De helden van de Luyk, een kankerstuk
Het is geen geheim dat er intern bij de Luyk heel veel is misgegaan. Tijdens de aktie is daar niks over naar buiten gekomen en in de diskussies in bluf kwam de stront ook niet echt goed bovendrijven. Er is veel om de werkelijke problemen heen gepraat, te snel over gestapt naar de vraag hoe het dan anders moet en de diskussie lijkt op dit moment (febr.'83) te verzanden in een wellus-nietus spelletje tussen 'bonzen' (scheldnaam voor invloedrijke personen in de kraakbeweging) en anti-bonzen of niet-bonzen. Er is zoveel misgegaan maar wij wisten bij het maken van dit stuk voor het Luyk-boekje niet waar we moesten beginnen.
We konden niet in algemene termen aangeven waar de
problemen lagen en wilden ook geen recept voorschrijven.
Daarom besloten we om als een begin met mensen te gaan
praten die midden in de aktie gezeten hebben. Zij waren
aktief in het aktiecentrum. Dat was het zenuwcentrum
van de aktie, de plek waar de bewonersters van de Luyk,
ervaren en onervaren krakersters, aktievelingen uit de
VPC-buurt en de rest van de stad elkaar troffen. Daar
zouden de problemen wel voor het oprapen liggen.
Een van die problemen van het aktiecentrum was het gebrek
aan gemeenschappelijke besluitvorming. Een groot deel van
wat er gebeurde werd bepaald door een klein 'sirkwietje'
van mensen (ook wel bonzen genoemd). In dit klubje was
een hoop kennis, ervaring en informatie gekoncentreerd.
De overdracht hiervan liet veel te wensen over. Dat is
een van de problemen waar het op dit moment in de
'bonzendiskussie' over gaat. Maar volgens ons kan daar niet
alles op worden afgeschoven. Een groot deel van wat er
fout is gegaan met de bonzen en 'de demokratie' is
volgens ons te wijten aan de gebrekkige ideeen die
hierover in de loop der jaren ontwikkeld (of liever gezegd:
niet ontwikkeld) zijn. Alles gaat altijd even chaoties,
het is vaak onduidelijk wie er de verantwoordelijkheid
of de 'macht' heeft om beslissingen te nemen. De aktieve
mensen hebben het overzicht en hoeven aan niemand
verantwoording af te leggen over hun doen en laten. Bij
de Luyk was het onduidelijk wie er de beslissingen nam
en wie dat kontroleerde. We willen dit stuk niet eindigen
met een pleidooi voor parlementaire strukturen ofzo
voor de kraakbeweging als oplossing, maar we vinden dat
er wel meer nagedacht kan worden over hoe je je op een
'basisdemokratiese manier' organiseert. Dat is misschien
een vies woord binnen krakerskringen (er wordt
dan verwezen naar vermoeiende vergaderingen in de
anti-kernenergie beweging), maar het huidige gebrek aan
organisatie heeft er juist voor gezorgd dat er informele
machtsposities ontstonden. Je ziet die problemen ook
terug in de de manier waarop er gediskusieerd werd.
Diskussies bleven 'ergens' hangen en resulteerden niet in
een verandering van bv. de politieke lijn naar de gemeente
toe. Die ontwikkelde zich a.h.w. automaties,
waarbij vaak werd terug gegrepen op het verleden ('we
hebben het bij de Vondelstraat en de Grote Keyser ook
zo gedaan').
Iets anders is wat krakersters nou eigenlijk
gemeenschappelijk hebben. De beweging is open en kent geen
kriteria. Dat maakt ons sterk en ongrijpbaar. Maar de
'autonomie' die daarbij hoort kan naar binnentoe zo
verlammend werken dat er totaal geen besluiten genomen
kunnen worden. Zo kan 'autonomie' gebruikt worden om als
een dekmantel voor machtsposities te dienen.
Een ander, misschien nog wel groter probleem in het
aktiecentrum was de kontinue spanning die er bestond
tussen de mensen die de prioriteit gaven aan akties en
mensen die het belangrijk(er) vonden om goed met elkaar om
te gaan. Sommigen legden de nadruk wel erg sterk op het
eerste en maakten de onderlinge problemen 'ondergeschikt'
aan de aktie. Goed met elkaar omgaan daar was weinig
ruimte voor en zeker niet op spannende momenten. Alles
voor de zaak. Deze (mannelijke) houding heeft vaak tot
gevolg gehad dat er op een grandioze manier over mensen
is heen gelopen. Voor velen was het aktiecentrum dan ook
een fantastische afknapper.
