Dichtlassen of openbreken
In dit verhaal willen we ingaan op de geweldsdiskussie,
als onderdeel van de strategiediskussie over hoe
'we onze huizen verdedigen'. Wanneer we het verdedigen
beperken tot wel of geen geweld, leggen we onszelf
beperkingen op. Terwijl we juist nieuwe manieren moeten
vinden om ons wonen en alles wat er aan vast zit, uit
te bouwen. Afzien van geweld kan nooit betekenen dat
we ons als makke schapen uit onze huizen laten zetten.
In de Groene (1) werd over de geweldsdiskussie door de
persgroep een gedegen verhaal gemaakt en ook in de
huis-aan-huis-krant (2) wordt er op de geweldsvraag ingegaan.
Dat de diskussie hierover moeilijk op gang kwam is extra
vreemd omdat in de hele Luyk-geschiedenis met het optreden
van de MAF de geweldsdiskussie een ronde verder
is gekomen. Heftiger dan ooit werd van onze kant
de dreiging met geweld/rellen opgevoerd. Het leek ons
enige effektieve middel te zijn.
In dit verhaal willen we kijken naar de wisselwerking tussen de taktiek van de overheid, onze taktiek; tussen onze organisatievormen en de konfrontatie en het enige en onvermijdelijke aspekt dat aan ons geweld zit. We komen er niet onderuit pijnlijke konklusies te trekken uit de manier waarop we de laatste 2 jaar en tijdens de Luyk in het bijzonder bezig zijn geweest. Nog langer leven met de illusie dat we met het dichtlassen alleen van onze panden, onze woon- en leefmanier zouden kunnen verdedigen, leidt tot verstening van onszelf.
Al in het voorjaar van '82 verscheen er een boek dat
ingaat op het gebruik van geweld door de kraakbeweging
en de effekten die dit kan hebben voor isolering en
kriminalisering. Met de schrijver van het boek, dat
'Polis en Politiek'(3) heet, hadden we een gesprek,
een paar weken na de ontruiming van de Luyk. Hij heet
Rypke Sierksma en is filosoof op de Techniese Hogeschool
te Delft. Oorspronkelijk hadden we het idee
om met Sierksma te gaan praten onder het motto: 'Links
valt ons aan', om daarmee eens de 'bezorgde kritiek'
van een hoop linkse intellektuelen (in de Groene (4),
de Waarheid (5) en ook Sierksma) aan de orde te stel
len. Iedereen ergert zich bont en blauw aan die linkse
kommentaren waarin van een enorme afstand over
ons geschreven wordt, zonder dat er serieus met ons
in diskussie wordt gegaan. Ze schrijven over het isolement
waarin de beweging terecht komt, maar doen
daar zelf niets aan. Zo versterken zij onze neiging
om 'ze' verder maar te negeren. Na de Luyk-ontruiming
leek het erop alsof de kraakbeweging in een enorm
isolement was gekomen. Onze reaktie hierop bestond
uit een hoop intiatieven om meer begrip bij de
bevolking te kweken. Begrip in die zin dat mensen
ons misschien weer gaan begrijpen, waarom we ons op
deze manier verzetten. We willen het aksepteren dat
wij moegestreden zijn om de bevolking, de politici
en de linkse beweging i.h.b. te overtuigen van de
redenen van ons verzet en de inzet daarachter, n.l.
de huizen waarin we wonen, zonder welke we onze
eigen manier van leven niet kunnen uitbouwen. Vanuit
dat idee vonden we het goed het boek van Sierksma
niet te negeren maar hem op te gaan zoeken.
Op een donderdagmiddag reisden we naar Haarlem met
een lijst vragen en een gezonde portie wantrouwen.
