Vroeg of laat zal de eigenaresse van je pand proberen je er weer uit te krijgen. Gewoonlijk wordt er dan een proces tegen je aangespannen met als eis, dat je er uit moet. De juridische trukendoos gaat open. Bij de kraak van het pand heb je al een advokate in de arm genomen, om je te ondersteunen op juridisch vlak. Blijf kontakt houden met je advokate. Deze kan kontakt opnemen met de tegenpartij, mocht dat nodig zijn. Dit hoofdstuk neemt je mee in het doolhof van diverse juridische procedures en alles wat daar mee te maken heeft.
[foto: Rop] |
Je hebt recht op Juridische bijstand. Als je van een minimum leeft, kun je een bewijs van onvermogen halen op het stadhuis. Deze kan je advokate dan weer inleveren bij het buro voor rechtshulp (met weggelakte namen, de advokate van de tegenpartij zou die in kunnen zien). Daarna betaald de staat je advokate.
Heb je een inkomen van minder dan 1425 gulden per maand, dan moet je de advokate 25 gulden betalen voor de periode van de kraak totdat er een procedure gestart wordt. Is dat moment aangebroken, dan moet je vijftig gulden betalen. Een rechtszaak bij de rechtbank kost een gedaagde met het hierboven genoomde inkomen 62.50 aan griffierecht. Wanneer het gaat om een groep mensen in een huis waarvoor een dagvaarding is uitgebracht, dan geldt dat eenmaal griffierecht in rekening wordt gebracht. Andere kosten waar je voor op kunt draaien zijn bijvoorbeeld de kosten van uitreksels van het Kadaster, de Kamer van Koophandel, de burgerlijke stand en ander uitzoekwerk. Wanneer je het proces verliest, dan kan de eigenaresse proberen de proceskosten op je te verhalen. Wanneer je anoniem bent, is dit tot mislukken gedoemd.
Wil je het naadje van de kous weten wat betreft het bewijs van onvermogen en de kosten van procedures, neem dan kontakt op met resp. het Buro voor Rechtshulp en je advokate. En bedenk ook wanneer je anoniem bent, je het heb recht je te verdedigen! Omdat je anoniem bent, kan datgene wat jij tegen de rechter zegt niet altijd gecontroleerd worden, zodat de rechter vaak zegt dat dit geen bewijs is.
De eerste procedure heb je achter de rug bij de kraak van je pand. De huiseigenaresse doet aangifte bij de Officier van Justitie. Het is niet echt een procedure omdat je niet uitgenodigd wordt voor een zitting van hoor en wederhoor. Het is echter wel zo dat je advokate in overleg kan treden met de Officier om een eventuele negatieve beslissing te bespreken en eventueel te beinvloeden.
De tweede procedure is die op grond van de Woonruimtewet. Wanneer het gaat om een woning waarvoor een woonvergunning vereist is, kan de burgemeester besluiten om het pand wegens het ontbreken van deze vergunning (waarvoor een anonieme kraakster sowieso niet in aanmerking komt) te ontruimen. Wanneer onverhoopt een kraakster, die haar naam opgeeft, in aanmerking komt voor een woonvergunning, kan het zijn dat het huis alsnog toegewezen wordt aan een woningzoekende. Ook op die basis kan de burgemeester besluiten om tot ontruiming over te gaan.
Tegen deze beslissing kan AROB-bezwaar gemaakt worden bij de burgemeester. Belangrijk is daarbij dat de indiening van het bezwaarschrift de uitvoering van het bevel van de burgemeester niet automatisch tegenhoudt. In het geval van de gemeente Utrecht wordt over het algemeen de ontruiming niet uitgevoerd in afwachting van de beslissing van de burgemeester. Beslist de burgemeester op het bezwaarschrift negatief dan kan beroep ingesteld worden bij de Raad van State, waarbij dan een schorsingsverzoek moet worden gedaan. Want anders wordt je in het gelijk gesteld terwijl je al ontruimd bent! Probleem is wel dat de Raad van State niet houdt van anonieme mensen, ze verklaren ze over het algemeen niet ontvankelijk. Verder zijn er nog een aantal procedures, waar kans op is, dat je er mee te maken krijgt.
