A.F.Th. sleutelt aan 'De oprotpremie'
A. F. Th. van der Heijden is vastbesloten een roman te wijden aan de moord
op de Nijmeegse activist Louis Seveke. Dinsdag bezocht hij de Waalstad om
ter plaatse onderzoek te doen. Zijn nieuwe boek moet de epiloog worden van
de romancyclus De tandeloze tijd, die in Nijmegen begint en eindigt. De
titel heeft hij al.
door Paul Bolwerk
Nijmegen - De ogen van romanschrijver Adri (A.F.Th.) van der Heijden
glijden over de natte stoeptegels en de kale muren van het leegstaand
winkelpand met daarop een rood gespoten vraagteken.
Hier, op de hoek van de Van Welderenstraat met de Eilbrachtstraat in de
Nijmeegse binnenstad, herinnert weinig meer aan de moord op dinsdagavond
15 november 2005. In gedachten verzonken observeert de romanschrijver
enige tijd de plek waar de Nijmeegse activist Louis Seveke op straat werd
doodgeschoten. De stilstaande man in zijn wapperende regenjas merkt niets
van de aandacht die hij trekt.
"Voor de stad en de samenleving is dit een schuldige plek geworden",
verbreekt hij zijn stilzwijgen.
De plek van het misdrijf kent hij alleen van krantenfoto's. Het witte
laken over het levenloze lichaam van Seveke, waarbij twee agenten staan.
Op de achtergrond een rek met fietsen. Terwijl de schrijver de rommelige
straathoek in ogenschouw neemt, is dat het beeld dat zich in alle
hevigheid opdringt. "Op een foto, die waarschijnlijk een dag later is
gemaakt, zie je op dezelfde plaats een bloemenzee. Daarachter een leeg,
zielloos pand. Dat beeld is onveranderd gebleven, zie ik nu. Dat treft me.
Ik ben gevoelig voor beelden."
Op deze regenachtige dinsdag, 4 september, bezoekt Van der Heijden voor
het eerst Nijmegen om ter plaatse onderzoek te doen voor een nieuw boek.
Op zijn verzoek gaat De Gelderlander mee.
De oprotpremie (werktitel) moet het slotdeel worden van de romancyclus De
tandeloze tijd. De cirkel is dan rond, meent de schrijver.
Het eerste deel, Vallende ouders (1983), begint in Nijmegen, de stad waar
de schrijver in de eerste helft van de jaren zeventig woonde en filosofie
studeerde. In De slag om de Blauwbrug (1983), de proloog van De tandeloze
tijd, beschrijft Van der Heijden het krakersoproer ('Geen woning, geen
kroning') tijdens de inhuldiging van koningin Beatrix. Advocaat van de
hanen (1990) draait om de dood van een punker in een politiecel, na zijn
arrestatie in een kraakpand.
In de epiloog keren zijn belangrijkste romanfiguren uit de eerdere delen,
advocaat Ernst Quispel en en de drank- en drugsverslaafde student Albert
Egberts zeker terug, verklapt Van der Heijden.
A.F.Th. kampt echter met een probleem. De slag om de Blauwbrug en Advocaat
van de hanen spelen zich af in Amsterdam. "Hoe leg ik een connectie naar
de Nijmeegse krakersscene?"
Zijn ogen beginnen te glimmen als hij hoort hoe twee leidende figuren uit
de Amsterdamse kraakbeweging in de jaren tachtig een dossier over Seveke
hebben ontvreemd uit het kantoor van een bekende advocaat. "Dat heb ik nog
nergens gelezen. Fascinerend. Waarom deden ze dat?" De Amsterdamse krakers
meenden Seveke te kunnen ontmaskeren als 'verklikker'. Ze verdachten hem
ervan, na een arrestatie, gevoelige informatie aan te politie te hebben
gelekt over de krakerswereld. Daarom kwamen ze het strafdossier even
'lenen'.
De wandeling door Nijmegen stemt de schrijver tevreden. Het brengt hem ook
terug in de jaren zeventig, zijn eigen studententijd. Terloops merkt hij
op destijds met verbijstering naar zijn medestudenten, "die in de ban
waren van het gelaarsd marxisme", te hebben gekeken. Dat gekoketteer met
de arbeidersklasse was aan hem, zelf kind uit een Geldrops arbeidersgezin,
in elk geval niet besteed.
