Sneeuwwitje en de 7 krakers
Tekst: Karel Eykman, Tekeningen: Sylvia Weve
ISBN 9061693500
september 1988
Links Hoog Rechts

Sneeuwwitje: hoofdstuk 20 - Hangmatmeditatie


Toen Monika bij de Gloria op de stoep stond was ze even bang dat Sjaak open zou doen. Hij met vaderlijke praatjes en zij met hangende pootjes tegenover hem, dat zag ze nu even niet zitten. Maar gelukkig was het Visjna die haar binnenliet.
'Kom maar gauw mee naar boven,' zei hij lijzig. 'Ik ben net thee voor mezelf aan het maken. De rest slaapt allemaal nog. Zij noemen half tien nog veel te vroeg, maar jij en ik niet.'
Hij lijkt sloom, dacht Monika, maar hij is tenminste wakker.
De projectorruimte was zijn kamertje. Door een raampje kon je de bioscoopzaal beneden inkijken, door een ander klein raam had hij uitzicht op een kwart vierkante meter lucht en wolken. Aan een gammele stang en een grote haak had hij een rode hangmat vastgemaakt. Verder was er helemaal niets in die kamer, geen kistje, stoel of tafel, niets. Alleen de theepot stond op een theelichtje op de grond. En daarnaast lag een keurig stapeltje brieven in officiele enveloppen van de gemeente.
'Ga zitten,' zei hij en wees op de hangmat. 'Je kan er rustig in gaan zitten, hij is veilig. Eerst had ik hem aan die stevige balk daar vastgemaakt, maar toen hing hij boven verkeerde aardstralen. Nu hangt hij goed in de lengte-as naar het Oosten.'
0, ben jij er zo een, dacht Monika. Ze ging in de hangmat zitten en die hield het inderdaad.
Visjna maakte veel werk van de thee. Het was kruidenthee, hij rook een beetje naar de parfum die moeder had, maar hij smaakte verder wel lekker.
'Heb je Sjaak nog gezien?' vroeg Monika.
'Nee,' zei Visjna, 'wat zou er dan aan hem te zien zijn?'
'En Ronnie, hebben jullie daar nog iets van gehoord?'
'Nee,' zei Visjna. 'Wat moest ik dan van hem horen?'
'Dus je weet niet of er hier nog toestanden zijn of zo?' vroeg Monika. Hoe meer ze vroeg, hoe meer ze doorkreeg dat Visjna zich niets aantrok van wat er verder in de Gloria aan de hand was. Het interesseerde hem blijkbaar niet, hij stond er buiten. Hij wist nergens van. Monika vond dat wel prettig, dat hij niet op de hoogte was van wat er tussen haar en Sjaak was gepasseerd en wat Ronnie allemaal uitvoerde.
Visjna kwam naast haar in de hangmat zitten. De touwen kraakten en Monika keek angstig naar de haak en de buis waar ze aanhingen, maar ze zakten er niet door.
'Kalm maar,' zei Visjna zacht. 'Laten we rustig tegenover elkaar gaan zitten in hurkzit. Deze hangmat is de schelp waarin ik woon. Buiten dit nest bezit ik niets en heb ik niets nodig. Jij mag mijn woonplaats delen omdat jij het begrijpt. Dat voel ik gewoon. Nee, rechtop zitten en je middenrif tot rust laten komen. Doe je ogen dicht. Adem zo langzaam mogelijk in. En nu weer uit. Neem de tijd. Denk nu van binnenuit aan de binnenkant van je rechterduim bijvoorbeeld. Heb je die? Denk aan niets anders, alleen: duim, binnenkant boven. Voel je al dat het gaat tintelen?'
Monika liet zich zachtjes heen en weer bungelen met gesloten ogen en verdomd, ze voelde het. Ze deed haar ogen open en keek verbaasd naar haar duim, alsof die het gedaan had. Ze moest toegeven dat ze het gevoel had dat je ervan uitrustte. Als je aan niets anders dan aan je duim hoeft te denken heb je ook geen zorgen aan je kop, merkte ze.

