Sneeuwwitje: hoofdstuk 20 - Hangmatmeditatie
Toen Monika bij de Gloria op de stoep stond was ze even
bang dat Sjaak open zou doen. Hij met vaderlijke praatjes
en zij met hangende pootjes tegenover hem, dat zag ze nu
even niet zitten. Maar gelukkig was het Visjna die haar
binnenliet.
'Kom maar gauw mee naar boven,' zei hij lijzig. 'Ik ben
net thee voor mezelf aan het maken. De rest slaapt
allemaal nog. Zij noemen half tien nog veel te vroeg, maar
jij en ik niet.'
Hij lijkt sloom, dacht Monika, maar hij is tenminste
wakker.
De projectorruimte was zijn kamertje. Door een raampje
kon je de bioscoopzaal beneden inkijken, door een ander
klein raam had hij uitzicht op een kwart vierkante meter
lucht en wolken. Aan een gammele stang en een grote
haak had hij een rode hangmat vastgemaakt. Verder was
er helemaal niets in die kamer, geen kistje, stoel of tafel,
niets. Alleen de theepot stond op een theelichtje op de
grond. En daarnaast lag een keurig stapeltje brieven in
officiele enveloppen van de gemeente.
'Ga zitten,' zei hij en wees op de hangmat. 'Je kan er
rustig in gaan zitten, hij is veilig. Eerst had ik hem aan
die stevige balk daar vastgemaakt, maar toen hing hij boven
verkeerde aardstralen. Nu hangt hij goed in de
lengte-as naar het Oosten.'
0, ben jij er zo een, dacht Monika. Ze ging in de hangmat
zitten en die hield het inderdaad.
Visjna maakte veel werk van de thee. Het was kruidenthee,
hij rook een beetje naar de parfum die moeder had,
maar hij smaakte verder wel lekker.
'Heb je Sjaak nog gezien?' vroeg Monika.
'Nee,' zei Visjna, 'wat zou er dan aan hem te zien zijn?'
'En Ronnie, hebben jullie daar nog iets van gehoord?'
'Nee,' zei Visjna. 'Wat moest ik dan van hem horen?'
'Dus je weet niet of er hier nog toestanden zijn of zo?'
vroeg Monika. Hoe meer ze vroeg, hoe meer ze doorkreeg
dat Visjna zich niets aantrok van wat er verder in
de Gloria aan de hand was. Het interesseerde hem
blijkbaar niet, hij stond er buiten. Hij wist nergens van.
Monika vond dat wel prettig, dat hij niet op de hoogte was
van wat er tussen haar en Sjaak was gepasseerd en wat
Ronnie allemaal uitvoerde.
Visjna kwam naast haar in de hangmat zitten. De touwen
kraakten en Monika keek angstig naar de haak en de buis
waar ze aanhingen, maar ze zakten er niet door.
'Kalm maar,' zei Visjna zacht. 'Laten we rustig tegenover
elkaar gaan zitten in hurkzit. Deze hangmat is de
schelp waarin ik woon. Buiten dit nest bezit ik niets en
heb ik niets nodig. Jij mag mijn woonplaats delen omdat
jij het begrijpt. Dat voel ik gewoon. Nee, rechtop zitten
en je middenrif tot rust laten komen. Doe je ogen dicht.
Adem zo langzaam mogelijk in. En nu weer uit. Neem
de tijd. Denk nu van binnenuit aan de binnenkant van
je rechterduim bijvoorbeeld. Heb je die? Denk aan niets
anders, alleen: duim, binnenkant boven. Voel je al dat
het gaat tintelen?'
Monika liet zich zachtjes heen en weer bungelen met
gesloten ogen en verdomd, ze voelde het. Ze deed haar
ogen open en keek verbaasd naar haar duim, alsof die het
gedaan had. Ze moest toegeven dat ze het gevoel had dat
je ervan uitrustte. Als je aan niets anders dan aan je duim
hoeft te denken heb je ook geen zorgen aan je kop, merkte
ze.
