Links Hoog Rechts

De Lucky Luyk van 4 april '81 tot 11 oktober '82


een stukje geschiedenis

Op 4 april 1981, een dag na de ontruiming van de Honthorststraat, het pand van de Russische handelsdelegatie werd Jan Luykenstraat 3 gekraakt. Het pand was eigendom van Arend Dingeman Slis, echtgenoot van Marie-Josee Slis-Stroom, de toendertijd reeds in de Bijlmerbajes woonachtige ex-notaris. Het stond twee jaar leeg.

In 1977 had het echtpaar het pand gekocht en daarna laten verbouwen tot een wel zeer luuks paradijsje met o.a. twee baden, een douche, zes bevallige w.c.'s ('toiletten'), twee zeer goed geoutilleerde keukens en een schitterende woonkamer. De krakersters vielen van de ene verbazing in de andere.
De politie konstateerde leegstand en het pand kon bewoond gaan worden.

veiling

Met Slis ging het intussen niet al te best. Van het pensioenfonds Grafische Bedrijven had hij een hypotheek van 750.000 gulden voor de Luik gekregen. De bank Mees en Hope deed daar nog eens vier miljoen bovenop. Josje Slis was al failliet en Slis kon de rente en aflossing niet meer betalen. Zodoende moest ook hij eraan geloven: het Pensioenfonds gooide de Luik op de veiling.

Een gekraakt pand betekent een forse waardevermindering. Daarom probeerde Slis, of beter gezegd zijn curator, er alles aan te doen de bewonersters uit de Luik te krijgen. Een privedetective werd ingeschakeld om achter namen te komen. Dit 'lukte': er werden twee kort gedingen aangespannen. Een op naam van degene die de GEB rekening betaalde, de andere op een telefonies verkregen naam. Slis verloor de gedingen, omdat duidelijk kon worden aangetoond dat beiden niet in de Luik woonden.

Hoe de scherpzinnige detective aan de laatste naam kwam, is een zeer vermakelijk verhaal. Zowel Jan Luykenstraat 3 als Hobbemastraat 12 (ook van Slis) waren op dezelfde telefoonlijn aangesloten. Via de telefoon op de Hobbemastraat kon men de telefoon van de Luik afluisteren. Zodoende ving hij het volgende gesprek op:

(rinkel)
'hallo met Judith'
met wie?
'ja met mij'
(gesprek vangt aan)

Voor onze detective was nu alles duidelijk: er woonde een Judith Mey in de Luik.

Kort voor de veiling kwam nog even iemand bij de Luik kijken. Pas veel later bleek dat dat niemand minder dan Bertus Luske himself was geweest. Hij liep wat rond, staarde wat naar het bord met NIET TE KOOP erop en vroeg aan een op het balkan staande bewoner of ze er ook uit zouden gaan als hij het zou kopen. De voorgevel kon 'ie krijgen, meer niet! Daarna bood de (nog) onbekende 2000 gulden per persoon als ze eruit wilden gaan.

Oprotten!.

Bij de veiling op 22 juni 1981 in de Sonesta koepelzaal stond de Luik te boek als 'zonder toestemming in gebruik bij derden'. Dat betekent gekraakt. Daardoor kon het gebeuren dat makelaar van de Vloodt voor 277.800 gulden het ruim een miljoen waard zijnde pand kon kopen. Voor wie bleef onduidelijk. Dat het geen al te frisse jongen kon zijn stand, gezien de handel en wandel van van de Vloodt en z'n maat Peeters, wel vast.

Iedereen dacht aan Pietje Dufour (1). Pas na de knokploegontruiming werd duidelijk dat niet hij het was, maar Bertus Luske en Henk Bootsma, twee beruchte onderwereldfiguren.

De Luikbewonersters maakten zich op voor een dreigende knokploegontruiming. De inschatting was dat een in grote geldnood verkerende Dufour een maksimale winst uit het pand wilde slaan en dat kon alleen wanneer de Luik leeg zou komen. Kort na de veiling is dan ook een aantal weken gepost en verder gebarrikadeerd.

knokploeg

Maandagochtend 12 oktober zeer vroeg rond een uur of vier ontruimde een knokploeg de Luik. Met behulp van een elektriese ladder waren zij via het balkon op twee hoog achter binnen gedrongen.

Twee bewoners konden nog net op tijd over het dak naar de buren ontsnappen, de anderen werden in hun slaap verrast. Pas na een uur gaven de twee, totaal overdonderde ontsnapte bewoners alarm. De mensen die hierop af kwamen werden door de buiten-knokploeg opgewacht, uiteen gejaagd of in elkaar geslagen.

