Sneeuwwitje en de 7 krakers
Tekst: Karel Eykman, Tekeningen: Sylvia Weve
ISBN 9061693500
september 1988
Links Hoog Rechts

Sneeuwwitje: hoofdstuk 3 - Jokken en spijbelen


'Zo kan het niet langer, dus we moeten eens praten,' zei Bert Pijl vriendelijk. Hij had haar even apart genomen, omdat hij, zoals hij zei, zich best wel zorgen maakte. 'Is er iets thuis dat het zo slecht met je werk gaat?'
'Wat heeft dat er nu mee te maken?' dacht Monika en ze vertelde maar dat volgens haar alles wel zo'n beetje op orde was sinds haar vader het huis uit was. Bert die wel half en half wist wat er met haar ouders aan de hand was, knikte nadrukkelijk.
'Maar mij houden ze er gelukkig buiten,' zei Monika vlug, 'dus ik heb nergens last van. Het zal wel zo zijn dat ik gewoon wat harder moet werken.'
Bert Pijl knikte maar wat en liet haar gaan.

Toen ze thuis kwam, zat alles weer helernaal fout. Moeder was voortdurend heen en weer aan het lopen van de kamer naar de keuken. Daar verzette ze met korte nijdige tikken wat vuile borden en kwam dan weer terug met een brandende sigaret tussen haar vingers die ze verder vergat op te roken.
'Is er wat'?' vroeg Monika nog sloorn.
'Nee er is niks. Is het nou goed? Dat je tweeen en drieen haalt, dat is tot daaraantoe...'
'Drieen en vieren,' verbeterde Monika.
'In ieder geval heb je mij er niets van verteld,' ging moeder verder. 'In ieder geval vertrouw je mij dus niet. Achterbaks kreng. Je weet toch dat je met dat soort dingen altijd, ik zeg altijd, bij mij aan kan komen. Maar nee hoor, ze moet zo nodig bij meneer Pijl haar hart uitstorten over hoe moeilijk ze het wel niet thuis heeft. Wat heb jij die man allemaal aan zijn neus gehangen? Dat gaat de school toch niets aan? Heb je nou je zin? Kan je wel, over je moeder roddelen, waar anderen bij zijn en ik niet? Ach, laat maar zitten ook. Ik begrijp het wel. Je bedoelt het natuurlijk allemaal niet zo. Je vader is al net zo.'
'Nou jaa zeg.' Monika kon haast niet uit haar woorden komen van woede. 'Vader heeft er niks mee te maken. Jij bent het toch die mij in een tehuis wil stoppen?'
Moeders sigaret viel bijna uit haar mond van schrik. 'Hoe weet je dat?' zei ze. 'Wie heeft je die onzin verteld?'
'Ik heb jullie wel gehoord,' zei Monika. 'Jullie hadden de deur open laten staan.'
Zonder een woord te zeggen liep moeder naar de keuken. Ze nam de asbak mee.
Monika hoorde vanuit de keuken een harde klap en gekletter. Toen ze ging kijken zag ze dat moeder de scherven van de asbak had opgeraapt en nu energiek bezig was om ze af te wassen. Ze zette ze, keurig schoon, in het afdruiprek. Monika kwam naast haar staan en ging automatisch die scherven stuk voor stuk voorzichtig afdrogen.
Pas na een tijdje kregen ze allebei door met wat voor onzin ze bezig waren.
'Je moet goed begrijpen, ' begon moeder toen, 'het is heus niet dat ik je weg wil hebben. Helemaal niet. Dat hele idee van dat kostschoolachtige instituut heb ik allang weer laten varen. Het komt allemaal doordat ik het gevoel heb dat ik het niet aankan, dat ik je niet goed kan opvangen met je moeilijkheden op school en ook thuis. Ik denk soms wel eens dat ik je teveel in de weg zit en dat het misschien voor jou beter is als je uit huis zou gaan. Dat is jouw schuld niet, eerder de mijne. Soms heb ik nu eenmaal een bui dat ik zo denk. Maar een dag later vind ik het juist weer vreselijk gezellig dat je er bent. Dus neem me alsjeblieft niet kwalijk dat ik zo nu en dan in een rotstemming ben.' Ze sloeg een arm om Monika heen. 'Arme Moontje, jij krijgt het allemaal maar over je heen. Ik zal mijn best doen om minder ruzie met je te maken, goed?' Ze zoende Monika en gaf haar een goedmakende aai over haar rug. Monika gaf haar net zo'n aai terug. Ze wilde niet kwaad blijven, ze was allang blij dat het weer goed was tussen haar en moeder.
'Da's waar ook, ' zei moeder opeens. 'Ik ben het eten helemaal vergeten. Ik ben doodop. Ik ga even liggen. Kun jij misschien even iets klaarmaken? De portemonnee ligt op de ijskast.'