In het 3 uur durende gesprek bleek ons al snel dat
Sierksma niet de gave had gekregen om in onze taal
over te brengen wat hij bedoelde. Het bewuste artikel
in het boek over de kraakbeweging bleek een wat
hij noemde 'gekomprimeerde tekst' te zijn. We hadden
het twee keer gelezen, maar schijnbaar te verkeerd
(willen?) lezen, want zijn betrokkenheid en
sympatie voor de kraakbeweging, bleek verrassend
groot te zijn. Teruglopend naar het station moesten
wij wel konstateren dat zijn theoretiese afstand tot
de dagelijkse stategievragen immens groot was.
Je kunt op een afstand heel scherp maatschappelijke
ontwikkelingen zien gebeuren, maar wat doe je er zelf
aan? Gelukkig was die Sierksema niet zo eigenwijs
dat die wel even kwam vertellen hoe de kraakbeweging
uit het isolement moest komen, maar toch, hij zit
als linkse intellektueel ook heel geisoleerd op z'n
studeerkamertje en wat hebben wij aan zijn geisoleerde
uitspraken? Thuisgekomen hebben we geprobeerd
de redenering van hem op een rijtje te zetten en
zijn we gaan schrijven.
Centraal in het boek van Sierksma staat de 'autoritaire
staat'. Volgens hem bevinden we ons in een
overgangsfase naar een nieuw staatstype,'het autoritair
etatisme'. Dit type staat breekt niet formeel
met de parlementaire demokratie, het gaat eerder om
een geleidelijk proces waarin de parlementaire vor-
men blijven funktioneren, maar hun politieke betekenis
grondig gewijzigd wordt. Het 'autoritair etatisme'
bestaat in de kombinatie van parlementarisering en
repressie, die slechts kan funktioneren als de repressie
steeds een brede ondersteuning (legitimatie)
onder de bevolking vindt. Parallel daarmee vindt in
de officiele ideologie een uitholling plaats van
het idee van 'plichten' van de staat tegenover burgers.
De benodigde brede ondersteuning onder de bevolking
wordt via het mechanisme van de (externe)
vijanden verkregen (buitenlanders, krakers, russen)
(6). De meest opvallende zinsneden uit het boek van
Sierksma zijn: "Het 'militaire' aspekt domineert de
kraakbeweging". "In de kraakbeweging vindt een substitutie
(=vervanging) van politiek door geweld plaats."(7)
Sierksma bleek ons te prikkelen om zelf verder te komen
in de geweldsdiskussie, waarvan al zo vaak gekonstateerd
wordt dat die niet meer verder komt. Bij de
Luyk blijkt dat geweld en de rellendiskussie, vaak
over hoe we ons (moeten) organiseren en met elkaar
omgaan gaat. Het oude verhaal van de zielige krakers
die met hun rug tegen de muur staan en geweld gebruiken
onder de leus:"We kunnen niet anders", blijkt
nog bij onszelf, noch bij de buitenwereld er meer in
te gaan. Volgens ons moeten we dan ook de fundamentele
uitgangspunten van onze organisatie en argumentatie
veranderen omdat 1983 gewoon niet meer 1980 is.
