Uitgebreide Kraakhandleiding '96/'97: Hoofdstuk 4 - WETGEVING
Links Hoog Rechts

Hoofdstuk 4

WETGEVING


In dit hoofdstuk willen we een korte introductie op het juridisch circus rond kraken geven. Omdat strafrecht meestal het eerste is wat uw tegenstander uit de kast trekt, komt dit eerst aan bod. Dit is namelijk het goedkoopst voor de eige naar. Hij hoeft slechts aangifte te doen en de staat regelt het wel verder voor hem.

4.1: -strafrecht en ontruiming-

"Ik word dagelijks getreiterd
door politie en gezag.
Bij loket en in de winkel
beziet men mij met hoongelach.
Hun gezag stoelt niet op kennis,
ze blaffen enkel af.
Mijn misdaad is onnozelheid,
CONTROLE IS MIJN STRAF

Het woord strafrecht suggereert dat er straffen worden uitge deeld (en dat er iets als recht is!). Dit hoeft niet zo te zijn. De twee voornaamste anti-kraakregels geven wel de moge lijkheid om boetes of celstraffen te geven, maar dit wordt praktisch nooit toegepast. Het voornaamste doel van deze regels is om een middel te hebben krakers snel te ontruimen.
De twee belangrijke wetjes zijn artikel 138 Wetboek van Straf recht (WvSr) en artikel 429 WvSr.

De eerste gaat over huis- of lokaalvredebreuk. Een ruimte die in gebruik is heeft een huis- of lokaalvrede. Komt iemand hier tegen de wil van de gebruiker binnen, dan is de indringer strafbaar. Dit is tot zover een tamelijk logische redenering.
Immers, je wilt niet iedereen zomaar over de vloer hebben, zeker mensen in blauwe uniformen niet.

Ruimten die daadwerkelijk gebruikt worden kun je dus beter niet kraken. Kraak je een ruimte die leeg is, of waar spullen binnen staan die nooit gebruikt worden, dan pleeg je dus geen huisvredebreuk. Het is dan zaak om je eigen huisvrede er snel te vestigen, het liefst voordat de politie door heeft dat je er binnen bent. Jouw huisvrede ontneemt namelijk de politie of de eigenaar het recht om zomaar binnen te wandelen.

Je vestigt je huisvrede door een tafel, bed en stoel mee naar binnen te nemen. Dit is het door de jaren heen gegroeide gebruik in Amsterdam. Eveneens laat men hier meestal de poli tie binnen (maximaal twee agenten zodat je in de overhand blijft, overige agenten moet je zien buiten te houden anders worden ze binnen meestal lastig) om te laten zien dat het buiten gebruik is en om te laten zien dat jij het in gebruik hebt genomen.

Meestal licht de politie de eigenaar in. De eigenaar kan dan proberen aangifte te doen. Als de politie welwillend is ten opzichte van de eigenaar dan geven ze de aangifte door aan de Officier van Justitie (OvJ) met een positief advies. Dit wil zeggen dat de politie genoeg redenen ziet om te ontruimen. Wanneer de OvJ als beslissend persoon het hiermee eens is, mag de politie gaan ontruimen.

Heb jij informatie die het aannemelijk kan maken dat de ruimte niet in gebruik was ten tijde van de kraak, dan kan je overwe gen een kort geding tegen de staat te starten. Hiervoor geldt wel de normale kort-geding praktijk; je moet een naam geven en een advokaat hebben. Je eist dan in het geding een verbod op ontruiming van het bij jouw in gebruik zijnde pand.

Deze kort gedingen zijn redelijk succesvol geweest. Na veel druk op de ketel gezet te hebben ging het Openbaar Ministerie (de OvJ's) om. Als er vlak na de kraak een kort geding tegen de staat aangespannen werd, dan wachtte de OvJ met ontruimen tot er hierin een uitspraak was. Deze kort gedingen werden redelijk vaak gewonnen.

Dit veranderde toen art 429 sexies WvSr. ingevoerd werd. Deze regel stelt dat een pand korter dan een jaar buiten gebruik in geval van een kraakaktie ontruimd mag worden. In de praktijk wordt deze regel lang niet altijd toegepast, bijvoorbeeld als het er dik boven op ligt dat er voor leegstand ontruimd gaat worden. In sommige streken des lands willen de OvJ's nog steeds niet aan 429. Houden zo!