'Ik geloof dat ik voor dat meisje was,' zei een keurige, vriendelijke mevrouw bij de kassa van de supermarkt. 'Ach mens, rot op,' mompelde Monika en liet die mevrouw toch maar voorgaan. Spaghetti had ze gekocht met gehakt, uien, tomaten en de hele zooi. Ze wist dat moeder het lekker vond. Daar was ze goed in, spaghetti met macaronisaus of macaroni met spaghettisaus, dat maakte verder niet uit.
Thuis stond ze het eten klaar te maken met tranen in haar ogen, maar dat kon ook van de uien zijn. Ze veegde haar gezicht af met de vaatdoek die naar slappe thee rook. Ze wilde haar moeder niet laten zien dat ze de pest in had. Toch moet ik hier weg, dacht ze. Ze schrok, want ze merkte dat ze het echt meende dit keer en misschien ook al een paar keer eerder.
'God kind, zalig,' zei moeder onder het eten, 'als ik jou toch niet had.' Ze legde haar hand op Monika's arm. 'Sorry nog eens van daarnet. Jij kan het ook niet helpen dat ik zo ben en dat jij zo bent.'
'Geeft allemaal niks,' zei Monika nog. Maar ze voelde dat ze alweer hetzelfde dacht.

De volgende morgen stapte ze meteen op Bert Pijl af. Ze wilde weten wat hij allemaal tegen moeder losgelaten had. Maar hij was zich van geen kwaad bewust.
'Gewoon,' zei hij. 'Ik moest haar toch even hebben voor een paar dingen van de ouderavond volgende week, omdat ze als bestuurslid stoelen klaar komt zetten. Ze vroeg toen meteen hoe het met jou in de klas ging en ik zei dat ze zich niet direkt echt zorgen hoefde te maken over die paar dikke onvoldoendes, maar dat je toch wel moest uitkijken. Ze scheen daar niets van te weten, maar ze vertelde wel van alles over de moeilijkheden met je vader en dat jij daar op jouw manier op reageerde. Ze vond het ook geweldig van jou, heb ik begrepen, dat jij zoveel voor haar opving en dat ze daar veel steun aan had al waren er natuurlijk wel eens strubbelingen.
Nou zeg, je hoeft niet zo nijdig te kijken. Ze heeft niks rottigs over je gezegd, hoor. Integendeel. Ze leek me altijd al aardig, je moeder, volgens mij is het een lief en prima mens.'
Monika zuchtte. Natuurlijk, natuurlijk. Moeder was op zichzelf wel okee. Maar na alle verwijten gisteren wist ze niet meer wat ze ervan moest denken. Wie van hun tweeen had er nu tegen Bert Pijl over thuis zitten roddelen, dacht ze, zij of ik.
'Ik weet het ook wel, ik heb heus een fijne moeder,' zei Monika en ze meende het. Dat was ook zo, zeker als je het vergeleek met bijvoorbeeld Marjan's moeder. Dat was zonder meer een levensgrote trut en dat was haar moeder zeker niet. Was ze het maar, dan kon ze zich er tenminste tegen afzetten. Dat was het hem juist. Zij had altijd veel met haar moeder samen gehad en dan is het extra moeilijk om ruzie te hebben. Ze had de laatste tijd toch al het gevoel dat zij het zelf was die moeilijke toestanden maakte. Ze wist heus wel dat ze eindeloos kon klieren. Ze had beslist aanleg voor alle mogelijke krengiteiten, daar hielp geen moedertje-lief aan. Ach, het zou ook wel allemaal aan haar liggen.
'Dat is de leeftijd, al heb je er de leeftijd nog niet voor,' zou vader zeggen. Maar daarmee was het probleem niet op gelost.

