De Wraak van de Blauwe Aanslag

New Message Reply About this list Date view Thread view Subject view Author view

Rieneke de Groot (r.h.degroot@student.utwente.nl)
Wed, 03 Nov 1999 20:58:02 +0100


Voor echt geinteresseerden hier de droge kost die naar de Raad van State is gestuurd. Voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State Postbus 20.019 2500 EA Den Haag Betreft: Wrakingsverzoek Zaaknr. E01.97.0251 Den Haag, 20 juli 1999 Geachte voorzitter, De Vereniging Een Breder Buitenom doet hierbij een verzoek tot wraking op grond van de Algemene wet bestuursrecht. Onze vereniging was appellant in zaaknr. E01.97.0251 betreffende de behandeling van de beroepen tegen het stadsvernieuwingsplan Vaillantplein/Buitenom e.o.. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 22 april 1999 uitspraak gedaan in opgemelde zaak en de beroepen van alle appellanten ongegrond verklaard. Wij verzoeken tot wraking van de heer mr. R.J. Hoekstra, Staatsraad en rapporteur in onderhavige zaak. Wettelijke grondslag wrakingsverzoek 1) Op grond van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht kan op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. 2) Op grond van artikel 8:16, lid 1, van dezelfde wet wordt het verzoek gedaan zodra de feiten of omstandigheden aan de verzoeker bekend zijn geworden. 3) Op grond van artikel 8:16, lid 3 van dezelfde wet moeten alle feiten of omstandigheden tegelijk worden voorgedragen. Tijdstip wrakingsverzoek Wij onderkennen dat ons wrakingsverzoek pas na de uitspraak is opgesteld. Dit neemt niet weg dat het verzoek gedaan wordt nu de feiten en omstandigheden ons bekend zijn geworden en derhalve voldaan wordt aan artikel 8:16, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht. Wat betreft het ons bekend worden van de feiten en omstandigheden het volgende: a) Op 22 april 1999 doet de Afdeling uitspraak in de zaak. Met het ons doen toekomen van de schriftelijke uitspraak op 23 april 1999 wordt ons bekend wie de behandelende rechters waren. In de periode voorafgaand aan de uitspraak waarin de zaak door de Afdeling is behandeld, zijn door de Afdeling geen mededelingen gedaan over de behandelende rechters. Ook tijdens de hoorzitting dd. 18 januari 1999 zijn hierover blijkens het proces-verbaal geen mededelingen gedaan. b) Het bekend worden van de feiten en omstandigheden heeft enig onderzoek gevergd, waarmee enige tijd gemoeid is geweest. c) Lopende het onderzoek werden ons meerdere feiten en omstandigheden bekend, wat er toe heeft geleid dat artikel 8:16, lid 3 van de Algemene wet bestuursrecht in acht moest worden genomen. De feiten en omstandigheden De rechterlijke onpartijdigheid heeft ons inziens schade geleden door de volgende feiten en omstandigheden: a) Voorzitterschap Stichting Den Haag 750 jaar De heer mr. R.J. Hoekstra is gedurende behandeling van ons beroep door de Afdeling voorzitter geweest van het bestuur van de Stichting Den Haag 750 jaar. Deze stichting covrdineerde de activiteiten die in het jaar 1998 hebben plaatsgevonden i.v.m. het 750-jarig bestaan van de gemeente Den Haag. De stichting is in 1995 opgericht op initiatief van de gemeente Den Haag die bij de oprichting 2 miljoen gulden toezegde. Het bedrijfsleven heeft 25 miljoen bijgedragen aan de activiteiten. In het bestuur van de stichting heeft de heer Hoekstra samengewerkt met o.a. C.A. van Herwaarden-Canneman (ex-fractievoorzitter v.d. Haagse D66 gemeenteraadsfractie), D. Ramlal (ex-CDA wethouder gemeente Den Haag), W.J. Kuijken (ex-gemeentesecretaris gemeente Den Haag) en N. van Mourik (bestuursadviseur van het College van Burgemeester & Wethouders van de gemeente Den Haag). De politiek-bestuurlijke betrokkenheid van de gemeente Den Haag bij de stichting 750 jaar