Sneeuwwitje en de 7 krakers
Tekst: Karel Eykman, Tekeningen: Sylvia Weve
ISBN 9061693500
september 1988
Links Hoog Rechts

Sneeuwwitje: hoofdstuk 15 - Driftkikker Ronnie


Het kwam ongeveer hier op neer: ze waren inderdaad met hun messen op zak naar de platenzaak aan de overkant gegaan om hun grote aktie te starten. In alle platen van Beethoven een kras, als protest tegen de ontruiming van de Lullige Ludwig in de Beethovenstraat, daar zouden de kranten van opkijken.
SPEKULANTEN OPGEKRAST zou Joop op de etalageruit schilderen. Hij was daar nog maar net mee begonnen, toen Liesje en Koos er binnen achterkwamen dat in de rekken alleen maar lege hoezen stonden. Voor alle zekerheid, tegen diefstal. Dat was waar ook, daar hadden ze niet op gerekend. En de cd's natuurlijk hetzelfde. Ze gingen toen maar, bij gebrek aan beter, die hoezen verscheuren. De jongen van de winkel stond dat doodleuk aan te zien. Hij greep niet in. Hij belde alleen wel de politie.
Toen die agenten verschenen hadden ze nog maar vijftig hoezen verscheurd, want die dingen zijn behoorlijk taai. Nog voor ze fanatiek hadden kunnen knokken, had de politie ze al alle drie het busje ingewerkt, de lafbekken. Een van de agenten was erbij komen zitten om uitgebreid met ze te lullen. Niks geen hard verhoor, alleen maar softe babbels over jongeren, protest en maatschappij had die man.
Hij liet ze ten slotte gewoon gaan. Zomaar, nog te beroerd om procesverbaal op te maken. Even later kwamen ze erachter waarom dat was geweest. De andere agenten hadden intussen van de gelegenheid gebruik gemaakt om de deur van de Lullige Ludwig te forceren en alle spullen op straat te zetten. Joops scanner, twee matrassen en het flesje met de plastic tulp er keurig naast. Daarna hadden ze het pand met gloednieuwe sloten en stalen balken afdoende vergrendeld. Ze konden er niet meer in, ze stonden op straat zonder met tamtam ontruimd te zijn. Ze hadden niet eens de kans gehad om andere groepen in de stad op te trommelen. Ze hadden hun Lullige Ludwig nooit alleen achter moeten laten. Weg Ludwig, allemaal door eigen schuld.
Toen dit verhaal eindelijk in stukjes en beetjes verteld was, kon Ronnie het niet laten om ze vierkant uit te lachen. Ook Monika moest er om grinniken. Hun verhaal klonk ook zo stom, te gek voor woorden.
Liesje schoot meteen weer fel uit haar slof. 'Wacht maar,' riep ze, 'tot de tanks hier voorbijrijden om de Gloria plat te walsen. Dan piep je toevallig wel anders, klootzak. En jij ook, trutje karnemelk!'
Bijna was ze Ronnie nog aangevlogen, maar Sjaak had zijn arm om haar schouders gelegd en kalmeerde haar zo vaderlijk als hij maar kon.
Joop kon het allemaal niet zo veel schelen. Samen met Koos sjouwde hij de matrassen, de overige spulletjes en de scanner naar binnen. Koos zette heel oenig het flesje met de plastic tulp op de koffiebar, terwijl Joop weer in een hoekje aan zijn scanner ging zitten peuteren.
'Heb jij niet een radiootje of een walkman of zo'?' vroeg hij aan Monika. 'Jij lijkt me typisch iemand om een walkman te hebben. Dan kijk ik of ik daarmee dit ding weer aan de praat kan krijgen.'
'Wacht eens even, wacht eens even,' begon Ronnie nu, 'betekent dit dat jullie hier blijven wonen?'
'Ja, wat dacht je anders?' zei Koos. 'Moeten we ons gaan melden bij het onbehuisdeninstituut, het meidenwegloophuis, het JAC of Santpoort soms?'
Bliksemsnel pakte Ronnie het flesje met de plastic tulp en smeet dat Koos naar zijn hoofd.
'Rustig aan een beetje, zo kan ik niet werken,' zei Joop.
De anderen keken Ronnie verbijsterd aan. Monika was ook geschrokken, ze had helemaal niet achter hem gezocht dat hij zo'n driftkikker kon zijn.
'Sorry hoor,' zei Ronnie, 'moet hij maar niet van die stomme opmerkingen maken.'
'Moet je horen wie het zegt, ' zei Liesje. 'Dat jij ons liever niet in de Gloria wil hebben, dat vind ik toevallig stom. Solidair noemen ze dat. Jawel. Hallo. Dikke lul.'
'Er is hier toch ruimte zat, jongen,' zei Sjaak. 'Zij horen toch bij ons. Dat kan je toch niet maken, ze dakloos de kou insturen? Waar of niet jongens?'
'Zo is 't maar net,' snauwde Liesje.
'Daar gaat het shitverdegodver niet om!' riep Ronnie. 'Het gaat erom dat ik hier liever geen smerissen over de vloer heb. Geeft alleen maar gesodemieter. Hoeft voor mij niet, kan ik er even niet bij hebben. Naja. In ieder geval... Laat maar zitten. Kom mee Monika. We moeten naar onze Witte Kruidenier. Koopavond. Wij hebben tenminste nog werk.'

