Rotterdam let op zijn probleembewoners
Rotterdam - Teams van ambtenaren gaan in Rotterdam de buurten af om te
zien of bewoners recht hebben op een uitkering, overlast bezorgen,
psychische of fysieke klachten hebben en zelfs of de gasaansluiting wel
veilig is.
Kakkerlakken
Fatsoenlijke uitvalsbasis
Rotterdams integraal interventieteam’
Oneigenlijke combinatie
Bedrieglijk
Dichtgetimmerde panden
Veiligheidsindex
Handhaven en zorgen
fotografie Martijn Beekman
De ‘röntgenfoto’s’ van de interventieteams moeten Rotterdam weer veilig
maken. ‘Dit is lévensgevaarlijk’, constateert Ben Denzel van het
interventieteam als hij voor een gekraakte opslagloods staat in het
Rotterdamse havengebied. Hij is moeilijk te verstaan door de zware trucks
die af- en aanrijden op het industrieterrein. Vluchtwegen lijkt de loods
niet te hebben. De deuren zijn van de buitenkant afgesloten met zware
sloten. ‘En we komen er nooit achter hoeveel mensen hier precies
verblijven’, verzucht Denzel als hij de vervallen opslagplaats ter grootte
van een voetbalveld overziet. Na lang bonzen op een deur melden drie
verontruste bewoners zich met een olielampje bij het raam. De krakers
bivakkeren daarbinnen al maanden in het donker en hopen op een spoedige
Eneco-aansluiting, zo blijkt later.
‘U woont in een hotspotgebied’, verklaart collega Peter Lussenburg zijn
komst. Alle nieuwe bewoners die bij de gemeente een adres opgeven in een
tot ‘hotspot’ verklaard gebied bepaalde straten in achter-standswijken
waar veel armoede, criminaliteit, en illegale bewoning voorkomt krijgen
het interventieteam over de vloer. Met als leitmotiv ‘handhaving én zorg
ineen’ kammen de teams beruchte straten uit in Rotterdam-Zuid, Delfshaven,
Feijenoord, Charlois en het Centrum. De inspecteurs controleren de
bewoners op uitkeringsfraude, maar ook of ze wel gebruik maken van de
armoedevoorzieningen. Daarnaast informeren ze naar hun gezondheid en naar
de aanwezigheid van tienermoeders en drugsverslaafden. Bovendien checken
de ambtenaren de veiligheid van de woning, polsen of de huur niet te hoog
is en gaan na of de bewoners, of hun buren, overlast bezorgen.
Ook steeds meer andere steden sturen multidisciplinaire teams op
huisbezoek naar probleemwijken, of uitzonderlijke gebieden als
woonwagenkampen. Die teams zijn doorgaans groot, met afgevaardigden van
politie, milieu-inspectie, sociale dienst, woningcorporatie en
welzijnsorganisaties.
Kakkerlakken
Twee krakers hebben de loods als adres opgegeven, omdat ze een uitkering
willen ontvangen. Een jonge bewoonster doet het rolluik bij de deur een
stuk omhoog, maar schrikt terug zodra ze ziet dat er een fotograaf bij is.
‘Oprotten hier!’ schreeuwt ze en roept dat ze versterking gaat halen.
Denzel en Lussenburg twijfelen nu hardop of het wel verstandig is naar
binnen te gaan en of ze de meldkamer van de politie moeten inseinen. De
aangerukte versterking, in de vorm van een lange jonge man met stevige
baard, blijkt echter te stoned om te intimideren. Sandra, een dertigjarige
vrouw, haalt het aarzelende team naar binnen en slalomt langs honden en
katten door de aardedonkere gangen naar haar drie raamloze kamertjes.
Propvol gevuld met Feijenoord-posters, vliegenstrips, kaarsen en een
kingsize goudomrand bed ‘van het grof vuil’. ‘Ik probeer er toch iets
gezelligs van te maken’, zegt ze. De controleurs gaan snel hun checklist
af; verdacht dure spullen zien ze hier niet staan. Haar partner is evenmin
aanwezig, die is ruim twee jaar geleden voor haar ogen vermoord, vertelt
Sandra. Momenteel deelt ze het pand met ongeveer veertien huisgenoten,
maar elke nacht blijven er weer andere mensen slapen.