'Zie je wel?' zei Visjna. 'Jij hebt het in je, jij hebt van
jezelf een enorme kracht, een innerlijke energiebron, dat
zie ik aan je. Je weet het alleen zelf nog niet, je weet het
nog niet te richten. Jij bent vanuit jezelf veel meer waard
Monika, dat moet je niet vergooien.'
Monika kreeg er een kleur van, zo mooi zei hij het. Hoe
wist die jongen dat allemaal van haar? In ieder geval vond
ze het plezierig om dit soort dingen te horen.
'Nu de andere duim,' ging Visjna verder. 'Zo meteen
maken we een ronde langs het hele lichaam, begrijp je?
Maar alleen als je daaraan toe bent. Alleen zo is het
mogelijk om te overleven, om je te onttrekken aan de grauwe
werkelijkheid die jou terugdrukt in de materie. De mensen
zijn, zoals je weet, bezig deze wereld definitief de
grond in te boren, maar dat deert mij niet. Volgens mij
zal de aarde de leegte ingezogen worden, nog voor het
jaar 2000.'
'Geloof je dat echt?' vroeg Monika. Ze had er zelf nooit
serieus rekening mee gehouden dat de wereld er rond
haar dertigste niet meer zou zijn.
'Ja, jij dan niet?' Visjna leek er toch een beetje door
teleurgesteld dat iemand hem tegensprak, al nam hij het
haar niet echt kwalijk.
'Ze zijn toch erg met vredesonderhandelingen bezig
tegenwoordig,' zei ze. 'En de mensen komen er toch steeds
meer achter dat het milieu zo niet langer door kan gaan.
Niet alleen dat van die zeehondjes. Ook de rest.'
Het lijkt wel op wat mijn moeder altijd zegt, dacht ze.
Maar ze was het er dit keer wel mee eens.
'Ja, ja,' zei Visjna op een eigenwijs toontje. 'Weet je waar
jij me aan doet denken?' Hij wees naar haar met zijn grote,
lange wijsvinger en schudde zijn blonde lokken naar
achter. 'Jij doet me denken aan die vlieg, die zwemt voor
zijn leven in een kop koffie. Eindelijk weet hij tegen de
rand op te klimmen. He, he, denkt hij, ik heb het gered.
Maar die vlieg weet niet dat dat kopje staat op een wankele
tafel en dat die tafel staat in de eerste-klas restauratie
van de zinkende Titanic. De mensheid is als die vlieg, jij
bent zo'n vlieg, als je zo denkt.'
Zo praatte hij nog een tijdlang op haar in, met zijn slepende,
zuigende stem. Aan de ene kant vond ze het wel interessant
dat hij zoveel in haar zag en haar zo in vertrouwen
nam. Aan de andere kant werd ze nu niet bepaald vrolijk
van zijn theorieen. Ze voelde zich toch al niet zo opgewekt
en dit sombere gedoe maakte het alleen maar erger. Als
ik niet uitkijk, dacht ze, verknalt hij ook nog mijn laatste
restje goede humeur voor de rest van de week.
Dus toen hij even ophield voor een slokje thee zei ze
resoluut: 'Ik denk dat ik maar even ga kijken hoe het met de
rest staat.'
Ze sprong uit de hangmat die daardoor heftig ging slingeren.
Visjna verslikte zich in zijn thee en morste de rest
over zijn broek. Hij vond het blijkbaar niet erg, hij bleef
kalm zitten schommelen en zei alleen maar: 'Okee, dat
moet je zelf weten, als je maar het gevoel hebt dat jij op
mijn golflijn gaat zitten.'
'Tuurlijk,' zei Monika, al wist ze niet wat hij daar nu
precies mee wou zeggen. Hij bedoelde het waarschijnlijk
goed. Net toen ze de deur uit wilde gaan hoorde ze achter
zich groot gedonder, een dreun en een vloek. Ze keek om
en zag Visjna op de grond liggen. De buis waar de hangmat
aan vastzat had het begeven.