De politie reageerde zeer laks op het alarmtelefoontje. Anderhalf uur later kwamen ze eens een kijkje nemen. Eerst werd enige tijd met de knokploeg gepraat en later mocht Benjamin, als woordvoerder der bewonersters, nog even zijn visie op het gebeuren geven. Voor de politie was echter alles al duidelijk. 'Huurder' Jan Plas was door de openstaande voordeur, tesamen met een aantal vrienden, een kijkje komen nemen in 'zijn' pand. Er was geen sprake van een gewelddadige uitzetting; nee, zowel knokploeg als krakersters bewoonden het pand. Benjamin werd voor de keuze gesteld: of blijven, of 'vrijwillig' weggaan. Natuurlijk kon alleen het laatste; er was geen keus.

Eerst binnen en later ook buiten probeerden de ontruimde bewonersters een aantal malen aangifte te doen. De agenten wimpelden echter alles af: alleen op het buro kon aangifte gedaan worden. Dat gebeurde dezelfde middag.

achtergrond knokploeg

De bewonersters hadden een juiste inschatting gemaakt. Luske en Bootsma wilden via de BV Chidda Vastgoed een zo groot mogelijke winst uit de Luik halen en dat betekende een knokploegontruiming.

Financiele armslag voor hun plannen verkregen zij via de RABO bank Halfweg en haar direkteur L.T. Wijsman. Deze bank taxeerde de Luik op haar toekomstige (=lege) staat en gaf Luske een zeer hoge hypotheek met hoge rente. Deze hypotheek stond in geen enkele verhouding tot de aankoopsprijs: de bank wist dat de Luik gekraakt en zodoende weinig waard was en spekuleerde dus op het feit dat Luske het pand 'op een of andere manier' wel leeg zou krijgen.

De RABO financierde indirekt de knokploeg!

Een knokploegontruiming (ook) tegen krakersters is huisvredebreuk. De politie is verplicht de knokploeg uit het binnengedrongen pand te halen. Met een knokploeg alleen red je het dus niet. Onderwereld, sportschoolwereld en advokaat Boekhoff staken daarom de koppen bij elkaar en bedachten een juridies waterdichte (hoewel zeer doorzichtige) truuk.

De Luik werd 'verhuurd' aan sportschoolhouder/karateleraar Jan Plas, die er een sportschool zou beginnen. Hij zou het pand met een aantal andere vechtsporters ontruimen. Plas kreeg dan huisvredebreuk aan z'n broek en de politie zou het pand moeten ontruimen. Om dat te voorkomen moest Plas na een dag de huur opzeggen. Daarna zou er een nieuwe huurder komen, Dick Prins, die er een fitness centrum wilde beginnen. Prins had in het plan officieel niets te maken met Plas en de knokploeg, kon zich dus niet aan strafbare feiten hebben schuldig gemaakt en niet ontruimd worden!

De truuk zou aileen maar opgaan wanneer de politie niet direkt zou ingrijpen. En aangezien dat gebeurde, liep de afwikkeling perfekt.

De aangifte van huisvredebreuk van de bewonersters werd toegewezen en de politie maakte zich op om het pand te ontruimen. Dit zou op 15 oktober moeten plaats vinden. Een half uur voor het geplande tijdstip spande Boekhoff volgens plan een kort geding aan t.g.v. Prins. Het lukte: de ontruiming werd uitgesteld in afwachting van de uitspraak.

Een deel van de kraakbeweging heeft dit niet meer afgewacht en herkraakte de Luik op 20 oktober.

herkraak

Op 20 oktober 17.15 uur begon de bestorming van de Luik met de bedoeling het pand terug te nemen. Door een snelle reaktie van Radio Stad kon heel Amsterdam de herkraak life meemaken.

De herkraak lukte; het pand werd vrij vlot opengebroken, er vielen geen doden of gewonden, het restant van de knokploeg (4 man en een bouvier) werd door de politie afgevoerd en de ME greep niet in.

Wat ging er allemaal aan vooraf?

's Avonds 12 oktober, de avond na de knokploegontruiming, was er een stedelijke vergadering uitgeroepen in de 'Groote Keijzer'. Iedereen had wel het gevoel dat er iets moest gebeuren. De knokploeg eruit.' En dat betekende herkraken. Gekozen werd voor een gedegen voorbereiding i.p.v. er direkt na het stedelijk op af te stormen.

De volgende dag kwamen de mensen die wilden helpen organiseren bij elkaar. Er werd een persgroep en een herkraakgroep gevormd. In feite werd hier in het klein de tegenstelling al duidelijk, die zich in de korte tijd tussen ontruiming en herkraak veel scherper en ekstremer zou ontwikkelen, Hoewel pers- en herkraakgroep vaak door elkaar liepen en de tegenstelling hiertussen dus niet al te ekstreem gesteld kan worden, was de persgroep wat afwachtender. Ze stond wel achter de herkraak, maar sommigen hiervan bijv. wilden justitie de tijd geven, terwijl anderen tegen de militaire opzet van de herkraak waren of eerst uitgebreid wilden diskussieren en doorpraten.