"Waarom wij recht hebben op gewelddadig verzet: we hebben
vaak geen ander middel om voor onze woning en onze
levenswijze op te komen dan door geweld." Aldus de
persgroep Lucky Luyk in de Groene van 10-11-'82. Is
het zo dat geweld een voldoende afschrikkingseffekt
heeft om andere panden te behouden? Met geweld alleen
hebben we nog nooit iets gewonnen. De politieke effekten
leverden tot nu toe wel de nodige resultaten
op. Niet alleen wij gebruikten geweld om bepaalde
effekten (behoud van panden) te bereiken, ook de
overheid kent deze taktiek. Zeker met de Luyk werd
het staatsgeweld ingezet, niet allereerst om de
Lucky Luyk te ontruimen, maar voornamelijk om ons
kapot te maken, ons te isoleren. Ons geweld had
geen 'afschrikwekkend' effekt op andere, dreigende
ontruimingen. Integendeel. In 1980 was de afschrikkende
werking van koninginnedag voldoende voor de
gemeente om tot aankoop van een tiental panden over
te gaan. In januari 1981 waren er 2 panden met een
ontruimingsvonnis op basis van een anonieme fotodagvaarding;
het eerste pand, Prinsengracht 715
werd na dagenlange straatbarrikades door een enorm
ME-leger ontruimd. Door dit verzet startte de gemeente
voor een ander pand, Keizersgracht 721 (ook
mevr. X) een aankoop-procedure waardoor dit pand
behouden is gebleven. Nu, na de Luyk, denderde de
ontruimingsmachine tijdens de No-Toestand verder,
met de ontruiming van de Paula Pot en de Binnespiegel
de volgende dag tot een hele reeks ontruimingen
j.l. november en december (o.a. Nwe Herengracht 10,
Biesboschstraat tot aan Vondelstr.36). Ondanks het
feit dat er volgens velen onder ons bij de Luyk een
nieuwe geweldspiek bereikt is (zoveel mensen op
straat, zoveel schade) blijkt dit averechts gewerkt
te hebben. Door de noodtoestand, het demonstratieverbod
en de aanvallen op Vrije Keyser radio en t.v. werd
het onmogelijk gemaakt dat de
verontwaardiging bij sympatisanten tot uitdrukking
kon komen. Alleen dinsdagnacht konden we even de
straat op (en met sukses). Zo vond er een 'dubbele
isolering' plaats; voor mensen die zich op straat
verzetten en voor mensen die hun woede in demonstreren
wilden uiten. Dat kon pas op zondagmiddag
en ook toen provoceerde de politie op alle mogelijke
manieren om een konfrontatie uit te lokken.
On grond van de ervaringen is het gebruik van geweld
voor de verdediging van onze panden door ons
steeds meer gepresenteerd als een noodzakelijkheid.
Daardoor leek het er soms op dat geweld tot ons enige
aktiemiddel was geworden, Natuurlijk is dat
niet de realiteit, maar het gezicht van 'de beweging'
zowel naar buiten als naar binnen toe wordt wel door
dit 'monopolie van geweld' als het aktiemiddel van
de kraakbeweging bepaald. Denk maar aan de affiches
met 'kom knokken in Zuid', 'Luyk schaakmat', 'Doe meer
saboteer' en onze leus: 'Luyk ontruimen=oorlog'.
Het is niet alleen dreigende stoere taal; het wordt
zelfs gezien als een oplossing voor onze verminderde
onderlinge solidariteit. Zo vertelde Benjamin aan
de Haagse Post (8) een week voor de ontruiming:
"Eigenlijk prima dat ze gaan ontruimen, in een klap
winnen we alles terug wat we de afgelopen 2 jaar aan
onderlinge solidariteit hebben verloren". Maar wat
is dan nog onze inzet als je aanstuurt op een rel,
i.p.v. via akties een ontruiming probeert te voorkomen?
Natuurlijk was het verbitterd antwoord, na maanden
verdedigen maar het ging er toch om dat de bewonersters
op de Luyk konden blijven wonen? Wij kunnen
ons niet neerleggen bij die noodzakelijkheid van geweld,
net zo goed als we ons er niet bij neerleggen dat
de pers ons kapotschrijft (9) en Einstein-tv kritiekloos
aan het woord laat (10), of dat we kunnen aksepteren
dat de PvdA het in de gemeente Amsterdam
het voor het zeggen zou hebben.
Het duidelijkste voorbeeld van geweld als enig aktiemiddel,
is het optreden van het MAF geweest. Zij
wierp zich op als een aparte organisatie (fraktie)
binnen de kraakbeweging die namens ons onze tegenstanders
wel even bang zou maken en intimideren. Dit
in tegensteliing tot de oproepen van 'de autonomen'
die de afgelopen jaren gedaan zijn en die met hetzelfde
zouteloze taalgebruik wel een beroep op ons
deden om gezamelijk op straat onze 'woede' te uiten.