'Waar slaat dat nou weer op! ' Liesje was bijna weer opnieuw begonnen, maar Sjaak kalmeerde haar met een blikje cola.
Ronnie had gelijk, ze moesten naar hun werk. Monika ging even haar walkman halen om die aan Joop te geven. Terwijl ze die uit haar tas opdiepte, keek ze even naar de verfomfaaide dekens die daar in gekke kronkels op hun bed lagen. Daar was het dus allemaal gebeurd. Gek idee eigenlijk.
'Loop je nog een eindje mee of zie ik je nog?' vroeg Monika aan Sjaak.
Sjaak liep maar tot de deur met haar mee.
'Ik kan beter even hier blijven, lieverd,' zei hij zacht. 'Die Liesje is volgens mij helemaal overstuur. Ik moet dat even opvangen anders gebeuren er ongelukken. Ik moet daar even bijblijven. Dat begrijp je wel, he? Maar als je nu na sluitingstijd meteen naar cafe Bos komt, dan spreken we daar af, goed?'
'Monika! Opschieten, moeven.' Buiten stond Ronnie ongeduldig te wachten. Monika gaf haar Sjaak nog een stevige zoen en holde toen haastig achter Ronnie aan. 'Wat had je toch, daarnet?' vroeg Monika. 'Ben je altijd zo vlug aangebrand?'

'Ach, dat begrijp jij niet,' zei Ronnie. 'Je lijkt wel een groepsleider als je zo praat. Die gingen ook altijd zo zeiken als ik me kwaad maakte. Als ze op die toer gingen, maakten ze het alleen maar erger, begrijp je?'
Monika begreep er niet veel van.
'In ieder geval,' legde Ronnie uit, 'moeten ze niet over tehuizen beginnen. Daar houdt deze jongen helemaal niet van.'

Monika zei maar niets meer. Ze liepen zwijgend verder. Na een tijdje begon Ronnie toch weer. 'Als je maar weet dat het je niets aangaat, mag je het best weten. Nou ja, in ieder geval, als het me nu lukt om een jaar uit hun handen te blijven en geen toestanden met de politie of iets, dan laten ze me verder met rust, dat weet ik. Ik weet alleen niet of ik het volhoud. Ik ben namelijk dus uit een inrichting gevlucht. Zo'n makkelijke jongen ben ik ook niet. Om het minste geringste over de rooie. Goed. Niet meer over lullen, de anderen weten hier de ballen van.'
Hij haalde zijn neus op, spuugde op de verkeersdrempel waar ze over liepen en hield verder zijn mond. Monika keek hem van opzij aan en liet hem verder maar. Dit soort toestanden had ze helemaal niet achter zo'n joch gezocht.
'Stop,' zei ze opeens. 'Kijk daar eens bij de zij-uitgang.' Daar stond weer zo'n wit politieautootje als bij de Gloria langs was geweest. Het blauwe zwaailicht draaide zenuwachtig op het dak. Ronnie maakte meteen rechtsomkeert.
'Ga jij maar kijken wat er aan de hand is,' mompelde hij nog. 'Ik ben pleite.'
Met zijn handen in zijn zakken liep hij, wat al te vrolijk fluitend, de straat uit.

Links Hoog Rechts