Sneeuwwitje: hoofdstuk 11 - Actie Lullige Ludwig
'Zullen we dan maar?' zei Sjaak. En even later zat Monika
bij hem achterop, op haar eigen fiets.
'Er zit geen slot op. Zeker gejat van iemand die hem gejat
had,' zei hij.
'Nee,' zei Monika. 'Deze heb ik via Ronnie.'
'Gejat dus,' zei hij. 'Geeft niets. Eigen fietsen met eigen
sleuteltjes is meer iets voor mensen met een eigen flat, een
eigen vrouw en een eigen tuintje.'
Monika lachte. Sjaak sloeg met een scherpe bocht rechtsaf.
Ze moest zich aan zijn middel vasthouden om niet te
vallen. Hij voelde goed aan. Ze vond het prettig om zo
vervoerd te worden, al was de achterband wel erg plat.
Bij iedere hobbel van een verkeersdrempel in de straat
pakte ze hem nog steviger vast. Zo kwamen ze aan in de
Beethovenstraat. Monika keek haar ogen uit. Overal
stonden Mercedessen dubbel geparkeerd naast lelijke
eendjes. Er liepen dames te winkelen. Ze droegen bontjassen,
maar hadden tegelijkertijd ook een oenig plastic
tasje in hun hand.
'Hier is het,' zei Sjaak. Ze stapten af.
'Moet je die etalage zien,' zei Monika.
Sjaak had de fiets neergezet tegen een winkel voor Japanse
delicatessen. Een luxe zwarte schaal stond in de etalage,
met een stuk of tien kleurige, geheimzinnige hapjes.
f 99,50 stond op het prijskaartje ernaast.
'Dat is twee hapjes voor een LP van Bruce Springsteen,'
rekende ze vlug uit.
'Wat moet jij met Springsteen,' zei Sjaak. 'Kijk liever
eens daar aan de overkant. Daar gaat het nu om.'
Op de tweede verdieping waren de raamkozijnen felrood,
knalgeel en viltstiftpaars gekleurd. Grote klodders verf
waren een verdieping lager terechtgekomen. Ook hing er
een spandoek bij. Laat Lullige Ludwig Leven stond er op.
'Daar helpen wij de buurt mee,' legde Sjaak uit, 'door de
hokjesgeest van rijtjeshuizen te doorbreken.'
'Dat geel vind ik wel grappig,' zei Monika. 'Maar dat
paars kleurt niet bij me.'
'Wat heeft dat er nou mee te maken?' zei Sjaak. Monika
schrok. Hoe kon ze zo stom zijn om zulke truttige
opmerkingen te rnaken waar een echte kraker bij stond.
Sjaak scheen het alweer vergeten te zijn. Hij troonde haar
mee een brede stenen trap op. Boven was een hal met vier
deuren, een deur was haastig oranje geverfd. Daar belde
Sjaak aan met een ingewikkeld morsesein-systeem.
Na een tijdje klonk er gebonk, gerammel van kettingen
en geschuif van grendels. Er ging een piepklein kijkluikje
open. Monika zag vaag een gezicht van een jongen met
een zonnebril en zo'n Palestijnse woestijnlap voor zijn
mond. Daarna ging de deur pas open, op een kier. Er
moesten nog twee hangsloten losgemaakt worden voor ze
naar binnen mochten.
Monika had gedacht dat het een enorme puinhoop in het
kraakpand zou zijn, maar dat viel tegen. Er was zo weinig
in het hele huis, dat er geen puinhoop te maken viel.
In een kamer waren bedspiralen bij wijze van vitrage voor
de ramen gespijkerd. In de vensterbank stond een
verschoten plastic tulp in een colaflesje. Voor de gezelligheid.
Verder een butagasstel met een fluitketeltje en twee
matrassen tegen de muur. Dan had je het wel gehad. Dit
was duidelijk geen huis om te wonen, maar een pand om
te kraken. In een hoek zat een dikke jongen, met z'n rug
naar haar toe, te peuteren aan een of ander radioapparaat.
In het stukje bloot tussen zijn t-shirt en zijn broekriem
kon je het begin van zijn billen zien.
Op een van de matrassen zat naast de jongen die open had
gedaan een mager meisje met korte piekharen. Ze droeg
een spijkerbroek met levensgrote gaten en daaronder
panties waar ook weer gaten in zaten. Ze draaide een
shagje en strooide er wat korrels hasj over.