Ook de MAF hoopte met haar symboliese akties een zodanig
afschrikkingseffekt te bereiken dat GDH-woningen,
de Luyk en de Binnespiegel niet ontruimd
zouden worden. Deze geisoleerde groep bracht ook enorm
veel angst en onderling wantrouwen met zich mee.
De MAF koos niet voor geweld als 'laatste middel',
maar als haar enige middel, wat voor meerdere doelen
te gebruiken is (kraken, El Salvador etc.) Daarom
was de MAF niet te bediskussieren als een van de vele
initiatieven in de strijd tegen de woningnood en de
opbouw van onze eigen levenswijze. De MAF kan immers
niet bestaan zonder een strakke, eigen discipline,
intimidatie en andere aspekten van militarisering.
Gelukkig kon de MAF 'op vakantie' gestuurd
worden maar dat neemt niet weg dat ze de strijd rond
de Luyk een tijd lang hebben kunnen verzieken in
plaats van versterken.
Maar de hele geweldsvraag is geen interne aangelegenheid.
Het immers de overheid, huiseigenaren etc.
wiens belangen wij aantasten en die d.m.v. geweld
ons weer rustig of kapot willen krijgen. Volgens
Sierksma nu, heeft de huidige 'autoritaire staat'
een vijand binnenshuis nodig omdat ze geen parlementaire
demokratie (meer) is, maar wel zo moet
blijven funktioneren. Als rechtvaardiging van het
staatsoptreden is de 'dreiging' van de russen (die
de vijand buitenshuis zijn) niet meer genoeg. De
angst voor 'de russen' heeft plaats gemaakt voor
angst (en verzet) m.b.t. de kernbewapening en afbraak
van sociale voorzieningen (incl.werk). Juist deze
twee aspekten zijn het belangrijkste in de huidige
staatspolitiek. Om die staatspolitiek voor de
bevolking te rechtvaardigen moet er dus een andere
vijand gezocht en gekreeerd worden. Het 'terrorrisme'
wat Sierksma liever 'politiek anarchisme' (ll)
noemt is in andere landen wel aanwezig als vijand-binnenshuis
in de vorm van de RAF in West-Duitsland
en de Rode Brigades in Italie. Hij vraagt zich af
of de nederlandse staat voor haar funktioneren ook
niet zo'n vijand-binnenshuis nodig heeft en of zij
niet bezig is deze te produceren/provoceren. (12)
De kraakbeweging kan, volgens hem het 'rekruteringsveld'
voor het polderterrorisme/stadsguerilla van
Nederland worden. Maar waarom nou juist de kraakbeweging,
vroegen wij ons af. Volgens Sierksma omdat
die het best te kriminaliseren lijkt, omdat:
Het gevolg hiervan zou zijn dat onder krakers groepjes volledig verbitterde personen gaan ontstaan, die alleen in terrorisme nog een uitweg zien/ tot terrorisme te provoceren zijn. Maar de grap is nu juist dat de staatspolitiek in Nederland niet alleen repxessief is, maar ook bepaalde eisen inwilligd. Het gevolg van deze 'dubbele' politiek is, dat elk verzet opgesplitst dreigt te worden. Zo dreigt 'de kraakbeweging' steeds opgesplitst te worden door zaken als aankoop, legalisatie van GDH-woningen, tijdelijke verhuur etc. Op dit verschillende staatsoptreden (legaliseren en marginaliseren) wordt dan ook verschillend gereageerd en zo komt er een groep binnen de kraakbeweging alleen te staan, die heel verbitterd gaat reageren omdat ze al zo vaak hard zijn aangepakt. Zo kan je dus van een afstandje onze geweldsdiskussie (b.v. over de Luyk en het MAF) bekijken als een gevolg van overheidsgeweld dat tot doel eeft dat sommigen van ons geen ander antwoord meer zien dan het gewapend verzet. Voor Italie kwam Sanguenetti tot dezelfde analyse over de staatspolitiek m.b.t. tot de Rode Brigades (13). Sierksma presenteert het nadrukkelijk niet als een komplottheorie, waarin de politie het MAF betaalt, maar als een gevolg van de (schijnbaar tegenstrijdige) bewuste politiek van isoleren en legaliseren. De kunst voor ons is nu de verscheidenheid aan aktievormen te blijven bediskussieren om te voorkomen dat zo'n geisoleerde groep als het MAF ontstaat, zonder echt iets van onze radikaliteit op te geven en zonder het onderlinge wantrouwen te vergroten, zodat we niet te splitsen zijn. Maar ja, de onderlinge verschillen in de kraakbeweging zijn best groot en als steeds minder mensen aktief zijn, zoals bij de Luyk het geval was dan wordt de kans op een geisoleerde groep binnen de kraakbeweging steeds groter.