Wij als schrijvers van dit stuk, liepen wel met bovenstaande ideeen rond over hoe het misgegaan was bij het aktiecentrum, maar omdat we zelf niet meegedraaid hadden, wisten we er ook weer niet het fijne van. Reden voor ons om de mensen die aan het aktiecentrum hadden meegedaan eens op te zoeken. Vier van hen hebben we geinterviewd. Benjamin is een ex-Luyk-bewoner van het eerste uur. Hij is door de knokploeg van Luske uit de Luyk gezet en is van het begin tot het eind bij de Luyk betrokken geweest. Piet heeft in de Luyk gewoond in de eerste bewonersgroep na de herkraak. Deze groep heeft zich vooral beziggehouden met de onderhandelingen met de gemeente die in een afgerond haalbaarheidsonderzoek resulteerden. Saskia is kraakster in de VPC en heeft in het aktiecentrum meegedraaid vanaf het ontruimingsvonnis van de 15de juli. Zij is nog voor de ontruiming afgeknapt op de sfeer die in het aktiecentrum heerste. Tenslotte Leen als oudgediende uit de kraakbeweging. Hij behoort naar zijn zeggen tot de 'vaste kern' en is ongeveer 6 weken voor de ontruiming aktief geworden in het aktiecentrum.
We hebben bij de voorbereiding van de interviews een
vierdeling gemaakt in onderwerpen waar we vragen over
hebben gesteId. Ten eerste 'zwarte helmen weest paraat'.
In dit hoofdstukje schrijven we over hoe er volgens ons
te gemakkelijk en te vanzelfsprekend is teruggegrepen
naar oude aktievormen. Met name de geweldsdreiging en
hoe alternatieven daarvoor (niet zozeer onderhandelen
met de gemeente maar ludiekere, kreatievere akties) zijn
ondergesneeuwd. Ten tweede 'hoe komen we tot
gemeenschappelijke besluiten?'. Hierin gaan we wat dieper in
op gebrek aan struktuur, dizkuzy ten tijde van de
Luyk-aktie. Ten derde 'interne machtsverhoudingen'. Hierin
beschrijven we hoe er een koncentratie van macht en
ervaring ontstond bij een klein klubje mensen. En ook komt
hier de man-vrouw verhouding aan bod (daar konden we echt
niet onderuit). Als laatste een soort 'konklusie' die we
'de man en zijn organisatie' hebben genoemd. Dit gaat
over de houding van mannen (dat zijn wij dus) en we
proberen een schets te geven van de laatste ontwikkelingen
binnen de interne diskussies van de amsterdamse
kraakbeweging, zoals ze er in februari '83 voorstaan.
Eigenlijk is deze indeling een kunstmatige, want bij dit
soort gesprekken met inschattingen, strategieen en
persoonlijke verhalen en frustraties heeft alles met alles
te maken. Juist bij de Luykaktie bleek dat de politieke
lijn die mensen voorstonden (en het opvoeren van de
geweldsdreiging) veel te maken heeft met de manier waarop
er met elkaar werd om gegaan. De Luyk moest een klassieke
ontruimingsaktie worden volgens het scenario
'Vondelstraat/Groote Keyser'. Maar de beweging had een
verandering doorgemaakt waar niet naar gekeken werd (natuurlijk
was het politieke klimaat in die 2 jaar ook veranderd,
maar daar gaat dit artikel nou eens een keertje niet
over), voor politie/justitie-blues verwijzen we graag
naar andere artikelen. Nieuwe en andere ideeen werden
onder tafel geschoven, net als de mensen die er mee kwamen.
We hopen dat er geen misverstanden gaan ontstaan
over onze mening als schrijvers/optekenaars: voor ons
zijn de problemen nu en vroeger bij het aktiecentrum niet
te reduceren tot het 'bonzenprobleem' waarbij alle interne
problemen als sneeuw voor de zon zouden verdwijnen
als deze 'bonzen' maar 'geelimineerd' zouden worden.
Het zijn problemen die ons persoonlijk aangaan en i.h.b.
voor mannen opgaan. De vier mensen waar we mee gepraat
hebben waren zeldzaam open in het spuien van kritiek.