De herkraakgroep reduceerde de herkraak tot een puur techniese zaak. Ken goed resultaat en veiligheid stonden voorop. De plannenmakerij kreeg een autonoom karakter. De stedelijke vergadering was voor een herkraak, dus kwam die er ook'. Ongeacht wat er nog zou gebeuren. 'Herkraken wanneer we het kunnen herkraken' (= wanneer de organisatie rond was) was het enige kriterium. Handelingen van justitie en politie, maar ook van andere krakersters zouden daar in principe niets aan veranderen.

Diskussies vonden niet plaats of hoogstens in de kroeg. Mensen werden persoonlijk benaderd. Solidair zijn betekende meedoen of niet. In het laatste geval werd domweg een nieuw blik krakersters opengetrokken. De vraag waarom mensen weigerden of totaal afknapten werd niet gesteld. Voor jou een ander.' Even angstig voor 'de organisatie' werd het toen bleek dat de buitenploeg niet meer bereid was om op straat te komen. Toen moest er wel even gepraat warden want het was toch wel moeilijk om krakersters uit andere steden te laten opdraven.

De organisatie van de herkraak en de herkraak zelf waren zeer militair van opzet. Een kleine, nauwelijks bediskussieerbare groep bereidde de aktie voor; vergaderingen leken meer op die van de generale staf; er werd geoefend op stormbanen; de binnenploeg was uitgerust met kogelvrije vesten, plexieglasschilden en gasmaskers, uit de buitenploeg waren groepen katapultschutters geformeerd en voor iedereen gold: zware leren jas, knuppel, helm en monddoek of bivakmuts. Uit oogpunt van veiligheid waren deze maatregelen noodzakelijk. Het militaire school niet zozeer in het uiterlijke, als wel in de kombinatie efficientie -- autoriteit. Ontzettend veel mensen kotsten van dit macho sfeertje van 'herkraken prima, dus niet lullen maar doen'. De standpunten kwamen zeer scherp tegenover elkaar te liggen. Tussenoplossingen waren er niet, zodat veel diskussies al in het begin gedoemd waren te mislukken. Veel van die tegenstellingen kwamen later tot uitbarsting ten tijde van het aktiecentrum (na 15 juli 1982): de man-vrouw verhouding, de tegenstelling heffo's-softies en de bonzen.

Er was een groot dilemma ontstaan: aan de ene kant de noodzaak om 'iets' te doen en aan de andere kant de afkeer van de organisatie. De keuze was beperkt tussen 'knokken of nokken'. Je kan de herkrakersters van de Luik niet afdoen als de knokploeg/harde kern van de kraakbeweging. Ook de meesten van hun stonden voor dat dilemma.

Dat er iets moest gebeuren was voor iedereen wel duidelijk. Het idee van de herkraak was goed. Na de knokploegontruiming van de Luik zagen meer huiseigenaren hun kans schoon; het resultaat was een verhoging van het aantal knokploegoptredens met als dramaties dieptepunt een nekschot op een kraler. Deze gebeurtenissen werkten katalyserend in een toch al zeer bedreigende sfeer. De ontruiming van de rest-Wetering en Huize Lydia en het inelkaar slaan van de zwaaidemo lagen nog vers in ieders geheugen. De noodzaak van een herkraak begon steeds vastere vormen aan te nemen. De Luik was als doel gekozen en werd een symbool: het was allang een zeer bekend pand (Slis-Stroom en de luukse), eigendom van de onderwereld en ontruimd door de best georganiseerde knokploeg ooit tegen krakersters ingezet.

Op 20 oktober was de organisatie rond en kon de herkraak beginnen.

processen

Goed, de Luik hadden we terug, maar wat nu? Prins wist het wel en spande op 26 oktober, nu tesamen met Chidda Vastgoed BV, een tweede kort geding aan bij het Gerechtshof in Den Haag. De eis was ontruiming van de Luik ten gunste van Prins en gedaagd werden de Staat der Nederlanden en Polak.

Het eerste kort geding werd door de herkraak als achterhaald beschouwd.
De processen rond het tweede kort geding zijn een juridies-techniese zaak geweest, waarbij de herkraak centraal stond. De vraag waarom Prins en Luske zo plotseling om de Luik konden procederen, n.l. door het knokploegoptreden en de schending van het huisrecht, was niet ter zake doend. Knokploeg en herkrakersters werden op een lijn gesteld, zoals ook Polak in zijn verweer betoogde dat hij niet wilde ontruimen om 'de ene onrechtmatige situatie door de andere te vervangen'.

De ontruimde bewonersters waren geen partij; over hun hoofden heen werd het vonnis voorgekookt. De uitspraak zou op 10 november zijn, maar de rechter wilde eerst dat Luske en de gemeente over aankoop zouden onderhandelen.

