmanteling van de oude
liftschacht, blijven vanaf nu liggen. De vroegere eigenaar schijnt het
huis te hebben doorverkocht aan iemand die er luxe appartementen in wil
bouwen. ‘En dat terwijl er al zoveel voor de hogere inkomensgroepen wordt
gebouwd’, zegt Lotte verontwaardigd. ‘Alles moet maar meer en meer geld
opbrengen, terwijl zoveel mensen zich gewoonweg geen dak boven hun hoofd
kunnen veroorloven.’ Als het tot een ontruiming komt, weet Lotte nog niet
wat ze gaat doen. Met stenen gooien? ‘Hou op zeg. We hebben echt niet de
intentie de tradities uit het verleden te herhalen. Maar ieder moet dat
voor zich weten.’

De kraker anno 2006 kiest volgens Lotte zorgvuldig zijn strijdtoneel:
‘Iedereen moet voor zichzelf die afweging maken: steek ik mijn energie in
het verhinderen van ontruiming, of steek ik die in het bewoonbaar maken
van een nieuw pand.’

Touwtjespringen

Op de Dam wordt touwtjegesprongen en gedanst. Martin van het SPOK probeert
tegenover de Bijenkorf-ingang wat computers aan de gang te krijgen. Joya
en Cian zoeken op de trappen van het monument een voor een hun slaapzakken
op. Lotte staat te flyeren: ‘Ik moet even wat propaganda uitdelen.’
Intussen zijn ook Vera en Hilbert met de trein uit Eindhoven gearriveerd
en trekken een fles wijn uit hun rugzak ­ ‘hij is alleen niet koud’.
Clemens maakt zich op om te gaan zingen, ‘oude strijdliederen, met het
arbeiderskoor.’ Helemaal vooraan het plein, bij de tramlijn, staan drie
zwarte figuren. Bomberjacks aan, bivakmusten op; met bakstenen in de
aanslag. Ze staan doodstil. Op voetstukken. Op de grond voor hen staat een
bord. ‘Komt dat zien: de met uitsterven bedreigde “homus Krakerus”.’

Kraakverbod: de voors en tegens
Na drie moties tegen kraken heeft minister Dekker van VROM een wetsontwerp
in voorbereiding om het kraken te verbieden.

Wat zegt de huidige wet over kraken?
In de wet staat dat het strafbaar is een woning of gebouw te kraken dat
korter dan twaalf maanden leegstaat. Ergo: bij een kraak ná twaalf maanden
treedt de overheid pas op als de eigenaar kan aantonen dat hij een nieuwe
bestemming heeft voor zijn pand. Die bestemming moe bovendien geen ruimte
laten voor de krakers. Minister Dekker heeft nu een wet in voorbereiding
die kraken altijd strafbaar stelt. Bij een missionair CDA-VVD-kabinet valt
niet te verwachten dat de hele procedure eromheen wordt stilgezet tot na
de verkiezingen.

Voor een kraakverbod:
‘In ons land’, zei minister Kamp begin dit jaar tijdens een campagneavond
van zijn partij in nota bene de oude krakersstad Nijmegen, ‘is de idiote
situatie gegroeid dat een eigenaar van een gebouw van het gebruiksrecht
bestolen kan worden zonder dat de politie optreedt.’ Daar zou de VVD paal
en perk aan stellen, beloofde Kamp: ‘Weg met die kraakregels! Stelen mag
niet!’ Het CDA haakte er onmiddellijk op in met een persbericht: ‘Kraken
is het CDA al jaren een doorn in het oog. Dat woningbezetters meer rechten
hebben dan woningbezitters is voor het CDA de wereld op zijn kop.’
Voordat Kamp met zijn uitspraak kwam, waren er in de Tweede Kamer al drie
moties aangenomen waarin om een kraakverbod werd gevraagd. De eerste stamt
uit oktober 2003. CDA-Kamerlid Jan ten Hoopen wilde een verbod op het
kraken van kantoorpanden. Hij staat nog steeds achter zijn motie: ‘Toen ik
hem indiende, had ik heel wat bedrijfspanden bezocht die gekraakt waren.
Er werden vaak op grote schaal georganiseerde houseparty’s in gehouden,
waar veel in drugs gehandeld werd. Het viel mij op dat er veel
buitenlandse krakers bij waren. Dat komt natuurlijk doordat het in
omringende landen verboden is te kraken, maar je trekt zo wel de
verkeerde, criminele elementen naar Nederland.’
De twee moties erna (de eerste van CDA, VVD, LPF en SGP en de tweede van
VVD en LPF) zoomen in op de ‘ernstige aantasting van het eigendoms- en
beschikkingsrecht’. Ten Hoopen: ‘Zodra een pand gekraakt is, is de
eigenaar in feite rechteloos. De toegang tot het pand wordt hem
onmiddellijk ontzegd en zijn pand is niet meer verzekerd.’
Ten Hoopen denkt dat de nieuwe wet leegstand zal bestrijden: ‘Het is de
bedoeling dat gemeentes het initiatief kunnen nemen met de eigenaar van
een leegstaand pand in gesprek te gaan over een herbestemming. Het blijft
uiteindelijk de verantwoordelijkheid van gemeentes om verloedering van
wijken tegen te gaan, niet van krakers. Eerst kraken en dan legaliseren is
de verkeerde route, dat is niet meer van deze tijd.’