Met de Nijmeegse kraakbeweging had hij indertijd niets. In Amsterdam
woonde hij zeven jaar in een kraakpand, maar altijd voelde hij zich "meer
toeschouwer dan deelnemer".
Als hij de vitrage van het voormalige kraakpand De Grote Broek ziet,
schiet hij in de lach. "Dat is zo typisch kraakachtig."
Niet het slachtoffer, maar zijn moordenaar krijgt in de koningstragedie
over de nadagen van de kraakbeweging de hoofdrol, weet Van der Heijden al.
Volgens Justitie heeft Marcel T. Louis Seveke met twee schoten om het
leven gebracht. Uit wraak.
De oud-kraker wilde oude rekeningen vereffenen. In het bijzonder met
Seveke, de verpersoonlijking van de Nijmeegse krakerswereld. Marcel T.
voelde zich in de jaren negentig door zijn naaste omgeving vernederd,
gekrenkt, geisoleerd en gewantrouwd. Als enige van een groep krakers wilde
hij van een huisbaas geld aannemen in ruil voor zijn vertrek uit een
kraakpand. De kritiek die hij kreeg, raakte hem diep.
Gebaseerd op dit incident koos Van der Heijden zijn nieuwe voorlopige
romantitel. Hij overweegt zijn boek te beginnen met een fragment uit de
film De graaf van Monte Christo, waarin de graaf als Edmund Dantes wraak
neemt op zijn verrader(s).
De romanfiguur uit De oprotpremie zit gebiologeerd naar deze film te
kijken. Het is een verwijzing naar de werkelijkheid: Marcel T. stuurde
Seveke in 2005 e-mails, ondertekend met Edmund Dantes.
"Wat mij intrigeert is dat Marcel T., achteraf beschouwd, telkens sporen
achterliet." Van der Heijden doelt op een reeks bomaanslagen en gewapende
bankovervallen, die T. pleegde na zijn krakerstijd. "Telkens gaf hij een
puzzelstukje prijs. Alsof hij hoopte gepakt te worden", schetst de
schrijver.
Aantekeningen maakt hij deze dag vrijwel niet. Leunend op een ijzersterk
geheugen en puttend uit zijn fantasie sleutelt hij aan De oprotpremie.
"Het is natuurlijk een heikel thema. Voor de nabestaanden van Louis Seveke
is het nog nog maar kort geleden dat ze hun dierbare hebben verloren. Dat
besef ik ten zeerste. Maar hoe je het wendt of keert, de moord op de
Nijmeegse activist is nu al moderne geschiedenis."
In zijn roman heten bestaande mensen anders. Van der Heijden haalt de
namen van zijn romanfiguren uit overlijdensadvertenties. Hij schetst een
mogelijk begin van zijn nieuwe roman. "Met Edmund Dantes in zijn hoofd
neemt de hoofdrolspeler deel aan een vergadering van de Nijmeegse
kraakwereld. Albert Egberts en advocaat Ernst Quispel schuiven ook aan.
Als oude rotten, midden veertig, uit de Amsterdamse scene zijn ze naar
Nijmegen gekomen, omdat het crisis is in de kraakscene."
De schrijver speelt met de gedachte om zijn hoofdrolspeler een bekentenis
te laten afleggen. "In volledige overgave aan de autoriteiten. Iemand die
in gulzigheid alles wil vertellen. Boete wil doen voor zijn zonden. De
straf die hem wacht, wil hij dragen. Gelijk Raskolnikov uit Schuld en
Boete van Dostovjeski."
De Gelderlander 08-09-2007
--------------------------------------------------------------
Afmelden, e-mail: kraken-post-unsubscribe@dvxs.nl
Opnieuw aanmelden: kraken-post-subscribe@dvxs.nl
Online Archief: http://www.krakenpost.nl/archief
[11 Sep 10:00u]: 256 abonnees + 421 niet-abonnees
--------------------------------------------------------------
ontvangsttijd Tue Sep 11 08:44:56 2007
Dit document staat op krakenpost.nl
voor de huidige en 11 maanden
het origineel blijft op skwot.dvxs.nl:
http://dvxs.nl/~skwot/{jaar}/{maand}/{nnnn}.html
kop