Sneeuwwitje: hoofdstuk 22 - Vader
Als je doelloos rondloopt, loop je vanzelf in een cirkel. Dat
merkte Monika nu ook, want zonder dat ze het zo bedoeld
had kwam ze na verloop van tijd weer terecht in haar
eigen buurt, bij cafe Bos.
Het zag er binnen stil en rustig uit. Barkeeper Kees spoelde
wat glazen en las ondertussen de krant. Hij had zijn
muziekbandje opstaan met oude droevige bluesnummers,
dat mocht kennelijk alleen als er weinig klanten waren.
Het paste goed bij Monika's stemming. Ze ging aan
de bar zitten en Kees gaf haar koffie, nog voor ze erom
gevraagd had. Bovendien leende hij haar een stuk krant.
Aan een tafeltje in de hoek zat alweer Ome Jan achter een
of ander bruin borreltje. Hij zei dit keer niets, maar zat
haar alleen van top tot teen op te nemen. Monika ging
daarom maar ijverig de krant lezen.
Het ging over JEROEN KRABBE die nu dan toch eindelijk
eens zou doorbreken in de States, want hij kreeg in zijn
volgende film als tegenspeelster niemand minder dan:
DOLLY PARTON! En voor DOLLY zelf was deze produktie
ook een enorme uitdaging! Dat had ze exclusief tegen
Pagina Prive gezegd!
Monika deed haar best zich te concentreren op deze tekst,
want ze merkte dat er een man op de kruk naast haar was
gaan zitten en ze had geen zin in gezellige praatjes. Ze
bleef strak naar het papier kijken.
'Doe mij maar een koffie met een vjeutje en vraag de
dame of zij ook wat wil gebruiken,' zei de engerd tegen
Kees. Monika keek even op, ze kende die stem. Het was
haar vader.
'Wat doe jij hier?' vroeg Monika toen ze van de schrik
bekomen was en weer even adem had.
'Hoezo?' zei vader terwijl hij haar zoende. 'Het is toch
een keurige gelegenheid? Of niet soms? Of mag een ouwe
zak als ik zich niet in een ouwe kroeg vertonen?'
Hij lachte. 'Je hoeft niet zo kwaad te kijken hoor. Marjan
heeft je heus niet verraden. Ze had alleen een briefje laten
slingeren met het nummer van dit cafe erop. Haar moeder
heeft dat aan mij doorgegeven. Ik ben hier gisteren
al langs geweest. Ze zeiden dat ik het anders maar moest
proberen in een leegstaande bioscoop hier in de buurt.
Weet jij daar iets van? Je hoeft niet zo te schrikken, ik heb
heus nog niets aan je moeder verteld. Zullen we aan dat
tafeltje achterin gaan praten'? Wil je er een tosti bij? Of
iets anders?'
Monika knikte.
'Om te beginnen,' zei hij toen ze zaten, 'moet ik eerlijk
zeggen dat ik respect voor je heb. Dat klinkt misschien
gek, respect. Toch is het zo. Je hebt de moed gehad om
je eigen weg te gaan. Je hebt bewezen dat het je ernst is
en je hebt het in ieder geval tot nu toe volgehouden. Ik
ben er trots op dat je mijn dochter bent, heus. Dat mag
je best weten. Dat eigenzinnige, dat koppige van je, dat
herken ik, dat vind ik goed van je. Jij komt er wel.'
Zo had vader nog nooit tegen haar gepraat. Ze werd er
verlegen van en hij duidelijk ook. Hij haalde uit zijn
portemonnee twee briefjes van honderd. 'Hier,' zei hij,
'krijg jij een beetje subsidie van me.'
Monika nam het zonder meer aan, ze kon het maar al te
goed gebruiken.
'Aan de andere kant,' ging hij verder, 'moet je ook
beseffen wat je allemaal overhoop gehaald hebt. Ik begrijp wel
dat je soms gek wordt van je moeder, dat begrijp ik zelfs
heel goed, maar ze heeft je ook erg nodig. Dat is misschien
iets nieuws voor je dat een van je ouders jou nodig heeft,
en niet andersom. Maar het is wel zo.
Ze heeft het toch al moeilijk na al die toestanden vorig
jaar, maar ik weet dat ze veel steun aan jou heeft. Dat
heeft ze meer dan eens tegen Marjans moeder gezegd,
schijnt het. Zij weet natuurlijk net zo goed als ik, dat jij
op den duur recht hebt op je eigen leven. Natuurlijk moet
jij als je de school afhebt op kamers kunnen wonen, al is
dat op dit moment nogal duur voor ons. Dat beseft zij,
dat erkent zij en ik ook. Maar zouden we het dan niet
beter zo op kunnen lossen, dat je voor nog een jaartje
gewoon thuisblijft?'