Ter afsluiting van het strafrechtelijk ontruimen willen we nog een uitspraak uit het verleden vermelden. Deze jurisprudentie stelt dat je alles kan kraken zolang het maar buiten gebruik was en voldoende afsluitbaar is. Het maakt niet uit hoelang je erin zit voordat je ontdekt wordt. Uiteraard moet je hierbij vandaag de dag toevoegen dat de ruimte meer dan een jaar leeg was.

4.2: -Kort geding-

...rechter in overpeinzing...

Lukt het de eigenaar niet om het vuile werk door de politie te laten opknappen, dan moet hij zelf aan de slag. Als hij een spoedeisend belang heeft bij ontruiming kan hij de krakers dagvaarden. Hij moet dan eerst de nodige moeite doen om de namen van de bewoners te achterhalen. Dit doet hij bij het bevolkingsregister. Mocht hij geen namen vinden dan kan hij anoniem dagvaarden.

Je krijgt dan een papier in de bus waarop staat dat je voor de rechtbank 'moet' verschijnen. Als je je wil verdedigen dan moet je een naam geven. Een advokaat hoeft niet, maar is wel aan te raden, want ze nemen mensen uit hun wereldje serieuzer dan een loslopende kraker (Wie het wil uitproberen: Als je een bazoeka meeneemt naar de zitting dan nemen ze je ook zonder advo wel serieus!).

Aan jouw is nu de taak om uit te vogelen of de eigenaar voor leegstand of kaalsloop wil ontruimen. Is hij wel spoedeisend, gaat hij wel iets doen na een ontruiming, heeft hij hier de papieren en het geld voor, etc. Dit soort info kan je aan je advo geven, die er een verhaal van moet maken. Blijf zo iemand wel op de vingers kijken, of beter nog, doe zoveel mogelijk werk zelf. Wie weet hebben ze hun dag niet of weten ze er gewoon niet veel van.

Bij minimum-inkomens wordt door de meeste advokaten een eigen bijdrage verlangd van 110,-. Tevens moet je een Verklaring omtrent Imkomen en Vermogen inleveren (VIV, ook wel 'bewijs van onvermogen' genoemd). Deze haal je bij de gemeente. Als je verliest wordt je veroordeeld in de proceskosten. Ons is niemand bekend die dit ooit betaald heeft met betrekking tot kraakzaken.

4.3: -anti-kraak a.p.v-

In deze kraakhandleiding hoort eigenlijk geen Algemene Plaatselijke Verordening (APV) thuis, omdat deze in Amsterdam niet voorkomt. We willen echter ook service verlenen aan mensen die buiten Mokum wat willen doen.

De praktijk en de geschiedenis:

Er bestaan vele misverstanden over de plaatselijke verordeningen. Zo werd in het verleden in Arnhem wel eens gesproken over de "24-uurs APV". Het zou kunnen zijn dat deze in andere steden bestaan heeft of misschien zelfs nog bestaat, maar niet in Arnhem. Men verwarde hier het beleid van de politie met een gemeentelijke verordening. Om te voorkomen dat jij ook je strategie aanpast op basis van valse info (bv 's nachts kraken, 24 uur binnen zitten, of nog erger, de aktie afblazen) kun je beter eerst de Algemene Plaatselijke Verordening, de APV, opvragen. Dit kun je doen op het gemeente-tehuis of bij de politie. Vraag niet speciaal naar een specifieke APV, maar vraag de verordening in zijn geheel ter inzage. Dit kan een hoop papier zijn over kermisregels, op welke dag je matjes mag kloppen en meer uit de tijd zijnde dingen. Misschien staat er iets in over kraken. Je hebt grote kans dat de tekst dan ongeveer als volgt is:

"Het is verboden een gebouw als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de woningwet, dat niet in gebruik is en waarin men zonder toestemming van de eigenaar is binnengedrongen, zonder toestemming van de eigenaar in gebruik te nemen of te houden, dan wel zich aldaar zonder toestemming van de eigenaar te bevinden, nadat door of vanwege de eigenaar is bevolen zich uit het gebouw te verwijderen."