Dit komt niet zo vaak voor. We hopen dan ook dat hier
geen misbruik van gemaakt wordt en de sfeer juist
door deze openheid weer slechter wordt als het alleen
maar opgevat wordt als persoonlijke verwijten.
Open die beerput......(of zoiets)
Als het middel om ontruiming van de Luyk te voorkomen
heeft de geweldsstrategie zich haast automaties op de
voorgrond gedrongen. Of het dreigen met geweld wel
effektief was, daar gaan we hier niet op in (zie daarvoor
o.a. 'dichtlassen of openbreken'). Het gaat er ons om de
verhouding van geweldsakties tot 'zachtere' akties te
bekijken. We denken dat de gewelddadige akties overheersend
waren. Zo werd in een stencil voor intern gebruik
onder het kopje 'aktieplan' alleen het bouwen van barrikades
na de ontruiming genoemd "de ME oefent, wij ook".
Geweld werd gezien als enig effektief aktiemiddel. Het
was een automatisme, een vanzelfsprekendheid en er werd
niet gekeken naar de werking ervan. Niet dat wij het
gebruik van geweld afkeuren, integendeel. Geweldsakties
zijn soms prima, het is direkt zichtbaar en de media
springen er bovenop. Maar het moet geen dogma worden en
dat is bij de Luyk wel gebeurd. In de 'poets je helm maar
op' sfeer was geen plaats meer voor verbreding naar andere
groepen, het verschaffen van informatie aan de 'bevolking'
etc. Saskia: "Ik Vind dat bij de Luyk veel meer
mensen betrokken hadden moeten vorden, er is heel weinig
gedaan aan informatieverspreiding. Een pamflet uitdelen
op straat, dat was er haast niet bij".
In het aktiecentrum waren er wel mensen bezig met b.v. het ophalen van solidariteitsverklaringen, maar dat was een aktiviteit die sterk werd ondergewaardeerd. Piet: "Maar ja, als je nagaat hoe dat lag in het aktiecentrum. Ik heb allerlei organisaties aangeschreven. Dat is ontzettend veel werk en ik was daar weken mee bezig, maar totaal in m'n eentje. Er was ook heel weinig waardering voor". Benjamin: "Als er iemand binnenkwam die zei dat ie ergens de ruiten in ging gooien waren er altijd mensen die meededen. Maar als David voor de derde keer het JAC aan de telefoon probeerde te krijgen voor een solidariteitsverklaring werd er gezegd: "Ga eens even weg bij die telefoon"."
Andere ideeen werden afgedaan met een verwijzing naar het verleden. Er werden geen nieuwe ideeen ontwikkeld. Geweld was vroeger bij de Vondel en de Keyser effektief, zachtere aktiemiddelen zijn geintegreerd in het 'systeem' en onderhevig aan inflatie (zoals bv. demonstreren) en niet radikaal genoeg. Er was een Vondelstraatmythe waaraan alle andere middelen werden afgemeten. Deze 'leer' werd duidelijk gemaakt aan de nieuwelingen als ze met andere ideeen kwamen. Benjamin: "Hoe vaak dat niet tegen me gezegd is: je was er ook niet bij tijdens de Vondelstraat, daarom snap je niet wat ik bedoel".
Er heerste het idee dat hoe verder je bent in je politieke
denken, hoe eerder je bereid bent gewelddadige akties
te voeren. Alleen als die bereidheid bestond werd je serieus
genomen. Solidariteitsverklaringen, affiches, stencils.
Allemaal leuk hoor, maar het 'ware gevecht' werd op straat
geleverd, koncentreerde zich rondom de rel en was als een
vaststaand gegeven waar naartoe geleefd werd.
Er was geen plaats meer voor andersoortige akties als
geweldloze bezettingen, ludieke akties of wat dan ook.
Laat staan dat er binnen het aktiecentrum ruimte was voor
het omgaan met elkaar, het delen van kennis, macht en
ervaring. Er werd vaak niet aan gedacht, dat dat ook een
terrein is waarop je 'gevechten' kunt leveren, het hoort
niet bij aktievoeren (maar daarover zodirekt meer).
