Sneeuwwitje: hoofdstuk 10 - Kraakbios Gloria
Het was dus echt waar. Ronnie woonde in een lege bioscoop,
een echte buurt-bios, zo een met lange strakke
zuiltjes van baksteen tegen de voorgevel en hoge smalle
raampjes met het soort glas-in-lood dat vijftig jaar geleden
modern was. De ingang beneden was afgesloten door
een stevig zigzagrek met dikke hangsloten, maar met een
ingewikkeld systeem van touwtjes, grendels en een paar
sleutels maakte Ronnie een zijdeur open. Nooduitgang ook
voor artiesten stond erop. Samen zeulden ze de boodschappen
met karretje en al naar binnen. Binnen maakte hij
licht, door op de tast wat verlengsnoeren met elkaar in
kontakt te brengen. Ze stonden in de foyer. De
vloerbedekking en de trapleuning deden haar denken aan het
conferentie-oord waar ze met school op werkweek was
geweest, maar dit hier vond ze veel mooier.
'Heb jij dit helemaal zelf gekraakt?' vroeg ze.
'Ach, zo kan je het noemen,' zei Ronnie bescheiden. Hij
veegde een paar doosjes karnemelk van de bar in de foyer
en zette haar een blikje Seven-up voor. Voor zichzelf pakte
hij een blikje pils. Hij aarzelde even, nam toen twee
plastic bekertjes en schonk die vol met half bier en half
Seven-up.
'Proost,' zei hij. 'We zijn hier met een stel een keertje
binnengelopen omdat het regende. Toen zijn we maar gebleven.
Het is hier wel koud, maar je hebt ruimte zat. Er is
eens iemand langs geweest van de eigenaar. Maar die wil
geen moeilijkheden. Als hij ons eruit laat zetten, moet hij
serieus gaan verbouwen en hij wacht liever tot het vanzelf
meer waard wordt. Ja, hij heeft gehoord dat Albert Heijn
dit wil opkopen om dan de Witte Kruidenier weg te concurreren.
Tot die tijd laat hij ons met rust en als het hier
platgaat, ga ik weer naar iets anders. Dat kan je toch niet
echt fanatiek kraken noemen? Nee toch?'
Alweer keek hij haar aan met zo'n scheve grijns alsof hij
zich wilde verontschuldigen. Maar tegenover haar hoefde
hij dat heus niet te doen, vond Monika. Ze wist ook wel
dat krakers niet allemaal van dat gajes waren, zoals oma
geloofde. Toch had ze zich bij een echte Amsterdamse
kraker iemand anders voorgesteld dan Ronnie. Dat gaf
allemaal verder niet, het viel haar alleen op.
'Ik zal je je slaapkamer wijzen,' zei Ronnie. 'Ik wil me
nergens mee bemoeien en het gaat me niets aan hoe je hier
verzeild bent geraakt, maar volgens mij ben je doodmoe.
Je mag hier natuurlijk overal slapen, voor mijn part ga
je op het gangpad parterre liggen. In het glazen hokje van
de cassiere is het alleen warmer. Daar staat het bed van
Sjaak. Daar kan je terecht vannacht. Sjaak is al veertien
dagen niet hier geweest. Er schijnt een actie in de
Beethovenstraat te zijn in het kraakhuis daar, De Lullige
Ludwig. Daar moet hij altijd bij wezen.'
Monika luisterde al niet meer. Toen ze dat slordige maar
zachte bed zag, merkte ze dat ze echt slaap had, haar
oogleden voelden aan als kleine rolluikjes. Ronnie liet haar
gelukkig gauw alleen. Ze stapte in haar slipje en t-shirt
het bed in en sliep.
Toch is het gek wakker worden 's ochtends in een bioscoop.
Zeker als er ook zomaar een blote jongen naast je
ligt. Monika kon haar ogen eerst niet geloven. Maar het
was echt zo. Als door een adder gebeten sprong ze het bed
uit en staarde naar een donkere krullebol op het kussen.
