Sneeuwwitje: hoofdstuk 3 - Jokken en spijbelen
'Zo kan het niet langer, dus we moeten eens praten,' zei
Bert Pijl vriendelijk. Hij had haar even apart genomen,
omdat hij, zoals hij zei, zich best wel zorgen maakte. 'Is
er iets thuis dat het zo slecht met je werk gaat?'
'Wat heeft dat er nu mee te maken?' dacht Monika en ze
vertelde maar dat volgens haar alles wel zo'n beetje op
orde was sinds haar vader het huis uit was. Bert die wel
half en half wist wat er met haar ouders aan de hand was,
knikte nadrukkelijk.
'Maar mij houden ze er gelukkig buiten,' zei Monika
vlug, 'dus ik heb nergens last van. Het zal wel zo zijn dat
ik gewoon wat harder moet werken.'
Bert Pijl knikte maar wat en liet haar gaan.
Toen ze thuis kwam, zat alles weer helernaal fout. Moeder
was voortdurend heen en weer aan het lopen van de
kamer naar de keuken. Daar verzette ze met korte nijdige
tikken wat vuile borden en kwam dan weer terug met een
brandende sigaret tussen haar vingers die ze verder
vergat op te roken.
'Is er wat'?' vroeg Monika nog sloorn.
'Nee er is niks. Is het nou goed? Dat je tweeen en drieen
haalt, dat is tot daaraantoe...'
'Drieen en vieren,' verbeterde Monika.
'In ieder geval heb je mij er niets van verteld,' ging
moeder verder. 'In ieder geval vertrouw je mij dus niet.
Achterbaks kreng. Je weet toch dat je met dat soort dingen
altijd, ik zeg altijd, bij mij aan kan komen. Maar nee
hoor, ze moet zo nodig bij meneer Pijl haar hart uitstorten
over hoe moeilijk ze het wel niet thuis heeft. Wat heb jij
die man allemaal aan zijn neus gehangen? Dat gaat de
school toch niets aan? Heb je nou je zin? Kan je wel, over
je moeder roddelen, waar anderen bij zijn en ik niet? Ach,
laat maar zitten ook. Ik begrijp het wel. Je bedoelt het
natuurlijk allemaal niet zo. Je vader is al net zo.'
'Nou jaa zeg.' Monika kon haast niet uit haar woorden
komen van woede. 'Vader heeft er niks mee te maken. Jij
bent het toch die mij in een tehuis wil stoppen?'
Moeders sigaret viel bijna uit haar mond van schrik. 'Hoe
weet je dat?' zei ze. 'Wie heeft je die onzin verteld?'
'Ik heb jullie wel gehoord,' zei Monika. 'Jullie hadden de
deur open laten staan.'
Zonder een woord te zeggen liep moeder naar de keuken.
Ze nam de asbak mee.
Monika hoorde vanuit de keuken een harde klap en
gekletter. Toen ze ging kijken zag ze dat moeder de scherven
van de asbak had opgeraapt en nu energiek bezig was
om ze af te wassen. Ze zette ze, keurig schoon, in het
afdruiprek. Monika kwam naast haar staan en ging automatisch
die scherven stuk voor stuk voorzichtig afdrogen.
Pas na een tijdje kregen ze allebei door met wat voor
onzin ze bezig waren.
'Je moet goed begrijpen, ' begon moeder toen, 'het is heus
niet dat ik je weg wil hebben. Helemaal niet. Dat hele idee
van dat kostschoolachtige instituut heb ik allang weer
laten varen. Het komt allemaal doordat ik het gevoel heb
dat ik het niet aankan, dat ik je niet goed kan opvangen
met je moeilijkheden op school en ook thuis. Ik denk soms
wel eens dat ik je teveel in de weg zit en dat het misschien
voor jou beter is als je uit huis zou gaan. Dat is jouw
schuld niet, eerder de mijne. Soms heb ik nu eenmaal een
bui dat ik zo denk. Maar een dag later vind ik het juist
weer vreselijk gezellig dat je er bent. Dus neem me
alsjeblieft niet kwalijk dat ik zo nu en dan in een rotstemming
ben.' Ze sloeg een arm om Monika heen. 'Arme Moontje,
jij krijgt het allemaal maar over je heen. Ik zal mijn
best doen om minder ruzie met je te maken, goed?' Ze
zoende Monika en gaf haar een goedmakende aai over
haar rug. Monika gaf haar net zo'n aai terug. Ze wilde
niet kwaad blijven, ze was allang blij dat het weer goed
was tussen haar en moeder.