Den Haag blijkt niet alleen uit de samenstelling van het bestuur, maa r ook uit de gedeelde doelstelling van de stichting en het gemeentebestuur om de stad Den Haag met de viering van het 750-jarig bestaan te promoten in binnen- en buitenland. Verder was de stichting financieel afhankelijk van bijdragen van de gemeente Den Haag en het bedrijfsleven. De heer R.J. Hoekstra was als voorzitter van de stichting in hoge mate verantwoordelijk voor het financikle en organisatorische beleid en in theorie hoofdelijk aansprakelijk voor mogelijke verliezen van de stichting. De rechterlijke onpartijdigheid van de heer Hoekstra zou in het geding kunnen komen, indien hij recht moet spreken in zaken waarbij de gemeente Den Haag of andere sponsoren van de stichting, partij, danwel belanghebbenden zijn. In casu is de gemeente Den Haag partij geweest en beweren zowel de gemeente als het bedrijfsleven belang te hebben bij het verbreden van het Buitenom, de gemeente vooral uit politieke overwegingen, het bedrijfsleven uit het oogpunt van bereikbaarheid van de stad. b) Lidmaatschap Curatorium Nieuwspoort De heer R.J. Hoekstra is lid van het Curatorium Nieuwspoort. Dit curatorium adviseert het bestuur van Perscentrum Nieuwspoort. Ook de heer W.J. Deetman, burgemeester van Den Haag, maakt deel uit van dit curatorium. De heer Deetman is in zijn hoedanigheid van burgemeester en voorzitter van het College van Burgemeester & Wethouders van Den Haag uitvoerder van en verantwoordelijk voor het gemeentelijk beleid. In casu was de gemeente Den Haag partij en belanghebbend. De bestuurlijke positie van de heer Hoekstra als lid van het Curatorium Nieuwspoort kan door de positie van de heer Deetman binnen dit Curatorium hebben geleid tot een zekere invloed op de rechterlijke onpartijdigheid. In ieder geval is sprake van omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. c) Interview Vrij Nederland Op 16 juli 1994 verscheen in het weekblad Vrij Nederland een interview met de heer R.J. Hoekstra. Dit ter gelegenheid van zijn benoeming als Staatsraad en zijn afscheid als secretaris-generaal van het Ministerie van Algemene Zaken. In deze publicatie geeft de heer R.J. Hoekstra zijn visie op een aantal maatschappelijke ontwikkelingen. De uitspraken van de heer Hoekstra in het bedoelde interview moeten worden afgezet tegen de positie en het imago van de Blauwe Aanslag. Algemeen bekend is dat de Blauwe Aanslag zn oorsprong vindt in de roerige dagen van de kraakbeweging, begin jaren 80. De maatschappelijke onrust in die tijd -met name de Amsterdamse kroningsrellen in 1980- bepalen helaas nog steeds het imago van krakers, kraakpanden en kraakbeweging. Ook de Blauwe Aanslag heeft nog steeds een dergelijk imago, hoewel die roerige periode reeds lang voorbij is en de voedingsbodem daarvoor grotendeels is verdwenen. Interviewer L. Ornstein schrijft over R.J. Hoekstra: Schreeuwende menigten, te hoop lopende massas vormen zijn schrikbeeld. (..) De ordeverstoringen bij de kroning van Beatrix in 1980 doen hem veertien jaar later nog huiveren. Het staat voor altijd op zijn netvlies. De kraakbeweging mag dan voor een groot deel geschiedenis zijn, evident is evenwel dat De Blauwe Aanslag nog steeds een rol speelt in sociale aktiebewegingen, die o.a. gebruik maken van het recht op demonstratie. In dat verband zegt R.J. Hoekstra het volgende: Veel demonstraties heb ik vanuit mijn raam kunnen gadeslaan. (..) Soms blokkeerden ze de toegang. Ik spreek daar schande van. Het Binnenhof moet altijd bereikbaar zijn. (..) Ik ben daar heel orthodox in. Verder wordt het initiatief De Blauwe Aanslag door de politiek-bestuurlijk verantwoordelijken gedoogd. Weliswaar bestaat er een intentie-overeenkomst tussen de gemeente en de Vereniging