Fatsoenlijke uitvalsbasis
Hoe staat het met haar gezondheid?
In een mechanisch klinkende stortvloed van woorden vertelt de weduwe dat
ze een uitkering nodig heeft omdat ze last heeft van borderline, extreme
stemmingswisselingen. Gelukkig is ze, zo zegt ze, nu van de drugs af. Het
afgelopen jaar sliep ze in gestolen auto’s en ze is blij dat ze nu
eindelijk een fatsoenlijke uitvalsbasis heeft om haar twee kinderen te
bezoeken die in een pleeggezin zitten.
Denzel informeert haar over stichtingen die kamers beheren en drukt haar
een folder in de hand over welzijnsorganisaties in Rotterdam. Nadat ze nog
even zorgelijk een kijkje nemen bij het brandgevaarlijke noodaggregaat
onder grote camouflagenetten, verlaten ze het pand.
‘Dit moet natuurlijk ontruimd worden’, concludeert Denzel terug in de
auto. Later maken ze een rapport met aanbevelingen voor de politie, de
GGD, de sociale dienst en andere instanties.
Lussenburg desinfecteert zijn handen terwijl ze naar het volgende adres
rijden. ‘We moeten vaak oppassen dat we geen eitjes van kakkerlakken mee
naar huis nemen. Veel panden zijn z- ontzettend vervuild’, zegt hij.
Rotterdams integraal interventieteam’
Het Rotterdamse ‘integraal interventieteam’ bestaat uit 42 controlerende
ambtenaren. Het is de bedoeling dat ze dit jaar 13 duizend panden
bezoeken. Daarnaast hebben ook diverse deelgemeenten hun eigen teams (zie
kader).
Volgens de gemeentelijke basisadministratie staan 20 duizend panden in
Rotterdam leeg. In werkelijkheid zijn dat er een stuk minder. Naast het
opsporen van illegale activiteiten en overkomelijke armoede probeert het
interventieteam ook huisjesmelkers aan te pakken. Zij proppen de panden
vaak vol met illegalen en laten de huizen verloederen.
Oneigenlijke combinatie
‘Vroeger werd dit gebied het “wilde westen” genoemd’, zegt Denzel als ze
door de Schiedamseweg in Delfshaven rijden. ‘Er was hier veel overlast van
dealers en criminelen, maar dat is een stuk minder geworden nu de politie
hier op je horloge kan kijken’, zegt hij, wijzend op de grote
bewakingscamera’s die aan de lantaarnpalen hangen.
Terwijl landelijk gezien ambtenaren van de sociale dienst in toenemende
mate agressieve klanten ontmoeten, hebben de interventieteams weinig
vervelende ervaringen tijdens hun huisbezoeken, aldus Denzel en
Lussenburg. Burgers raken enorm gefrustreerd van al die verschillende
gemeenteloketten waar ze zich telkens moeten melden. Wij benaderen ze niet
negatief, maar bieden vooral hulp, is hun verklaring.
Maar niet iedereen is gecharmeerd van de ‘handhaving- en zorg-methode’ van
de teams. De Bijstandsbond, een belangenorganisatie voor mensen met een
uitkering, noemt het een ‘oneigenlijke combinatie’. Mensen durven niet
openlijk over hun problemen te praten als ze ook gecontroleerd worden op
hun uitkering. Bovendien plegen de teams huisvredebreuk, aldus de bond.
Bewoners hoeven niet stante pede mee te werken, maar als ze blijven
weigeren, riskeren ze uiteindelijk een boete van 2250 euro, omdat de
gemeente het recht heeft haar basisadministratie te controleren, en
daaraan moet de bewoner meewerken.
