Sneeuwwitje: hoofdstuk 25 - Ontruimd
Zware dreunen bonkten door haar kop, stampvoetende
stappen van Ronnie door de holle ruimte van de Gloria
of was het moeder die voortdurend mandarijntjes naar
haar smeet'? Even later was het toch Visjna die in zijn
hangmat voor haar neus heen en weer bungelde en ten
slotte met groot geraas in een afgrond viel.
Monika wilde nog niet wakker worden. De vorige avond
was ze maar gaan lopen helemaal van het Centraal Station
naar Oud Zuid, maar onderweg was ze zo nu en dan
een cafeetje ingestapt om bij te komen van de emoties.
Het was begonnen tegenover het station in Karpershoek,
de eerste kroeg waar ze indertijd binnen was gelopen.
Barkeeper Piet had wel vreemd opgekeken toen ze een
echte dure rumcola in een teug naar binnen sloeg, maar
hij begreep dat hij er maar niks van moest zeggen.
Verder herinnerde ze zich alleen maar rokerige lokalen
waar allerlei jongens met een glas in hun hand eindeloos
tegen haar aan stonden te praten en ondertussen van alles
voor haar bestelden.
Erg aardig allemaal, maar nu had ze nog steeds een dronken
kop als een drumstel. Heel gek, het rook opeens naar
vers hout uit een timmerwinkel. Dat luchtje was er ook
toen ze de afgelopen nacht eindelijk terug was in de
Gloria. Iedereen was toen nog op en iedereen stond toen door
elkaar te schreeuwen, alleen Ronnie liep met holle ogen
een beetje voor zich uit te vloeken.
Ze herinnerde zich dat ze dankzij de steun van de stevige
trapleuning boven was gekomen en verder niks meer.
Een enorme doffe klap maakte haar alweer een beetje
wakkerder. Maar dit gedonder, rnerkte ze nu pas, zat niet
in haar hoofd, dit lawaai was overal om haar heen.
'Wat krijgen we nou?' hoorde ze achter zich. Daar stond
een kerel met een dikke bierbuik, zijn vale spijkerbroek
onder het gruis. Hij leunde op een grote zware hamer.
'Ook goejemorgen zeiden ze vroeger nog wel eens,' zei
hij.
'Goede morgen, dat wel,' stamelde Monika, 'maar
hoe...'
'Ben jij nog niet ontruimd dan?' vroeg hij. 'De hele zaak
hier is opgedoekt hoor. We zijn al een uur bezig. De politie
zei dat ze er echt iedereen hadden uitgezet. Hebben
ze jou zeker vergeten.'
'Ontruimd en uitgezet?' Monika begreep er niets van.
'Ja, ze zijn er maanden over bezig geweest, ontruimingsbevel,
sloopvergunning, de hele mikmak. Jij weet zeker
ook zogenaamd nergens van. Dat beweerden die opgewonden
gosertjes ook toen we de boel dichttimmerden,
affijn, die zijn uiteindelijk allemaal opgerot. Nou jij nog.
Kind wat zie je er belazerd uit, je lijkt mijn dochter wel.
Kom effe mee naar de bouwkeet moppie, krijg je een bak
koffie!'
Monika pakte haar spullen bij elkaar, die man was tenslotte
de rotste niet. Hij kon het ook niet helpen, die moest
hier gewoon zijn werk doen.
Toen zag ze dat iemand in haar tas had zitten rommelen.
Verdomme, je kon hier ook geen moment iets laten slingeren.
De meeste mandarijntjes waren er nog, en de condooms
lagen tegen de mueslikoeken aan. Alleen de plak
witte chocola was verdwenen en ook het buisje aspirientjes,
net nu ze hoofdpijn had. Dat zou Liesje wel weer gedaan
hebben.
Toen ze samen met de dikke sloper de bioscoopzaal uitging
keek ze nog eenmaal om. Alles wat Visjna en Vargo
zo mooi hun 'postmaterialistische materie' hadden genoemd
lag nu met alle andere rotzooi en kapotte bioscoopstoeltjes
samen op een grote puinhoop.
Buiten was de hele stoep bezet door containers, grijpwagens,
afrasteringen en een brede groene bouwkeet. De gevel
van de Gloria zag er stom en blind uit, doordat de ingang
en alle raampjes met planken waren dichtgetimmerd.
Monika rilde, maar dat kwam van de vrieskou.
'Ga gauw de keet maar in voor je kou vat, mop,' zei de
man. Hij wilde zijn zware stoffige jack over haar schouders
leggen. Maar Monika zag op de hoek Visjna rondhangen
en rende meteen op hem af.
'Wat is er in godsnaam allemaal aan de hand'?' vroeg ze.
Visjna keek wat wezenloos voor zich uit over het water.
'Ik moet nog meer leren me te onthechten,' mompelde
hij.
'De ont-hechting, de ont-wenning, dat is ont-dekking,
ja.' Hij knikte nadrukkelijk om zichzelf gelijk te geven en
keek weer dromerig de kade langs. Over zijn schouder
had hij als een soort draagtas zijn hangmat gedrapeerd.
'Maar de anderen, waar zijn de anderen, waar is Ronnie?'
vroeg Monika.
'Ronnie is nergens en de anderen heb ik achter mij gelaten,'
zei Visjna op dezelfde lijzige toon. 'Zij zitten weer
eens in cafe Bos. Zij nemen mij kwalijk dat ik al die officiele
papieren en ontruimingsbevelen die aan de deur werden
afgegeven, heb aangenomen en naast me neer gelegd,
zonder ze te waarschuwen. Nu zijn ze kwaad en
waarom? Het heeft toch geen zin mij te verzetten tegen
mensen die leven onder wetten die ik niet erken?
