Documentlocatie i.v.m. hyperlinken

Kraken-post:
bericht van ouwesiem@squat.net


[kraken] Acht jaar na de explosie.

Auteur: <ouwesiem@squat.net>
Datum: 09 jan 2004 14:46 uur

Staatskrant - editie 33010104 januari 2004 jaargang 33 nummer 1 - Wonen

PLOFHOEK WORDT PHOENIX

Acht jaar na de explosie

    Na jaren troosteloosheid wordt bij de Plofhoek in de Van
Beuningenstraat eindelijk gebouwd. De nieuwe woningen zullen verrijzen
onder de naam Phoenix. Wat speelde zich daar acht jaar geleden af?

Op zaterdag twaalf oktober 1996, kort voor middernacht, werd de
Staatsliedenbuurt opgeschrikt door een enorme knal. Op de hoek van de
Groen van Prinstererstraat en de Van Beuningenstraat vond een grote
explosie plaats. Een bewoner op de derde verdieping had geprobeerd een
eind aan zijn leven te maken door zijn huis op te blazen.

Wonder boven wonder vielen er bij de zware ontploffing geen doden.
Bewoners waren op weg naar huis, maar nog net niet aangekomen. Een
vergadering in het advocatenkantoor op de begane grond, waar wel vijftig
mensen zouden komen, was net die dag afgelast. En een automobilist
parkeerde die avond toevallig ergens anders dan gewoonlijk en werd daarom
niet onder het puin bedolven. De dader zelf moest met brandwonden worden
afgevoerd naar het brandwondencentrum in Beverwijk. Hij was, liggend op
een matras, door het raam naar buiten geblazen, op het moment dat hij zijn
aansteker in de met gas gevulde kamer ontstak. Een baby in een tegenover
gelegen pand raakte gewond door glassplinters van gesprongen ramen. Verder
bleef iedereen ongedeerd. De schok was groot. Velen verloren hun huis en
werden tijdelijk dakloos. Vijftien woningen werden onbewoonbaar verklaard.

In de wijde omgeving zag je kapotte ramen, beschadigde auto’s en stukken
puin en glas. Politie, ambulance en brandweer waren snel ter plekke.
Vooral het optreden van de brandweer uit de buurtkazernes kreeg veel
waardering. Gelukkig was op de rampplek snel voldoende materieel aanwezig.
Even was het de vraag of er nog mensen in het ontplofte pand aanwezig
waren. De brandweer vond geen verdere slachtoffers onder het smeulende
puin. De voornaamste zorg was daarna het beperken van instortingsgevaar en
het opvangen van de bewoners. Veel buurtbewoners kwamen kijken en
reageerden onthutst door de ravage.
De volgende ochtend kwam het ramptoerisme op gang. Ook burgemeester Patijn
kwam kijken, samen met zijn stadsdeelcollega Ruud Grondel. Zij beloofden
de slachtoffers te helpen met ‘speciale geldpotjes’.

De gehavende woningen op de plek die later in de buurt bekend werd als ‘De
Plofhoek’, bleven twee jaar leegstaan als een macabere herinnering aan de
explosie. Op 1 juli 1998 besloot een groep krakers dat er in de panden nog
best gewoond kon worden. Er werd toch geen haast gemaakt met sloop of
opknappen. Ruim drie jaar bivakkeerden de krakers in de Plofhoek. Dat ze
nog zo lang konden blijven zitten was mede te danken aan de trage
besluitvorming bij het stadsdeel. Al in april 1999 werd het voorstel tot
slopen aangenomen. In oktober van dat jaar werd het besluit definitief.
Toch duurde het nog tot november 2001, ruim vijf jaar na de ontploffing,
dat de hoek, samen met een hele rij huizen in de Van Beuningenstraat,
tegen de vlakte ging. De kraakgroep verkaste naar het leegstaande
kinderdagverblijf in de binnentuinen aan het Van Beuningenplein.
De Plofhoek lag vervolgens jaren braak, in afwachting van een
nieuwbouwproject dat de toepasselijke naam Phoenix meekreeg. De bouw werd
steeds uitgesteld omdat de verkoop van de nieuwbouwwoningen tegenviel.