Deze tekst staat in de APV's van bijvoorbeeld de gemeente 's Graveland, Gendringen en Arnhem. Gemeentes hebben deze APV in een duister verleden ingevoerd in de hoop het kraken tegen te gaan. Voorheen hadden sommige gemeentes het idee dat ze te weinig juridische wapenen tegen het kraken hadden. Aan deze situatie is een einde gekomen in 1986 met de invoering van de Leegstandswet (welke het anonieme dagvaarden mogelijk maakt, bijvoorbeeld) en zeker in 1993 met de invoering van de huisvestingwet (art. 429).

Nu al deze nieuwe wetten er zijn, zouden de APV's volgens hun eigen redenering moeten verdwijnen. Het blijkt echter dat naast de regeling voor het wassen van kleren in een sloot de APV over kraken ook voer voor historici moet blijven. Meestal zijn de APV's niet verwijderd. Op zich hoeft dit geen probleem te zijn, want vaak is de gemeente zelf al vergeten dat ze een anti-kraak APV hebben. In Gendringen (Ulft) en 's-Graveland hebben de gemeenten de APV niet gebruikt toen er eens gekraakt werd.

In Arnhem was men nog niet zo ver tot in 1994. De tekst in de APV over kraken was als bovenstaande wettekst. Daar was aan toegevoegd dat met invoering van de leegstandswet in 1986 deze APV te vervallen moest komen. Van 1986 tot en met 1994 heeft de gemeente deze APV nog proberen te gebruiken. De krakers lieten zich meestal uit het pand praten. Het stond immers in de wet. Gelukkig was niet iedereen zo na‹ef en begonnen enkele mensen een speurtocht. Naast de opmerking dat de wet al ingetrokken behoorde te zijn, vond men een hoop oude juridische procedures rond deze wet, en artikel 122 van de gemeente wet.

Deze wet stelt dat met invoering van een hogere regeling een lagere moet komen te vervallen. Gewapend met deze kennis trok men naar de gemeentelijke burelen en deed het verhaal uit de doeken.

De gemeente zag af van toepassing van de anti-kraak APV. In een later proces, wat niet direkt met die APV te maken had, zei de landsadvokaat dat hij van de gemeente begrepen had dat de APV buiten werking was gesteld door de invoering van de huisvestingwet. De gemeente had een nieuwe regeling moeten maken, en was dit verzuimd.

Overigens moest er niet te vroeg gejuichd worden in Arnhem. Men was gebrand op de ontruiming van het betreffende pand, en probeerde gelijk het ontstane gat te dichten met strafrechtelijke ontruimingen. Arnhem liep duidelijk achter, want er was al vlak na het invoeren van art. 429 jurisprudentie gekweekt rond A.P.V.'s. Dit is terug te vinden in het blad Kort Geding, 1994, 304.

(De meeste advocaten hebben een abonnement op dit blad; verder ligt het ook bij alle bibliotheken met een Rechten afdeling. Overigens is er sinds de invoering van artikel 429 alweer een nieuwe model-APV ontworpen, waarin staat dat ook gebouwen die langer dan een jaar leeg staan niet gekraakt mogen worden. Aangezien gemeenten niet permanent hun APV's bijstellen, is hij nog bijna nergens ingevoerd, maar let op dat het in jouw gemeente niet gebeurt.

4.4: -Arrestatie-

Hieronder volgt het Amsterdamse arrestantenpamfletje. Dit wordt regelmatig verspreid voor gebeurtenissen met een zeker risico. Als je dit globaal in je hoofd hebt zitten, dan ben je minder makkelijk te overbluffen door de politie; je weet wat je kan overkomen.
Uiteraard kan je dit pamflet ook overnemen en voor jouw actie gebruiken.