'Da's waar ook, ' zei moeder opeens. 'Ik ben het eten helemaal
vergeten. Ik ben doodop. Ik ga even liggen. Kun jij
misschien even iets klaarmaken? De portemonnee ligt op
de ijskast.'
'Ik geloof dat ik voor dat meisje was,' zei een keurige,
vriendelijke mevrouw bij de kassa van de supermarkt.
'Ach mens, rot op,' mompelde Monika en liet die mevrouw
toch maar voorgaan. Spaghetti had ze gekocht met
gehakt, uien, tomaten en de hele zooi. Ze wist dat moeder
het lekker vond. Daar was ze goed in, spaghetti met
macaronisaus of macaroni met spaghettisaus, dat maakte
verder niet uit.
Thuis stond ze het eten klaar te maken met tranen in haar
ogen, maar dat kon ook van de uien zijn. Ze veegde haar
gezicht af met de vaatdoek die naar slappe thee rook. Ze
wilde haar moeder niet laten zien dat ze de pest in had.
Toch moet ik hier weg, dacht ze. Ze schrok, want ze
merkte dat ze het echt meende dit keer en misschien ook
al een paar keer eerder.
'God kind, zalig,' zei moeder onder het eten, 'als ik jou
toch niet had.' Ze legde haar hand op Monika's arm.
'Sorry nog eens van daarnet. Jij kan het ook niet helpen
dat ik zo ben en dat jij zo bent.'
'Geeft allemaal niks,' zei Monika nog. Maar ze voelde
dat ze alweer hetzelfde dacht.
De volgende morgen stapte ze meteen op Bert Pijl af. Ze
wilde weten wat hij allemaal tegen moeder losgelaten had.
Maar hij was zich van geen kwaad bewust.
'Gewoon,' zei hij. 'Ik moest haar toch even hebben voor
een paar dingen van de ouderavond volgende week, omdat
ze als bestuurslid stoelen klaar komt zetten. Ze vroeg
toen meteen hoe het met jou in de klas ging en ik zei dat
ze zich niet direkt echt zorgen hoefde te maken over die
paar dikke onvoldoendes, maar dat je toch wel moest
uitkijken. Ze scheen daar niets van te weten, maar ze
vertelde wel van alles over de moeilijkheden met je vader en dat
jij daar op jouw manier op reageerde. Ze vond het ook
geweldig van jou, heb ik begrepen, dat jij zoveel voor
haar opving en dat ze daar veel steun aan had al waren
er natuurlijk wel eens strubbelingen.
Nou zeg, je hoeft niet zo nijdig te kijken. Ze heeft niks
rottigs over je gezegd, hoor. Integendeel. Ze leek me altijd
al aardig, je moeder, volgens mij is het een lief en prima
mens.'
Monika zuchtte. Natuurlijk, natuurlijk. Moeder was op
zichzelf wel okee. Maar na alle verwijten gisteren wist ze
niet meer wat ze ervan moest denken. Wie van hun
tweeen had er nu tegen Bert Pijl over thuis zitten roddelen,
dacht ze, zij of ik.
'Ik weet het ook wel, ik heb heus een fijne moeder,' zei
Monika en ze meende het. Dat was ook zo, zeker als je
het vergeleek met bijvoorbeeld Marjan's moeder. Dat
was zonder meer een levensgrote trut en dat was haar
moeder zeker niet. Was ze het maar, dan kon ze zich er
tenminste tegen afzetten. Dat was het hem juist. Zij had
altijd veel met haar moeder samen gehad en dan is het
extra moeilijk om ruzie te hebben. Ze had de laatste tijd toch
al het gevoel dat zij het zelf was die moeilijke toestanden
maakte. Ze wist heus wel dat ze eindeloos kon klieren. Ze
had beslist aanleg voor alle mogelijke krengiteiten, daar
hielp geen moedertje-lief aan. Ach, het zou ook wel allemaal
aan haar liggen.