Volgens Sierksma overheerst het militaire aspekt binnen de kraakbeweging omdat ze zich alleen op het nivo van de verdediging (via de 'tam-tam-van-de-jungle') als eenheid presenteert. Maar wat moeten we met zo'n konstatering? Het gaat niet in op wat we te verdedigen hebben en hoe we ons verdedigen. Onze inzet kan door niemand tot verdediging of geweld gereduceerd worden. Gemeenschappelijk hebben we dat we in kraakpanden wonen, een bepaalde levenswijze ontwikkelen en dat we ons ook willen verdedigen (bedreiging van een is bedreiging van allen), maar hoe we dat doen is voor iedereen verschillend. "Als het zo doorgaat ziet het er naar uit dat binnen afzienbare tijd het grootste gedeelte van de kraakbeweging zal zijn opgerold" schreef Geert Mak in de Groene van 20 oktober van '82. Hoewel deze Paniek reaktie nogal overdreven bezorgd overkomt, is de angst dat we eens 'opgerold' zullen worden best wel aanwezig, zeker na de Luyk. Berlijn is dan het afschrikwekkende voorbeeld. Al vanaf mei'81 komt er geen pand meer bij. Het aantal panden is gezakt van 160 naar 90. Maar wat doe je met zo'n defensief waar je inzit? Je kunt niet een eigen leven opbouwen wanneer je je konstant (moet) bezig houden met de verdediging van je eigen pand of permanent op bedreigde panden moet afgaan. Maar de lijst van bedreigde panden wordt voorlopig niet kleiner, eerder groter, zeker als er telkens nieuwe panden bijkomen. Het hele verhaal van kraken begint bij iedereen met een dak boven je hoofd, de krankzinnig hoge huren, kortom de woningnood. Walter Etty ontkent die woningnood botweg (14) en probeert het voor te stellen dat kraken een vrije keus is, en een goede manier van tijdsbesteding, voortkomend uit het 'Ik-tijdperk' ("zelf je zaakjes regelen"). Echt grof, zoals hij ons verwijst naar de leegstaande flats in de Bijlmer, dat we daar wel kunnen, maar niet willen wonen. Natuurlijk vraagt hij zich niet af waar al die leegstand en spekulatie in Amsterdam vandaan komt, dat het een resultaat is van zijn eigen beleid van bv hele hoge huren. Maar het kraken houdt niet op als je binnen zit en je huis verbouwd hebt, velen kiezen ervoor om daarna binnenshuis ook met andere dingen bezig te gaan. Een heel netwerk van bedrijven, werkplaatsen, oefenruimtes,winkels, theaters etc. is binnen de kraakbeweging ontstaan. Die zijn er niet gekomen uit verveling maar omdat we genoodzaakt zijn zelf initiatieven te ontplooien (in de buurt bv.), omdat we niet om werk gaan zeuren bij het arbeidsburo, maar zelf aan de slag gaan. Zo is de kraakbeweging verbreed en verdiept. Maar die initiatieven kunnen alleen bestaan door onderlinge samenwerking van krakersters en door samenwerking met niet-krakersters. Een drukkerij of een kreche is niet alleen een belang van de betrokken krakersters, maar ook van de hele buurt en de stad. De meeste initiatieven zijn dan ook niet exclusief op krakersters gericht en dat is maar goed ook want steun van buiten hebben we hard nodig. Een logies gevolg van al die bedreigingen zou zijn dat we in onze schulp zouden terugtrekken (het mechanisme van geisoleerd worden en jezelf isoleren) maar dan kunnen we ook niet meer verwachten dat andere mensen onze 'subkultuur' komen verdedigen.