Je gaat zo direkt deelnemen aan een aktie/demo/ontruiming (aankruisen naar keuze), waar waarschijnlijk politie op af zal komen, waaronder eventueel 'stillen' (agenten in burger die denken dat ze niet als politieagent herkend worden, tja... eerst die snor er af, mannen!) . Let dus op en let op elkaar. Mochten arrestaties niet te verhinderen zijn, dan is het handig om van het volgende op de hoogte te zijn; Het niet noemen van je naam is niet strafbaar. Het geeft de smeris de mogelijkheid om je zes uur langer (bovenop de eerste 6 uur) vast te houden. Dit onder het motto dat ze je naam proberen te achterhalen. Hier blijft het bij als het een strafbaar feit betreft waarvoor geen voorlopige hechtenis kan worden gegeven. Proberen ze je echter voor zwaardere delikten op te laten draaien (Bijv. art 140 criminele vereniging of art 141 openlijke geweldpleging) dan kan in principe de maximale duur van het voorarrest er als volgt uitzien:
2x6 (6) uur + 3dgn + 10 dgn + 3x30 dgn = 103,5 dag.

De eerste 12 uur (of 6 als je je naam wel noemt)

Nadat je bent opgepakt wordt je overgebracht naar het buro. Je persoonlijke bezittingen worden in beslag genomen (shag, sleutels, alles, ook je schoenveters). Vrouwelijke verdachten mogen NIET door mannelijke agenten gefouilleerd worden!
Ze kunnen je visiteren. Vanaf het moment van je arrestatie mogen ze je zonder meer 12 (6) uur vasthouden. De tijd tussen 00.00u en 09.00u telt niet mee. De politie mag je tijdens deze eerste 12 (6) uur verhoren. Verhoren mogen niet 's nachts plaatsvinden, maar het gebeurt soms wel.
Het is je eigen keuze of je je naam zegt of niet. Geef in ieder geval geen verklaring af en onderteken niets, want dat is niet verplicht. Je verklaring wordt tegen jou en anderen gebruikt. Je mag ondertekenen met kruisjes, en N.N.nummer (dit is het nummer dat je van de politie krijgt als je je identiteit niet bekend maakt; N.N. betekent 'Nomen Nescio', oftewel: 'ik weet mijn naam niet') of iets dergelijks. De politie moet je vertellen waarvan je wordt verdacht. Je hebt nog geen recht op een advokaat. Als je slechts wordt verdacht van een overtreding moeten ze je na 12 (6) laten gaan.
Vaak blazen ze de feiten echter op en proberen ze de zaak verdraaien. Je wordt dan opeens verdacht van bijv. openlijke geweldpleging of zelfs poging tot doodslag dan wel zware mishandeling. Voor deze zwaardere beschuldigingen mogen ze je langer vasthouden.


Dus:

3 dagen:

Deze verlenging gebeurt door de (hulp)officier van justitie. Je hebt nu wel recht op je (eigen) advokaat en een telefoongesprek. Je moet hier echter nadrukkelijk om verzoeken. Een zogenaamde piketadvokaat hoef je niet te accepteren. Deze drie dagen breng je meestal door op het politieburo. Als justitie je na die drie dagen nog wil vasthouden, dan moeten ze je voorgeleiden bij de rechter-commissaris. Bij die zitting is ook je advokaat aanwezig. Wordt je niet vrijgelaten dan kan de "R.C." je in bewaring stellen voor:

10 dagen

Eigenlijk moet je nu overgebracht worden naar een huis van bewaring ("HVB"). Bij buitenlanders nemen ze dit niet zo nauw. Zij zitten vaak langer op het buro. Als ze er achter komen dat je een buitenlander bent, krijg je te maken met de vreemdelingenpolitie en kun je, nadat je hier vastgezeten hebt, uitgewezen worden. Als ze nog niet tevreden zijn, "het onderzoek nog niet afgerond is" of bijv. "de rechtsorde zwaar geschokt is" enz., kan de raadkamer besluiten je voorarrest te verlengen met:

30 dagen

Dat geintje kunnen ze nog twee keer herhalen. Je kan daar 1 keer tegen in beroep. Na het maximaal toegestane voorarrest moet het proces beginnen. Vaak gaat het dan echter om een een pro forma zitting: De officier van justitie is nog niet klaar en vraagt aan de rechtbank uitstel, wat hij\zij waarschijnlijk wel krijgt. De rechtbank bepaalt dan wanneer de zaak wordt voortgezet en beslist of je dat buiten of binnen moet afwachten....
Gelukkig komt dit laatste in de kraakpraktijk zelden meer voor; voor zaken als "huisvredebreuk" kom je normaliter niet in de rechtbank.
Voor andere aanklachten krijg je soms een dagvaarding mee voor een snelrechtproces. Wordt je vrijgelaten, meldt het de arrestantengroep!