de Blauwe Aanslag, gebleken is echter dat de Afdeling hier niet veel waarde aan heeft gehecht. In dat verband zegt R.J. Hoekstra in het interview: We kunnen niet alle overtredingen vervolgen en laten maar van alles toe. (..) We gedogen in dit land eindeloos veel terwijl veel feiten wel strafbaar zijn. Het stond de heer Hoekstra uiteraard vrij om op persoonlijke titel uitspraken te doen over maatschappelijke ontwikkelingen, en we betwisten ze ook niet, maar we vragen ons wel af of de heer Hoekstra niet enigzins bevooroordeeld is geweest tijdens de behandeling van de beroepen. De vraag of zn rechterlijke onpartijdigheid tijdens de behandeling van de beroepen tegen het stadsvernieuwingsplan Vaillantplein/Buitenom schade heeft geleden door zijn persoonlijke opvattingen over buitenparlementaire actie, krakersoproer en gedoogsituaties kan ons inziens niet met een volmondig neen worden beantwoord. d) Interview Haagsche Courant Op 10 juni 1995 verscheen in het dagblad Haagsche Courant een interview met de heer R.J. Hoekstra in de serie Oog in oog met...... In deze serie geven bekende inwoners van Den Haag hun mening over Den Haag. In het interview geeft de heer Hoekstra niet alleen blijk van een grote betrokkenheid met de stad Den Haag, ook laat hij zich uit over de vernieuwing van de Vaillantlaan. De passage luidt aldus: Op het gebied van de stadsvernieuwing is er heel veel in Den Haag gebeurd dat ik jammer vind, (..) maar de Vaillantlaan is een verademing. Hoe die eruit gaat zien! Dat is nou creatief (..). Het bestreden stadsvernieuwingsplan Vaillantplein/Buitenom e.o. vormt het planologisch toetsingskader voor de herinrichting van het Vaillantplein/Buitenom. Deze herinrichting vormt het sluitstuk van de vernieuwing van de Vaillantlaan en is onderdeel van het Stedebouwkundig-Architectonisch Plan Vaillantlaan uit 1990. Van bijkomend belang is dat de heer Hoekstra deze uitspraak heeft gedaan, wetende dat de gemeenteraad op 12 januari 1995 had besloten tot sloop van de Blauwe Aanslag. Ons inziens is gelet op de uitspraken van de heer Hoekstra over de toekomstige Vaillantlaan sprake van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid bij de behandeling van de beroepen niet alleen schade zou kunnen lijden, maar ook daadwerkelijk schade geleden heeft. Onverenigbare betrekkingen en functies Tenslotte vragen wij ons af of de openbare betrekkingen van de heer R.J. Hoekstra, zoals onder punt a en b beschreven, niet in strijd zijn met artikel 7 van de Wet op de Raad van State. Lid 2 van dat artikel bepaalt dat door staatsraadleden geen betrekkingen mogen worden vervuld, waarvan de uitoefening ongewenst is met het oog op een goede vervulling van hun ambt of op de handhaving van hun onpartijdigheid en onafhankelijkheid of van het vertrouwen daarin. Met name het vertrouwen in de onpartijdigheid en onafhankelijkheid van de heer R.J. Hoekstra is bij ons en vele andere bij de zaak betrokken personen en organisaties, gelet op de geconstateerde feiten, tot een absoluut nulpunt gedaald. Hoogachtend, namens de Vereniging Een Breder Buitenom, P.J. Bos Postbus 10.233 2501 HE Den Haag http://www.ddh.nl/org/blau/bez/briefrs2.htm ******************************krakenmail************************************* Voor afmelden/ to unsubscribe: mail to <majordomoNotApllicable> met de tekst/ with text: unsubscribe kraken Oude berichten op/ old mailmessages at: <HttpNoTaPplicable?/ascii/kraken/index.html> volgens de waarnemend admin in komkommertijd: "da klopt niet meer, dat wordt binnenkort <http://squat.net/ascii> of ergens in die omgeving"


New Message Reply About this list Date view Thread view Subject view Author view

This archive was generated by hypermail 2.0b3 on Wed 03 Nov 1999 - 22:52:15 CET