Zaterdagmiddag ging Monika de deur uit. 'Even naar Marjan,' had ze gezegd. Maar ze ging helemaal niet naar Marjan. Ze ging maar wat drentelen langs de Oude Gracht. Bij De Slegte in boeken bladeren die de mensen alleen maar interesseerden omdat ze zo duur geweest waren. Beierse bloemmotieven uit de achttiende eeuw bijvoorbeeld, of Het volkomen deurknoppenboek uit de Kluwer-interieur-serie van f 136,50 voor f 47,90.
Bij bioscoop Camera ging ze naar binnen omdat Meryl Streep er speelde in een oude film, Heartburn. Er zaten zes mensen in de zaal en afgezien van Meryl vond ze het een lullige film. Amerikanen kunnen zo vermoeiend humoristisch doen over echtscheiding dat je er niet goed van wordt, al die geestige opmerkingen achter elkaar. Ze knipperde met haar ogen toen ze weer buiten in het zonlicht stond. Zo'n middagvoorstelling gaf toch een soort spijbelgevoel, al had ze dan gewoon vrij.
'Was het leuk bij Marjan'?' vroeg moeder, 'ze belde nog waar je bleef, ik zei dat je er zo wel aan zou komen.' 'Ja dat vertelde ze,' loog Monika. Ze wachtte even af, of ze nog meer smoezen moest verzinnen, maar moeder had geen enkele argwaan.
'Ik zie dat er zo'n leuke film is in Camera,' zei ze, 'met Meryl Streep. Heb je sorns zin om mee te gaan? Zullen we samen gaan?'
Monika had het hart niet om te weigeren en zo zat ze diezelfde avond naar diezelfde stomme film te kijken. Haar moeder amuseerde zich kostelijk en moest vooral lachen om Jack Nicholson, die zo vreselijk in de zeik werd genomen.
Waarom heb ik mijn mond gehouden, dacht Monika al die tijd. Als ik 's middags naar de film wil gaan, mag dat toch? Daar hoef ik toch niet geheimzinnig over te doen? Nu zit ik hier de hele avond op de een of andere manier te liegen. Ik heb bij mijn weten nog nooit echt gelogen tegen mijn moeder. Waarom dan nu wel? Omdat ik nu eenmaal zo nu en dan op mezelf wil zijn, ja. Mag ik?

'Je bent gek als je 't doet,' zei Marjan verontwaardigd. 'Je bent echt gek. Het huis uitgaan, op kamers gaan wonen, dat wil iedereen wel. Moeilijkheden thuis, daar ben je niet de enige in. Wat dat betreft zit ik veel rottiger dan jij. Je weet hoe ontzettend vreselijk "gezellig" het bij ons is. Bij jou zijn ze tenminste nog gescheiden.'
'Dat heeft er niets mee te maken,' zei Monika.
'0 nee? Als dat de reden niet is, wat dan wel? Je hebt het toch redelijk goed thuis'? Nou dan! Over zo'n anderhalf jaar heb je je eindexamen. Kan je die tijd niet even uitzingen'? Hoe denk je dat te doen trouwens? Voor je achttiende krijg je geen uitkering, geen beurs, niks. Hoe wil je aan een kamer komen? Ga je een sloopauto op het Paardeveld kraken, soms?'
Ze heeft gelijk, dacht Monika. Ze heeft groot gelijk. Maar juist daarom heb ik nu niks aan haar, al is zij mijn beste vriendin en al is ze nog zo'n fidele meid. Het is allemaal waar wat ze zegt. Maar toch moet ik er in mijn eentje uit zien te komen.

Links Hoog Rechts