Je hebt een hoop uit te zoeken om een goede basis te verschaffen voor het pleidooi van je advokate. Bij een kort geding heeft de eigenaresse een spoedeisend belang nodig. Het spoedeisend belang valt onderuit te halen door het nodige uitzoekwerk, of het lukt is een tweede. De tegenpartij zegt bijvoorbeeld dat er haast bij is omdat de eigenaresse over wil gaan tot verkoop op korte termijn. Nu liegen ze wel vaker tegen de rechter, de panden die na de ontruiming nog lange tijd leegstaan zijn niet meer te tellen. Moeilijk bewijsbaar dus om aan te tonen dat de eigenaresse liegt. Maar je kunt veel uitzoeken om het spoedeisend belang van de eigenaresse aan te vallen. Zoek uit bij buurtbewoonsters, kommitees, de gemeente of andere instanties of het wel klopt met vergunningen, bestemmingsplannen ect. Bij het kort geding is er een vastgestelde zittingsdatum.
Tijdens deze zitting krijgen beide partijen de kans om hun bewijsmateriaal in te brengen. Vervolgens kunnen de beide partijen nog een keer op elkaar reegeren. Daarna trekt de rechtbank zich terug en doet meestal binnen een of twee weken uitspraak. Het is wellicht slim om eens een keertje te komen kijken op zo'n zitting om de sfeer te proeven. Deze zittingen staan vaak aangekondigd in de Springstof.
Wanneer het voor een eigenaresse te lastig wordt om een spoedeisend belang uit de mouw te schudden, dan rest haar enkel nog de bodemprocedure, al dan niet verkort. Deze procedures zijn schriftelijk en duren veel langer dan een kort geding.
De bodemprocedure wordt ingeleid door de dagvaarding waarna door de advokates konklusies van achtereenvolgens eis, antwoord, repliek en dupliek worden genomen. Na het wisselen van dit papierwerk kan door beide partijen pleidooi worden gevraagd zodat alsnog een zitting plaatsvindt. Ook is het mogelijk dat, meestal na de konklusie van antwoord, een komparitie tussen partijen wordt bevolen. Dit betekent dat de rechtbank nadere inlichtingen wil ontvangen of dat de rechtbank wil proberen een schikking tot stand to brengen tussen de partijen. Tijdens de pleidooien krijgen de partijen eenmaal de gelegenheid te reageren op hetgeen wat de wederpartij heeft gezegd. In de bodemprocedure is het mede afhankelijk van de toestemming van de wederpartij, mogelijk om meerdere malen uitstel van konklusie aan de rechter te vragen. Dit betreft de uitstellen van vier weken per keer.
De verkorte bodemprocedure kent deze mogelijkheid oak maar hier heeft de eisende partij de mogelijkheid om in de dagvaarding al op te neman dat slechts eenmaal vier weken uitstel zal worden toegestaan. Een ander verschil tussen de verkorte bodemprocedure en de bodemprocedure is dat bij de eerste geen konklusies van repliek en dupliek aanwezig zijn. Het is echter wel mogelijk om net als bij de bodemprocedure pleidooi aan te vragen terwijl ook komparities tot de mogelijkheden behoren. Het hoeft overigens niet zo te zijn dat een verkorte bodemprocedure korter duurt. De tijd is uiteindelijk afhankelijk van de opstelling van beide partijen.
Zo ondertussen dreigt dit verhaal wat ingewikkeld te worden. Je advokate kan je in geuren en kleuren vertellen hoe deze processen precies in elkaar zitten. Verwacht niet dat je advokate voor jou de kastanjes uit het vuur haalt. Beschouw de verdediging ook als de jouwe en probeer door samenwerking met je advokate het onderste uit de kan te halen. Het is al moeilijk genoeg om een dagvaarding te overleven en wanneer je duimen gaat draaien is de kans al helemaal minimaal. Wanneer je zelf gemotiveerd bent kan dat een slok op een borrel schelen. Ga er niet van uit dat je bij voorbaat verloren hebt. Vaak genoeg maakt de tegenpartij fouten. Staar je aan de andere kant niet dood op een echt verloren zaak.