Bovendien was het haast onmogelijk om geweld bespreekbaar
te maken. Angsten en onzekerheden daarover konden
tijdens akties niet worden gesproken. Saskia: "Ik wil
niet zeggen dat ik de geweldsakties allemaal afkeur, maar
ik heb er iets tegen hoe ze gedaan werden. Bijvoorbeeld
die aktie bij advokatenkantoor Boekhof. We hadden
afgesproken dat we het niet zouden doen als er gezinnen
boven woonden. Maar op het moment dat dat naar voren kwam,
vlak voor dat we weggingen werd dat totaal aan de kant
geschoven. Er werd ook niet over gepraat wat we zouden
doen als de politie kwam. Dat soort dingen waren totaal
onbespreekbaar." Volgens Leen was er op dat moment geen
alternatief voor de geweldsdreiging. Leen: "Ik ben ervan
overtuigd dat de Groote Keyser alleen maar is aangekocht
dankzij het feit dat we het heel hard gespeeld hebben.
Die taktiek ging bij de Luyk niet meer op maar wat was
dan het alternatief? Dat had kunnen zijn dat je heel
soft, nou ja dat is een beetje een raar woord, had moeten
manoevreren." Leen konstateert dat de geweldsstrategie
voor de Luyk niet gewerkt heeft, maar dat de afschrikwekkende
werking van de rel wel de ontruiming van nog
meer panden in de stad heeft voorkomen.
Essentiele dingen als de strategie, taktiek en aktiemiddelen
zijn tijdens de Luyk-aktie nooit gemeenschappelijk
doorgesproken en vastgelegd. Er werd genoeg gepraat en
gediskussieerd (vooral thuis en in de kroeg), daar lag
het niet zozeer aan. Er waren genoeg ideeen en meningen
maar die werden niet vastgelegd, het bleef vaak onduidelijk.
In de zomer van '82 was de organisatie zoals die
vroeger funktioneerde niet meer aanwezig. De vroegere
organisatie zag er als volgt uit (voor de duidelijkheid).
In '78/79 begonnen er steeds meer buurten te ontstaan
waar krakersters elkaar via nieuwe kraken en akties leerden
kennen. Zo ontstonden er buurtvergaderingen. Een stedelijk
overleg was er ook maar dat stelde niet zoveel
voor. Daar kwam met de Groote Keyser verandering in. Een
tijd lang heeft er een stedelijk gedraaid waar
vertegenwoordigsters van de buurten bij elkaar kwamen, maar die
tegelijkertijd 'open' was, iedereen kon naar zo'n vergadering
toegaan. Daar is langzamerhand de regelmaat uit
gegaan, net als uit de blok- en buurtvergaderingen.
Krakersters kwamen alleen bij elkaar als er een pand bedreigd
was. Hierdoor werd de positie van de bewonersters
van de bedreigde panden belangrijker. Zij bepalen immers
wat er met hun pand gebeurt en welke lijn er gevolgd
wordt, zo wordt algemeen aanvaard.
Toen de Luyk-aktie begon was dit in principe ook het geval
maar een hele hoop krakersters hadden door de beladen
geschiedenis van de Luyk ook veel met het pand te
maken en wilden er ook wel wat over te zeggen hebben.
Door de vele bewonersgroepen en de grote betrokkenheid
van de mensen uit de VPC-buurt met de Luyk werd de
buurtvergadering ook belangrijker als plaats waar besluiten
werden genomen. Dan was er nog het aktiecentrum waar
'dingen geregeld werden'. Dat was dus de derde plaats.
Als laatste waren er de krakersters uit de stad die
betrokken waren geweest bij de herkraak en die ook wel wat
te vertellen wilden hebben. Maar een stedelijke vergadering
waar alles besloten werd en die regelmatig bij elkaar
kwam, was er niet meer.
De meningsverschillen liepen vaak hoog op tijdens de Luyk
aktie en dat werd dan niet uitgepraat maar iedereen deed
gewoon waar hij of zij zin in had. Er werd weinig rekening
gehouden met elkaars opvattingen en op een gegeven
moment ging dat zelfs zo ver dat er geruchten de ronde
deden dat 'de zwarte helmenploeg' uit de Staatsliedenbuurt
uit ontevredenheid met de opstelling van de bewonersters
van de Luyk (gaan ze er wel of niet uit?) de
bezetting zou overnemen en de bewonersters eruit zou
sodemieteren. Daar was natuurlijk geen sprake van maar
dit soort geruchten geven goed aan hoe verziekt het
diskussieklimaat was. Dit kwam ook tot uitdrukking in de
rare tegenstrijdigheden die er waren. Zo vlogen de brokstukken
van de MAF-bommen bij PvdA/GDH a.h.w. om de oren
van de krakersters die aan het onderhandelen waren met
de gemeente. En beide uit naam van de bewonersters.
