Sneeuwwitje en de 7 krakers
Tekst: Karel Eykman, Tekeningen: Sylvia Weve
ISBN 9061693500
september 1988
Links Hoog Rechts

Sneeuwwitje: hoofdstuk 11 - Actie Lullige Ludwig


'Zullen we dan maar?' zei Sjaak. En even later zat Monika bij hem achterop, op haar eigen fiets.
'Er zit geen slot op. Zeker gejat van iemand die hem gejat had,' zei hij.
'Nee,' zei Monika. 'Deze heb ik via Ronnie.'
'Gejat dus,' zei hij. 'Geeft niets. Eigen fietsen met eigen sleuteltjes is meer iets voor mensen met een eigen flat, een eigen vrouw en een eigen tuintje.'
Monika lachte. Sjaak sloeg met een scherpe bocht rechtsaf. Ze moest zich aan zijn middel vasthouden om niet te vallen. Hij voelde goed aan. Ze vond het prettig om zo vervoerd te worden, al was de achterband wel erg plat. Bij iedere hobbel van een verkeersdrempel in de straat pakte ze hem nog steviger vast. Zo kwamen ze aan in de Beethovenstraat. Monika keek haar ogen uit. Overal stonden Mercedessen dubbel geparkeerd naast lelijke eendjes. Er liepen dames te winkelen. Ze droegen bontjassen, maar hadden tegelijkertijd ook een oenig plastic tasje in hun hand.
'Hier is het,' zei Sjaak. Ze stapten af.
'Moet je die etalage zien,' zei Monika.
Sjaak had de fiets neergezet tegen een winkel voor Japanse delicatessen. Een luxe zwarte schaal stond in de etalage, met een stuk of tien kleurige, geheimzinnige hapjes.
f 99,50 stond op het prijskaartje ernaast.
'Dat is twee hapjes voor een LP van Bruce Springsteen,' rekende ze vlug uit.
'Wat moet jij met Springsteen,' zei Sjaak. 'Kijk liever eens daar aan de overkant. Daar gaat het nu om.'
Op de tweede verdieping waren de raamkozijnen felrood, knalgeel en viltstiftpaars gekleurd. Grote klodders verf waren een verdieping lager terechtgekomen. Ook hing er een spandoek bij. Laat Lullige Ludwig Leven stond er op.
'Daar helpen wij de buurt mee,' legde Sjaak uit, 'door de hokjesgeest van rijtjeshuizen te doorbreken.'
'Dat geel vind ik wel grappig,' zei Monika. 'Maar dat paars kleurt niet bij me.'
'Wat heeft dat er nou mee te maken?' zei Sjaak. Monika schrok. Hoe kon ze zo stom zijn om zulke truttige opmerkingen te rnaken waar een echte kraker bij stond.
Sjaak scheen het alweer vergeten te zijn. Hij troonde haar mee een brede stenen trap op. Boven was een hal met vier deuren, een deur was haastig oranje geverfd. Daar belde Sjaak aan met een ingewikkeld morsesein-systeem.
Na een tijdje klonk er gebonk, gerammel van kettingen en geschuif van grendels. Er ging een piepklein kijkluikje open. Monika zag vaag een gezicht van een jongen met een zonnebril en zo'n Palestijnse woestijnlap voor zijn mond. Daarna ging de deur pas open, op een kier. Er moesten nog twee hangsloten losgemaakt worden voor ze naar binnen mochten.
Monika had gedacht dat het een enorme puinhoop in het kraakpand zou zijn, maar dat viel tegen. Er was zo weinig in het hele huis, dat er geen puinhoop te maken viel. In een kamer waren bedspiralen bij wijze van vitrage voor de ramen gespijkerd. In de vensterbank stond een verschoten plastic tulp in een colaflesje. Voor de gezelligheid. Verder een butagasstel met een fluitketeltje en twee matrassen tegen de muur. Dan had je het wel gehad. Dit was duidelijk geen huis om te wonen, maar een pand om te kraken. In een hoek zat een dikke jongen, met z'n rug naar haar toe, te peuteren aan een of ander radioapparaat. In het stukje bloot tussen zijn t-shirt en zijn broekriem kon je het begin van zijn billen zien.