En zo ziet Walter Etty dat ook graag, we hebben volgens hem onze signaalfunktie wel gehad, die krakers kunnen nu alleen nog maar met geweld antwoorden, nou dan is hun spel voorbij. Subkultuur prima, maar daar hebben de amsterdammers niks aan, dan is het panden ontruimen, inclusief subkultuur ook geen probleem meer voor ze.
Sommigen, waaronder Sierksma, beweren dat het isolement
waarin we nu schijnen te zitten, komt doordat
we geen hechte politieke organisatie zijn. Maar
dat is de kraakbeweging nooit geweest, ook niet toen
je wat minder hoorde dat we minder geisoleerd waren.
Stedelijk is de samenhang steeds minder geworden.
Dat is op zich niet eens een groot probleem, maar
bij de Luyk was de kraakbeweging pas present toen
het te laat was, namelijk op straat na de ontruiming.
Vergeleken met enige jaren geleden neemt het kraken
zelfs steeds minder energie/aktiviteit in binnen de
'kraakbeweging'. Mede daardoor wordt het toch al
reagerende karakter van de kraakbeweging, op initiatieven
van eigenaren en de overheid, nog verder versterkt.
De Luyk was een symbool van velen, maar een
aktiviteit van weinigen geweest. Telkens was het onduidelijk
waar beslissingen genomen werden, door de
bewoners, de buurt, of de enkelingen die stedelijk
aktief waren. Volgens ons werd door velen de Luyk in
eerste instantie gezien als een routineklus die
gewonnen kon worden en het leek er soms ook wel op dat
de bewoners konden blijven.
Toch waren er ook 'nieuwe' aanzetten in de Luyk-aktie.
Zo wist, voor het eerst, het SPOK direkt onderhandelingen
tussen bank en gemeente los te maken. De
onderhandelingen tussen de gemeente en Luske, die
rond de jaarwisseling van 81/82 gevoerd waren, zaten
daarna volledig klem. Door onthullingen over de
onderwereldpraktijken van Luske, de rol van de RABO-bank
bij de spekulatie rond de Luyk en een aantal
akties bij de RABO-Halfweg moest deze bank in juli
'82 toezeggen om in kontakt te treden met de gemeente
over de verkoop van de Luyk. Ook het initiatief
van de bewonersters, na de uitspraak van het Haagse
Gerechtshof, om met de gemeente te gaan onderhandelen
was nogal 'nieuw'.
Maar deze 'nieuwe aanzetten' vielen weg zodra de
ontruimingsroutine van de stedelijke kraakbeweging
op gang kwam. Bij de prikakties werd een rare
zig-zag-koers gevaren met als wekelijkse thema's: RABO, Polak,
Etty, knokploegen, toeristen, de CPN en natuurlijk
de 'sociale bestemming'. Van bijna al deze thema's
zijn wel affiches gemaakt. vaak geplakt in grote delen
van de stad. Maar dat was het dan wel. Terwijl
elk van deze thema's een veelheid van ideeen, akties,
diskussies, etc. op gang had kunnen brengen.