Het leek allemaal een grote warboel terwijl er in het
jaar ervoor wel degelijk een lijn was uitgezet. De eerste
bewonersgroep na de herkraak had een duidelijke politieke
lijn richting aankoop van de Luyk uitgezet en
'suksesvol' afgerond. Piet: "Toen wij eraan begonnen om
akties te voeren die gericht varen op aankoop is daar
nauwelijks over gepraat. Als je zegt: ons eerste streven
is dat de Luyk aangekocht wordt, dan houdt dat heel
wat in. Je krijgt dan net als alle aangekochte panden
te maken met het GDH. Later in de aktie werd er in Opstand
wel gezegd: "Aankoop is gelul", terwijl we er wel
mee te maken hadden. Wij waren er immers al heel lang
mee bezig. Het kwam er eigenlijk op neer dat de
bewonersgroep na de herkraak op haar eentje bezig was met
de Luyk. En dat betekende voor ons bezig zijn met aankoop.
Daar is dus heel weinig over nagedacht in die
tijd, behalve dan door de mensen die er woonden."
De hele diskussie over aankoop, vordering en onteigening, die in de tijd van de Groote Keyser gevoerd werd, bleef dus achterwege. Ondanks het feit dat er op dat punt een heleboel ervaring bestaat in de kraakbeweging stonden de bewonersters op dat punt vrijwel alleen. En gevolg was dan ook dat de laatste bewonersgroep tussen 2 vuren kwam te liggen, die van de aankooplijn, die al eerder door anderen was gestart, en anderen die vonden dat de Luyk 'gekraakt' moest blijven.
Ook op andere punten lagen er grote verschillen van mening, waarbij ook lekker langs elkaar heen werd gewerkt. Benjamin: "Er lagen ontzettend grote verschillen in het aktiecentrum. Ikzelf heb altijd het idee gehad: als we het goed doen wordt de Luyk niet ontruimd. Maar er zijn ook een heleboel mensen geweest die dachten van: 'Wat gaan we doen als de Luyk ontruimd wordt?' Dat botste heel erg."
Natuurlijk leidde het gebrek aan diskussie niet alleen tot interne onduidelijkheid. Ook naar buiten toe kwamen onze argumenten en standpunten niet erg best uit de verf. De taal die in persverklaringen gesproken werd was vaak het we-staan-met-de-rug-tegen-de-muur en woningnood-bla-bla verhaal. En gewoon vertellen of de bewoners er nu wel of niet uitgingen, leverde vaak grote moeilijkheden op. Benjamin: "Erik, een ex-luykie vertelde voor Radio Stad dat ie er wel uit wilde voor rolstoel-woningen, en Martien, ook een ex-luykie vertelde weer dat ie er van z'n leven niet uitging."
Op dit punt rustte trouwens een enorm taboe. Naar buiten
toe was dan wel onduidelijk of de bewonersters er nou
uit gingen of niet, maar dit was slechts uit taktiese
overwegingen (namelijk om het overleg met de gemeente
open te houden). Niemand dacht er eigenlijk serieus over
na dat we de Luyk wel eens echt zouden kunnen verlaten
als een politieke zet. Niet dat dit perse had moeten
gebeuren, maar het is wel tekenend dat de mogelijkheid om
de Luyk vrijwillig te verlaten, pas na de ontruiming
serieus werd bediskussieerd (dit even terzijde).
Leen:"De Luyk blijft van ons betekende volgens mij dat
na aankoop voor de gemeente andere mensen in de Luyk
konden gaan wonen, na overleg tussen ons en de gemeente.
Ik vind het nog steeds heel erg dat dat nooit een keer
goed in de pers is gekomen."
Dat er weinig uitwisseling van ideeen en diskussie is geweest, is niet zo verwonderlijk als je kijkt naar het incidentele karakter van de kraakbeweging anno 1982. Zij is langzaam verworden tot een anti-ontruimingsbeweging en bestaat, raar genoeg, bij de gratie van ontruimingen die eigenlijk tegen gehouden moeten worden. In veel buurten is de organisatie met alarmlijnen, vergaderingen, kontributie, etc. weggevallen. Om van een stedelijke struktuur nog maar te zwijgen. De organisatie is niet verdwenen, maar heel erg afhankelijk van incidentele gebeurtenissen. Er zijn weinig mogelijkheden om te komen tot een gemeenschappelijke strategie en het uitwisselen van kennis, ervaring en informatie. Dat is natuurlijk funest voor elke beweging. Om te redden wat er nog te redden valt wordt de eenheid naar buiten toe vastgehouden. De 'eenheidsgedachte' wordt ook gebruikt om interne tegenstellingen opzij te schuiven. Zo wordt die eenheid steeds kleiner en inhoudslozer.....
