Sneeuwwitje: hoofdstuk 7 - Fiets
Monika keek wel vier, vijf keer om zich heen, maar dat
hielp niet. Haar fiets was weg! Ze hield met wijdopen
ogen een vuist voor haar mond. 0 nee, he. Dit was niet
waar, he. Verdomme, verdomme, verdomme.
Tranen in haar ogen, ze voelde zich steeds woedender
worden. Ze stond daar te stampvoeten in haar eentje.
'Jouw fiets is zeker gestolen.' Een jongen met een leren
jackje en een scheve grijns stond haar uit te lachen.
'Kijk voor je, als je het zo leuk vindt,' beet Monika hem
toe. Hij lachte zo mogelijk nog breder.
'Kan de beste overkomen, schat. Sta daar nou niet met
je gezicht op vijf voor half zeven. Nou niet grienen. Jij
krijgt een kop koffie van mij in het Hooischip, daar aan
de overkant. Regel ik intussen een mooi nieuw fietsje.
Nee, ik mats je wel. Kijk nou niet zo ongerust.'
Hij troonde haar mee naar het cafe. 'Zo Ronnie, ben je
er weer?' zei het meisje achter de bar. 'Er staat nog wat
van je, van vorige week.'
Ze schonk hem een pilsje in, nog voordat hij erom
gevraagd had.
'Staat er nog wat, Inge? Shitverdegodver, ik dacht anders
dat ik alles opgedronken had,' zei Ronnie. Monika moest
erom lachen, maar het meisje Inge vond het kennelijk een
afgezaagde opmerking.
'Drieentwintigvijftig,' zei ze alleen.
'Okee, geef jij dit meissie een kop koffie, ga ik intussen
een mooi fietsje organiseren. Hoe heet je eigenlijk.
Monika? Mooi. Monika, heb jij even wat geld voor me, voor
die fiets? Laat eens kijken in je portemonnee. Geef die
tientjes maar, dat is in ieder geval genoeg.' En weg was
hij.
Monika keek eens om zich heen. Buiten lag de Amstel te
glinsteren en binnen zaten wat mannen te klaverjassen.
Met venijnige tikjes smeten ze hun kaarten op tafel, maar
verder hielden ze hun mond. Een van de vier was dezelfde
Ome Jan die ze in dat andere cafe had gezien. Naast haar
zat een dik meisje ongegeneerd een stickie in elkaar te
zetten en Inge had een bandje opgezet met het soort
jazzmuziek waar haar vader zo van hield, Miles Davis of
zoiets.
Er was een lekker melig, sloom sfeertje. Maar Monika zat
toch een beetje gespannen achter haar lauwe koffie. Waar
bleef die knul nou?
'Hij komt zo wel terug hoor,' zei Inge. 'Het is een rat,
die Ronnie, maar afgezien daarvan is het een goeie jongen.'
Inderdaad kwam Ronnie even later met fiets en al het cafe
binnenrijden. Hij tringelde even met de bel en zei
triomfantelijk:
'Geritseld! Die bel doet het beter dan de rem, maar waarom
zou je ook willen stilstaan in een stad als Amsterdam.
Verder is het een originele gezellige Gazelle. Meid, wat
vind je ervan? Vooruit, kijk niet zo sip.'
'Oh... eh sorry,' zei Monika. 'Ik dacht namelijk even
aan mijn eigen ouwe fiets. Die had ik al zo lang, die heeft
zoveel met me meegemaakt, die is nou alleen. Ik blijf het
een rotstreek vinden om juist die van mij te jatten. Maar
evengoed bedankt. Hoe duur was hij?'
'Voor veertig gulden mag je hem hebben,' zei Ronnie
vlug. 'Hier, je krijgt zelfs nog wat terug.'
'Nou moet je 't niet te gek maken,' zei Inge opeens fel.
'Volgens mij heb jij hem voor nog geen dertig van de een
of andere junk gekocht, als je hem al niet gejat hebt. Mij
neem je niet in de maling, maar dat meisje wel!'
Ronnie grijnsde weer breeduit. 'Fietsen jatten doe ik
niet,' zei hij, 'dat is me veel te gemakkelijk.' Hij graaide
uit zijn borstzak nog een tientje, vouwde er een
vliegtuigje van en gooide het naar Monika. Maar het vloog de bar
over en landde in de spoelbak. Zo kon Monika een nat
briefje in haar portemonnee stoppen.
'Ik kon het toch allicht proberen,' zei Ronnie. 'Gewoon
even een geintje. Hou jij dat geld maar, schat. Is dat alles,
wat je nog over hebt? Wees er zuinig mee hoor, 't is zo
op hier. Wat moest je eigenlijk bij dat JAC? Zoek je een
kamer of zo? Dan ben je bij mij aan het goeie adres.'
'Ronnie, toe nou,' begon Inge weer.
'Nee, het is meer dat ik werk zoek,' zei Monika maar
vlug. Voor zulke aardige, opdringerige jongens moest
je uitkijken, wist ze. Zoveel had ze nog wel van haar
moeder geleerd. Maar Ronnie was niet voor een gat te
vangen.
'Werk? Regel ik voor je. Uitzendbureau Ronnie in actie.
Nee, serieus. Ik ben vakkenvuller van mijn vak, bij de
Witte Kruidenier. Dat is bij mij in de buurt in Oud Zuid.