Tegen een kraakverbod:
Eind mei schrijft Marnix Norder, PvdA-wethouder van Bouwen en Wonen in Den
Haag, namens zijn collega’s van de vier grootste steden (de G4) een brief
aan Dekker tegen het kraakverbod. ‘Ons voornaamste bezwaar is dat hiermee
een sanctie op leegstand verdwijnt’, zegt hij. ‘Dat probleem is veel
groter dan Dekker zegt. Juist in kwetsbare wijken staan particuliere
panden lang leeg. Je kunt van kraken zeggen wat je wilt ­ ik wil het ook
niet propageren ­ maar het heeft wel voor een balans op de woningmarkt
gezorgd.’ Norder wil graag dat de mogelijkheden voor tijdelijke verhuur
worden verruimd. ‘Dat is nu alleen onder speciale condities mogelijk. We
zouden uitzonderingen moeten kunnen maken voor specifieke wijken, straten
of panden. Die afweging kan beter aan de gemeentes zelf overgelaten
worden.’
‘Kraak is een manier om leegstand aan de orde te blijven stellen’, zegt
ook Kamerlid Ineke van Gent van GroenLinks, die medestanders heeft bij de
PvdA en de SP. ‘Een verbod op kraken geeft eigenaren een vrijbrief om maar
lekker door te treuzelen.’ Van Gent heeft ook de indruk dat de partijen
die nu voor een verbod pleiten een volstrekt verkeerd beeld hebben van
krakers. ‘Dat dat types zijn die de panden helemaal uitwonen, terwijl er
in het algemeen gewoon goed gebruik van wordt gemaakt. Ook worden er in
kraakpanden geweldig mooie culturele en maatschappelijke initiatieven
genomen die anders niet mogelijk zouden zijn.’ Die worden ook door veel
gemeentes gesubsidieerd met een ‘broedplaatsenbeleid’.
Socioloog Justus Uitermark ergert zich als ‘participerend onderzoeker’ aan
het idee dat kraken ‘de wereld op zijn kop’ zou zijn. ‘Leegstand is het
gevolg van wanbeheer, die beter via directe actie aan de orde kan worden
gesteld dan via onzichtbare papieren procedures. Een samenleving heeft
zelfcorrigerend vermogen nodig. Als het gaat om het tegengaan van
uitwassen op het gebied van de volkshuisvesting, vervult de kraakbeweging
daar nog altijd een belangrijke functie in.’
De kraakbeweging is altijd sterk versnipperd geweest, maar wordt door de
buitenwacht als één pot nat gezien. Uitermark: ‘Er zijn krakers die gewoon
op zoek zijn naar woonruimte, heel bevlogen activisten en parasitaire
toeristenkrakers die panden uitwonen. Die laatste groep vormt een
probleem, maar er zijn genoeg mogelijkheden om op te treden tegen de
overlast die zij veroorzaken. Daar hoef je geen kraakverbod voor uit te
vaardigen.’

(Cathalijne Boland)

Door Lorain O’Mahoney / woensdag 19 juli 2006

naar het overzicht van Intermediair 29/2006

--------------------------------------------------------------
 Afmelden, e-mail: kraken-post-unsubscribe@dvxs.nl
 Opnieuw aanmelden: kraken-post-subscribe@dvxs.nl
 Online Archief: http://www.krakenpost.nl/archief
 [20 Jul 15:00u]: 259 abonnees + 386 niet-abonnees
--------------------------------------------------------------
 
ontvangsttijd Thu Jul 20 13:28:32 2006


Documentlocatie

Dit document staat op krakenpost.nl
voor de huidige en 11 maanden
het origineel blijft op skwot.dvxs.nl:
http://dvxs.nl/~skwot/{jaar}/{maand}/{nnnn}.html
 
kop