'Dat is de leeftijd, al heb je er de leeftijd nog niet voor,'
zou vader zeggen. Maar daarmee was het probleem niet
op gelost.
Zaterdagmiddag ging Monika de deur uit. 'Even naar
Marjan,' had ze gezegd. Maar ze ging helemaal niet naar
Marjan. Ze ging maar wat drentelen langs de Oude
Gracht. Bij De Slegte in boeken bladeren die de mensen
alleen maar interesseerden omdat ze zo duur geweest waren.
Beierse bloemmotieven uit de achttiende eeuw bijvoorbeeld,
of Het volkomen deurknoppenboek uit de Kluwer-interieur-serie
van f 136,50 voor f 47,90.
Bij bioscoop Camera ging ze naar binnen omdat Meryl
Streep er speelde in een oude film, Heartburn. Er zaten zes
mensen in de zaal en afgezien van Meryl vond ze het een
lullige film. Amerikanen kunnen zo vermoeiend humoristisch
doen over echtscheiding dat je er niet goed van
wordt, al die geestige opmerkingen achter elkaar.
Ze knipperde met haar ogen toen ze weer buiten in het
zonlicht stond. Zo'n middagvoorstelling gaf toch een
soort spijbelgevoel, al had ze dan gewoon vrij.
'Was het leuk bij Marjan'?' vroeg moeder, 'ze belde nog
waar je bleef, ik zei dat je er zo wel aan zou komen.'
'Ja dat vertelde ze,' loog Monika. Ze wachtte even af, of
ze nog meer smoezen moest verzinnen, maar moeder had
geen enkele argwaan.
'Ik zie dat er zo'n leuke film is in Camera,' zei ze, 'met
Meryl Streep. Heb je sorns zin om mee te gaan? Zullen
we samen gaan?'
Monika had het hart niet om te weigeren en zo zat ze
diezelfde avond naar diezelfde stomme film te kijken. Haar
moeder amuseerde zich kostelijk en moest vooral lachen
om Jack Nicholson, die zo vreselijk in de zeik werd
genomen.
Waarom heb ik mijn mond gehouden, dacht Monika al
die tijd. Als ik 's middags naar de film wil gaan, mag dat
toch? Daar hoef ik toch niet geheimzinnig over te doen?
Nu zit ik hier de hele avond op de een of andere manier
te liegen. Ik heb bij mijn weten nog nooit echt gelogen
tegen mijn moeder. Waarom dan nu wel? Omdat ik nu
eenmaal zo nu en dan op mezelf wil zijn, ja. Mag ik?
'Je bent gek als je 't doet,' zei Marjan verontwaardigd.
'Je bent echt gek. Het huis uitgaan, op kamers gaan
wonen, dat wil iedereen wel. Moeilijkheden thuis, daar ben
je niet de enige in. Wat dat betreft zit ik veel rottiger dan
jij. Je weet hoe ontzettend vreselijk "gezellig" het bij ons
is. Bij jou zijn ze tenminste nog gescheiden.'
'Dat heeft er niets mee te maken,' zei Monika.
'0 nee? Als dat de reden niet is, wat dan wel? Je hebt het
toch redelijk goed thuis'? Nou dan! Over zo'n anderhalf
jaar heb je je eindexamen. Kan je die tijd niet even uitzingen'?
Hoe denk je dat te doen trouwens? Voor je achttiende
krijg je geen uitkering, geen beurs, niks. Hoe wil je aan
een kamer komen? Ga je een sloopauto op het Paardeveld
kraken, soms?'
Ze heeft gelijk, dacht Monika. Ze heeft groot gelijk. Maar
juist daarom heb ik nu niks aan haar, al is zij mijn beste
vriendin en al is ze nog zo'n fidele meid. Het is allemaal
waar wat ze zegt. Maar toch moet ik er in mijn eentje uit
zien te komen.