Sneeuwwitje en de 7 krakers
Tekst: Karel Eykman, Tekeningen: Sylvia Weve
ISBN 9061693500
september 1988
Links Hoog Rechts

Sneeuwwitje: hoofdstuk 23 - Afgang


Monika zat op een eind osseworst te kauwen met haar slaapzak stevig om haar schouders.
Ze had voor zichzelf een woonhoekje ingericht achterin de zaal, Fauteuil-Loge. Het was wel niet erg gezellig in de kouwe kale half donkere ruimte, maar ze had tenminste een plek waar ze niets met de rest te maken had.
Die anderen konden haar niet veel meer schelen, niets kon haar meer iets schelen de laatste tijd en dat vond ze best zo.
Ze nam nog een hap en besloot om zich de rest van de dag te gaan vervelen. Vervelen vond ze tegenwoordig al een prima bezigheid.
'Shitverdegodver!' hoorde ze beneden in de hal. Dat was Ronnie! Wat zou er met hem allemaal gebeurd zijn'? Ze had hem al meer dan een week niet gezien. Nieuwsgierig holde ze de trap af.
'Ronnie!' riep ze. 'Waar heb jij al die tijd gezeten?'
'Gaat je niks aan,' gromde Ronnie. Hij keek een beetje achterdochtig om zich heen.
'Maak je geen zorgen, Ronnie. Er is hier geen politie langs geweest. Ook in de Witte Kruidenier heb ik er niets meer over gehoord. Die speciale alarminstallatie van de politie is allang weer weggehaald, er zijn alleen wel nieu we sloten.'
'Shitver,' zei Ronnie. 'Kunnen we weer helemaal opnieuw beginnen. Nou ja, wat kan het schelen ook. Heb jij misschien wat te eten voor me?'
Hij zag er moe en tegelijk een beetje kwaad uit. Monika nam hem gauw mee naar haar Fauteuil-Loge.
'Hier, kijk,' zei ze, 'mijn eind osseworst. Jij hebt me nog geleerd om dat lekker te vinden, weet je nog?'
Ronnie nam er meteen een grote hap uit, zonder verder iets te zeggen. Pas toen hij hem helemaal op had en ook het plastic velletje had leeggelikt keek hij eens om zich heen.
'Zit jij hier tegenwoordig?' vroeg hij. 'Moet jij dan niet bij Sjaak zitten of zo?'
'Hoezo Sjaak? Wat nou Sjaak? Wat heb ik met Sjaak te maken?' zei Monika verontwaardigd. 'Sjaak kan het me doen. Sjaak mag van mij de stront inzakken. Sjaak is...'
'Een bloedlijer, een etterbak,' vulde Ronnie aan.
'Precies,' zei Monika. 'Ik kon zo gauw niet op de goede woorden komen, maar hij is net wat je zegt.'
Ronnie knikte grinnikend, met zijn scheve grijns. Maar Monika ging door met foeteren en schelden. Alles kwam eruit. Alles wat haar had dwarsgezeten, het gedoe met haar walkman, het geklooi met haar broek, het gedonder met Liesje, het geslijm van Sjaak, alles kwam er nu in een keer uit. Ze was er zelf verbaasd over.
Ronnie niet. Tenminste, hij zat alleen maar zorgvuldig een stickie te bouwen terwijl zij maar doorratelde.
'Kots en kots en kots en kotsmisselijk,' zei Monika. 'Dat word ik daar dus van. Hoorde je eigenlijk wat ik zei'? Kots en kots dus.'
'Vind je 't gek?' vroeg Ronnie en stak zijn joint in de fik. 'Eigen schuld, dikke bult. Altijd maar schattige Monika. Altijd voor iedereen in. Heb ik heus wel gezien. Ga je gang. Lopen ze allemaal over je heen. Makkelijk zat. Moeten ze bij mij niet proberen. Ben ik heel soepel in. Ze hoeven mij niet aardig te vinden. Niemand niet, dus jij ook niet. Zorg ik voor.'
Hij nam een lange teug en bood haar toen ook een trekje aan.
'Niet nodig,' zei Monika vinnig. 'Waarom zou ik? Jij wil toch niet aardig gevonden worden.'
'Ziezo,' zei Ronnie tevreden. 'Nou is ze boos. Omdat ik gelijk heb zeker. Kan ik het helpen? Nou dan.'
Monika slikte. Ze had de pest in over wat hij gezegd had, maar dat ging hem niets aan.
'Begin jij nou ook al?' zei ze zacht. 'Ben jij al net zo als de rest'? Ik dacht dat jij tenminste...' Verder kwam ze niet, maar toen ze Ronnie aankeek met tranen in haar ogen, zag ze dat Ronnie haar begreep.
Hij boog zich naar haar toe, sloeg een arm om haar schouder en zei alleen maar heel vriendelijk: 'Sorry.'
Monika had zich de afgelopen tijd zo flink mogelijk gehouden, maar dat had haar blijkbaar zo veel inspanning gekost, dat ze door dat sorry voor de bijl ging. Ze hield het niet meer, ze liet zich helemaal gaan, ze klampte zich aan hem vast en snikte het uit tegen zijn schouder. Het kon haar niet schelen of Ronnie haar nu gek of stom zou vinden, want bij Ronnie was dat niet erg. Ze vertrouwde hem, daar kwam het op neer.
Ze drukte hem op zijn rug en ging boven op hem zitten. Pas toen ze aan zijn kleren ging sjorren begon hij zenuwachtig tegen te spartelen. 'Jeezes zeg, schei daar mee uit. Hou nou op. Laat me los!'
Monika trok zich daar niets van aan. Ze ging door met zijn riem en zijn broek.
'Toe nou zeg. Blijf van me af. Laat me met rust! Laat me alleen!' Hij riep het steeds harder, het leek wel of hij het meende.
'Doe niet zo lullig,' zei Monika. 'Als ik daar nu toevallig erg behoefte aan heb.'
'Okee dan,' mompelde Ronnie ten slotte. 'Je moet het zelf weten. Als je maar weet dat ik geen Sjaak ben.'
Hij begon aan haar bloes te peuteren maar hij deed dat zo onhandig dat Monika alles zelf maar uit deed.
Ronnie had een mager lijf met overal bonkige armen en benen die telkens tegen haar aan stootten. Ze had al een paar blauwe plekken te pakken tegen de tijd dat ze tegen elkaar aanlagen. Bovendien had hij van die koude handen, daar kreeg ze kippevel van.
Op een of andere manier wilde het maar niet lukken om een beetje op gang te kornen. Het ene moment lag hij loodzwaar op haar arm, het volgende moment zat hij klem met zijn elleboog. Daarna bleef hij een tijd tegen haar aanrijden en sjorren met het zweet op zijn voorhoofd, zonder zichtbaar resultaat.

