Open Monumenten Dag 2007, Moderne monumenten
Vroeg twintigste eeuwse wijken: Complex I 'het Kleine Wijk'
Op zondag 8 september heeft de Open Monumenten Dag 2007 plaats. Dit jaar
staat de Open Monumentendag in het teken van de monumenten van de twintigste
eeuw: 1900 - 1965. In Utrecht is naar aanleiding van het thema dit jaar veel
aandacht voor 'de wijk', met name de wijk 'Noordwest' (Pijlsweerd, Ondiep en
Zuilen). In Ondiep concentreert het programma zich rond 'het Kleine Wijk'.
Graag nodigen wij u namens bewonersvereniging Complex I uit in onze wijk.
Deze dag staat een groot aantal activiteiten gepland in het Kleinen Wijk. De
bewoners hebben hun wijk opgeleukt met plantjes en terrasjes. Daarnaast
hebben zij een stijlkamer ingericht en opengesteld, worden er informatieve
films vertoond en historische foto's tentoon gesteld. Ook vertonen
kunstenaars audiovisuele werk in tien woningen onder de titel; 'het grote
verlies van het Kleine Wijk' Het Stut theater verzorgt 5 huiskamer
voorstellingen en stichting Mitros maakt van de gelegenheid gebruik om haar
vernieuwingsplannen te presenteren.
In de bijlage treft u een plattegrond met alle locaties. Voor meer
informatie: www.hetondiep.nl/OMD/ of mail bvcomplex1@gmail.com.
Hieronder treft u de tekst van de folder die bewonersvereniging Complex I
ter gelegenheid van de Open Monumentendag heeft uitgebracht.
Open Monumenten Dag 2007
Utrecht Noordwest | Ondiep
Complex I het Kleine Wijk
Het Kleine Wijk ofwel Ondiep Complex I is het eerste
volkshuisvestingscomplex van de stad Utrecht en vormt samen met Het Witte
Wijk (Ondiep Complex II) de aanzet tot het prestigieuze '1000 woningenplan'
waaruit de wijk Ondiep in de jaren twintig is ontstaan. De plannen voor de
eerste bouw, bekend als 'Het Project Kleine Woningwijk' dateren uit het
eerste decennium van de twintigste eeuw.
Het project werd uitgewerkt volgens de principes van de 'tuinstadgedachte'
uit de laat-19de eeuw. Volgens deze principes, waarbij de menselijke maat de
richtlijn is, wordt kleinschalig gebouwd met veel groen. Van dergelijke
tuinwijken zijn er meerdere voorbeelden in Noordwest Utrecht. Bijzonder aan
Het Kleine Wijk is het gegeven dat dit tuinwijk door de stad zelf werd
gebouwd. De andere voorbeelden zijn gebouwd door grote bedrijven als DEMKA
of vanuit religieus getinte organisaties zoals Sint Josef. Met de komst van
de auto zijn de tuinen van het Kleine Wijk verdwenen en hebben plaats
gemaakt voor parkeerplekken.
De bouw 'Het Project Kleine Woningwijk' en de geschiedenis van het '1000
woningenplan' is nauw verweven met de invoering van de Woningwet in 1901.
Deze wet was de uitkomst van een lang proces van landelijke zorg voor betere
huisvesting. De 19de- eeuwse stadsuitbreidingen en ook de vele inbreidingen
in de bestaande stad, zoals wijk C, waren berucht om hun slechte
woonomstandigheden. Dat was tijdens de grote cholera- epidemie nog eens
extra gebleken: juist in die straten waren de meeste slachtoffers gevallen.
Het duurde nog enige tijd voor men gezondheid verbond met hygiƫne en goede
huisvesting. Dat inzicht resulteerde in de Woningwet en daarmee was een
belangrijke stap gezet tot goede huisvestingsnormen. De wet verplichtte
gemeenten een degelijk uitbreidingsplan te maken, verschafte de mogelijkheid
slechte woningen onbewoonbaar te verklaren en gaf vooral financiƫle ruimte
voor goede huisvestingsplannen.
Veertien jaar na de invoering van de woningwet startte de gemeente Utrecht
haar eerste grote gemeentelijke woningbouwproject in Ondiep. Zoals in veel
steden kwam in Utrecht de gesubsidieerde woningbouw moeizaam van de grond.
De gemeente was ontevreden over de activiteiten van woningbouwverenigingen.
Onder druk van de grote woningnood ging de gemeente Utrecht in 1915 zelf
over tot de uitvoering van haar huisvestingsplannen.
In 1917 werd een aanvang gemaakt met de bouw van Complex I dat tegenwoordig
vaak wordt aangeduid met'het Kleine Wijk' en bestaat uit 183 gemeentelijke
eengezinswoningen. De plannen waren gemaakt en de grond was al in 1911
aangekocht, maar midden in de Eerste Wereldoorlog was het moeilijk aan
bouwmateriaal te komen, dus liep de feitelijke bouw uit tot 1918. Direct
daarna werd met het tweede complex, Complex II tegenwoordig 'het Witte Wijk'
genoemd, van circa 100 woningen begonnen en dat was sneller voltooid.