Ronald, die de explosie veroorzaakte, stond bekend als een rustige en
aardige jongen, die af en toe wel driftig of agressief uit de hoek kon
komen. Hij deed veel aan zeefdrukken in de Buurtwerkplaatsen en maakte het
affiche van het wijkcentrum waarmee huurders werden opgeroepen niet teveel
huur te betalen.
De Staatsliedenbuurt kon hem niet zo bekoren, hij voelde zich er niet echt
op zijn plek. Misschien gold dit wel voor Ronald’s hele leven: dat hij
zich er niet in ‘thuisvoelde’. In de gevangenis zei hij eens dat hij
zichzelf als een heel andere jongen had voorgesteld, met een ander leven.
Lange tijd heeft hij geprobeerd zich toch te schikken. Daarbij worstelde
hij met flink wat problemen: hij groeide op in een pleeggezin, hij kon
geen werk of een andere echt bevredigende bezigheid vinden en hij was lang
afhankelijk van een uitkering wegens arbeidsongeschiktheid.
Ronald liet herhaaldelijk weten dat zijn situatie verslechterde. Er zijn
meldingen geweest bij het Meldpunt Extreme Overlast. Ronald werd wel eens
achter op de fiets gezet en afgeleverd bij een hulpinstantie voor
geestelijke noodgevallen. De bestaande organisaties waren niet in staat om
Ronald voldoende op te vangen en te begeleiden.

De rechter veroordeelde Ronald tot twee jaar gevangenisstraf en TBS. Na
een maand in Beverwijk te zijn verpleegd werd hij overgebracht naar het
gevangenisziekenhuis in Scheveningen. Daar werd hij verder verpleegd, maar
nu als gevangene. Zijn hoofdhaar en wenkbrauwen waren verdwenen, zijn
handen en oren ernstig verbrand. Door de grote klap was zijn milt zo
beschadigd geraakt dat deze moest worden verwijderd. Zijn bril was hij in
de explosie kwijtgeraakt, net als de rest van zijn bezittingen. De
aandacht voor zijn revalidatie was in Scheveningen minimaal, de
leefomstandigheden armetierig. Ronald kon ook niet goed begrijpen waarom
hij gevangen was gezet. ‘Ik wilde toch zelfmoord plegen, waarom krijg ik
daar dan straf voor?’, vroeg hij zich af. Hij voelde geen spijt of berouw
over zijn daad, of liet dat in ieder geval niet blijken. Het feit dat hij
nooit de ravage heeft gezien die hij had aangericht, maakte het ook
makkelijker zich er voor af te sluiten. Dat een baby verwond was, raakte
hem diep. Daarover wilde hij niet praten.

Weer een maand later werd hij opnieuw overgeplaatst, deze keer om zijn
straf uit te zitten. Hij ging naar een afdeling Bijzondere Zorg in Grave,
vlakbij Den Bosch. De voorzieningen waren er niet best voor iemand die zo
blut was als Ronald. Zonder geld in de gevangenis zitten is net zo erg als
erbuiten. Voor alles moet worden betaald: zeep, tandpasta, de kapper en
eigen eten. Van het weinige bezoek dat Ronald kreeg, ontving hij wel een
beetje geld, wat kleding en muziek. Ze regelden een recept voor hem
waarmee hij weer een bril kon krijgen.
In april 1998 kwam Ronald in het zwaarbewaakte Meijers Instituut in
Utrecht, een strenge TBS-onderzoekskliniek. Psychiaters bepalen hier wat
voor behandeling de gevangenen krijgen. Na maanden observatie en onderzoek
ging Ronald weer terug naar Grave, in afwachting van een behandelplek.
Daarvoor zou hij tegen zijn zin in geplaatst worden in een kliniek in
Assen.
In Grave hield Ronald het nog een maand vol. Op 11 juli 1998 zette Ronald
definitief een punt achter zijn leven. Zijn zelfmoord kwam voor bewakers
en medegevangenen toch nog onverwacht. Een dag eerder had Ronald nog
beschuit met oranje muisjes uitgedeeld, ter ere van het WK voetbal. Hij
was niet langer meer een ‘gevangene’.

Delen van dit artikel stonden eerder in Z magazine.
ZIE OOK:
 De Plofhoek
|december 2003| Woningbedrijf doet bouwbelofte voor Plofhoek
|februari 2003| Bartlema vergeet zijn eigen gat
|september 2002| Stadsnomaden bestormen plofhoek
|maart 2002| Plofhoek tegen de vlakte
|november 2001| Krakers blijven in De Binding
|oktober 2001| De Plofhoek kraakt leeg buurthuis
|juli 2001| Agenda juli-augustus 2001
|november 1996| Explosie schokt buurt | Dagboek van een nieuwe dakloze |
Pluim voor brandweer

copyright © Staatskrant

--------------------------------------------------------------
 Afmelden, e-mail: kraken-post-unsubscribe@dvxs.nl
 Opnieuw aanmelden: kraken-post-subscribe@dvxs.nl
 Faq: kraken-post-faq@dvxs.nl
 Website: http://krakenpost.nl
 [09 Jan 14:00u]: 254 abonnees + 236 niet-abonnees
--------------------------------------------------------------
 
ontvangsttijd Fri Jan 09 13:46:56 2004


Documentlocatie

Dit document staat op krakenpost.nl
voor de huidige en 11 maanden
het origineel blijft op skwot.dvxs.nl:
http://dvxs.nl/~skwot/{jaar}/{maand}/{nnnn}.html
 
kop