Zoals we in de inleiding al schreven, is de tegenstelling
tussen 'bonzen' en 'niet bonzen' niet het meest bepalende
geweest voor de konflikten die zich in het aktiecentrum
hebben afgespeeld. Het gaat ons net zo goed om
mechanismen als om personen. Het gaat om een houding dat
er tijdens akties, op spannende momenten, problemen opzij
geschoven worden, waar dan later mensen op afknappen.
Dingen die bediskussieerd werden, werden niet omgezet in
besluiten waar de meeste mensen zich in konden vinden en
van op de hoogte waren. Nee, alles gebeurde 'vanzelf',
het werd wel 'geregeld'. Zo kwamen mensen pas op de Luyk
af, toen het spannend werd en gingen meedoen om er een
grote aktie van te maken. Op zo'n moment moeten er dan
snel beslissingen genomen worden. Polak geeft ons immers
niet de ruimte om eerst een weekend over 'kraakbeweging
en basisdemokratie' te organiseren. Kortom, 'er is geen
tijd' wordt er dan gezegd. Wij geloven daar niet in.
Juist op spannende momenten moeten we extra goed met
elkaar omgaan en dat niet pas doen als je in de kroeg zit
of met je vriendje of vriendinnetje in bed ligt. Maar die
druk van buiten is in kraakkringen een 'struktureel'
probleem. Die druk van politie- en knokploegengeweld maakt
dat we op elkaar aangewezen zijn (dat is iets anders
als aktief zijn in een politieke partij, daar kan je je
lidmaatschap gewoon opzeggen als je het niet meer ziet
zitten). Je kunt je wel neerleggen bij die druk van buiten
en je laten leven door de cyclus van kraken, knokploegen,
ontruimingen en de kater daarna. We worden immers
telkens weer gedwongen te reageren? Ons antwoord
hierop is een eigen spiraal aan akties die we hier tegenover
zetten. Maar laten we ons door die druk leiden of
proberen we daar eigen antwoorden op te geven? Je vraagt
je af of het nog wel de moeite waard is om door te gaan
als er net zulke machtsverhoudingen in de beweging bestaan
als in de 'boze buitenwereld' waar we zo radikaal
tegen tekeer gaan? Het delen van macht met andere mensen
is ieders persoonlijke verantwoordelijkheid. Daar
kan je geen besluiten of strukturen voor bedenken. Daarom
is het ook zo moeilijk dat aan de orde te stellen. Je
moet je heel sterk voelen om ergens tegenin te gaan, omdat
je dan heel persoonlijke confrontaties aangaat. En
die kunnen we nou juist niet gebruiken, omdat we zo op
elkaar zijn aangewezen. De gevolgen voor je persoonlijke
leven kunnen ook best groot zijn als je het niet met elkaar
eens bent, ruzie maakt, elkaar niet meer wilt aankijken,
uit de gratie valt, etc. Dat is nou precies wat
er bedoeld wordt met 'in de scene zitten'. Als je met je
onvrede, frustraties niets kan doen ga je ook niet meer
naar het kraakkafe, naar een buurtvergadering of naar
akties. Als die gevolgen zo groot zijn, bedenk je je nog
wel een tweede keer om konflikten open te spelen.
Het aksepteren van verschillende opvattingen en stromingen
zou misschien ook een 'splitsing' tot gevolg kunnen
hebben en dat speelt Polak, Luske e.a. weer in de kaart.
Maar zo'n splitsing is niet zo waarschijnlijk, want voor
mensen die 'afhaken' is dit meestal een individuele daad.
Hieronder willen we aan de hand van een paar voorbeelden
van het reilen en zeilen van het aktiecentrum de bovenstaande
mechanismen duidelijk maken. Bij een hoop krakersters
(vooral mannen) bestaat er op z'n zachtst gezegd
een 'ondemokratiese houding'. Sommigen weigerden
botweg om gewone informatie door te geven. Of veranderden
op eigen houtje beslissingen die wel gemeenschappelijk
genomen waren. Saskia: "Op een gegeven moment had
Nico een gesprek gehad met de PvdA. Ik vroeg aan hem hoe
dat gegaan was. Toen maakte hij er een grapje over, zo
van: "Sst, de muren hebben oren". Maar even later stond
ie het wel te vertellen aan Bas en Daan. Ik was niet
belangrijk genoeg om dat te horen. Hij maakt dan wel een
leuk grapje, omdat het nou eenmaal hoort om aardig te
doen tegen een vrouw, maar ik werd niet serieus genomen."