Ze herinnerde zich nu dat iemand tegen haar gezegd had:
'Schuif eens een eindje op.' Maar ze dacht toen dat ze
droomde.
Nou ja, zo te zien had hij niet aan haar gezeten. Ze pakte
haar spullen en glipte weg.
Ze liep door de bioscoopzaal en vond vooraan links een
deur met in keurige letters Toiletten Dames.
Daar ging ze uitgebreid naar de wc en waste ze zichzelf
wakker aan de grote wastafel. Ze was er nog maar net mee
klaar en ze had zich zo half en half alweer aangekleed,
toen diezelfde jongen binnen kwam stappen, nog steeds
even piemelnaakt. 'Ook goeiemorgen, zou ik zeggen,'
bromde hij en ging zich ongegeneerd staan wassen.
Monika wilde zich niet laten kennen. Ze moesten niet
denken dat ze een trut was die hier niet tegen kon.
'Tot zometeen,' zei ze zo gewoon mogelijk en ging naar
de foyer.
Daar was Ronnie alweer bezig met Nescafe en theezakjes.
'Die jongen in mijn bed,' vroeg Monika, 'was dat nou die
Sjaak waar je het over had?'
'Zou best kunnen,' zei Ronnie. 'Is hij dan terug? Hij
heeft zo'n litteken hier onder zijn kin.'
'Zijn kin? Daar heb ik nog niet zo op gelet,' zei Monika
en hield verder haar mond. Even later kwam Sjaak binnen.
Helemaal aangekleed, spijkerbroek, blauw shirt, leren
jack, opgefleurd met paarse spuitbus-letters, A's en
0's door elkaar.
'Sorry,' zei Ronnie. 'Dit meisje was met me meegelopen.
Ik dacht dat jij nog op de Lullige Ludwig zou blijven. Hoe
gaat het daar eigenlijk?'
'Klote,' zei Sjaak en nam een bekertje thee met een
knakworstje erbij. 'De gemeente schijnt te mogen ontruimen,
omdat ze er ongehuwde moeders gaan plaatsen. Zo is
voor ons de lol er af.'
Hij keek nu pas voor het eerst Monika aan. 'Geen probleem,'
zei hij tegen haar. 'Ik hoop dat je toch lekker
geslapen hebt.'
Monika sloeg haar ogen dit keer niet neer. Ze keek hem
recht aan, want hij had zulke aardige donkere ogen. Dat
was haar toen hij bloot was niet opgevallen natuurlijk. Nu
wel.
'Het is hier namelijk zo,' ging hij verder, 'Ronnie heeft
dat misschien al verteld, dat we dus niet zomaar kraken
omdat we toevallig een kamer nodig hebben. Wij zijn
solidair namelijk met andere krakersgroepen dus, omdat we
willen laten zien dat rijke piefen huizen leeg laten staan
om er aan te verdienen. Daar zijn we dus tegen. Wij kraken
niet om te wonen, wij wonen om te kraken. Dat zie
jij ook zo, neem ik aan?' Monika knipperde met haar
ogen. Ze wist zo gauw geen antwoord, want ze had vergeten
te luisteren.
'Dat is te zeggen. Monika is okee,' zei Ronnie maar in
haar plaats. Sjaak geloofde het, want hij knikte.
'Kom effe mee,' zei hij tegen Monika. 'Ik moet toch nog
even langs de Lullige Ludwig, dat is ons actiecentrum.
Zie je dat meteen ook eens.'
'Ja natuurlijk, ja graag, ja Ludwig,' stamelde Monika.
'Ik eh... moet toch die kant op, ik bedoel, dan kom ik
ook eens die kant op. Ik bedoel, nou ja, interessant in
ieder geval.' Waarom deed ze nou zo stom? Wat moest
Sjaak wel van haar denken? Ze had dat anders nooit,
tenminste niet zo erg, maar nu ging ze zich maf aanstellen,
alleen om die twee ogen. Ze vond het maar raar van
zichzelf.