Succes ermee!

4.5: -S.W.D. regelingen en mogelijkheden-

Zoals in het eerste hoofdstuk al aangekondigd werd, hier wat extra informatie o ver de Stedelijke WoningDienst. Vanaf januari 1996 gaat er nogal wat veranderen binnen het systeem van woningtoewijzing in Amsterdam. Dan neemt de gemeenteraa d namelijk de nieuwe huisvestingsverordening aan. Hierin is geregeld welke woni ngen voor toewijzing aan woningzoekenden in aanmerking komen en hoe deze woning en onder hen verdeeld worden.

De amsterdamse woningvoorraad wordt ingedeeld in drie sectoren:

Voor de sociale en particuliere markt geldt dat alleen een huurcontract kan worden afgesloten wanneer er een huisvestingsvergunning (zie 4.6) is afgegeven. Deze wordt afgegeven door de SWD.

Van de particuliere markt wordt zo'n 33% geclaimd door de SWD voor voorrangs-kandidaten (dit zijn mensen die wegens sociale of medische redenen voorrang krijgen bij toewijzing van een woning).

De rest van de particuliere en de sociale markt is voor starters (mensen die een woning zoeken maar geen lege woning achterlaten) en doorstromers (mensen die een woning zoeken en een lege woning achterlaten).

Voor kraker*s is vooral de particuliere markt, die niet geclaimd is door de SWD van belang. Dit zijn ook de enige woningen waar de SWD informatie over heeft. Op de sociale markt wordt de toewijzing geregeld door de clusters van woningbouw-corporaties. Deze moeten jaarlijks verantwoording afleggen aan de SWD.

Particuliere eigenaren zijn verplicht om het leegkomen van hun woningen, onder de huursubsidiegrens, te melden aan de SWD.
Hierover kun je bij de SWD dus informatie krijgen.

4.6: -huisvestingsvergunning en toewijzing-

Wanneer de SWD een huisvestingsvergunning afgeeft, dan geeft zij iemand toestemming om de betreffende woning te bewonen. Belangrijk hierbij is de datum van afgifte. Wanneer deze lang terug ligt is het goed mogelijk dat de vergunning gedateerd is en niet meer geldig.

Wanneer de vergunning echter van recente datum is, dan zal de woning waarschijnlijk snel bewoond zijn. Woningen waarop een recente huisvestingsvergunning rust kun je maar beter niet kraken. Je ligt er binnen de kortste keren weer uit en bovendien is het erg lullig voor degene met de vergunning.

De toewijzing van woningen geschiedt officieel via de SWD. Woningbouwcorporaties mogen echter zelf bepalen wie zij op hun woningen toewijzen. Zij worden jaarlijks achteraf getoetst door de SWD. De particuliere markt gaat direct via de SWD.

De eigenaar kan in twee derde van de gevallen zelf een huurder voordragen, waarna de SWD bekijkt of de kandidaat aan de voorwaarden voldoet. In de andere 33% van de gevallen worden woningen geclaimd door de SWD voor voorrangskandidaten. Hier heeft de eigenaar dus geen inbreng. Wanneer de door jouw gekraakte woning een keuzewoning betreft, zou je de eigenaar er van kunnen overtuigen dat hij jouw moet voordragen op de woning. In het geval van een claimwoning is het een stuk moeilijker om de SWD over te halen om jouw de woning toe te wijzen, tenzij je wegens sociale of medische redenen voorrangs-kandidaat bent. Bij een voordracht door een eigenaar dien je wel aan de voorwaarden van de SWD te voldoen, anders heeft het geen zin.


hieronder volgt nog een schematische voorstelling
van wat er in principe zou kunnen gebeuren
als je kraak gelukt is.


Links Hoog Rechts