Piet: "Soms werden persverklaringen helemaal om de persgroep
heen uitgebracht. Of sterker nog: verklarinqen die
al door de persgroep geschreven waren, werden soms door
een iemand herzien en dan uitgebracht zonder verder te
overleggen." Leen bekijkt het iets anders: "Er is natuurlijk
een minderheid die zijn stempel op de kraakbeweging drukt. Die
groep heeft ervaring en kontakten met de pers.
En die groep staat de taktiek van dreiging meer voor.
Maar die groep kan het wel goed beargumenteren, terwijl ik
denk dat nieuwe mensen dat toch minder kunnen. Ik vind dat
wij, voor zover je van 'wij' kunt spreken, in gebreke zijn
gebleven om een overdracht tot stand te brengen.
Struktureel kan dat niet. Ik doe dat altijd op
m'n eigen manier. Ik vind wel dat er mensen zijn die te
gesloten opereren. Die zijn er wel, en daar baal ik zelf
ook wel van. Ik vind het ook slecht dat je steede dezelfde
mensen op de radio hoort en dat komt niet omdat
die mensen zich teveel op de voorgrond werpen. Er zit
vaak iets persoonlijks in, het fijn vinden om op de
voorgrond te staan. Die kritiek kan ik me wel voorstellen."
De sfeer in de kraakbeweging is zo, dat kritiek opgevat
wordt als een aanval en wordt zo in de persoonlijke sfeer
getrokken. Want hoe vaak is dat niet gezegd in het aktiecentrum:
"Als je kritiek hebt, doe het dan zelf". Iedereen
kan op zijn of haar klompen aanvoelen dat zoiets niet zo
werkt. Als alles goed beargumenteerd voorgesteld en klaar
voor uitvoering moet zijn, komen er natuurlijk nooit
nieuwe ideeen over aktievoeren en de beweging binnen, want
die zijn nou eenmaal niet pasklaar. Zo haken de meeste
mensen af omdat je niet in je eentje er iets tegenover kan
stellen. Echt niemand houdt het vol om jarenlang aktief
te blijven op het stedelijke nivo.
Een ander 'probleem' dat er bij het aktiecentrum was,
was dat er te weinig vrouwen in het aktiecentrum zaten,
tenminste, zo werd het gesteld. Daar werd wel over
gepraat, maar op kritieke momenten werd het door mannen
weer vergeten en waren ze weer met de aktie bezig'.
Benjamin: "Man-vrouw verhoudingen werden heel konkreet in het aktiecentrum. Het was echt zo van: hoe je met elkaar om gaat is een leuke vraag voor in de kroeg maar in het aktiecentrum moet er gewerkt worden. Ik heb dan ook wat tegen mensen die alle kritiek op de luyk ophangen aan de bonzen. Ik ben zelf net zo goed bons geweest.!"
Saskia was heel vaak de enige vrouw (tussen 10-12 mannen)
die langere tijd in het aktiecentrum meedraaide.
Na een maand knapte ze af, maar deed wel mee aan het
organiseren van een vrouwenaktie, die (mede) een reaktie
was op de overheersing van mannen op de aktie van de
Luyk. De enige reaktie van een man toen ze wegging was:
"Ach toe nou, we hebben je zo hard nodig." Saskia: "Er
waren gewoon heel weinig vrouwen, ik was vaak de enige
vrouw en werd meestal niet erg serieus genomen. Mijn
reaktie is niet: ik doe het voortaan alleen nog maar
met vrouwen. Maar wel: ik wil nog wel met mannen samenwerken,
maar dan met meer vrouwen erbij. Vooral omdat
met vrouwen angsten veel bespreekbaarder worden. Mannen
zijn vaak veel individueler bezig, ondersteunen elkaar
niet".