Deze eerste gemeentelijke woningbouwprojecten waren de aanzet tot het
zogeheten '1000 woningenplan' dat werd gerealiseerd in Ondiep. De deelname
van van de gemeente in een groots woningbouwproject was een volstrekte
noviteit in Utrecht en de ambitieuze gemeente voelde de druk. Het '1000
woningenplan' werd een waar prestige project dat een voorbeeld moest worden
voor woningbouwverenigingen en andere gemeenten.
Het plan voor Ondiep was ingebed in de stadsuitbreidingontwerp dat Berlage
en Holsboer in 1920 presenteerden. De bouw geschiedde in afgeronde
complexen, vandaar dat Ondiep tot op de dag van vandaag nog uit 'buurtjes'
bestaat. Tot 1922 werden negen complexen gebouwd, die in totaal 1251
woningen telden. Al snel bleek dat de bouw duurder zou uitvallen dan was
begroot, wat met name veroorzaakt werd door het grote tekort aan
bouwmaterialen. De oplossing die daarvoor werd gevonden was: bouwen in
beton. Daarom werden in Ondiep de eerste gemeentelijke betonwoningen van
Utrecht gebouwd, in totaal 242 woningen, het tiende en elfde complex van
Ondiep. Met de bouw van de wijk werd overigens niet alleen gedacht aan
woningen. De wijk kent veel winkelpanden (meer dan 50), diverse kerken,
scholen en een groot sportterrein.
De toekomst
Het voortbestaan van de vroeg 20ste eeuwse volkshuisvesting wordt ernstig
bedreigd. Over heel Nederland bestaan voor meer dan 100.000 woningen
sloopplannen. In Utrecht liggen er voor zo'n 9.800 woningen uitgewerkte
sloopplannen klaar. Veel van deze woningen dateren van voor de Tweede
Wereldoorlog. Als alle plannen door gaan, zal over tien jaar nergens meer te
zien zijn hoe wij in de vorige eeuw bouwden en woonden.
Mocht Complex I, het Kleine Wijk, en in de toekomst (een deel van) Complex
II, het Witte Wijk inderdaad verdwijnen, dan zal een uniek stuk
stedenbouwkundige geschiedenis verloren gaan. Dit waren de eerste
gemeentelijk woningbouw-projecten. Toen de trots van de gemeente Utrecht en
met liefde en aandacht gebouwd. Het succes betekende de aanzet tot het
prestigieuze '1.000 woningenplan', een enorm project dat als voor-beeld
fungeerde voor vele gemeenten die na de invoering van de woningwet van 1901
worstelden met de enorme woningnood en de tegenvallende prestaties van de
woningbouwverenigingen.
Deze complexen zijn de laatste plaatsen in Utrecht waar de toen heersende
gedachte achter de volkshuisvesting zichtbaar zijn: Goede woning-bouw voor
een redelijke prijs in een aangename groene omgeving, met alle voorzieningen
in de buurt.
Het 'Project Kleine Woningwijk' met haar naar binnen gerichte opzet,
illustreert nadrukkelijk het streven om het ontstaan van een sterk sociaal
netwerk en daarmee een vangnet, te stimuleren. Ook de waarde van het sociaal
kapitaal, dat helaas al deels verloren is gegaan, mag niet worden
onderschat. Bewoners die vaak al generaties lang in deze wijken wonen,
houden de geschiedenis in leven.
Helaas wordt dit type wijken, door woningbouwcorporaties, als last ervaren.
Oudere woningen vergen wat meer onderhoud tegen wat lagere huurinkomsten.
Ook is de dichtheid, het aantal woningen per hectare, relatief laag. Het
alternatief is zeer aantrekkelijk voor zowel corporaties als gemeenten. Een
ring van drie kilometer rondom het centrum is zeer in trek bij onder meer
jonge tweeverdieners. De prijs voor bouwgrond wordt daardoor opgedreven en
nieuwbouwwoningen van drie ton en meer zijn verkoopbaar.
De gemakkelijke stad zoekt mensen met een hoger bestedingspatroon. Voor deze
economische motieven moet echter wel een prijs worden betaald: de oude
bewoners moeten plaats maken voor nieuwe, terwijl de stad, en daarmee
iedereen, wordt beroofd van een belangrijk stuk geschiedenis.
ontvangsttijd Mon Sep 10 18:42:44 2007
Dit document staat op krakenpost.nl
voor de huidige en 11 maanden
het origineel blijft op skwot.dvxs.nl:
http://dvxs.nl/~skwot/{jaar}/{maand}/{nnnn}.html
kop