Denzel bestrijdt de stelling van de Bijstandsbond. ‘Mensen zijn juist vaak
opvallend openhartig tegen ons. Ze zijn blij dat we hen helpen en ze er
bijvoorbeeld op wijzen dat hun gashaardkoppeling levensgevaarlijk is. We
nemen ook geen besluiten over de uitkering. Het enige wat we doen is
opvallende informatie doorgeven aan de sociale dienst, die de zaak verder
controleert.’ Van de huisbezoeken die hij aflegt bij bijstandsgerechtigden
klopt in bijna de helft van de gevallen iets niet aan de geregistreerde
gegevens. Maar dat wil niet zeggen dat er gefraudeerd wordt. Het kunnen
ook puur administratieve fouten zijn. Hoeveel van de door hun
gecontroleerde bewoners daadwerkelijk frauderen, weet Denzel niet. ‘De
terugkoppeling van de instanties moet nog beter’, erkent hij.
Bedrieglijk
Het team rijdt naar een ogenschijnlijk keurige straat in Rotterdam-Zuid.
Nette gevels zijn soms heel bedrieglijk, is de ervaring van de
huisbezoekers. In deze buurt zaten veel illegale en brandgevaarlijke
pensions, waar de bedden voor een paar uur verhuurd werden. Het team gaat
op huisbezoek bij een nieuwe 21-jarige bewoonster. Ze heeft de meeste
zaakjes op orde, alleen moet ze wel wat doen aan de aardlekschakelaar en
de provisorisch weggehaalde schoorsteen die een gat heeft achtergelaten in
het dak.
In de hotspotgebieden worden veel panden na een half jaar weer bezocht. In
hoeverre is er nog een verrassingseffect als de bewoners weten dat ze
controleurs op huisbezoek krijgen? Kunnen degenen die criminele
activiteiten ontplooien zich nu niet extra goed voorbereiden? Lussenburg
relativeert. Enerzijds is een afschrikwekkende werking juist gewenst en
anderzijds vreest hij in dit opzicht geen negatief effect. In dit soort
buurten verhuizen mensen ontzettend snel en buren zijn vaak kort van
memorie, stelt hij. ‘Het komt voor dat we een half jaar later weer een
hennepkwekerij vlakbij de vorige aantreffen. Zoiets ontmantel je niet zo
snel.’
Dichtgetimmerde panden
De controleurs bezoeken een troosteloze straat in Rotterdam-Zuid, vlakbij
de buurt waar het vermoorde ‘Maasmeisje’ woonde. Hier zijn veel
dichtgetimmerde panden. De buurt scoort momenteel een vijf op de
veiligheidsindex, de graadmeter van de veiligheid die wordt bepaald door
politiecijfers en ervaringen van bewoners (zie ook het kader). Lussenburg
en Denzel schuiven aan bij een alleenstaande 23-jarige moeder van
Haïtiaanse afkomst. Ze staat onder toezicht van de Geestelijke
Gezondheidszorg, maar waarom wordt niet duidelijk. ‘U woont in een
hotspotgebied’, begint Denzel weer en hij legt haar uit dat ze bij mensen
thuis komen om de wijk veiliger te maken.
De broeierig warme woning is sober ingericht en heeft geen vloerbedekking,
maar de jonge moeder verklaart dat het goed gaat met haar en de baby. Ze
vertelt over haar leerbaan met studiefinanciering en dat ze zich veilig
voelt in haar nieuwe buurt. Nadat de sociale en medische checklist zonder
problemen is afgewerkt, inspecteert Denzel de keuken. De gasslang van het
fornuis blijkt niet goed gemonteerd en na de nodige instructies verlaten
ze het pand.
‘Het gaat beter met Rotterdam’, zegt Lussenburg, terug in de auto. Mede
dankzij de ‘röntgenfoto’s’ die ze van de buurt maken, krijgt de gemeente
meer grip op de stad, meent hij. Met een zekere opluchting besluit hij de
huisbezoeken. Op de krakers na was het een vrij rustige middag. Elke week
treft het team wel illegalen aan die onder echt erbarmelijke
omstandigheden bivakkeren, huizen die eigenlijk te smerig zijn om binnen
te treden of vereenzaamde en vervuilde ouderen die te trots zijn om wat te
doen aan hun armoede. Lussenburg: ‘Iedere avond vind ik bij thuiskomst
mijn eigen huis een paleis.’