De bewonersters hadden al een HAT haalbaarheidsonderzoek voor jongerenhuisvesting laten doen. De rendabele aankoop prijs hiervan was 350.000 gulden. Een ding stond voor de gemeente na de herkraak vast: geen aankoop voor krakersters. Schaefer gooide dan ook het HAT onderzoek in de prullebak en liet Volkshuisvesting ook een aantal onderzoeken doen. Bij een aankoopprijs van 240.000 gulden zouden vier drie kamer woningen in de Luik gerealiseerd kunnen worden. Voor Luske, die zelf 277.800 voor het pand betaald had, was dit onaanvaardbaar.
De onderhandelingen mislukten.

Op 7 december sprak de rechtbank zich uit. Prins' eisen werden grotendeels afgewezen, maar de Luik moest wel ontruimd warden op grond van verstoring van de openbare orde tijdens de herkraak.

Hiertegen ging Polak in beroep, omdat volgens hem, hij niet verantwoordelijk gesteld kon worden voor de uitvoering van het vonnis. Geen herstel van het huisrecht, geen uitspraak over knokploegen; maar alles gereduceerd tot een openbare ordeverstoring en een burgemeester die zich nergens verantwoordelijk voor acht'. De uitspraak van het hoger beroep werd vastgesteld op 15 juli 1982.

bezetting

De ontruimde bewonersters konden na de herkraak niet meer terug in de Luik. De namen van ieder waren bij Luske bekend, omdat bij de knokploegontruiming allerlei persoonlijke papieren waren gevonden. Bovendien zagen de meesten na alles wat er gebeurd was en nog kon gebeuren, dit ook niet meer zitten.

Omdat niemand veel trek had in de Luik moest het pand bezet warden gehouden. Bijna een half jaar is dit gebeurd tot in begin mei een nieuwe woongroep de Luik betrok.

Direkt na de herkraak was er een stedelijk bezettingsrooster ingesteld, waarbij per dag een andere kraakbuurt de bezetting op zich nam. Zo'n stedelijke bezetting werkt meestal maar enkele weken, daarna begint de boel te verwateren. Er moest dus snel een nieuwe oplossing gevonden worden. Die kwam er ook. Een aantal krakersters uit (voornamelijk)de VPC buurt hadden een nieuwe woongroep gevormd en wilden wel een bepaalde tijd in de Luik als bezettingsploeg fungeren tot ze zelf gingen kraken.

Op 14 maart 1982 kraakte deze groep Jacob Obrechtstraat 25, waar ze (ironies genoeg) gelijk met een knokploeg werden gekonfronteerd.

Vanaf die datum tot begin mei is de Luik bezet gehouden door tweewekelijkse wisselende vaste bezettingsploegen uit de VPC, per dag aangevuld met mensen uit de diverse panden. Dit vergde veel van ieders tijd, maar had ook zijn gezellige kanten. Je woonde kortere of langere tijd met mensen die je normaal alleen in de kroeg of tijdens akties zag. Bovendien wonen in de Luik was zelf heel prettig vanwege alle luukse voorzieningen (vooral de badkamer; de Luik als openbaar badhuis van de VPC).

Toch was ook deze situatie niet houdbaar. Er werd driftig gezocht naar een nieuwe bewonersgroep via de kraakspreekuren. Eind april was er een groep gevonden die het wel in de Luik wilde proberen. Nog eenmaal had de Luik echte bewonersters.

de aktie rond de Luyk na de uitspraak in hoger beroep

Op 15 juli kwam de klap: Polak verloor het hoger beroep en werd verplicht de Luik te ontruimen op grond van een ontoelaatbare verstoring van de openbare orde tijdens de herkraak.

Ondanks het feit dat Polak het vorige proces ook al verloren had, kwam voor veel mensen het ontruimingsvonnis toch als een verrassing. Dit tesamen met de mogelijkheid voor Luske om ontruiming binnen een maand te kunnen eisen ('bij voorraad verklaring'), zorgde voor een aardige paniek. Al snel werd besloten om vanuit een centraal punt de Luikaktie te gaan voeren: in kraakkafe Opstand werd een aktiecentrum ingericht. Dit centrum diende de pers te verzorgen (persploegen en persverklaringen), tips en geruchten na te trekken (alarmcentrum), akties voor te bereiden en te stimuleren.

aktieopzet

In de Inleiding, bij de beschouwing van de argumenten, werd reeds vermeld dat we teveel gegrepen hebben naar oplossingen die door de gemeente aangegeven waren, zodat ons eigen verhaal (Luske's knokploeg -- herstel van het huisrecht) sterk in het gedrang kwamen.
In dit stukje wil ik ingaan op de oorzaken en gevolgen hiervan. Om de Luikaktie een beetje te kunnen begrijpen, moeten eerst twee dingen duidelijk worden uiteengezet.
Ten eerste hebben we te maken gehad met twee verschillende 'tegenstanders': tot twee september was dit vooral Luske, daarna de gemeente die vanaf die dag de mogelijkheid kreeg een voorlopig koopkontrakt te tekenen, dit later ook deed (22-9) en daarmee ekonomies eigenaar van de Luik werd.
Ten tweede en samenhangend met het eerste: de twee aktielijnen die gevoerd zijn. De ene hing samen met het streven naar aankoop, de andere meer met de bestemming van de Luik en haar symboolfunktie.