Geen van de thema's werd uitgewerkt en de persverklaringen
waren ouderwets saai, net als de middelen
waar bij prikaties naar gegrepen werd. Zo werd het
draaiboek uit 1980 uit de kast gehaald en uitgevoerd.
Vele vragen die bij de Luyk naar boven kwamen hebben
we bij de Luyk afgedaan met de antwoorden uit
1980 en daardoor hebben we ons niet verdiept in het
veranderde politieke klimaat van nu. Als het enige
politieke drukmiddel waarin we nog geloven het dreigen
met rellen is, dan leggen we onszelf de hele
'zwarte helmen kultuur' op. Maar onze beweging is
breder, kent veel meer mensen en aktievormen. Met
zo'n veelzijdigheid moeten we toch op z'n minst aan
zowel de niet-aktieve-krakersters, als'de bevolking'
duidelijk kunnen maken dat 'de Luyk overal is', dat
huurdersters op gezette tijden ook met knokploegen
te maken krijgen, om maar wat te noemen. Als het
ons niet lukt om voor de ontruiming de meeste
krakersters te mobiliseren, wat verwachten we dan van
niet-krakersters? De grote persgroep en de huis-aan-huis-krant
kwamen 3 maanden te laat. Blijkbaar reageerden we bij
een dreigende ontruiming op een manier die het de
meeste krakersters onmogelijk maakt
mee te doen op welke manier dan ook aan het verhinderen
van een ontruiming (tenminste zo lag dat ten tijde van
de Luyk). Een pijnlijke konklusie dat de
meerderheid niet (meer) aktief is op stedelijk nivo.
Ons lijkt dat hier alleen iets aan kan veranderen
als de onderlinge verschillen en veelvormigheid van
de kraakbeweging ook in de aktievormen naar buiten
komen zodat de kracht van de hele beweging zichtbaar
wordt (een soort veelkoppige draak misschien?).
Uit de Luyk-diskussie zoals die o.a. in bluf gevoerd
is komen 3 centrale 'kwesties' naar voren: het geweld,
de 'bonzen' en het sexisme. Willen we weer tot een
gemeenschappelijk 'verdedigen' van bedreigde panden
komen, dan zullen deze kwesties niet meteen onder
tafel verdwijnen en tot echte veranderingen leiden.
Veranderingen, vanaf de manier van besluiten nemen (maar door wie?), het uitdenken en opzetten van akties tot het moment dat we oog in oog staan met de politie/ME. In de praktijk zal moeten blijken of we in staat zijn tot een 'kollektieve verwerking van ervaringen' en wat daaruit rolt. Met het draaiboek van 1980 komen we in ieder geval niet ver meer. Maar hoe we het ook aanpakken, we zullen ook vaak in de situatie terechtkomen dat een ontruiming onafwendbaar is. Want alle harde en zachte akties, huis-aan-huis-kranten, pamfletten-op-de-markt, adressen aan de gemeenteraad en nog 1000 andere akties bij elkaar zullen niet altijd in staat zijn om een ontruiming te voorkomen. Tot nu toe wisten we door het barrikaderen van panden te voorkomen dat deze panden op een makkelijke manier ontruimd konden worden, waardoor de 'politieke drempel' om te ontruimen hoger werd en wij tijd konden winnen. In die tijd is het ons een aantal keren gelukt om panden toch nog te redden. Bijvoorbeeld door aankoop (o.a. Grote Keyser) of door de eigenaar van ontruiming te doen afzien (b.v.Singel 445). Het dreigen met rellen speelde eenzelfde rol. Maar deze tijd lijkt nu voorbij. Met een verrassingsaanval van speciaal getrainde ME worden onze barrikades in enkele minuten genomen en de rellen worden door de politie ingepland en keren zich tegen ons. De taktiek van de overheid is er nu op gericht ons zo weinig mogelijk tijd te geven om ons te organiseren en de bevolking te informeren om deze aan onze kant te krijgen. (vgl. met de taktiek van Roel de Wit bij de dumpingstransporten in aug.'82 en de ontruiming van Vondelstraat 36 in december '82).