'Zij daar, blijft die lang,' vroeg ze, zonder op te kijken.
'Blijft zij dan hier slapen?'
'Nou Liesje, vraag het haar zelf,' zei Sjaak.
'Wat krijgen we nou?' zei ze vinnig. 'Ik mag toch toevallig
een normaal antwoord op een normale vraag toeval1ig? Ja
toch?'
Sjaak haalde zijn schouders op en knipoogde naar Monika.
Hij ging zich verder bemoeien met de dikke jongen
in de hoek.
'Gaat het een beetje, Koos,' vroeg hij.
'Shit. Geen ene shit geeft deze scanner,' mompelde Koos.
Hij prutste verder. 'Verkeerd geparkeerde Jaguars en
ontspoorde tramstellen van lijn 24 krijg ik via de
politiezender binnen. Maar een beetje ontruimen is er niet meer
bij. Ze laten ons liever verrotten dan dat ze met groot
materieel uitrukken om ons met onnodig geweld op straat te
zetten. Waardeloze politie. Geen ene moer over Beethoven.'
'Een acht-twee-viertje Schinkelkade 162,' piepte de scanner
intussen.
'Schinkelkade?' zei Sjaak. 'Als dat maar niet de Gloria
is, want...'
Liesje liet hem niet uitpraten.
'Jij altijd met je softies van de Gloria. Wij gaan hier actie
ondernemen! We hebben toevallig niet alle tijd. Kun je
blijven kraken tot je een ons weegt. Dat hoeft toevallig
van mij niet. Joop heeft een beter idee, he Joop?'
De jongen naast haar haalde giechelend een snelle stiletto
te voorschijn. Monika schrok zich rot. Ze deed een stap
achteruit en viel tegen Sjaak aan.
'Grapje,' zei Joop. 'Easy. Deze jongen gaat met dit
mespuntje namelijk alleen maar even alle platen van
Beethoven verkrassen, zie je. Een beetje scratchen. Om
te beginnen in de zaak van Wessels hier verderop.'
'Gaan jullie grammofoonplaten kapot maken?' Monika
begreep er niets meer van.
'Nee hoor schat, niet alleen platen,' zei Joop weer met dat
giechellachje, 'ook cd-tjes, als we de kans krijgen. Als het
maar van Beethoven is.'
'Dan kunnen ze toevallig niet meer om ons heen.' Liesje
kwam er weer tussendoor. 'Dan pas dringt het schandaal
van de Beethovenstraat tot ze door, als je ze pakt in hun
gezwijmel over Beethovens muziek. Fur Elise en al die
commerciele sfeermelodieen.'
'Begrijp jij er wat van?' vroeg Sjaak opeens aan Monika.
'Oh... eh... nou ja sorry hoor,' zei Monika. 'Ik weet
niet. Die woningnood en zo, dat kon Beethoven toch niet
helpen? Muziek kapot maken, hoe zal ik het zeggen, het
lijkt wel boekverbranden of zo.'
Onzeker keek ze Sjaak aan. Hij zou het vast slap geouwehoer
vinden, nou ja, zij kon het ook niet helpen dat ze er
nu eenmaal zo over dacht.
Maar Sjaak zei: 'Zo is het precies. Ruiten ingooien en
winkels plunderen doen we dus niet. Dat hadden we
afgesproken namelijk. Dus platen verzieken daar beginnen
we ook niet aan. Dus.'
'We hebben toevallig niks afgesproken, klootzak! ' gilde
Liesje. 'Jij laat het mooi afweten. Met jouw softe aanpak
bereik je toch niks. Dat zie je nou toch? Ja toch? We
moeten wel op de harde lijn gaan zitten. De politie lokt dat
uit. Dat is toch een duidelijke zaak? Of durf je niet? Ach
sodemieter toch op!'
Uit de scanner van Joop kwamen nu onverstaanbare
vloeken.
Sjaak had zijn lippen stijf op elkaar. Hij zag er opeens
fanatiek uit. Hij keek Koos aan, hij keek Joop aan. Koos
haalde zijn schouders op en Joop giechelde maar wat.
'Laat maar zitten,' zei Sjaak ten slotte. 'Ik begrijp het al.
Het heeft voor mij geen enkele zin hier te blijven. Ik trek
mijn handen van jullie af. Jullie doen maar. Kom mee,
Monika.' Hij beende weg en Monika ging maar vlug achter
hem aan.
'Jullie vinden het verder wel?' grinnikte Liesje.