Na de 15e ontstond, zoals gezegd, behoorlijk wat paniek: de dreigende ontruiming voor Luske en zijn knokkers moest met alle geweld voorkomen zien te worden. Over het feit hoe dit zou moeten gebeuren werd weinig gediskusieerd. Vrijwel automaties werd de lijn gevolgd die door de eerste woongroep na de herkraak was uitgezet, n.l. aankoop door de gemeente via een (door hun gemaakt en sluitend) haalbaarheidsonderzoek. Het streven naar aankoop betekende (hernieuwd) onderhandelen met de gemeente.

De opzet was eerst aankoop zien te regelen en daarna praten over de bestemming van het pand. Het argument van de knokploegontruiming werd naar de achtergrond geschoven en daarvoor in de plaats kwamen techniese, meer op de gemeente gerichte argumenten: de 'sociale oplossing' en de haalbaarheid van jongerenhuisvesting. De houding van de bewonersters moest in deze opzet nogal vaag blijven. De gemeente mocht niet afgeschrikt worden door uitspraken in de trant van 'wij blijven'. Nee, heel subtiel en diplomatiek diende het gespeeld te worden: 'De bewoners hebben te kennen gegeven, (.......), geen bezwaar te maken tegen een eventuele andere sociale bestemming van het pand, na aankoop door de gemeente Amsterdam (indien haalbaar). (uit: de brief van Niko van het Pandenoverleg d.d. 21 juli 1982.). Dus geen ontruiming voor Luske maar aankoop t.b.v. de meest haalbare oplossing. Dat was jongerenhuisvesting! Na aankoop konden we dus redelijkerwijs verwachten dat het met de bestemming oak wel goed zou komen.

Bovendien gingen we ervan uit dat de gemeente als eigenaar de Luik toch niet zou ontruimen. De bewonersters waren in een zeer moeilijke positie gemanouveerd. Om te kunnen blijven zitten, moesten ze volhouden 'er eventueel wel uit te willen gaan'. Vooral uit de kraakbeweging zelf kwam ongeloofelijk veel kritiek hierop: 'wat een softies, moeten maar eens een duidelijke stellingname doen', enz. En dat kon juist niet.' Aan de andere kant gaven we de gemeente een ontsnappingsmogelijkheid, immers de hiervoor beschreven opstelling impliceerde dat de bewonersters eventueel wel bereid waren de Luik te verlaten wanneer een andere oplossing dan jongerenhuisvesting de meest haalbare zou zijn. Met de gemeente na 2 september als nieuwe 'eigenaar' van de Luik veranderde de aktielijn. Het eerste doel, aankoop, was bereikt, maar dat bleek niet meer dan een Phyrrusoverwinning. Aankoop zou alleen maar geschieden onder de voorwaarde, dat de bewonersters het pand verlieten. Met een soort boemerang-effekt keerde de hele aankooptaktiek zich nu tegen ons. Het was natuurlijk ook een illusie om te verwachten dat de gemeente aankoop en bestemming (net als wij) zou willen scheiden. Reeds begin '82 hadden ze die al: de GDH woningen.

De gevolgen waren vernietigend: ten eerste kon de gemeente zich nu gaan beroemen op het feit dat zij de sociale oplossing gerealiseerd had. Zij had het pand hier tach voor aangekocht?'. Zowel voor Luske als voor de krakersters had zij een aanvaardbare oplossing gevonden: Luske z'n poen en wij de Luik uit handen van de knokploegbaas, kompleet met bestemming voor urgent woningzoekenden. Wat wilden we nog meer?

Het tweede en belangrijkste gevolg was dat we ook inderdaad niet meer konden uitleggen waarom we meer wilden. Onze eisen van 15 juli waren (in ieder geval voor de buitenwacht) volledig ingewilligd en toch bleven we zitten. De gemeente kon ons zodoende afschilderen als koppige egoisten, a-socialen, voorkruipers, rellenbelust tuig, enz. Het trieste is, dat wij nooit meer aan iedereen duidelijk hebben kunnen maken waarom we vonden dat de Luik van ons was.

De tweede aktielijn kenmerkte zich door het afstappen van de techniese argumentatie en het opvoeren van de geweldsdreiging. Eindelijk, veel en veel te laat, gingen we de werkelijke argumenten naar voren brengen.

Eigenlijk voor het eerst werd de Luik naar voren gebracht als symbool tegen knokploegen. Nu werd b.v. wel in een pamflet, gericht aan "Alle Amsterdamse mensen", uitgelegd wat een knokploegoptreden inhoudt.

In de publieke opinie hadden we de strijd echter al verloren. Polak had zijn ontruiming al hierin gelegimiteerd. De pers was hem daarbij zeer behulpzaam.

