Mensen die het goed met mij menen, hebben mij
afgeraden dit boek te schrijven en te doen uitgeven,
vanwege het hierin opgenomen en besproken relaas van
een ME-er.
Mensen die het goed met mij menen, hebben mij
aangeraden dit boek te schrijven en te doen uitgeven,
onder meer vanwege het hierin opgenomen en
besproken relaas van een ME-er.
Eerstgenoemde mensen, de afraders, menen dat het
schrijven gevaarlijk zou kunnen zijn voor mijn persoon.
Het zou -zo menen zij- iemand die zowel de krakers
als de politie en het vervolgingsorgaan kritisch
beschrijft, lastig gemaakt kunnen worden.
De aanraders menen daarentegen dat niet-schrijven
gevaarlijk zou kunnen zijn voor de rechtsstaat, het
democratisch gehalte en de vrijheid van spreken in onze
samenleving. Dat komt mij wat overdreven voor. Ik
kan het er wel mee eens zijn dat het gevoel, in een
rechtsstaat en een democratie te leven, enigermate zou
worden aangetast door de beslissing om iets niet
bekend te maken uit vrees voor de almacht van het
staatsapparaat.
Een samenleving kan zich wellicht een kleine
'conspiracy of silence' permitteren. Een schrijver kan
zich echter niet veroorloven, een beetje niet-te-schrijven.
Want -dat ben ik met Vinkenoog eens-: een beetje
censuur is net zoiets als een beetje zwanger, zelfs
wanneer het een relaas betreft over een gebeuren
waarvan de mogelijkheid bestaat dat het niet precies zo
heeft plaatsgevonden als de ME-er het vertelde.
In het laatste geval blijft er nog genoeg over dat het
overdenken waard is.
Voor zijn medewerking en kritiek dank ik Dr. K.J.
Nijkerk, wetenschappelijk hoofdmedewerker bij de
Afdeling Criminologie en Kinderrecht aan de Erasmus
Universiteit Rotterdam.
Dankbaar vermeld ik de redactionele medewerking van
Hanneke Sassenburg, assistente bij de afdeling
Criminologie en Kinderrecht aan de Erasmus
Universiteit Rotterdam.
G.P. Hoefnagels
'Al die ladders en kranen doen ook wel denken aan een moderne uitvoering van een middeleeuwse bestorming. Eigenlijk zou je van tevoren met de tegenpartij moeten onderhandelen over de te gebruiken middelen. Dat zou tot deescalatie kunnen leiden. Het is wel eens bij anti- kernenergie-demonstraties, onder andere in Almelo, gebeurd. Stel dat de tegenpartij belooft geen molotovcocktails te zullen gooien, dan kunnen wij daar ook iets tegenover stellen...'
Arjen van Gils, inspecteur van gemeentepolitie, (Het Parool, 11 december 1980) |