Sneeuwwitje en de 7 krakers
Tekst: Karel Eykman, Tekeningen: Sylvia Weve
ISBN 9061693500
september 1988
Links Hoog Rechts

Sneeuwwitje: hoofdstuk 17 - Even Marjan bellen


Monika liep buiten door de snijdende wind. Ze wist niet welke kant ze op moest. Maar ze wist wel dat ze niet terug wilde naar de Witte Kruidenier, daarom liet ze zich maar naar cafe Bos gaan. Daar pas zou ze tot zich laten doordringen wat haar was aangedaan.
Ze ging aan een tafeltje bij het raam zitten. Apart en alleen. Ze bestelde een kop warme chocomel en merkte toen pas dat ze op dezelfde plaats zat waar ze met Sjaak had gezeten.
Ze begreep het niet, ze begreep het niet. Dit was toch niets voor haar Sjaak? Had ze zich dan zo verkeken op die jongen? Zo iemand was ze toch niet, iemand die op van die onbetrouwbare types viel? Ze begreep het niet, ze begreep het niet. Was het allemaal de schuld van die geile rotkat, die Liesje? Maar dan was het toch evengoed zwaar lullig van Sjaak om uitgerekend daar op te vallen.
Ze begreep het niet, ze begreep het niet. Dit was toch niets voor haar Sjaak? Had ze zich dan zo verkeken op die jongen?
Enzovoort. Ze was weer opnieuw aan haar gedachten- kringetje begonnen en ze bleef nog een tijdlang op die manier doorcirkelen, terwijl de chocomel koud werd.
'Doe die kleine meid daar een kleintje pils van mij.' Het was alweer dezelfde Ome Jan.
'Monika eentje tegoed van Ome Jan,' zei de jongen achter de bar. Toch knap van zo'n jongen om zo snel haar naam te onthouden.

'Of moet je geen kleintje van me, haha,' grinnikte Ome Jan. 'Dat kleintje van Ome Jan gaat er altijd wel in, overal, haha. Niet waar Kees?'
Altijd die mannen weer. Monika kon er nu even niet tegen, dat soort ongein. 'Nee dank u want ik moet namelijk opbellen,' zei ze om zich een houding te geven.
'Rustig aan, Ome Jan,' zei Kees nog. 'Je ziet toch dat ze niet voor jou in de stemming is.'
Daar stond ze weer voor dat toestel in het gangetje naar de wc. Opbellen had ze gezegd, ja, maar wie? Haar moeder ging ze beslist niet bellen, dat wist ze zeker. Maar wie dan wel? Marjan, ze zou haar goede oude vriendin Marjan bellen! Daar had ze behoefte aan, om die stem te horen, om even bij te rebbelen. Ze keek weer in de spiegel naast het toestel en besloot om opgewekter te klinken dan ze eruit zag.

'Dag mevrouw, u spreekt met Monika, is Marjan misschien thuis?' vroeg ze zo beleefd mogelijk.
'0, Monika, ben jij het'? Juist ja, je wou Marjan hebben.
Dat is te zeggen, ik weet niet of ze er is, kan ze jou misschien terugbellen?'
De stem van Marjans moeder klonk een beetje vreemd. Wist die misschien wat er met haar aan de hand was. Wat had Marjan allemaal verteld?
In de verte hoorde ze Marjan roepen: 'Is 't voor mij? Wie?'
'Ik geloof dat ze er juist aankomt, Monika, ' zei haar moe der, 'zal ik haar...' Verder kwam ze niet, want Marjan had kennelijk de hoorn al uit haar hand gerukt.
'Moon, ben jij het? Wat goed zeg! Waar zit je'? Wat goed zeg, dat je belt. Goh. Tjee. Zeg, kan ik jou even terugbellen, dan bel ik vanuit de kamer boven terug. In verband mette...'
'Je moeder staat af te luisteren,' vulde Monika in.
'Precies. Geef je nummer nu maar.'
'Ogenblikje. Ik bel vanuit een cafe namelijk.' Monika vroeg het nummer aan barkeeper Kees, 020-6621448, gaf dat Marjan door en wachtte af. Binnen een halve minuut ging de telefoon.
'Met cafe Bos,' zei Monika doodleuk. Barkeeper Kees knikte goedkeurend haar kant uit, zo hoorde het blijkbaar.
'Wat is dat voor cafe waar je nu zit: echt Amsterdams zeker he, je zit in Amsterdam he? Want 020 dat is ook zo'n echt Amsterdams kengetal he. Wat goed zeg. Zeg op, wat doe je? Hoe gaat het nou?'
'0, te gek joh,' zei Monika. 'Ik heb onderdak in een soort gekraakt theater, ja. Daar bereiden we produkties voor. Samen met beeldende kunstenaars, performance- situaties weet je. Het kan erg goed worden, het zijn gewoon goeje jongens die er mee bezig zijn.'
'Echt goeje jongens'?' vroeg Marjan. 'Hoezo bedoel je?'
'Als je het zo bedoelt heb ik ook niet te klagen,' zei Monika maar, met een lachje. Het was helemaal haar gewoonte niet mooie verhalen op te hangen om indruk te maken. Zeker tegenover Marjan niet. Maar dit keer wilde ze zich niet laten kennen. Ze wilde niet laten merken wat haar dwars zat. Hoera, koek en ei, dat moest de boodschap zijn en Marjan geloofde het allemaal.
'Gaaf zeg. Ik dacht wel dat je het vol zou houden hoor. Die is met een paar dagen weer terug, zeiden ze op school.