Doelbewust is de rel hierdoor door ons als chantagemiddel gebruikt. Door de aankondiging en het vooraf organiseren van 'een ongekende hoeveelheid geweld' wilden we de gemeente dwingen alsnog overstag te gaan.

RABO en andere zakenrelaties van Luske

Vrij kort na het ontruimingsvonnis vonden de eerste RABO akties plaats (18-19 juli), wat later op 29 juli werden nag een aantal zakenrelaties van Luske aangepakt in een gekombineerde prikaktie. Opnieuw geverfde gevels en kapotte ruiten waren het resultaat van bezoekjes aan o.a. Boekhof, de advokaat van Luske en makelaarskantoor Peters & v.d.Vloodt.

de brief

Op 21 juli schreef Niko van het Pandenoverleg, namens de bewonersters een noodlottige brief aan de gemeente. In deze brief, opgesteld om onderhandelingen over de aankoop te openen, gaf hij beargumenteerd aan waarom alleen jongeren huisvesting de enig haalbare oplossing voor de Luik kon zijn. De brief werd ons noodlottig omdat de gemeente ons vastpinde op de, in het voorlaatste stukje reeds aangehaalde zin. De brief was een exponent van de eerste aktielijn, waarvan ik de gevolgen reeds beschreven heb.

Over de brief is ontzettend veel tumult ontstaan. Toen bleek dat de onderhandelingstaktieken zich tegen ons keerden wezen veel krakersters de brief en haar opsteller als schuldige hiervoor aan. In plaats van kritiek te leveren op de gehele rammelende en inkonsistente aankooptaktiek, werd Niko aan de schandpaal genageld. Behalve de zeer slecht doordachte en geformuleerde zin, viel hem, tenminste wat de brief betrof, weinig te verwijten. De aankooptaktiek(dus ook de brief) waren het resultaat van een afweging van de partij- en gemeentepolitieke machtsverhoudingen. In eerdere gevallen kreerde een dergelijke opstelling altijd wel enige onderhandelingsruimte. Nu plotseling niet meer. De brief is dan ook een illustratie van de gewijzigde machtsverhouding tussen krakersters en gemeente en van het verschoven machtspolitieke denken van de stadsbestuurders.

De aankooptaktiek kon alleen maar mislukken, omdat de gemeente niet echt wilde onderhandelen.

de bom

Op 30 juli blies het Militant Autonomen Front (MAF) een paneel uit de voordeur van het PvdA sekretariaat in Amsterdam. Het MAF stelde de PvdA verantwoordelijk voor het wanbeleid rond de Luik. De bom deed zowel binnen als buiten de beweging, veel stof opwaaien. 's Morgens vroeg stonden de eerste journalisten al op de stoep om de kersverse distansieering van nog nauwelijks wakkere Luik-bewoners op te tekenen.

Autonoom aktievoeren (autonomie bij het MAF wil -ongeveer- zeggen: je eigen aktie voeren, buiten de verantwoordelijkheid van grote groepen ('bewegingen') om en zonder te kijken naar de mogelijke tegeneffekten voor deze groepen.) en dan ook nog met bommen was nieuw voor bijna iedereen. Er ontspon zich een heftige diskussie in de beweging: moet je je nu distansieren van een dergelijke autonome aktie of niet?; is autonomie inpasbaar in het kader van een grote, door veel mensen gevoerde aktie?; is het MAF maf (terrorisme)?; enz. Het kleine kampinggasflesje groeide langzamerhand uit tot een heuse bom. Gemeente en pers grepen de bom dankbaar aan om de Luikaktie nog verder te kriminaliseren.

barrikaderen

Na 15 juli werd begonnen met het zoveel mogelijk barrikaderen van de Luik. Dit is tot op de dag van de ontruiming doorgegaan. In eerste instantie gebeurde dit door veel mensen en soms wat ongekoordineerd. Later werd een speciale barrikadeploeg gevormd. Met grote,gehuurde vrachtwagens werden op bouwplaatsen grate hoeveelheden rijplaten, stempels, balken, e.d. gestolen. Over het algemeen waren deze 'jatakties' zeer suksesvol en slechts hen keer is een jatploeg in zijn geheel opgepakt door de politie.

Begane grond en 1 hoog werden volledig 'in het staal gezet': eerst werden de rijplaten op maat gesneden met een slijptol of snijbrander, daarna tegen de af te sluiten ramen en deuren geplaatst en vervolgens aan elkaar gelast en gestut met stempels. Ook het dak onderging een speciale behandeling, maar dat bleek later helaas niet voldoende.

suffen in augustus

Augustus was een rustige, wat slepende maand. De direkte ontruimingsdreiging leek wat geweken. Er was een patstelling ontstaan: aan de ene kant waren we in de onderhandelingen met de gemeente nog geen stap verder gekomen sinds 15 juli, terwijl we aan de andere kant zowat al ons kruit verschoten in de vele akties in juli (vanwege de dreiging van ontruiming binnen een maand).

