Sneeuwwitje en de 7 krakers
Tekst: Karel Eykman, Tekeningen: Sylvia Weve
ISBN 9061693500
september 1988
Links Hoog Rechts

Sneeuwwitje: hoofdstuk 22 - Vader


Als je doelloos rondloopt, loop je vanzelf in een cirkel. Dat merkte Monika nu ook, want zonder dat ze het zo bedoeld had kwam ze na verloop van tijd weer terecht in haar eigen buurt, bij cafe Bos.
Het zag er binnen stil en rustig uit. Barkeeper Kees spoelde wat glazen en las ondertussen de krant. Hij had zijn muziekbandje opstaan met oude droevige bluesnummers, dat mocht kennelijk alleen als er weinig klanten waren.
Het paste goed bij Monika's stemming. Ze ging aan de bar zitten en Kees gaf haar koffie, nog voor ze erom gevraagd had. Bovendien leende hij haar een stuk krant. Aan een tafeltje in de hoek zat alweer Ome Jan achter een of ander bruin borreltje. Hij zei dit keer niets, maar zat haar alleen van top tot teen op te nemen. Monika ging daarom maar ijverig de krant lezen.
Het ging over JEROEN KRABBE die nu dan toch eindelijk eens zou doorbreken in de States, want hij kreeg in zijn volgende film als tegenspeelster niemand minder dan: DOLLY PARTON! En voor DOLLY zelf was deze produktie ook een enorme uitdaging! Dat had ze exclusief tegen Pagina Prive gezegd!
Monika deed haar best zich te concentreren op deze tekst, want ze merkte dat er een man op de kruk naast haar was gaan zitten en ze had geen zin in gezellige praatjes. Ze bleef strak naar het papier kijken.
'Doe mij maar een koffie met een vjeutje en vraag de dame of zij ook wat wil gebruiken,' zei de engerd tegen Kees. Monika keek even op, ze kende die stem. Het was haar vader.

'Wat doe jij hier?' vroeg Monika toen ze van de schrik bekomen was en weer even adem had.
'Hoezo?' zei vader terwijl hij haar zoende. 'Het is toch een keurige gelegenheid? Of niet soms? Of mag een ouwe zak als ik zich niet in een ouwe kroeg vertonen?' Hij lachte. 'Je hoeft niet zo kwaad te kijken hoor. Marjan heeft je heus niet verraden. Ze had alleen een briefje laten slingeren met het nummer van dit cafe erop. Haar moeder heeft dat aan mij doorgegeven. Ik ben hier gisteren al langs geweest. Ze zeiden dat ik het anders maar moest proberen in een leegstaande bioscoop hier in de buurt. Weet jij daar iets van? Je hoeft niet zo te schrikken, ik heb heus nog niets aan je moeder verteld. Zullen we aan dat tafeltje achterin gaan praten'? Wil je er een tosti bij? Of iets anders?'
Monika knikte.
'Om te beginnen,' zei hij toen ze zaten, 'moet ik eerlijk zeggen dat ik respect voor je heb. Dat klinkt misschien gek, respect. Toch is het zo. Je hebt de moed gehad om je eigen weg te gaan. Je hebt bewezen dat het je ernst is en je hebt het in ieder geval tot nu toe volgehouden. Ik ben er trots op dat je mijn dochter bent, heus. Dat mag je best weten. Dat eigenzinnige, dat koppige van je, dat herken ik, dat vind ik goed van je. Jij komt er wel.'
Zo had vader nog nooit tegen haar gepraat. Ze werd er verlegen van en hij duidelijk ook. Hij haalde uit zijn portemonnee twee briefjes van honderd. 'Hier,' zei hij, 'krijg jij een beetje subsidie van me.'
Monika nam het zonder meer aan, ze kon het maar al te goed gebruiken.
'Aan de andere kant,' ging hij verder, 'moet je ook beseffen wat je allemaal overhoop gehaald hebt. Ik begrijp wel dat je soms gek wordt van je moeder, dat begrijp ik zelfs heel goed, maar ze heeft je ook erg nodig. Dat is misschien iets nieuws voor je dat een van je ouders jou nodig heeft, en niet andersom. Maar het is wel zo.
Ze heeft het toch al moeilijk na al die toestanden vorig jaar, maar ik weet dat ze veel steun aan jou heeft. Dat heeft ze meer dan eens tegen Marjans moeder gezegd, schijnt het. Zij weet natuurlijk net zo goed als ik, dat jij op den duur recht hebt op je eigen leven. Natuurlijk moet jij als je de school afhebt op kamers kunnen wonen, al is dat op dit moment nogal duur voor ons. Dat beseft zij, dat erkent zij en ik ook. Maar zouden we het dan niet beter zo op kunnen lossen, dat je voor nog een jaartje gewoon thuisblijft?'
'Monika had hier een tosti besteld op rekening van meneer, neem ik aan?' Opeens stond Kees aan hun tafeltje met zijn tosti-speciaal. Monika nam die dankbaar aan, nu had ze iets om op te knabbelen, dus ze had even tijd om over een antwoord na te denken. Maar na een paar kleine hapjes nam ze opeens een stevige knauw.
Het klonk natuurlijk redelijk wat vader allemaal zei. Alles van vader klonk altijd redelijk. Hoe kwam het dan dat ze zich dit keer zo mateloos ergerde aan zijn verhaal? Waarom kon ze dit er nu net niet bij hebben?

