From: schuurman (dollehon@dds.nl)
Date: 06/20/00
Al met al ook een hoop zooi waar ik niet echt nostalgisch van wordt. Van het spierballen-stalinisme van de PVK via het neoleninistische gezwatel van de Frontline anti-imps tot het aarts-reformistische pseudo-ludieke geblaat van de Bluf-redactie en de Softe Kern. Of het pacifistische gereutel wat je destijds veel uit de anarchistische hoek hoorde, en het gruwelijke ‘anti-seksisme’ wat in wezen alleen maar anti-seks was, zoals je het tegenwoordig alleen nog maar bij Duitse linksen tegenkomt. Het kan me allemaal gestolen worden, net als de woonwerkkamp-cultuur of het huidige broedplaats-gekakel. Aiaiai, wat een ellende. Je kunt natuurlijk allerlei dingen te berde brengen die ook heel belangrijk waren en niet in het boek staan, maar niemand zit te wachten op een volledig gedetailleerde geschiedenis met elke halve etage die ooit een blauwe maandag gekraakt was. De Kolk staat er niet in, maar daar kan ik me ook niet echt druk om maken, hoewel de schrijver misschien met wat al te rasse schreden door de jaren negentig is gegaan. De ontruiming van de Fietsenfabriek in Rotterdam, wat nog leidde tot een schietpartij en wild-west taferelen in het Oude Noorden, daar hadden mensen het jaren later nog over. De ontruiming van het KNSM-eiland in ‘89, volgens mij met Wijers de grootste ontruiming die Amsterdam ooit heeft meegemaakt. Inderdaad, de blokkade van het stadhuis kort na Kedichem, tegen de installatie van een fascistisch raadslid. De bestorming van de Blauwe Aanslag, de tovertas, de V&D kadobonnen... Desalniettemin: wat mij betreft (en ik kan slechts zeer subjectief oordelen over de jaren tachtig en negentig) een behoorlijk goed en redelijk compleet overzicht van die tijd, het wijde spectrum van thema’s waarop actie werd gevoerd en de diversiteit van het leven in de kraak-subcultuur. Van het kantelen van de gasmeter tot de mannenpraatgroep, alles staat er in. Onkruit, Amelisweerd, de blokkades van Doodewaard en munitietransporten, de bladen, de radio’s, de kunstenaars, de kinderboerderij, de creches. De gereedschapsuitleen, de Spruitjes, Bier & Co. Het proletarisch winkelen en op valse naam bestellen bij de Wehkamp (wat zelfs een werkwoord werd: wehkampen). Je kon drinken in de kraakkroeg, dansen in de Fluks... Maar wacht eens even, dat zat toch in de kelder van Tetterode? Waar nu de Trut zit? Maar de Fluks heeft toch maar heel kort bestaan? En de Trut zit er nu al zo’n vijftien jaar! Wacht even, hoe staat het ook weer op het kaartje... “...trut is een niet-commerciële potten en flikker disco... dat wil zeggen dat er vrijwillig en onbetaald gewerkt wordt...” Waarom staat dat er niet in? Er komt in het hele boek verdomme geen pot of flikker voor! Of hier, op pagina 241: “Het vrouwencollectief van garage ‘De Knalpot’ houdt zich bezig met de reparatie van auto’s en motoren.” En dat is dan ook werkelijk het enige. Leve de Knalpot! Maar hoe kun je nu een beeld geven van de kraakbeweging in de jaren tachtig zonder het fenomeen van de pottenwoongroep te noemen? Daar bestaan er geloof ik zelfs nog drie van! Act Up: opgericht door (oud-)krakers. Scheluw: de redaktie bestond grotendeels uit ex-medewerkers van Bluf. Er was een Roze Tornado busreis door heel Nederland, wat nog leidde tot vechtpartijen in Tilburg en uiteindelijk zelfs tot een schietpartij tegen het huis van Atoom-Vrijstaat in Woensdrecht. Ik herinner me nog de kop op de voorkant van Bluf: poten rammen terug. Er kwam een speciale flikker-bluf uit. En in de Haarlemmerstraat zat nog een tijdje een potten- en flikkerpand, met het roemruchte café Heavy Bep. Wat je verder ook van de persoon mag vinden: het “levend kunstwerk” Fabiola is mede gezichtsbepalend geweest voor de Amsterdamse kraakbeweging. In de Kolk hebben we nog de Sissy geopend en tot op de dag van vandaag worden er spetterende queerparties gegeven op het Entrepotdok... En dan noem ik alleen de dingen die ik zo uit m’n hoofd kan herinneren. Dat had natuurlijk niet allemáál genoemd hoeven worden, maar die ene Knalpot is wel erg mager... Heel vreemd, aangezien ik verder niets mis in het overzicht van sociale thema’s waar krakers zich mee bezighielden. Als je wél dat beroerde aquarium bij de ontruiming van de Mariënburcht opmerkt, of zoiets compleet debiels als die miserabele mannenpraatgroepen, waar je godbetert na drie keer meestal geen heteroman meer zag verschijnen en je achterbleef met een kluitje flikkers (ook heel gezellig hoor, maar je vroeg je wel af waar het in eerste instantie nu eigenlijk over ging). Pagina 319: “Een van de meer verborgen achtergronden van de verbondenheid tussen krakers vormde het enorme aantal onderlinge relaties,” en die waren natuurlijk ook allemaal heteroseksueel, ja zeg, zelfs het intieme leven van deze diersoort komt aan de orde. Het is echt klassiek: een hetero schrijft de geschiedenis van de kraakbeweging en er is geen flikker aan... Waarschijnlijk is de nichtenterreur niet heftig genoeg geweest, de roze furie woedde niet fel genoeg! Sandra "We kennen elkaar uit de tijd dat de disco op haar hoogtepunt was, de (st)Opera nog gebouwd moest worden en het centrum van Amsterdam één groot gekraakt geheel vormde. Binnen dit geheel domineerde de punkcultuur, net als de vele 'happenings', concerten en rellen hun stempel op het wezen van de stad drukten. Punks, junks, kunstenaars, intellectuelen, homo's en lesbo's, krakers, travestieten: alles liep door elkaar heen. De tijd staat weliswaar bekend om de vele drugs maar het was ook een creatieve tijd. Graffiti, de Nieuwe Wilden, de vele kleurrijke Amsterdammers maar ook het Festival of Fools bepaalden het gezicht van Amsterdam. En, de stad was van ons." Uit: Liefde en medicijnen, interview met Tjals Lucker alias Vera Springveer door Cees van der Wilden in Hivnieuws nr. 63. --------------------------------------------------------------------------- --------------------------------------------------------------------------- ---kraken-post@dvxs.nl ----------- http://www.dvxs.nl/~skwot http://www.dvxs.nl/kraaklinks
This archive was generated by hypermail 2b29 : 06/20/00 CEST