Veiligheidsindex
Volgens de directie Veiligheid van de gemeente Rotterdam zijn overlast en
criminaliteit de laatste jaren teruggedrongen en voelen steeds minder
Rotterdammers zich onveilig. De gemeente baseert zich op cijfers van de
Veiligheidsindex, een graadmeter die wordt bepaald door politiecijfers en
ervaringen van de bewoners. Op een schaal van 1 tot 10 is Rotterdam
gestegen van 5,6 in 2001 naar 6,9 in 2005. Het onlangs uitgebrachte
rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau ‘De leefsituatie in de
grote stad 1997 2004’ bevestigt de toegenomen veiligheid in Rotterdam.
Rotterdam voert nog steeds samen met Amsterdam de ranglijst aan als het
gaat om het percentage bewoners dat slachtoffer werd van geweld, maar de
stad bezet van de grote steden inmiddels de laagste plaats wat betreft
slachtoffers van criminaliteit. (De Rotterdamse politie lost van de G4 de
meeste delicten op.)
Het onderzoek schetst een minder rooskleurig beeld van de ‘fysieke
verloedering’ (rommel op straat, vernieling, graffiti). Volgens dit
rapport is de woonomgeving in de Rotterdamse wijken het meest verloederd.
Barend Rombout, coördinator Interventieteam, heeft geen verklaring. ‘Ik
ken de criteria van de onderzoekers niet. Het kan zijn dat bepaalde
buurten relatief gezien meer verloederd zijn, hoewel de gemeente juist
veel investeringen heeft gedaan de laatste jaren. Volgens onze criteria
zijn de buurten veiliger geworden en is er minder overlast. Zones als de
Keilerweg of no go area’s heb je hier niet meer.’
Handhaven en zorgen
Het eerste interventieteam dateert uit 2001 en was er dus al v--r de
Fortuyn-revolte. De verloedering en onveiligheid op de Rotterdamse
Strevelsweg in Feijenoord escaleerde dusdanig dat de gemeente besloot
zevenhonderd panden structureel te controleren op overlast, illegale
bewoning en de armoede en gezondheid van de bewoners. De aanpak beviel zo
goed, dat inmiddels deelgemeenten als Spangen, Charlois, Delfshaven en
IJsselmonde ook hun eigen teams de wijk insturen. De opkomst van Leefbaar
Rotterdam heeft de teams in een stroomversnelling gebracht. ‘Marco Pastors
benadrukte vooral de repressiefunctie van de teams. Maar het gaat ons
vooral om de zorg. Alleen slaan helpt niet’, aldus Barend Rombout,
coördinator van de interventieteams. De voormalige politieman is een van
de founding fathers van de filosofie ‘handhaving en zorg ineen’. ‘Hierv--r
keken ambtenaren op huisbezoek maar naar één probleem, maar ik vond het
onbegrijpelijk dat je als gemeente de helft van je instrumentarium thuis
laat.’
Naast de gebieden hebben de teams ook een doelgroepenbeleid. Zo krijgen
huisjesmelkers, drugsverslaafden en nieuwkomers ook systematisch visite
van de gemeente. ‘Nieuwkomers zijn vaak de dupe van huisjesmelkers’, zegt
Rombout. ‘Bovendien hebben zij vaak extra hulp nodig als ze zich in de
stad vestigen. We kijken altijd naar de hele context van de woning en het
gezin. Als er een vrouw thuis zit die geen Nederlands spreekt, omdat ze
geen les mag volgen van haar man, spreken we hem erop aan. Desnoods door
te dreigen met korting op zijn uitkering. Dan draait zo iemand vaak wel
bij.’
Door Linda van Putten / woensdag 25 oktober 2006
www.intermediair.nl
--------------------------------------------------------------
Afmelden, e-mail: kraken-post-unsubscribe@dvxs.nl
Opnieuw aanmelden: kraken-post-subscribe@dvxs.nl
Online Archief: http://www.krakenpost.nl/archief
[27 Oct 19:00u]: 263 abonnees + 398 niet-abonnees
--------------------------------------------------------------
ontvangsttijd Fri Oct 27 17:23:14 2006
Dit document staat op krakenpost.nl
voor de huidige en 11 maanden
het origineel blijft op skwot.dvxs.nl:
http://dvxs.nl/~skwot/{jaar}/{maand}/{nnnn}.html
kop