De kritiek van Saskia is al 1000 keer uitgesproken en even zovele keren aangehoord door mannen. Bij mannen is dit nog onbespreekbaarder dan het 'bonzenprobleem' Daar kunnen mannen het makkelijk op afschuiven zonder het over zichzelf te hebben. Er is een mechanisme dat we als mannen moeten zien te doorbreken: mannen gedragen zich (nog steeds) seksisties, vrouwen hebben daar kritiek op en haken af, daardoor wordt het nog meer een mannensfeer en vallen mannen nog meer terug op hun prive-leven, waarin vrouwen voorzien in hun emotionele behoefte. Het politieke en het persoonlijke wordt nog meer gescheiden dan het al is. De invloed van de zogenaamde mannenbeweging op de kraakbeweging is nooit erg groot geweest (misschien wel via de omweg van de vrouwenbeweging). De 'oplossing' dat mannen zich geheel terugtrekken in de prive-sfeer lijkt ons ook niet goed. Wij willen wel doorgaan met ons politieke leven, maar hoe moet het anders? Natuurlijk, verbreding is een goede strategie, maar zegt weer niks over hoe we met elkaar omgaan. Wij vinden dat bij zoiets als strategie ook hoort hoe ons eigen leven (en de scheiding daarin tussen prive en politiek) organiseren en uitbouwen. En speciaal mannen moeten zich daar maar eens over buigen. Om maar wat te noemen: wat heeft geweld met onze opvoeding als man te maken, wat zijn de mannen-problemen met het wonen in een groep, ideeen over werk etc. Zijn alle mannen bonzen of hoe zit dat?
Mannenproblemen of niet, de ontruimingstrein rijdt gewoon
door. Gemeente en spekulanten zitten niet stil.
Na de Luyk hadden we de ontruimingen van Nieuwe Herengracht
11, Anna Vondelstraat, Vondelstraat 36, de etages in de
Biesboschstraat, de ontruimingsdreiging bij
de Houtman, de Bloemstraat en de Gelderse Kade om maar
wat te noemen. We kunnen ons niet permiteren dezelfde
chaos te hebben als bij de Luyk. Het moet anders, het
gaat slecht, daar is iedereen het over eens. Hoe krijgen
we weer een sterke beweging, hoe krijgen we al die
afhakersters weer bij elkaar of moeten we die afschrijven?
Weer dingen gaan organiseren,dat vindt iedereen, maar
hoe? Opeens zweefden er geruchten door de stad dat er
een 'bonzenoverleg' opgericht zou zijn. Een net van
vertrouwensmensen die wekelijks bij elkaar komen en de
schouders eronder zetten om de beweging weer net zo te
maken als die vroeger was. Het 'werken in de buurten'
als uitgangspunt voor een open stedelijk overleg. Om
mee te doen is "kraakaktivisme" een voorwaarde. De
problemen waarom mensen zijn afgehaakt worden niet bekeken,
zij hebben daar individueel voor gekozen. Het wordt
gezien als een weigering om kennis en ervaring in te
zetten voor de kraakbeweging (zie Leo in bluf 53): "De
weigeraars hebben geen zin, geen tijd, geen prioriteit.
Ze ontdekken hun studie, vrouw-zijn, man-zijn, werk,
relatie, werkeloosheid, het anti-militairisme, anti-fascisme,
enzovoort. Kortom: ze zijn volgens Annegriet,
Jan en Fike eindelijk, na jarenlange ondergeschiktheid
aan de massale en krachtige beweging, eens toe aan hun
individualiteit." Wij zijn het daar niet mee eens.
Wij denken dat juist in de aktiviteiten die mensen
naast kraken (sec) doen, wat Leo hun 'individualiteit'
noemt, een hele hoop nieuwe ideeen zitten die de
kraakbeweging in deze impasse juist heel goed zou kunnen
gebruiken. Wij zien die verschuiving naar andere terreinen
niet als een 'weigering' om in de kraakbeweging aktief
te zijn. Wij zien kraken niet als ons enige toekomstperspektief.
Zo krijgt volgens ons het begrip
'kraken' meer inhoud dan alleen een deur forceren en
vervolgens roepen: 'Wij blijven!'. Wij zien verbreding
als het verband aangeven en leggen tussen verschillende
bewegingen, verschillende aktieve groepen in de stad.
Dat moet volgens ons ook tot uitdrukking komen in de
toekomstige organisatievormen. Daarom willen we niet
zonder meer terug naar de buurten en weer starten met
een stedelijk overleg. Hoe nodig dit ook mag zijn.
Eerste steenlegging nieuwe hoofdgebouw, 1902 |