Door al dat geklungel kreeg Monika er steeds minder zin in. En tegen de tijd dat ze er wel weer een beetje aan toe was, kon hij nog steeds niks.
'Rustig nou maar, kalm aan,' mompelde ze.
'Jawel jeezes, jij hebt makkelijk praten,' hijgde Ronnie. Maar hij ging toch wat meer ontspannen op zijn rug liggen. Zij ging voorzichtig op hem zitten, hij grijnsde alweer. Langzamerhand begon het plezieriger te gaan. En get op het moment dat het ervan zou komen siste Ronnie: 'Shiiitverdegodver!!'
'Wat nou weer?' zei Monika.
'Nou ben ik al klaargekomen,' stotterde hij.
Jammer, dacht Monika. Ben je lekker bezig, krijgen we dat weer. Ze rolde van hem af.
'Geeft niets, joh,' zei ze maar. 'Pech gehad. Volgende keer beter. Ja toch? We hebben alle tijd, joh.'
'Ja, dat zeg jij, godverdomme! ' riep Ronnie. Hij schoot overeind en hakte met zijn vuisten op de slaapzak. Hij leek totaal in paniek. 'Ik zei het je toch. Je moet je niet met mij bemoeien. Dat zei ik toch?' Hij schreeuwde maar door, om niet te hoeven huilen. 'Het gaat geheid fout met deze jongen. Daarom ben ik zolang weggebleven. Dat voel ik aankomen, dat ik niet meer in de hand kan houden wat door mijn kop scheurt. Dan slaan de stoppen door. Begint alles weer opnieuw. Kan je beter bij mij uit de buurt blijven. Maar ze krijgen mij mooi niet te pakken. Hoor je dat? Ga ik de vernieling in, dan ga ik de vernieling in! Maar ze krijgen mij niet meer vast! Nooit niet! Ach, wat gaat het jou ook aan.'
Monika wilde hem bij zijn arm pakken om hern te kalmeren. Maar hij sloeg haar met een klap hard van zich af. Zonder iets te zeggen pakte hij zijn kleren bij elkaar, kleedde zich half aan en struikelde weg.
Ze wachtte af, maar hij kwam niet meer terug. Wat had ze verkeerd gedaan? Wat had ze anders moeten doen? Wat had hij allemaal gezegd? Wat bedoelde hij daar in godsnaam mee? Hoe kwam hij zo overstuur. Ze kwam er niet uit. Het maakte haar bang.

Links Hoog Rechts