'Zie je wel?' zei Visjna. 'Jij hebt het in je, jij hebt van jezelf een enorme kracht, een innerlijke energiebron, dat zie ik aan je. Je weet het alleen zelf nog niet, je weet het nog niet te richten. Jij bent vanuit jezelf veel meer waard Monika, dat moet je niet vergooien.'
Monika kreeg er een kleur van, zo mooi zei hij het. Hoe wist die jongen dat allemaal van haar? In ieder geval vond ze het plezierig om dit soort dingen te horen.
'Nu de andere duim,' ging Visjna verder. 'Zo meteen maken we een ronde langs het hele lichaam, begrijp je? Maar alleen als je daaraan toe bent. Alleen zo is het mogelijk om te overleven, om je te onttrekken aan de grauwe werkelijkheid die jou terugdrukt in de materie. De mensen zijn, zoals je weet, bezig deze wereld definitief de grond in te boren, maar dat deert mij niet. Volgens mij zal de aarde de leegte ingezogen worden, nog voor het jaar 2000.'
'Geloof je dat echt?' vroeg Monika. Ze had er zelf nooit serieus rekening mee gehouden dat de wereld er rond haar dertigste niet meer zou zijn.
'Ja, jij dan niet?' Visjna leek er toch een beetje door teleurgesteld dat iemand hem tegensprak, al nam hij het haar niet echt kwalijk.
'Ze zijn toch erg met vredesonderhandelingen bezig tegenwoordig,' zei ze. 'En de mensen komen er toch steeds meer achter dat het milieu zo niet langer door kan gaan. Niet alleen dat van die zeehondjes. Ook de rest.'
Het lijkt wel op wat mijn moeder altijd zegt, dacht ze. Maar ze was het er dit keer wel mee eens.
'Ja, ja,' zei Visjna op een eigenwijs toontje. 'Weet je waar jij me aan doet denken?' Hij wees naar haar met zijn grote, lange wijsvinger en schudde zijn blonde lokken naar achter. 'Jij doet me denken aan die vlieg, die zwemt voor zijn leven in een kop koffie. Eindelijk weet hij tegen de rand op te klimmen. He, he, denkt hij, ik heb het gered. Maar die vlieg weet niet dat dat kopje staat op een wankele tafel en dat die tafel staat in de eerste-klas restauratie van de zinkende Titanic. De mensheid is als die vlieg, jij bent zo'n vlieg, als je zo denkt.'
Zo praatte hij nog een tijdlang op haar in, met zijn slepende, zuigende stem. Aan de ene kant vond ze het wel interessant dat hij zoveel in haar zag en haar zo in vertrouwen nam. Aan de andere kant werd ze nu niet bepaald vrolijk van zijn theorieen. Ze voelde zich toch al niet zo opgewekt en dit sombere gedoe maakte het alleen maar erger. Als ik niet uitkijk, dacht ze, verknalt hij ook nog mijn laatste restje goede humeur voor de rest van de week.
Dus toen hij even ophield voor een slokje thee zei ze resoluut: 'Ik denk dat ik maar even ga kijken hoe het met de rest staat.'
Ze sprong uit de hangmat die daardoor heftig ging slingeren. Visjna verslikte zich in zijn thee en morste de rest over zijn broek. Hij vond het blijkbaar niet erg, hij bleef kalm zitten schommelen en zei alleen maar: 'Okee, dat moet je zelf weten, als je maar het gevoel hebt dat jij op mijn golflijn gaat zitten.'
'Tuurlijk,' zei Monika, al wist ze niet wat hij daar nu precies mee wou zeggen. Hij bedoelde het waarschijnlijk goed. Net toen ze de deur uit wilde gaan hoorde ze achter zich groot gedonder, een dreun en een vloek. Ze keek om en zag Visjna op de grond liggen. De buis waar de hangmat aan vastzat had het begeven.

Links Hoog Rechts