De reaxie op deze patstelling kwam in augustus. Veel mensen trokken zich terug, dolgedraaid na een maand intensief aktievoeren.

Het duidelijkst uitte de reaxie zich in de zeer hoog oplopende spanningen. De zware druk waaronder iedereen gewerkt had, scherpte allang bestaande tegenstellingen nag eens ekstra aan. Weinig vrouwen voelden zich aangetrokken tot de mannelijke sfeer in het aktiecentrum. Dih vrouwen die wel meewerkten knapten een voor hen af. Ook de mensen van de zachtere (softe) lijn verdwenen langzamerhand omdat de harde (eventueel gewelddadige) lijn van de 'heffo's' overheerste. Van een vrij massaal gebeuren gleed het aktiecentrum af tot een selekt groepje met veel kermis, tijd, ervaring en autoriteit (bonzen). Veel krakersters vervreemdden totaal van dit schimmige geheel.

Augustus was ook de maand van Walter Etty, wethouder van financien en bestuurskontakten. Deze mocht van grote baas Schaefer het gemeentebeleid rond de Luik voeren. Etty's drempel begon langzamerhand grote slijtageverschijnselen te vertonen, vanwege de vele krakersters die bij hem over de vloer kwamen. De onderhandelingen liepen op niets uit: flink schermen met de sociale oplossing voor de Luik, maar wel die van de gemeente en blijven terugkomen op onze 'belofte' on het pand hiervoor te verlaten. Bij een belangrijk gesprek tussen bewonersters en gemeente op 10 september, was Etty niet komen opdagen, Hij was ziek werd er gezegd. Zeer bezorgde krakers zijn daarop enkele dagen later de zieke Waltertje een fruitmand komen brengen: voor zijn huisdeur werd een grote hoeveelheid rot fruit ('vers van de Cuyp') gestort, symbool voor het failliet van de onderhandelingen met de gemeente.

richting voorlopige aankoop

Op twee september bood Chidda Vastgoed BV de Luik voor 350.000 gulden te koop aan aan de gemeente, die daar in principe ook toe bereid was. Onder veel krakersters heerste een lichtelijke feeststemming: De Luik zou nu wel behouden blijven, niemand geloofde echt dat de gemeente via een ontruiming, het techniese verschil (jongerenhuisvesting of GDH etages) in haar voordeel zou willen beslechten. Paralellen met de 'Groote Keijzer' werden al getrokken. Ook voor dat pand had de gemeente allerlei sociale oplossingen in petto, maar uiteindelijk konden de bewonersters blijven zitten. De vreugde was echter van korte duur. Ondanks al onze argumenten stevende de gemeente recht op een konfrontatie aan.

Dat er geen uitwegen meer waren bleek op de vergadering van de Kommissie van Bijstand van 20 september. Het enige wat de gemeente nog interesseerde was het feit of de bewonersters hun 'belofte' om het pand te verlaten nog zouden nakomen.

De GDH etages moesten er koste wat het kost komen, desnoods via een ontruiming. Deze 'sociale oplossing' moest haar eigen falen in de bestrijding van knokploegen verbloemen. Steeds duidelijker werd dat zij onze oplossing hiervoor, n.l. de herkraak niet wilde honoreren.

het Raadsdebat

Op 22 september stemde de gemeenteraad voor aankoop van de Luik, onder de voorwaarde dat de bewonersters het pand zouden verlaten. Enkele dagen daarvoor had het College van B&W zich al voor hetzelfde uitgesproken. De Raad keurde dit nu goed. In beide gevallen had de CPN, zowel wethouders als fraktie-leden, zich achter het voorstel geschaard, terwijl deze partij beweerde solidair te zijn met de strijd van de Luik (en sowieso met de 'sociale bewegingen'). VERRAAD verscheen er in grote letters op affiesjes in de stad.

Kort voor het Raadsdebat waren nog twee akties gehouden. Rond een uur of elf 's morgens werd de Stadhouderskade bij de ingang van het Vondelpark ruim een half uur geblokkeerd. Het was een laatste poging de Raad te weerhouden met het Collegebesluit in te stemmen en tegelijktijd een voorproefje wat in geval van ontruiming zou kunnen gebeuren.

