Kraken als fenomeen is al zo oud als Methusalem, en gebeurt als wanhoopsdaad al zo lang als de hunnebedden leeg zijn komen te staan. In Mei 1970 werd het individualistiaehe kraakgebeuren in Utrecht georganiseerd en gepolitiseerd. Kraakakties werden een speerpunt in akties tegen de woningnood. In hetzelfde jaar sprak de Hoge Raad uit dat kraken niet verboden was. Vanaf die dag wilde de toenmalige C.D.A.-Minister van Justitie van Agt prompt de antikraakwet invoeren.
In 1970 werd in de Kargadoor kraakspreekuur gehouden. Het was ook in die jaren dat er in de voormalige stationswijk veel gekraakt werd. Er kwam veel leeg te staan voor het toekomstige Hoog Catharijne, Utrechts grootste architectonische- en stedenbouwkundige blunder. Door deze kraakakties zijn verschillende panden, o.a. aan het Achter Clarenburg en de Mariaplaats voor sloop behoed.
In 1975 werd de kraakbond opgericht door het JAC, Release en St. Herstel Leefbaarheid Oude Stad. De kraakbond heeft ervoor gezorgd dat er veel gekraakt werd. Zodoende heeft de kraakbond bereikt dat kraken in Utrecht een redelijk maatschappelijk geaccepteerd verschijnsel werd. In veel Utrechtse wijken werden kraakspreekuren opgericht en er zijn op deze manier dan ook veel panden aan het woningbestand toegevoegd.
In 1978 werd het kraakpand aan de Asch van Wijckskade ontruimd. Het proces voorafgaande aan de ontruiming was een sterk staaltje van klassejustitie. Het pand werd ontruimd middels het kenteken van de auto van een bezoekster. Het was de eerste keer dat kraaksters verzet boden bij een ontruiming, om de misstanden te benadrukken. Politie en Justitie waren perplex van deze georganiseerde vorm van burgerlijke ongehoorzaamheid.
Het duurde tot 1986 eer van Agt's kraakwet, genaamd de leegstandswet werd ingevoerd, hetzij in verkapte, enigzins afgezwakte vorm. Sedertdien is het voor huiseigenaresses mogelijk om kraaksters anoniem voor het gerecht te slepen. Een nog steeds omstreden wet. Zwijgen en naamloos blijven is namelijk een recht. Het kraken na de leegstandswet is veranderd maar nog altijd levend. Het animo om panden van spekulantes te kraken is verminderd. De spekulantes worden vaak in het gelijk gesteld, ze beschikken thans over een omvangrijke juridische trukendoos. Vaak worden dit soort panden na enige maanden juridisch geharrewar weer ontruimd. Daarnaast wordt er door partikuliere eigenaresses maar ook door de gemeente gewerkt met kraakwachten. Preventief, om kraken te voorkomen. De eigenaresses maken misbruik van de woningnood, en rekruteren studentes om tijdelijk een pand bewoond te houden. Op die manier zit er in een groot pand vaak slechts 1 studente waar een veelvoud van woningzoekenden zou kunnen wonen. Het kraakspreekuur en de kraakbeweging bestrijden deze methoden.