'Monika had hier een tosti besteld op rekening van
meneer, neem ik aan?' Opeens stond Kees aan hun tafeltje
met zijn tosti-speciaal. Monika nam die dankbaar aan,
nu had ze iets om op te knabbelen, dus ze had even tijd
om over een antwoord na te denken. Maar na een paar
kleine hapjes nam ze opeens een stevige knauw.
Het klonk natuurlijk redelijk wat vader allemaal zei. Alles
van vader klonk altijd redelijk. Hoe kwam het dan dat ze
zich dit keer zo mateloos ergerde aan zijn verhaal? Waarom
kon ze dit er nu net niet bij hebben?
'Zo, vind je dat?' zei ze. 'Als ik het goed begrijp moet ik
dus de rotzooi opruimen die jij hebt achtergelaten. Omdat
mammie het zogenaamd zo moeilijk heeft met de
scheiding volgens pappie moet het lieve dochtertje zolang
maar even de opvang regelen?
Als jij je dan zoveel zorgen om haar maakt, waarom kom
jij dan niet terug'? Zullen we een deal maken? Als jij weer
bij ons komt wonen, kom ik ook weer thuis. Okee?'
Ze zag aan hem dat hij hier niet zo gauw van terug had,
dus ze ging nog even door.
'Wat er tussen moeder en mij is, dat is onze zaak, daar
hebben we jou niet bij nodig. Dat moeten wij samen maar
uitvechten. Moeder begrijpt heel wat beter wat er met mij
aan de hand is dan jij. Dus hou jij je er maar buiten met
je mooie praatjes.'
Ziezo. Die zat. Hij dronk zijn glaasje in een teug leeg.
'Je hebt nog gelijk ook,' zei hij verbouwereerd. Hij dacht
een hele tijd na voor hij verder ging. 'Je moeder kent jou
op een of andere manier veel beter dan ik. Dat was al zo
toen je klein was, dan zat ik naar je te kijken als je met
viltstiften een sprookjesprins met kaboutertjes aan het
tekenen was, heel zorgvuldig, heel precies. Dan dacht ik:
wat gaat er toch in dat hoofdje om? Nu je groot bent is
dat alleen maar sterker geworden. Het blijft gokken met
meiden zoals jij. Maar daarom blijf je nog wel mijn eigen
lieve dochter, hoor. Ik ben nu eenmaal vreselijk aan je
gehecht. Daar gaat niets vanaf.'
Hij lachte verlegen en keek naar zijn lege glas. Hij zag er
opeens veel ouder uit.
'Ik weet ook niet goed wat ik voor je kan doen,' zei hij.
'Je wilt niet naar huis terug, he? Tenminste, nog niet.'
Monika knikte.
'Dan moet je het niet doen ook, Monika. Jij moet je eigen
weg gaan. Maar laat dan ten minste zo nu en dan iets van
je horen. Als je geen zin hebt in weer een telefoonruzie
met moeder, schrijfhaar dan een brief. Geloof het of niet,
zij zal er blij mee zijn. Heus, echt waar.'
Monika knikte weer.
'Ik zal er over denken,' beloofde ze ernstig, al wist ze zo
gauw niet wat ze dan in zo'n brief zou moeten schrijven.
Opeens stond vader op. 'Wil je nog wat drinken?' vroeg
hij. 'Of iets eten? Oat heb je wel nodig, zo te zien. Ik kan
je nu het beste maar alleen laten. Dan kan je er over
nadenken. Tja, dan ga ik maar.'
Hij gaf haar een stevige zoen. Aan de bar rekende hij alles
af. In zijn wijde wapperende jas liep hij naar buiten en
stak de straat over. Aan de overkant draaide hij zich nog
eenmaal om en wuifde naar haar. Toen sloeg hij de hoek
om.
Kees kwam bij Monika staan met een groot cognacglas
in zijn hand. 'Dat was je vader, he,' zei hij. 'Hij gaf me
een fooi van vijf gulden. En dit moest ik van hem nog
inschenken, echte Franse cognac. Ik zal je er een portie
pinda's bij geven, die krijg je dan van mij.'
Monika glimlachte, zowel om de cognac als om de pinda's.