Eerder op de dag, om negen uur was een groep krakersters bij het partijblad van de CPN, "De Waarheid", op de Hoogte Kadijk langs geweest. Als eisen werden gesteld dat "De Waarheid" zich moest distansieeren van het 'gedraai' van de CPN-top en verder dat een eigen artikel geplaatst zou moeten worden. De eisen werden niet of nauwelijks ingewilligd. Toch waren zowel CPN als Waarheid flink geschrokken van alle aantijgingen. In "De Waarheid" verschenen een aantal redelijke artikelen en fraktievoorzitter Meerten poneerde het onzalige voorstel, waarin de Luik bewonersters na verbouwing als eersten de nieuwe GDH stages mochten bewonen. Het politiek cynisme droop eraf. Waar was de partij gebleven die in de Jacob Obrechtstraat een groot spandoek over de weg had gehangen met als tekst: STEM CPN TEGEN KNOKPLOEGENTERREUR?

de laatste weken

De zaken raakten nu in een stroomversnelling. Op een oktober zou het voorlopig koopkontrakt aflopen, daarna moest de gemeente aan Luske schadevergoedingen gaan betalen vanwege het niet nakomen van de kontraktuele verplichtingen (n.l. aankoop). Onze inschatting was dan ook dat de ontruiming tussen tussen 22 september en 1 oktober zou plaats vinden. Allerlei dingen wezen ook in die richting: tips, ME oefeningen in het opruimen van barrikades, herstel van de bulldozers van Stadsreiniging, enz.

Het aktiecentrum draaide dag en nacht, in de Luik werd konstant gepost en skanners waren in de lucht. Op de stedelijke vergadering van 27 september was afgesproken dat, nu praten toch nauwelijks meer zin had, de prikakties in aantal en hevigheid moesten toenemen.

staalplaten en bomalarm

Op het pleintje in de Van der Veldenstraat -- hoek Jan Luykenstraat lagen al enige tijd ongeveer vijftig staalplaten. Al enkele malen hadden groepen krakersters een aantal platen naar de Luik gedragen om de voorraad barrikademateriaal weer op peil te brengen. Nu werd besloten dit allemaal wat grootser op te zetten. In de avond van 29 september, op het moment dat de ME met grote moeite vechtende Ajax en Celtic supporters uit elkaar kon houden, brachten ongeveer honderd krakersters de nog resterende platen over naar de Luik. Doodleuk werden de platen langs in hun busjes toekijkende, MEers gedragen en in de hal gedumpt, waar ze een nutteloze hoeveelheid oud roest vormden.

Om vijf uur 's ochtends werd de Jan Luykenstraat opnieuw opgeschrikt: bomalarm. Vlakbij de ingang van het hek naar de Luik stond een koffer met antenne. Alle omwonenden werden geevakueerd, alleen de bewonersters van de Luik bleven achter. Het alarm bleek vals: de explosievendienst liet het koffertje springen, maar de 'explosieve lading' daarin, bestaande uit wat huisvuil, plofte niet mee.

De sfeer in de buurt rond de Luik was door alle toestanden tot op het nulpunt gedaald. Veel buurtbewoners riepen om een snelle ontruiming. De bom trok ook een makabere 'grappenmaker' aan die in een dreigbrief beweerde een bom in de Luik te hebben geplaatst. De brief was ondertekend met het hakenkruis.

het wijkcentrum

In de weken tussen het Raadsdebat en de ontruiming hebben een aantal groeperingen met de moed der wanhoop geprobeerd de patstelling tussen krakersters en gemeente te doorbreken.

Zo was daar het, na het Raadsdebat haastig opgerichte en door de CPN geinspireerde Kommitee 'tegen geweld in Amsterdam'. Het was niet zozeer voor de eisen van de krakersters als wel tegen het dreigende geweld bij de ontruiming. Via mobilisatie van 'verontruste burgers' probeerde het kommitee druk uit te oefenen op Polak om de dreigende ontruiming uit te stellen en opnieuw te gaan praten met de krakersters. Veel gerenommeerde figuren (de dichter Lucebert werd graag aangehaald) onderschreven de oproep. Het effekt van het kommitee was, ook door gebrek aan tijd, vrijwel nihil.

Belangrijker en konkreter was het initiatief van het wijkcentrum van de Vondelpark -- Concertgebouwbuurt. Zij stelden een openbaar debat voor tussen buurtbewoners, gemeente (Etty) en krakersters onder leiding van een neutrale instantie (het wijkcentrum zelf). Voor het wijkcentrum stond het buurtbelang, het komen tot een vreedzame oplossing, voorop. Het debat werd gepland op woensdag 13 oktober. Alle partijen stemden hier mee in. Maar op 11 oktober werd de Luik ontruimd'. Het hoefde dus niet meer. Het belang van het debat mag niet overschat worden, zoals veel krakersters later deden. Het waren geen onderhandelingen, maar het zou moeten dienen als een mogelijkheid om standpunten te verduidelijken en op die basis verder te praten. Het is echter wel tieperend voor de houding van de gemeente, zoals ze zich al die maanden lang tegenover ons hadden opgesteld.

(1) Piet Dufour: beruchte spekulant/krottenkoning. Werkte in het verleden regelmatig met knokploegen. Bij intimidatie van bewonersters in een van hem gekraakt pand in de Nwe.Uilenburgerstraat gebruikte hij chloorgas. Voelt zich goed thuis in de onderwereld en is op dit moment op de vlucht voor de belastingdienst en andere schuldeisers.

Eerste steenlegging nieuwe hoofdgebouw, 1902
Links Hoog Rechts