Wat nou, NRC-gebouw: Hoofdstuk 1 - Inleiding
Links Hoog Rechts

Inleiding



Eerste steenlegging nieuwe hoofdgebouw, 1902

Het jaar 1990 luidt een nieuwe periode in voor een vreemdsoortig gebouwencomplex in het hartje van de Amsterdamse binnenstad. Een drietal jaar daarvoor hebben de bewoners van het gekraakte en vervolgens door de gemeente Amsterdam aangekochte voormalige Handelsbladcomplex overeenstemming bereikt met de ambtenaren van de gemeente Amsterdam over de verbouwplannen. Het gebouw is bestemd voor de huisvesting van 87 jongeren (waaronder 9 woon/werkateliers voor kunstenaars) en levert casco's in erfpacht af voor 7 werk- annex winkelruimtes. Eind 1988 verlaten de eerste bewoners en gebruikers tijdelijk het pand en de grondige verbouwing neemt een aanvang. Eind 1990 worden de laatste ruimtes weer opnieuw gevuld, nu voorzien van Bruynzeel keukenblokken, plafonds van gipsplaat en de eerste kinderkamers.

Hiermee past dit zo grillige en karakteristieke bedrijfsgebouw voorbeeldig in het plaatje van de jaren '80: van de roerige begintijden rond de hoofdstedelijke kraakbeweging tot en met de keurige verbouwing tot woon/werkpand: betaalbare woonruimte, opgedeeld in zelfstandige eenheden en woongroepsruimtes, kleinschalige werk/winkelruimtes in eigen beheer op de begane grond.

Naast lovende en enthousiaste reacties hebben krakers -die met name tussen 1979 en 1984 door middel van de kraakbeweging een explosieve kracht ontwikkelden- altijd een stroom van agressie en negatieve publiciteit over zich heen gekregen. De bewoordingen konden niet heftig genoeg zijn om de publieke of politieke afschuw te uiten. De een hield het op 'egocentrische asocialen' of 'intellectuele provincialen', de ander nam geen genoegen met minder dan 'de ratten komen uit hun riolen' of 'vergassen die hap'.

In de tweede helft van de jaren tachtig warden veel kraakpanden, die in de eerste helft van dat decennium onder druk van de kraakbeweging zijn gelegaliseerd of aangekocht, verbouwd. Nu een groot aantal renovaties achter de rug zijn, blijkt hoe hardnekkig de zure mond de gemiddelde Nederlander vergezelt: anno 1990 is de verbeten minachting ten opzichte van krakers omgeslagen in een onverholen jaloezie. Immers, opeens zijn achter de door jarenlange leegstand verwaarloosde, kille tochtgaten prachtig opgeknapte woonpanden vandaan gekomen. Hetgeen het gelijk van krakers eens te meer bewijst: als zij niet op een zonnige dag die deuren hadden opengebroken, waren de meeste grote panden nu al lang onder de slopershamers gevallen.

Zo ook het Handelsbladgebouw.

Het 'Voormalig Handelsbladcomplex', zoals het eigenlijk voluit heet, ligt op een zeer in het oog lopende plek van Amsterdam: schuin achter het Paleis op de Dam. Alhoewel de bewoners door de jaren heen niet scheutig zijn geweest aan het langslopende publiek hun meningen en visies te verkondigen, blijft menigeen die het gebouw passeert zich nieuwsgierig afvragen hoe het er nu toch binnen die muren aan toegaat. Dit boekje probeert aan die nieuwsgierigheid enigszins tegemoet te komen.

Verschillende aspecten van het wonen en werken passeren de revue: een terugblik in de bouwkundige en sociale geschiedenis van het gebouwencomplex; een schets van de onderhandelingen die aan de recente verbouwing voorafgaan; een indruk van het soort woningen en bewoners dat hier hun stek heeft gevonden; een impressie van een drietal andere woon/werkpanden in Amsterdam; een presentatie van de bedrijvigheid in en om het Handelsbladcomplex; een artikel over de toekomstvisioenen van de bewoners en de te verwachten ontwikkelingen (cityvorming) voor de omringende binnenstad.

Met de city-vorming lijkt de terugkeer van beterbetaalde huishoudens naar de binnenstad de nieuwe trend. Koopappartementen en luxe uitgaansvoorzieningen staan weer hoog genoteerd op het verlanglijstje van de binnenstad. De tijdgeest heeft het Voormalig Handelsbladcomplex voor de bedreiging van sloop weten te behoeden. Maar wat de toekomst werkelijk zal brengen, is een open vraag: 'wat nou, NRC-gebouw?'

Links Hoog Rechts