Eerst was ik krantenjongen, maar ik heb carriere
gemaakt. Van krantenjongen tot vakkenvuller, jaja. Nou
wil het geval dat ik vanmiddag een akkevietje heb als
hulp-ober. Een trouwreceptie in cafe Bos bij mij op de
hoek. Als jij nou voor me invalt, kan je zo veertig gulden
zwart vangen. Geloof je me niet'? Ga maar mee. Je kan
het ook bij een echt uitzendbureau proberen, maar die
gaan moeilijk doen over je leeftijd en dan moet je je
legitimeren in verband met politiecontrole, begrijp je.'
Die Inge heeft gelijk, dacht Monika. Aan de ene kant is
hij een irritant bijdehand kereltje voor wie je uitkijken
moet, aan de andere kant is het geen slecht joch, dat je
belazert. Dat kan je aan hem zien. Ze besloot zich dit keer
maar te laten overdonderen.
' 's Goed,' zei ze doodleuk. 'Zullen we dan maar gaan?'
'Dan staat er nu dus zevenentwintigtien,' zei Inge.
'Het is maar dat je het weet.'
Het was niet omdat Ronnie harder kon fietsen, dat Monika
hem maar moeilijk bij kon houden. Het was meer dat
hij zo aalglad tussen alle auto's door glipte. Alle
stoplichten nam hij op het randje van rood en oranje. Monika was
ook eerst nog wat onwennig op haar nieuwe fiets, maar
nadat ze een paar keer tussen twee bumpers door moest
laveren, omdat haar remmen het niet zo goed deden, had
ze al gauw de Amsterdamse rijstijl te pakken.
Het gekke was dat ze het ene moment absoluut niet wist
waar ze was en het andere moment opeens iets herkende
dat ze zich herinnerde van een tienertoertrip vorige
zomer met Marjan, zoals het Rembrandtsplein, of van een
schoolreisje vijf jaar geleden, zoals het Rijksmuseum.
Aan het eind van een bijzonder lange saaie rechte straat
stopte Ronnie. 'Hier is het,' zei hij. Op de hoek stond een
groot garage-achtig gebouw. Het paste helemaal niet tussen
al die keurig hoge herenhuizen. Van de drie brede
garagedeuren waren er twee dichtgetimmerd. Boven de
derde hing een groot wit bord met UW WITTE KRUIDENIER
in gifgroene letters met oranje randjes. Daaronder
stond nog: De prijzenknaller beukt weer toe! Alleen in deze wijk!
Nu! Vraag naar uw kanspakker van de week!
'Wereldzaak, he,' zei Ronnie. 'Begin deze eeuw was dit
een koetshuis voor de rijkelui in deze deftige straat.
Vandaar die hoge poorten. Nu komen hier alleen nog gescheiden
moeders koopjes halen.'
'Waar slaat dan nou weer op?' zei Monika bits.
'Sorry hoor. Ik heb niets gezegd. Kom maar mee, zal ik
je voorstellen aan Verhoeven, de bedrijfsleider. Aan de
ene kant een zeikerd van een man, aan de andere kant
ook.'
Ronnie had geen woord te veel gezegd.
'Dat kan je nou wel zeggen, maar ik zit er maar mee,' zei
Verhoeven, 'met zo'n stom kind dat geeneens weet waar
de pindakaas hoort en de gezondheidsmix moet.' Hij zei
het allemaal gewoon waar Monika bij stond en doordat
hij half en half door zijn neus praatte klonk het nog
zeurderiger dan het al was. Ronnie speelde het spelletje mee.
'Dan werk ik dat stomme meisje hier toch even in'?' zei
hij, ook door zijn neus pratend. Verhoeven had het niet
eens door.
'Goed dan,' zei die. 'Als je maar weet dat ik het van jouw
loon afhoud.'
Ronnie troonde Monika gauw mee en legde alles even
uit. Hoe je de jampotten die achterin op de plank stonden
naar voren moest schuiven, zodat het als een keurig
jamrijtje toonde. Daar was Verhoeven precies in. Hoe je op
de appelmoespotten met de prijzentang nieuwe prijsjes
over de oude moest doen, want de aanbieding van vorige
week gold niet meer. Ook daar was Verhoeven precies in.
Waar de wokkels lagen en waar de chocoladehagelslag,
even voorbij de paprikachips linksaf. 'En als je iemand
ziet jatten, zie je hem niet jatten,' legde Ronnie uit.
'Eigenlijk moet je dan namelijk Verhoeven waarschuwen
en die gaat dan op zo'n klant af van: mogen wij even zien
wat wij in ons tasje hebben. Ja, je bent toch ingehuurd
als vakkenvuller en niet als opsporingsapparaat? Nou, je
vindt het verder wel? Als je ergens niet bij kan, vraag je
het maar aan Lange Jaap daar, hij is onze hogere vakman.
Het is een oenig balletje, Jaap, maar zijn verloofde
schijnt nog oeniger te zijn, dus het kan erger.'
Weg was Ronnie. Monika kreeg zijn witte jasje. De Witte
Kruidenier tot uw dienst, stond erop. Het zat haar veel te
wijd. Verder moest ze het na deze stoomcursus maar
alleen zien te klaren.