Ik ga er vandoor, ik laat mijn uitkering overmaken naar
Tunesie. Daar wil ik gaan leven onder de bedelbedoeienen,
de Toearegs, in de woestijn. Daar reinigen zij zich
nog met fijn zand en voeden zich met dadels uit de oase.
Ze zijn daar zo arm dat ze nog gelukkig kunnen zijn met
niets. Dat niets, is dat niets voor jou? Niets is mooier dan
niets. Ga mee, jij bent de enige van die hele Gloriatroep
die dat aan zou kunnen.'
Monika liet hem maar doorpraten. Dat was nooit wat
voor haar geweest, om als verwende hippie op kosten van
arme mensen te gaan leven.
Ze ging er vandoor. Op de brug keek ze even om. Visjna
stond nog steeds te praten. Dat er niemand meer was die
luisterde, scheen hem niet te deren.
In cafe Bos stond Kees glazen te spoelen met een verbeten
gezicht.
'Weet jij wat er aan de hand is met dat stel daar aan de
grote tafel?' vroeg hij. 'Dat zit daar op de vroege morgen
maar opgefokt tegen elkaar aan te schreeuwen. Ik kan
mijn eigen muziek nauwelijks horen.'
Aan de grote tafel zaten Sjaak en Liesje inderdaad opgewonden
tegen Joop en Koos aan te praten terwijl Vargo
zo te horen wat nieuwe klankkleuren uitprobeerde op de
gammele piano in de hoek. 'Dat hoeven we toch niet te
pikken,' hoorde ze Liesje krijsen. 'Zo'n suite staat de
godganse week leeg behalve het weekend. En dat terwijl
wij op straat gezet en de goot in gesmeten worden.'
'Aan de kaak stellen, dat staat ons te doen,' riep Sjaak.
'Dus ik ga nu opbellen.'
Pas onderweg naar het toestel zag hij Monika staan.
'Hoi,' zei hij. 'Mooi dat je er bent. Waar was je al die
tijd'? Je doet toch mee he. Juist nu moeten we solidair
blijven.'
Waar ze dan aan mee moest doen, was Monika niet helemaal
duidelijk. Sjaak hing al aan de telefoon voor ze het
kon vragen.
'Heb jij Ronnie nog gezien?' vroeg ze intussen aan Kees.
'Ronnie?' vroeg die. 'Dat is toch die leipe jongen met zijn
bek zo?' Hij imiteerde perfect Ronnie's grijns. 'Die is
vannacht nog even langs geweest. Hij stond constant op
een stuk witte chocola te kauwen, bestelde bier en Seven-up
door elkaar met een scheutje cognac erdoor, betaalde
wel, maar dronk geen druppel en schoot de deur weer uit.
Volgens mij was die flip een beetje op tilt.'
'Achthonderd gulden vragen ze bij het Hilton voor de
bruidssuite, ' riep Sjaak toen hij de hoorn op de haak had
gelegd. 'Acht meier voor een nacht.'
'Nou jaa zeg, gewoon belachelijk gewoon!' zei Liesje.
'Een maand uitkering voor een nacht in zo'n poenig hotel.
Stel je voor, zo'n burgertrut, pas getrouwd in het wit
in de kerk en dan gaat meneer voor achthonderd ballen
een bed huren waar hij haar voor het eerst mag neuken!
Nou jaa zeg, gewoon belachelijk gewoon toevallig. Waar
halen ze de gore moed vandaan!'
Monika moest er even bij komen zitten vond Sjaak, dan
zou hij alles haarfijn uitleggen. Het kwam erop neer dat
ze de uitzetting niet namen en dat zouden ze de gemeente
laten voelen ook.
Ze wilden daarom met zijn allen de bruidssuite van het
Hilton gaan kraken. Dezelfde kamers die die mafkees van
de Beatles, hoe-heet-ie-ook-alweer, nog gehuurd had
voor peace en vrede. Maar nu ging het om iets veel
belangrijkers, nu ging het om de oplossing van de woningnood:
alle woningzoekenden ondergebracht in Hilton,
Amstel, Sonesta, Marriott en natuurlijk de Holiday Inn.
In een klap, weg woningnood. Simpel maar doeltreffend.
Wat vond Monika daarvan, wilde Sjaak weten.
Monika vond niks. Ze had al die tijd dat hij maar doorlulde
naar zijn gezicht gekeken. Hij zei alles, met zijn vuist
voortdurend op en neer, heel overtuigd, maar het ergste
vond ze dat d'ie mooie aardige jongen tegenover haar alle
onzin die hij uitkraamde zelf nog geloofde ook.
'Maak je geen zorgen,' ging hij verder. 'We hebben alles
exact precies uitgevogeld. Joop en Koos nemen de brandtrap,
forceren de deur van de luxe suite en zorgen voor
de uitzetting van aanwezige bruidsparen. Jij en Liesje
gaan zolang de cocktailbar Juliana bezetten, om de aandacht
af te leiden. Ondertussen...'
Monika stond ineens op. Ze kon er niet meer tegen, al
deze flauwekul, niet alweer, niet nu.
'Waar ga jij opeens naar toe?' riep Liesje nog.
'Ronnie, hebben jullie Ronnie nog gezien?' vroeg Monika
alleen. Ze voelde zich op een of andere manier steeds
ongeruster worden, al wist ze niet hoe dat kwam.
'Wat heeft Ronnie daar nou mee te maken?' zei Liesje.
'Die kolerelijer moet zelf maar weten of hij in de stront
wil zakken of niet. Daar kopen wij toch niets voor, geen
ene reet! Ja, zo is het toch?'
Op dat moment hield Vargo op met pianospelen. Monika
zei niets meer. Ze liep vlug weg.
'Je vergeet je tas, ' riep Kees nog, maar dat interesseerde
haar niet meer.