Maar als jij iets in je kop hebt, wist ik, dan ga je door. Je moeder is al bij ons langs geweest. Vreselijk ongerust natuurlijk en huilen erbij. Of ik misschien wist waar je zat. Nou ik wist het dus echt niet. Je moet mij ook maar niet vertellen waar je precies zit, want ik wil het niet weten. Ik vind het al moeilijk genoeg als ze allemaal zo bij me zitten aan te dringen, begrijp je, jouw moeder, mijn moeder, je vader.'
'Mijn vader?'
'Ja joh. Hij heeft ATV-dagen opgenomen schijnt het, en is uit Groningen overgekomen. Hij wilde je moeder tegenhouden om de politie erbij te halen. Hij wil je eerst zelf proberen op te sporen. Daarom zat hij zo bij me te vissen, waar jij uithangt.'
Nu begreep Monika opeens waarom Marjans moeder gevraagd had of ze terug kon bellen, die wilde natuurlijk dat telefoonnummer uit haar loskrijgen. Ze moest wel lachen bij het idee dat er voor haar ATV dagen werden opgenomen.
Marjan praatte intussen gezellig door over Bert Pijl die het op school over haar gehad had, heel aardig overigens en helemaal niet lullig, over de anderen die het zo interessant vonden dat ze nu een probleemgeval in de klas hadden. De meesten waren zelfs een beetje jaloers en het leek Marjan nu ook wel wat, lekker op je zelf wonen en doen waar je zin in hebt.
'Dat valt anders helemaal niet altijd mee,' onderbrak Monika haar. 'Ik weet soms echt niet waar ik het zoeken moet. Het gaat allemaal nogal merkwaardig met me. Ik begrijp het zelf niet zo goed meer.'
Even was ze stil. Ze was niet van plan geweest dit eruit te flappen. Ze voelde zich moe en ging op de grond zitten.
'Tja,' zei ze ten slotte, 'waar ben ik eigenlijk aan begonnen, he? Zou je zo zeggen.'
'Wanneer kom je weer terug?' vroeg Marjan.
'Terug?'
'Ja, je gaat toch niet beweren dat je voor altijd weg wilt blijven? Dat kan je niet maken, hoor. Tegenover mij ook niet. Ik vind het knap duf hier, zonder jou. Zorg nou dat je in ieder geval met de kerstdagen weer thuis bent. Toe nou. Dat kan je me niet aandoen, kerstvakantie zonder jou.'
Marjan meende het en Monika voelde een groot heimwee in zich opkomen, een verlangen naar tussen-de-middag- pauzes met lawaai in de kantine, urenlang platen draaien bij elkaar op de kamer, rondhangen bij de snackbar, of zelfs maar vertalen op een gewone les Engels. Maar teruggaan, nee, dat was nog niet in haar opgekomen. Ze voelde zich weer koppig worden. Begreep niemand dan, dat het haar ernst was?
'Nee,' zei ze. 'Sorry. Ik vind het om jou nog het moeilijkst. Echt waar. Maar het is niet anders. Nu niet in elk geval. Laat me nu maar. Ik ben niet weggelopen om terug te komen. Naja. Ik bel nog wel. Dag.'
'Dahag, ' klonk het triest aan de andere kant van de lijn. Monika bleef nog even in gedachten zitten en ging toen het cafe weer binnen.

Aan haar tafeltje zat Sjaak. Alsof er niets aan de hand was.

Links Hoog Rechts