Op een van de matrassen zat naast de jongen die open had gedaan een mager meisje met korte piekharen. Ze droeg een spijkerbroek met levensgrote gaten en daaronder panties waar ook weer gaten in zaten. Ze draaide een shagje en strooide er wat korrels hasj over.
'Zij daar, blijft die lang,' vroeg ze, zonder op te kijken.
'Blijft zij dan hier slapen?'
'Nou Liesje, vraag het haar zelf,' zei Sjaak.
'Wat krijgen we nou?' zei ze vinnig. 'Ik mag toch toevallig een normaal antwoord op een normale vraag toeval1ig? Ja toch?'
Sjaak haalde zijn schouders op en knipoogde naar Monika. Hij ging zich verder bemoeien met de dikke jongen in de hoek.
'Gaat het een beetje, Koos,' vroeg hij.
'Shit. Geen ene shit geeft deze scanner,' mompelde Koos. Hij prutste verder. 'Verkeerd geparkeerde Jaguars en ontspoorde tramstellen van lijn 24 krijg ik via de politiezender binnen. Maar een beetje ontruimen is er niet meer bij. Ze laten ons liever verrotten dan dat ze met groot materieel uitrukken om ons met onnodig geweld op straat te zetten. Waardeloze politie. Geen ene moer over Beethoven.'
'Een acht-twee-viertje Schinkelkade 162,' piepte de scanner intussen.
'Schinkelkade?' zei Sjaak. 'Als dat maar niet de Gloria is, want...'
Liesje liet hem niet uitpraten.
'Jij altijd met je softies van de Gloria. Wij gaan hier actie ondernemen! We hebben toevallig niet alle tijd. Kun je blijven kraken tot je een ons weegt. Dat hoeft toevallig van mij niet. Joop heeft een beter idee, he Joop?'
De jongen naast haar haalde giechelend een snelle stiletto te voorschijn. Monika schrok zich rot. Ze deed een stap achteruit en viel tegen Sjaak aan.
'Grapje,' zei Joop. 'Easy. Deze jongen gaat met dit mespuntje namelijk alleen maar even alle platen van Beethoven verkrassen, zie je. Een beetje scratchen. Om te beginnen in de zaak van Wessels hier verderop.'
'Gaan jullie grammofoonplaten kapot maken?' Monika begreep er niets meer van.
'Nee hoor schat, niet alleen platen,' zei Joop weer met dat giechellachje, 'ook cd-tjes, als we de kans krijgen. Als het maar van Beethoven is.'
'Dan kunnen ze toevallig niet meer om ons heen.' Liesje kwam er weer tussendoor. 'Dan pas dringt het schandaal van de Beethovenstraat tot ze door, als je ze pakt in hun gezwijmel over Beethovens muziek. Fur Elise en al die commerciele sfeermelodieen.'
'Begrijp jij er wat van?' vroeg Sjaak opeens aan Monika.
'Oh... eh... nou ja sorry hoor,' zei Monika. 'Ik weet niet. Die woningnood en zo, dat kon Beethoven toch niet helpen? Muziek kapot maken, hoe zal ik het zeggen, het lijkt wel boekverbranden of zo.'
Onzeker keek ze Sjaak aan. Hij zou het vast slap geouwehoer vinden, nou ja, zij kon het ook niet helpen dat ze er nu eenmaal zo over dacht.
Maar Sjaak zei: 'Zo is het precies. Ruiten ingooien en winkels plunderen doen we dus niet. Dat hadden we afgesproken namelijk. Dus platen verzieken daar beginnen we ook niet aan. Dus.'
'We hebben toevallig niks afgesproken, klootzak! ' gilde Liesje. 'Jij laat het mooi afweten. Met jouw softe aanpak bereik je toch niks. Dat zie je nou toch? Ja toch? We moeten wel op de harde lijn gaan zitten. De politie lokt dat uit. Dat is toch een duidelijke zaak? Of durf je niet? Ach sodemieter toch op!'
Uit de scanner van Joop kwamen nu onverstaanbare vloeken.
Sjaak had zijn lippen stijf op elkaar. Hij zag er opeens fanatiek uit. Hij keek Koos aan, hij keek Joop aan. Koos haalde zijn schouders op en Joop giechelde maar wat.
'Laat maar zitten,' zei Sjaak ten slotte. 'Ik begrijp het al. Het heeft voor mij geen enkele zin hier te blijven. Ik trek mijn handen van jullie af. Jullie doen maar. Kom mee, Monika.' Hij beende weg en Monika ging maar vlug achter hem aan.
'Jullie vinden het verder wel?' grinnikte Liesje.

Links Hoog Rechts