Sneeuwwitje: hoofdstuk 16 - Dat kreng
In de Witte Kruidenier heerste een zenuwetoestand. Lange
Jaap kwam, meteen toen hij Monika zag, op haar af.
'De boot is aan,' zei hij. 'Er schijnt ingebroken te zijn,
maar ze kunnen geen braaksporen vinden.'
'Braaksporen?'
'Ja, vies woord he?' zei Jaap. 'Ze bedoelen gewoon dat
er geen geforceerde deuren of gebroken ruiten zijn. Nu
wil Verhoeven dat we allemaal aan een verhoor onderworpen
worden. Belachelijk gewoon. Ik ben toch geen
crimineel? Ik laat me niet beledigen, dus ik laat me niet
verhoren. Laten ze die Ronnie maar eens duchtig aan de
tand voelen, heel duchtig!' Jaap ging van de weeromstuit
al op z'n brigadiers praten.
'Ronnie kan geloof ik niet vanavond,' zei Monika.
'Hoe weet jij dat?' vroeg hij. 'Ga je dan nog met hem om?
Uitkijken voor zo'n randfiguur hoor. Hoe gaat het met
je sinds de laatste keer? Waar bleef je nou?'
'Wil jij mij nu gaan verhoren ofhoe zit dat?' vroeg Monika
kwaad. Er was ook zoveel gebeurd intussen dat hem
niets aanging. Hij moest nu niet aan haar kop zeuren.
Maar Jaap lachte alweer. 'Sorry,' zei hij. 'Ik wil je alleen
maar waarschuwen.'
'Waarschuwen?'
'Juffrouw Monika, kunnen wij even naar het kantoor komen,
ja?' Meneer Verhoeven stond zenuwachtig bij de
glazen deur van zijn hokje. Achter hem zat een politie-agent
die zijn pet had afgedaan.
Monika ging er maar naar toe. Ze deed overdreven haar
best om er gewoon uit te zien, maar ze voelde zich van
binnenuit al blozen.
'Juffrouw,' begon meneer Verhoeven en zette zijn bril
recht, 'kunt u, juffrouw, ons wellicht helpen? Wij onderzoeken
namelijk inbraak, juffrouw. Nu zijn er op de gang
van de garderobe gedeukte dozen aangetroffen. Alsof een
persoon daar schuil wilde gaan, meent de politie. Weet
u, juffrouw, daar meer van?'
De agent keek Monika vriendelijk aan, hij knipoogde
even en haalde zijn schouders op, alsof hij zich moest
verontschuldigen voor Verhoeven. Haar rode kop scheen
hem niet op te vallen.
'Die dozen, ja,' stotterde Monika. 'Juist ja, die dozen.
Dat zat namelijk zo met die dozen. Vorige keer zat ik in
de theepauze met Jaap op een doos maandverband, ja.
Gewoon een sigaretje roken, meer niet. In ieder geval,
Jaap kan dat getuigen als getuige, zakten wij kortom door
die doos heen, want die was leeg die doos. Zonder maandverband
houdt zo'n doos het niet, in ieder geval ons
tweeen niet...'
De agent had het niet meer van het lachen.
'Ach meneer, ' zei hij, 'laten we het hier maar verder bij
laten. Als we iedereen in de zaak gaan natrekken op deze
manier, dan zijn we morgenochtend nog bezig. We leggen
gewoon wat alarmbedrading aan, zodat we die inbrekers
kunnen betrappen, zodra ze het weer proberen. Wij
houden de boel een beetje in de gaten, maar meer gaan
we echt niet doen.'
'Je kunt wel gaan, Monika,' zei Verhoeven vlug.
'Dag Monika,' zei de agent joviaal.
Monika ging maar meteen aan het werk. Dat was om zich
een houding te geven en ook om lastige vragen van Jaap
te vermijden.
'Ik moet Ronnie waarschuwen,' dacht ze terwijl ze het
schap hagelslag aanvulde. 'Ronnie moet hier vannacht
niet gaan winkelen, anders loopt hij in de val.'
Jaap kwam toch zogenaamd toevallig langs. 'Wat hadden
ze nou daar in het kantoortje?' vroeg hij.
'Niks,' zei Monika. 'Ze wilden weten hoe die lege doos
maandverband toch zo gekreukt kwam.'
Jaap grinnikte.
'Dat brengt me er op,' ging Monika verder, 'dat ik even
wegmoet. Kan jij dat even opvangen. Ik eh... ja, ik moet
thuis even maandverband halen... Dat was ik vergeten...
ik ben met tien minuten terug, ik zit hier vlakbij,
ik zit in... nou ja, ik ben zo terug. Kan dat?'
'Ik dacht dat jij ergens in Noord zat bij een tante?' zei
Jaap. 'En maandverband hebben we hier zat.'
'Maar niet mijn merk, ' Monika fantaseerde zenuwachtig
verder. 'En als jullie het wel zouden hebben, moet ik er
ook vandoor.'
'Al goed, al goed,' mompelde Jaap. 'Ga nou maar. Vlug,
voordat Verhoeven moeilijkheden gaat maken.'
Toen ze, hijgend van het hollen, bij de Gloria aankwam
was Ronnie nergens te bekennen. Vargo had hem wel
even gezien maar hij was nogal kortaf geweest en was
meteen weer weggegaan, zei hij. Visjna dacht dat hij
beneden ergens bezig was geweest.
Monika ging beneden alle ruimtes af en kwam zo ook bij
het cassierehokje.
Daar lag Sjaak met Liesje bloot naast zich. Hij wist niks
te zeggen, hij keek meteen de andere kant uit.
'Sjaak,' zei Monika alleen maar.
'Sodemieter op trut,' riep Liesje. Ze nam niet eens de
moeite om een deken over zich heen te trekken.
'Moet je horen wie het zegt,' wist Monika nog te zeggen.
Ze begreep zelf niet waar ze zoveel zelfbeheersing vandaan
haalde, maar kalm en waardig deed ze de deur weer
dicht.
Verdomd kleine tietjes heeft ze ook nog, dat kreng, was
het eerste wat ze dacht. Daarna pas voelde ze de woede
en de vloeken en de tranen naar boven komen. Om daar
niet aan toe te geven stapte ze vastberaden naar de
uitgang.
'Monika!' riep Sjaak haar nog na. Maar dat hoorde ze
al niet meer. In ieder geval deed ze alsof ze het niet
hoorde.