De ontruiming zelf is nu heel bewust 'geweldloos'. Al het geweld wat daarna losbarst/plaats vindt is zo in onze schoenen te schuiven, we verdedigen immers geen pand meer. Nu is dit geen pleidooi om bedreigde panden niet meer te barrikaderen. We moeten ze het zo moeilijk mogelijk maken en daarbij kunnen barrikades een rol spelen, maar illusies hoeven we er niet meer over te hebben. Het vrijwillig opgeven van een pand betekent dat we ons 'laatste machtsmiddel' uit handen geven. Dat kan 'in principe' niet, en dus zullen we nog veelvuldig tegenover politie/ME komen te staan. Uit noodzaak (=verzet), niet om hen te gaan 'verslaan'.
Bij de Luyk kwam duidelijk naar voren dat de gemeente
ook sinds 1980 veranderd is. Ons verhaal dat ze geen
woningen bouwden en dat 'wij' meer woningzoekenden
onderdak hielpen, gaat niet meer op. Een enorme
nieuwbouwstroom is opgang gekomen. In sommige buurten,
zoals de Jordaan, Nieuwmarkt en Kinkerbuurt verrijst
het ene nieuwbouw-blok na het andere. Alles in de
huursektor. Voor het grootste deel bestaande uit kleine
woningen. Het wereldje van huizenspekulanten,
projektontwikkelaars en andere onderwereld is ook niet
meer hetzelfde. Een aantal van hen is, ook door ons
optreden, failliet gegaan en/of in de bak terecht
gekomen. We zien nu zelfs projektonwikkelaars die hun
bezit voor een prikkie aan de gemeente verkopen met
als voorwaarde om 'sociale woningbouw' opdrachten te
mogen uitvoeren (bv. Houtman en van Wijnenkomplex aan
de Prinsengracht/Rozenstr.).
Door de ekonomiese krisis zullen eigenaren een groter
ekonomies belang krijgen bij ontruiming, Aan de andere
kant kun je je voorstellen dat de kraakbeweging
door de ekonomiese krisis een beter 'perspektief' krijgt.
Steeds meer mensen worden werkeloos, de uitkeringen
worden lager, de overheid is steeds minder in staat
om goedkope huisvesting te realiseren en de mogelijkheden
om bedrijfspanden te kraken worden ook steeds
groter...
Om ais 'beweging' verder te kunnen zullen we de veranderingen orn ons heen goed in de gaten moeten hebben en zelf ook in staat zijn om nieuwe manieren van optreden te ontwikkelen. De belangrijkste kracht tegen de woningnood is niet meer de kraakbeweging. Maar geen nood, nu de gemeente deze positie heeft overgenomen wil ze echter ons verder terugdringen en heeft bij de Luyk in dat opzicht de konfrontatie bewust gezocht en gewonnen. Wij hoeven niet met hen te konkurreren. Prima dat ze bouwen (het is alleen onbetaalbaar). Onze kracht blijft dat we wel heel konkreet de spekulatie bestrijden, en dat doet de gemeente nog steeds niet. En wat ze helemaal niet kunnen doen, dat is de opbouw van eigen woon- en leefwijzen die in de officiele woningbouw nog steeds vrijwel onmogelijk is. (eigen beheer, groepswonen, bedrijven in je huis etc.) Dat kraken meer is dan wonen alleen blijft onze inzet die we naar buiten duidelijk moeten maken, willen we niet opgerold worden. Sluiten we ons verder op, dan rollen we onszelf op. Wanneer we tegen knokploegen niets meer weten te verzinnen dan het spannen van kippegaas, dan kruip je in je huisje en iedereen kijkt toe hoe je ontruimd wordt. De beweging moet niet dicht gelast maar opengebroken worden.
jaap & geert
Eerste steenlegging nieuwe hoofdgebouw, 1902 |