'Zo, vind je dat?' zei ze. 'Als ik het goed begrijp moet ik dus de rotzooi opruimen die jij hebt achtergelaten. Omdat mammie het zogenaamd zo moeilijk heeft met de scheiding volgens pappie moet het lieve dochtertje zolang maar even de opvang regelen?
Als jij je dan zoveel zorgen om haar maakt, waarom kom jij dan niet terug'? Zullen we een deal maken? Als jij weer bij ons komt wonen, kom ik ook weer thuis. Okee?'
Ze zag aan hem dat hij hier niet zo gauw van terug had, dus ze ging nog even door.
'Wat er tussen moeder en mij is, dat is onze zaak, daar hebben we jou niet bij nodig. Dat moeten wij samen maar uitvechten. Moeder begrijpt heel wat beter wat er met mij aan de hand is dan jij. Dus hou jij je er maar buiten met je mooie praatjes.'
Ziezo. Die zat. Hij dronk zijn glaasje in een teug leeg. 'Je hebt nog gelijk ook,' zei hij verbouwereerd. Hij dacht een hele tijd na voor hij verder ging. 'Je moeder kent jou op een of andere manier veel beter dan ik. Dat was al zo toen je klein was, dan zat ik naar je te kijken als je met viltstiften een sprookjesprins met kaboutertjes aan het tekenen was, heel zorgvuldig, heel precies. Dan dacht ik: wat gaat er toch in dat hoofdje om? Nu je groot bent is dat alleen maar sterker geworden. Het blijft gokken met meiden zoals jij. Maar daarom blijf je nog wel mijn eigen lieve dochter, hoor. Ik ben nu eenmaal vreselijk aan je gehecht. Daar gaat niets vanaf.'
Hij lachte verlegen en keek naar zijn lege glas. Hij zag er opeens veel ouder uit.
'Ik weet ook niet goed wat ik voor je kan doen,' zei hij. 'Je wilt niet naar huis terug, he? Tenminste, nog niet.'
Monika knikte.
'Dan moet je het niet doen ook, Monika. Jij moet je eigen weg gaan. Maar laat dan ten minste zo nu en dan iets van je horen. Als je geen zin hebt in weer een telefoonruzie met moeder, schrijfhaar dan een brief. Geloof het of niet, zij zal er blij mee zijn. Heus, echt waar.'
Monika knikte weer.
'Ik zal er over denken,' beloofde ze ernstig, al wist ze zo gauw niet wat ze dan in zo'n brief zou moeten schrijven. Opeens stond vader op. 'Wil je nog wat drinken?' vroeg hij. 'Of iets eten? Oat heb je wel nodig, zo te zien. Ik kan je nu het beste maar alleen laten. Dan kan je er over nadenken. Tja, dan ga ik maar.'
Hij gaf haar een stevige zoen. Aan de bar rekende hij alles af. In zijn wijde wapperende jas liep hij naar buiten en stak de straat over. Aan de overkant draaide hij zich nog eenmaal om en wuifde naar haar. Toen sloeg hij de hoek om.
Kees kwam bij Monika staan met een groot cognacglas in zijn hand. 'Dat was je vader, he,' zei hij. 'Hij gaf me een fooi van vijf gulden. En dit moest ik van hem nog inschenken, echte Franse cognac. Ik zal je er een portie pinda's bij geven, die krijg je dan van mij.'
Monika glimlachte, zowel om de cognac als om de pinda's.

Links Hoog Rechts